Totaal aantal pageviews

zaterdag 22 december 2012


Rotterdamse Schouwburg

ma 3-9-2012 10:42

gezien: Richard III door Orkater

Ruig, lawaaiig, aards theater. Daar staat Orkater voor en dat was het dan ook. Richard III van Shakespeare met Gijs Scholten van Aschat was zo’n succesnummer in 2010 en 2011 in Amsterdam dat ze het exclusief in Rotterdam 2012 nog eens kwamen overdoen. Gijs SvA is een alleskunner en bewijst dat door de muziek van Tom Waits te zingen zoals het moet, ruw, ongepolijst en recht uit het hart. Omringd door een groep uitstekende muzikanten die ook nog Shakespeare teksten kunnen declameren. Een regelrecht vondst was de afgang van iedereen die door de sluw Richard om zeep werd gebracht tussen twee enorme ijzeren platen door naar de requistenschuifdeur achter op het toneel, waarbij van bovenaf telkens enorme zakken met rotzooi tegen de platen te pletter sloegen; daarmee het toneel in een steeds grotere puinhoop veranderend, tekenend voor het koninkrijk dat Richard uiteindelijk dan toch in zijn bezit kreeg. Het was theater zoals het moet zijn; onverstelpend, naar de keel grijpend, wrang, maar soms ook onweerstaanbaar humoristisch. Een terechte ovatie aan het eind. Misschien heb ik de beste voorstelling van dit seizoen nu al gezien.

Tjeu

Rotterdamse Schouwburg

do 10-11-2011 14:17

gezien: "De Bittere Tranen van Petra Kant" door NT Gent in Rotterdamse Schouwburg


Dit was weer zo’n stuk waarbij ik me kan voorstellen dat de niet doorgewinterde bezoeker het al na een half uur helemaal gehad heeft. Wat moet je met een voorstelling waarin een zestal danig opgesmukte vrouwen wat ijzig heen en weer dansen en de meest lullig teksten debiteren? Zelfs de Volkskrant wist in een recensie van dit stuk van regisseur Susan Kennedy te zeggen dat zij er niet in slaagt de vrouwen uit hun stereotiepe houding te bevrijden. Maar dat moet ook helemaal niet! Reiner Werner Fassbinder, van wie het oorspronkelijke stuk is, had niet de bedoeling iets anders dan de leegheid in relaties tussen (in dit geval vrouwen) mensen te tonen. Geen enkele relatie komt uit de verf, niet die tussen Petra en het model waarop zij stapelverliefd wordt, Karin. Niet die tussen de moeder van Petra, niet die tussen Petra en haar kind. Sterker nog. Oma is alleen geïnteresseerd in de kont van haar dochter en de tietjes van haar kleinkind. Armoediger kan het werkelijk niet. Maar juist dan komt het theater van pas. Als het dan allemaal zo armoedig en hopeloos is, laat dat dan aangedikt en overdadig zien. En dat gebeurt hier op onnavolgbare wijze. De vrouwen zijn geschminkt als poppen; de superslanke onderdanige sloof die regelmatig de onderbroekjes van haar meesteres komt aan- en uittrekken. De als een paspop opgeschilderde Karin waar Petra Kant zo doelverliefd op wordt maar die zelf geen sprankje warmte kan uitstralen (zoals het bij paspoppen hoort), de dochter als uitvergrote speelpop. Ik vond het allemaal prachtig, kitscherig, grotesk, en op een bepaalde manier eigenlijk ook weer heel humoristisch.  Het hele aardse bestaan als een groot tranendal, nergens bloeit nog een sprankje hoop. Zoals de zangeres zonder naam er over zong. Een waarlijke schitterende theateravond.

Tjeu

Rotterdamse Schouwburg

gezien: Casino van Norfolk

Norfolk is een gezelschap actrices van de Toneelacademie Maastricht die theater maakt “dat direct op de samenleving reageert. De actrices maken de voorstelling zelf en laten zich telkens door andere theatermakers coachen. Met dat coachen en de vormgeving zat het wel goed. Een prachtig beeld van een ruimte dat een casino moet verbeelden met computergestuurd neonlicht, een speelkast en een speeltafel. Daarachter een ravissant mooie vrouw die alras haar rol en pruik vervult voor een andere, die van wijfelden casinobezoekster. Een fraaie overgang. De manier waarop een barman plotseling van achter een bar te voorschijn springt als iemand wat besteld is ook een vondst. In de casinoachtige ruimte komt druppelsgewijs een gezelschap bijeen van een bedrijf tijdens een personeelsuitje. Onzekere, schuchtere types naast lawaaierige collega’s. Zoals altijd. Alle gesprekken zijn aaneengeregen cliché’s over de werkvloer en de verrassende omgeving. Maar gaandeweg raakt iedereen steeds meer van zijn à propos. De situatie krijgt, zonder dat er een verhaallijn zichtbaar wordt, een steeds absurder karakter waarbij frustraties, woede, hebzucht en geilheid, kortom de onderbuik het overneemt van de redelijkheid. Tussendoor geeft een ultrahooggehakte, ultrakortgerokte dame een opwindende show als nachtclubzangeres weg maar daarna zakte de opgeklopte pudding toch langzamerhand in. Zonder enig logische samenhang en zonder karakterbuilding blijft het klauwen, vechten en krijsen, een neiging die vrouwen vaker hebben als ze samen aan de drank raken. Wij mogen daar getuige van zijn. Ik heb de indruk stuk voor stuk sterke actrices te zien die met een wat sterker fundament van tekst en intrige zich meer zouden kunnen profileren. Nu blijft het vooral lekker gek doen, voor een acteur ook wel heerlijk trouwens. Door de perfecte vormgeving, de harde en soms filmische muziek blijft het geheel net staan.

Tjeu

Rotterdamse Schouwburg

vr 15-1-2010 11:37

gezien: Nieuw Zwart van Wim van de Keybus (dans)


Als na het heel langzaam opkomende ochtendlicht de ogen aan het duister gewend zijn klinkt plots heel hard aanzwellende geluid van een voorbijsuizende meteoriet; de oerknal? Als dan het zachtjes deinende kleed wordt weggetrokken ontwaart men in het halfduister allerlei krioelende, naakte wezens, die proberen weg te vluchten, hetzelfde onfrisse beeld dat je hebt als een stoeptegel oplicht. Lang blijven de wezens in de voorstelling over de grond kruipen. Op een gegeven moment komen de figuren half overeind en zien we (het enige lachtwekkende moment in de voorstelling) hoe een van de mannetjes baltsgedrag vertoont naar een van de vrouwtjes. Na de paring gaat het steeds maar voortdurende geweld weer door. Geweld, want de enige constante factor zijn de op elkaar inspringende, met elkaar vechtende wezens. Waarover en waarom wordt niet duidelijk: territoriumdrift? Testosteron? Veroveringsdrang? In plaats van dans zien we de hele avond gestileerde gevechtssport. Ontelbaar zijn de houdingen en posities die worden ingenomen, de kop-, nek-, buik- en rugrollen volgen elkaar alsmaar op, anderhalf uur lang; uitzonderlijk lang voor een dansvoorstelling. Ondertussen wordt het geheel begeleid door een vaak oorverdovende trio met gitaren en drums. Een van de drie blijkt de gitarist van de beroemde Belgische popformatie dEUS te zijn.
Gaandeweg gaan de figuren steeds vaker staan, het laatste kwartier gaan ze zelfs niet meer liggen; zelfs niet als ze worden bedekt met ritselend, flinterdun goudpapier dat je ook ziet om passagiers na een vliegtuigramp of mensen die onderkoeld zijn geraakt. Er verschijnt een figuur ten tonele die helemaal bestaat uit vele aan elkaar geknoopte gouden vellen. Met de spots erop ontstaat een veelkleurig wapperend monster dat zonder kop of kont of voeten over het toneel fladdert.
Ik ben getuige geweest van een fascinerende schepping, in de meest letterlijke zin. Dit was de evolutie teruggebracht tot anderhalf uur. Helemaal aan het eind komen weer enkele meteorieten suizend voorbij. En na de opnieuw ingetreden duisternis (het nieuwe zwart?) begint het hele spel weer van voren af aan.

Tjeu

Rotterdamse Schouwburg

do 15-4-2010 10:46

gezien: De Toneelmakerij met Thaibox

Op een doordeweekse avond toch zo’n man/vrouw of 80, merendeel jong, om de boxring in de kleine zaal van de Rotterdamse Schouwburg voor de voorstelling “Thaibox” van De Toneelmakerij. Een absurdistische avond met dichtende thaiboxers, een voortdurende in de weg lopende vader met indianenhoofdtooi en opgerold meditatietapijtje en een incestueuze broer en zus. Het enige dat me stoort is dat de schrijver van het stuk, Ad de Bont, het nodig vindt om aan het eind alle verwikkelingen een goede afloop te bezorgen. Een suikerzoet einde aan een avond vol agressie, cynisme en keiharde funk, dat lijkt me niet nodig.
Maar goed, tot dat verkeerde eind heb ik twee uur zeer geboeid zitten kijken naar een stuk van een jeugdtheatergroep met zeer veelzijdige spelers. Een vijftal daarvan hebben enkele maanden intensief Thaiboxles gehad, zodat ze in staat zijn tot heuse schijngevechten, ritmische oefeningen en een werkelijk prachtige in halve dans/halve gevechtstechniek uitgevoerde copulatiescène. Een van de spelers weet met een ingenieuze dubtechniek met zijn stem in enkel seconden een complete melodielijn neer te zetten om daaroverheen te improviseren. De verhaallijn is dun: twee boxers blijken (aan het eind) elkaars broers. De vader van deze twee jongens verschijnt aanhoudend in indianenkostuum als ernstige ontregelaar in de boxring en blijkt – aldus een bekentenis -  van een van de twee nimmer gehouden te hebben. Aan het eind vallen de twee broers in elkaars armen en verdwijnt de vermaledijde vader voor eens en voor altijd van het toneel. Dát probleem is opgelost. De incestueuze zus kiest uiteindelijk voor het vrije bestaan en bevrijdt haar broer aldus van de zware last van een relatie. Ook opgelost.
Zo nu en dan barsten de spelers uit in poëtische ontboezemingen. Dat had wat mij betreft wat vaker mogen gebeuren. Het blijft nu beperkt tot enkele flarden. Behoudens deze oneffenheden zag ik een boeiende, zeer afwisselende voorstelling. Het jonge publiek gaf het moegespeelde gezelschap terecht een stevig applaus.

Tjeu

Rotterdamse Schouwburg

vr 21-5-2010 14:52

gezien: Out of context van Les Ballet de C. de la B.

Gisteravond werd er in de Rotterdamse Schouwburg gedanst op topniveau. Of moeten ik zeggen “bewogen” op topniveau. Alain Plattel, de wereldberoemde choreograaf, maakt met zijn groep met de raadselachtige naam “Les Ballets de C. de la B.” het avondvullende stuk “Out of Context” geïnspireerd op die andere grootheid Pina Bausch. Bausch is bekend geworden met haar collage-stijl waarbij eigenlijk alles kan. Het individu en niet de groep staat centraal. Zo leek het gisteravond soms of ik het op het immens grote en lege toneel (er stonden slechts twee microfoonstandaards op) naar een merkwaardige beeldententoonstelling met types in de meest vreemde houdingen zat te kijken, dan weer naar een schilderijententoonstelling van Francis Bacon met zijn opengesperde karkassen, dan weer naar een wei vol loeiende, tegen elkaar aanschurkende en snuffelende koeien, dan weer naar een fontein vol op hoge poten gillende flamingo’s. En dat alles zonder één decorstuk (behalve dan weer die microfoonstandaards) en meestal ook nog zonder muziek. En als er dan muziek was, dan iets totaal anders dan je zou verwachten. Een ronduit komisch nummer werd opgevoerd met een als begeleiding louter een door de maag dreunende discobas, zeker een minuut of tien lang; het denderde maar door. Iedereen zong daarop (door één van die standaards) zijn eigen bekende discozinnetje, de anderen voerden de meest grappige dansjes uit. Soms samen met anderen, soms alleen. En toen kwam er loeihard dan toch één echt stuk muziek, de tophit Aisha, play back vertolkt door een uitzinnig dansende Japanner. Na al die stilte barstte het publiek halverwege dat nummer in een spontaan gegil en applaus los. Alle energie moest er uit.
Om daarna in absolute stilte te gapen naar al die merkwaardige duetten, trio’s en solo’s. Soms lag het hele gezelschap onder een rood dekentje en werd minutenlang gedemonstreerd hoe kuikentjes uit hun ei kruipen. Het was bizar, vleselijk, volstrekt contextloos en zinloos. Uitgeput en zwetend kleedde het hele gezelschap zich onder de tonen van “Noting compares to you” weer aan en verliet één voor één gedecideerd het podium dat daarna hel verlicht nog leger dan leeg achterbleef. De ovatie daarna liet niets te raden achter. Wát je had gezien was nauwelijks te vatten maar in één woord fantastisch!

Tjeu

Rotterdamse Schouwburg

13-4-2011

gezien: Johannes Passion door Nationale Reisopera

Voor het eerst in geënsceneerde vorm. Waarom eigenlijk. De muziek is zo ongelooflik sterk dat elke enscenering overbodig is. Maar goed, als het dan toch een keer moet was dit geen gekke opzet. De passie speelde zich af in een bibliotheek. Het waarom van deze wat vreemde keuze wordt duidelijk aan de hand van de rol van de evangelist die vanachter een zwaar bureau alsmaar bijhoudt in hoeverre het verhaal in overeenstemming is met “wat er geschreven staat in de bijbel”. Johannes als boekhouder. In de tekst van de Passie staat dat ook letterlijk zo. Als de beenderen van Jezus niet worden gebroken omdat hij inmiddels overleden is, stelt Johannes aan de hand van Het Boek min of meer triomfantelijk vast dat dit ook zo “geschreven stond: Zijn beenderen zullen niet gebroken worden”. In de letterlijke tekst van de Johannes Passion wordt aan de lopende ban teruggegrepen op wat er geschreven stond in het Oude Testament en fungeert Johannes als de man die dat allemaal afvinkt. Af en toe kijkt het volk van Israel nieuwsgierig over de schouder van Johannes mee over wat hij nu weer aan het opschrijven is. Dat volk speelt in deze Passie toch een bijzondere rol. In de voorbeschouwing wordt uitgelegd dat gemeten in percentage zangtijd het volk van Israel veel meer aan het woord is dan in de andere Passies. Die passages geven nou niet bepaald een verheven beeld van het Joodse Volk. Er wordt flink op los betoogd en kern van de boodschap is dat Jezus omdat hij zich uitgeeft voor de Koning van de Joden maar vast moet worden gespijkerd, hoezeer Pilatus zich daartoe ook aanvankelijk tegen verzet. Deze onredelijke, drammerige houding van het Joodse volk is later vaak opgevat als de anti-semitische ondertoon van het Nieuwe Testament, een boekwerk dat er bij mij als katholieke jongeling werd ingestampt. Juist die passages zijn in het werk van Bach vaak sterk ritmisch en worden met een grote felheid gezongen. Opvallend is ook dat het koor dat het lijden van de Christusfiguur bezingt letterlijk aan de kant staat. Het protesterende volk bevindt zich voortdurend centraal in de enscenering. Deze versie is daarmee ongelooflijk dynamisch en krachtig geworden. De voorlaatste scene waarin Maria haar leed uitzing is van een bovenaardse schoonheid. Niemand in de zaal zal de gelijkenis met de bloemenzee bij Alphen aan de Rijn zijn ontgaan als het massale koor (ik telde 50 man, vrouw)  in het laatste dramatische “Ruhevoll” bloemen, palmentakken en stenen neergelegt bij Het Boek. Het was in een woord dramatisch en prachtig. Voor de zoveelste keer. Afgezien van één boeroepende toeschouwer was het applaus ovationeel, vooral voor de tenor Robert Burt, die de evangelist vertolkte.

Tjeu

Rotterdamse Schouwburg

12-5-2011

gezien: brief aan mijn rechter van NTGent

NTGent is hét leidende theatergezelschap in België, onder de regie van Johan Simons speelde de Vlaming Frank Focketyn een vlekkeloze solorol op een tekst gebaseerd op de gelijknamige roman van Georges Simenon. Alles aan deze intieme productie was perfect, de tekst, de timing, de belichting, het spel. In anderhalf uur wist Focketyn het behoorlijk opgekomen publiek duidelijk te maken waarom dat de moord op zijn minnares onontkoombaar en dus begrijpelijk was. Maar is een verklaring ook een verantwoording? Is een moordenaar helemaal een product van alle invloeden om hem heen of bestaat er ook nog zoiets als een vrije wil?  Deze existentiële vragen nam de de  toeschouwer na anderhalf uur mee naar huis.

Tjeu

Rotterdamse Schouwburg

27-10-2011

gezien: "Presidentes" door Nationaal Toneel

Voor de tweede keer in korte tijd weer in de Koninklijke Schouwburg te Den Haag. Wát een totaal andere sfeer hangt dan hier in Rotterdam. Deftig om niet te zeggen bekakt, en bij dit stuk vooral sjieke, oudere dames. Ik hoorde veel aardappels in kelen heen en weer rollen. Welnu, die dames zullen hevig geschokt geweest zijn door dit stuk onder regie van Theu Boermans van de Oostenrijkse dronkenlap Werner Schwab waarin stront, geslachtsgemeenschap en andere vuilbekkerij centraal staan. Drie vrouwen (de presidentinnen zogezegd) zitten bij elkaar aan de keukentafel en roddelen en fantaseren er op los. Over hun overspelige kind, over de geheime liefde voor de slager op de hoek met zijn heerlijke leverkaas en over de incentueuze strapatzen van de verkalkte echtgenoot. Tussendoor verhaalt de niet helemaal goed bij haar hoofd zijnde Marietje over die heerlijk pot met goulash die ze uit de verstopte toiletpot heeft weten op te vissen. Zo plat en grof als ik het hier vertel is het stuk ook. Het veroorzaakt destijds in Duitsland en Oostenrijk heel wat opschudding maar hier werd ik er warm nog koud van. Een gemiddelde aflevering van het Schaap met de vijfpoten op de camping in Benidorm vind ik leuker (veel leuker). In de publiciteit werd hoog opgegeven over het spel van de drie dames. Op zich zijn het natuurlijk heerlijke karakters om te doen in hun schorten en hoog opgekamde kapsels, maar overtuigend leuk vond ik het helemaal niet. Het bleef volkstoneel tussen de schuifdeuren. Theu bewees andermaal dat hij voor geen enkel stuk terugschrikt, of het nou een musical, een grieks drama of een ordinaire soap is. Dit keer was het wat mij betreft vleesch noch visch.

Tjeu 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten