Totaal aantal pageviews

woensdag 23 september 2020

Auverne deel 5: Het Centre Pompidou boeit minder dan voorheen

 omringd met puy-erwtjes ofwel linzen, een specialiteit uit deze streek, aldus kenner H.


dinsdag 22 september


Rijen, rijen, rijen in een wagentje. Van Puy en Velay naar Metz, toch bijna 600 kilometer over uitstekende Franse tolwegen. Om het uur een stevige plensbui, waarbij de snelheid terug moet naar 60 km per uur. Op de radio is het een wonder om mbv internet via de telefoon en een blue tooth speaker gewoon naar Nederlandse radiozenders te kunnen luisteren, het blijft me fascineren. Om half acht 's avonds rollen we Metz binnen.


woensdag 23 september


We gaan, net zoals inmiddels alweer tien jaar geleden, naar het Centre Pompidou. Bij aankomst valt onmiddellijk op dat het  toen nog solitair staande Centre nu is omringd door een complete nieuwe woonwijk met enkele fraaie gebouwen. Binnen aanschouwen we een tentoonstelling rondom Yves KLein, een vertegenwoordiger in de jaren 50 en 60 van de Zero beweging, in Nederland bekend als de Nul beweging. Alle kunst moet worden teruggebracht tot zijn uiterste konsekwentie, een hele afdeling is gewijd aan het witte doek, een andere aan de fascinatie van Klein voor de kleur blauw. In zijn tijd vloog Yoeri Gagarin als eerste door de ruimte en kwam terug met de constering dat het heelal inderdaad diep blauw was. Het is ook de tijd van de performances, waarbij Yves KLein naakte vrouwen, ingesmeerd met verf, over het witte doek liet wentelen. We aanchouwen adrukken van lijven met opvallen grote cirkels bovenaan de romp. Andere perfomances leverden doeken waar kunstenaars doorheen waren gekropen of gaten in hadden geboord. Een ander  gedeelte van het Centre toont sculptures rond thema's als ruimte, beweging, architectuur, groei etc. Al met al een beetje belegen poging om de collectie van het Centre eens op een andere manier te laten zien. De covid pandemie leidt ertoe dat musea geen grote nieuwe tentoonstellingen riskeren, dat is wel duidelijk. Bovenin een tentoonstelling over de rol van folklore in de kunst, waarbij mij bij blijft dat folklore vaak wordt misbruikt door rechste ideologie"en, Hitler wist wat dat betreft van wanten, maar ook het Petainregime van Vichy hamerde op de noodzaak van de Franse plattenlandscultuur in ere te herstellen, dat laatste wist ik niet. Ik dacht dat Petain vrij neutraal geweest was, maar hij beheerste beeldtaal van de nazis wel degelijk.

folklore staat echter ook centraal in de vernieuwing in de kunst,  zonder de totems en maskers van oude volken zou de kunst van Picasso en Brancusi nooit zijn ontstaan!


We ontdekken dat Metz een opvallend levendige stad is met talloze oude pleinen met vele terassen, doe op een gewone woensdag in september goed gevuld zijn met louter autochtonen, toeristen lijjken er nauwelijjks meer te zijn. En dan zien we ook nog de uit knalgeeld steen opgetrokken kathedraal, een kantwerk uit de 14e, 15e eeuw die ik prachtig vind, H. vindt die uit Milaan mooier, waarbij ik stel dat dit appels met peren vergelijken is.



Aunvergne, deel 4: Een Maria van kanonnenpulp

 We lopen nog wel wat rond en bekijken de merkwaardige puys die in de stad oprijzen en waarop respectievelijk een kerk en een gigantisch mariabeeld met kindeke gebouwd zijn. Uit een tentoonstellinkje op de muren van een kapel beneden blijkt dat de kerk op de rots al op talloze tekeningen van reizigers in de 18e en 19e eeuw is terug te vinden. Het mariabeeld is in het midden van de 19e eeuw gebouwd uit omgesmolten kanonnen die Napoleon III buit had gemaakt op de Russen bij de Krimoorlog.


zondag 20 september

H. blijft een dagje zitten in ons houten huisje. Dat biedt mij de gelegenheid om op mijn fiets een lange klim de andere kant van het dal uit, nu naar het westen te maken. Ik kom onderweg louter te koop staande huizen uit bijna verlaten dorpjes tegen; het platteland van Frankrijk lijkt echt ten dode opgeschreven, hoe pittoresk het ook oogt. ik rij een uur of anderhalf bergopwaarts, wat me met mijn motortje opvallend gemakkelijk af gaat. Voortdurend hangt een donkere wolk voor me, terwijl de rest van het alsmaar verder wegzakkende dal zonnig blijft ogen. bovenop heb ik een geweldig uitzicht over de bergen in het oosten die grenzen aan het Rhonedal, daarachter begint ergens het Alpenmassief, maar dat is te ver weg, om in het zicht te krijgen. Op de terugweg naar beneden is de zwarte wolk boven me voor me komen te hangen en besluit naar achteren te regenen, in de zonneschijn blijft het op de terugweg alsmaar regenen, levensgevaarlijk met natte bochten waar je zo weg kunt glijden en een bril die voortdurend vol zit met hemeltranen. Geen doen eigenlijk zo te dalen.

Langeac is opvallend snel weer bereikt. Vanaf een uur of drie voeg ik mij H. dit gezellig zit te zonnen. 

's avonds begint het lang en hard te regenen, de hele nacht door. Wat was dat een verstandig besluit , om het wrakke tentje te verruilen voor dit huisje op palen, het is zowaar knus binnen met een fles wijn en onze boeken.


maandag 21 september

We zetten andermaal koers naar Puy en Velay, niet verder daan een uurtje hier vandaan. Het is maandagochtend heel rustig weer, alle tijd om de kolom waarop de kerk gewijd aan de aartsengel Michael, te beklimmen. Men heeft er echt werk van gemaakt met beneden films over de totstandkoming van de kerk ergens in de 14e eeuw, de fresco's op de plafonds en de constructie die nodig was om de kerk bovenop de voormalige kegel van de vulkaan te planten. Ook zien we hoe de vulkaan miljoenen jaren gelden actief was, langzaam uitdoofde, afvlakte en alleen de kegel overeind liet staan. Hoe het dan komt dat er een paar honderd meter nog zo'n kegel staat, waarop in de 19e eeuw een gigantisch mariabeeld werd geplaast, wordt niet uitgelegd, twee vuurmonden in 'e'en krater wellicht?? We zullen het niet te weten komen.

na de verrassend makkelijke klim naar de Michaelkerk doen we een tweede klim naar de kathedraal van Puy, een bouwwerk met een gigantische trap er naar toe, die binnen vrolijk blijft doorlopen, zodat de echte kathedraal min of meer op de zolder is gebouwd. Midden in de kathedraal een enorm gat waaruit de gelovigen via de trap binnen komen, origineel, dan wel. Als we via de achteruitgang het bouwwerk verlaten, blijken we al een stuk te zijn opgeschoten richting het mariabeeld. H. laat die beproeving aan zich voorbij gaan, zodat ik mijn weesgegroetjes op de laatste 250 trappen alleen moet prevelen. Dan sta ik oog in oog met een klein zusje van het vrijheidsstaandbeeld. Tot de verrijzenis van deze gigant in NewYork (90 meter hoog) was dit beeld van20 een van de grootste beelden ter wereld, zegt de gids. Ik geloof er niks van, alleen al in Sri Lanka zag ik enkele buddahbeelden die veel groter waren dan dit ook best grote, knarode mariabeeld met het kindeke jezus van 5 meter op de arm. Ik kan met een trap binnenin het beeld tot in de kop van de heilige maagd komen, alwaar ik met om mij heen de gigantische sterren van de kroon van de maagd kan rondkijken. Omdat er een plastic koepel op het mariabeeld blijkt te zitten is het er snikheet en daal ik weer snel het trapje af. Beneden dineren we zoalls het in Puy betaamt met een hammetje

zaterdag 19 september 2020

deel 3 Auvergne, voer voor vliegen

 gehuchtje Lavadieu (alle plaatsen hebben hier iets met God), alwaar we neervallen op de stoelen van de enige kroeg in het dorp. De talloze vliegen strijken hongerig en dorstig op onze bezwete lijven. Wat is eigenlijk erger, vermoeid wandelen of afgelikt worden door tallloze poepvliegen. Op een listige manier informeert H. bij de bareigenaar of er nog een taxi besteld kan worden.  Hij aanschouwt het zweterige gelaat van haar en doet wat zij in al haar vrouwelijk intuitie al vermoedde, hij biedt aan ons naar Brioude terug te brengen. Wat zijn vrouwen toch geslepen wezens, zelfs als ze bijna doodop ziijn. We beloven wel de volgende dag terug te komen met een fles goede wijn.


Woensdag 16 september

Belofte maakt schuld, vandaag gaan we terug naar Lavadieu, met een fles wijn in onze auto. Maar voordat het zo ver is gaan we eerst opnieuw naar La Chaise Dieu. Ik volg daarbij een reeds vaak beproef concept. Ik rijd dezelfde weg die ik daarvoor heb gefietst een geef aan waar de route zwaar werd etc. Telkes roept H. dan uit: dat jij dat toch allemaal telkens doet. Als een kater zit ik dan achter het stuur te spinnen. Ach, tevredenheid is soms zo'n peuleschilletje! De Zetel Gods blijkt een enorme basiliek die boven het kleine stadje al vanaf een kilometer afstand zichtbaar uittorent. Het massieve bouwwerk uit oorspronkelijk de tiende eeuw hoort bij een klooster waar ooit Paus Clemens VI heeft gezeten; zijn in steen gehouwen lichaam ligt pontificaal midden in de kerk. Het klooster blijft voor ons gesloten, omdat we de fles wijn nog naar Lavadieu moeten brengen. Daar springen de vliegen weer even enthousiast op ons af, ook nu we niet bezweet zijn. We drinken snel onze consumpties op waarvoor we deze keer beslist niet mogen betalen en gaan terug naar de camping, alwaar we met een fles wijn in de aangename avond nog een hoop onzin weg zitten te kletsen, al Franse kazen smikkelen. Snachs zal mijn maag moeite hebben het zuur van al dat vette eten binnen te houden. Had ik maar rennies meegenomen.


donderdag 17 september

We fietsen samen door een prachtig landschap, rondom oprijzende met verspreidde loofbomen begroeide wanden van de Allier. Als we in de verte boven op een puy een prachtige kerk zien opdoemen wanen we ons terug in de Middeleeuwen. Ondertussen blijft de temperatuur aangenaam en de lucht staalblauw, voor de zoveelste dag tijdens deze ons in de schoot geworpen nazomer. Smiddags luieren we wat in de lome middagzon en zwemmen wat in zowel het zwembad (H.) als in de rivier (ik),  We werken op het verlate grasveld langs de rivier andermaal een fles rode wijn weg met andermaal een keur aan kazen, ik let deze keer iets beter op de hoeveelheden.


vrijdag 18 september


De weersberichen voorspellen een omslag, vanavond zal het voor het eerst bewolkt zijn en morgen begint het regenen. We besluiten de tent, die wat ons betreft niet meer te vertrouwen is als het eenmaal goed gaat regenen, om te ruilen voor een mobielhome. Die blijken dit seizoen in ruime mate beschikbaar, dus tegen de middag zitten we riant in een houten chaletje.  Ik besluit een flinke fietstocht te gaan maken nu het weer nog goed is. Het wordt een prachtige tocht door de Gorges van de Allier, met als toetje een klim naar de hoogvlakte boven de Gorges, waar de opgestoken wind inmiddels voor flink wat extra trapwerk zorgt. Maar ja, met mijn elektrieke vriend, is dat alles goed aan te pakken. Ik ervaar fietsen nu steeds meer als genieten van de omgeving in plaats van eindeloos stoempen. Het was een juiste ingeving op mijn zeventigste de louter door lichamelijke inspanning voort te bewegen sportfiets te vervangen door een op de bejaarde babyboomer ingestelde accumatig aangedreven tweewielig voertuig, ebike genaamd.


zaterdag 19 september

De weersvoorspellers hebben het helemaal bij het rechte eind gehad. Vanaf vanmorgen is het zwaar bewolkt en later op de dag begint het te piemelen. We besluiten wel naar Puy en Velay te gaan maar  blijken aldaar volkomen onvoorbereid op de inmiddels gestaag vallende regen. De paraplu en onze regenjassen liggen in het mobile home. 

Deel 2 reis Auvergne, de Puy Mary voor Marie te hoog

 de in hun witte pakjes gestoken verpleegsters rapen razensnel de sleutelhangers, zakjes snoep en flesjes bronwater bij elkaar. Dat wordt uitdelen later vandaag in het statige verzorgingstehuis achter ons. Na het aanblikken van het voortsnellende peleton ga ik weer in mijn eentje de berg over. Als ik een ploeterende racefietser passeer kan ik niet nalaten te roepen: je m' excuse, j'ai un moteur sur mon byciclette! Ik krijg slechts een vermoeide knikje terug.


zaterdag 12 september


We rijden naar de Puy Mary. Van de Tour die er de dag daarvoor eindigde is behalve, een enkel langs de weg nog terug te vinden hekje niets meer te merken. Alle rotzooi is weer opgeruimd, de supporters laten blijkbaar niets achter. Op de pas Peyrol, vlak onder de Puy Mary, is het nu motordag blijkbaar. Tientallen motoren blokkeren de pas. De terrasjes zit mudvol motorpakken, niemand draagt een mondkapje. Merkwaardig, terwijl in de winkels zoals we eerder opmerkten, de  ' masques' bij iedereen op moeten. Dat ook dit gebied inmiddels oranje kleurt vernemen we op de site van buitenlandse zaken pas de volgende dag. De klim naar de top bestaat uit een loodrecht oprijzende trap van een paar honderd meter. H. houdt het na enkele tientallen meters voor gezien. Ik stijg verder alleen tot grote hoogte. Op de top is het vergeven van de rondvliegende insecten, zodat ik van het beloofde magistrale uitzicht weinig meekrijg. Ik vervolg de tocht naar beneden langs de andere kant, die met handen en voeten gedaan moet worden, voor mij, uitgerust met de soepelheid van een bushalte, een zware klus. Via een gemakkelijk langszaam dalend voetpad kom ik via de andere kant weer terug bij H. die inmiddels tientallen scenario's heeft uitgedacht over wat te doen als ik, uitgegleden over een scherpe rots, zonder telefoon, ergens in een ravijn lig dood te gaan.


zondag 13 september


Omdat we vanwege de sluiting weg moeten koersen we aan op een camping die enkele tientallen kilometers verder ligt. Een goed besluit want hij ligt prachtig aan de Allier, de rivier die we ook al onder het waterkanaal bij Digoin waren tegen gekomen. Langs de Allier, waar we heerlijk kunnen zwemmen, ligt een riant grasveld waar op zondagmiddag enkele families uit Brioude huizen, maar de rest van de komende week ligt het er vrijwel alleen voor ons. 's Avonds eten we bij een restaurantje aan de rand van het grasveld. Wat me opvalt is dat de muziek onder de bomen dezelfde is als die in Sri Lanka, of waar ook ter wereld; reggae, Waar blijft eigenlijk de muziek van Jack Brel, George Brassnes en Gilbert Becaud. Die hoor je waarschijnlijk alleen nog maar bij De Wereld Draait Door, niet meer in Frankrijk. Ook is de muziek voor jongeren in uitgaansgelegenheden mondiaal, geworden, dus overal dezelfde. Jammer, zei de grijsaard.


maandag 14 september

Ik fiets over een tamelijk lange klim naar het plaatsje met de intrigerende naam: La Chaise Dieu, de Zetel Gods. Helaas kom ik er niet omdat de klim over meer dan 20 kilometer, zelfs op een elektrieke fiets, veel meer tijd in beslag neemt dan ik had gedacht. Omdat mijn telefoon op is door het de avond daarvoor urenlange gekijk naar de Avondetappe op NPO 1, kan ik niet meer bellen kom ik tot de ontdekking. Omdat ik H. niet weer opnieuw wil opzadelen met angswekkende scenarios/s keer ik na 3 kwart van de toch terug naar het dal. La Chaise komt nog wel.


dinsdag 15 september

Het moet er maar eens van komen. Voorafgaande aan deze vakantie heb ik uit een Duits reisgidsje, het enige document dat de bibliotheek in Middelburg nog had over de Auvergne, de rest was door zuinige Zeeuwen mee op vakantie genomen, een 50 tal wandeltochten gevonden. die heb ik op een lange avond allemaal op mijn gps apparaatje gedownload. Dat heb ik niet voor de kat zijn kut gedaan, dus we gaan lopen. Het gaat al meteen bergop. H. krijgt weer visioenen van de Puy Mary en protesteert hevig. Ik weet als geen ander hoe ik iemand over een dood punt heen moet lullen, dus telkens krijg ik H.'s benenwagen toch telkens weer aan de praat. Uiteindelijk bereikt ze meer dood dan levend het middeleeuwse 

deel 1 reis Auvergne: Hoe een verkeersinfarct alles veranderde

 Maandag/dinsdag 7 en 8 september


We besluiten, omdat Luxemburg volgen onze eerdere ervaringen zo'n leuk autoland is met mooie, lege wegen, om de enige doorgaande route van noord naar zuid, dus tot de stad Luxembourg, te rijden. We draaien van de hoofdweg af, het landelijke Luxemburg in. Fout, fout, fout. De enige route door het pokkenlandje blijkt na een uur rijden in een verkeersinfarct te verkeren. In 2 uur tijd schieten we 500 meter op, een schildpad doet het sneller. We besluiten op de zich aandienende rotonde af te slaan naar, ja, waar naar toe eigenlijk. Een blik op de kaart leert dat Esch sur Sure een 10 kilometer verder ligt, daar zijn we ooit eerder geweest en daar vonden we het leuk. Op naar Esch dus. WE vinden een mooi camping, pal langs de Sur alwaar ik de volgende dag mijn eerste tochtje rondom het grillige stuwmeer maak, een kleine 50 km. Ik ben maar wat blij dat ik naast het knop ECO nog enkele knopjes op mijn display heb staan, het knopje BASIC wordt regelmatig beroerd. De omgeving is prachtig. De eerste nacht is het bitter koud, maar met dikke slaapzakken en onze kleren aan  is het best knus. De volgende nacht is het al iets minder koud, een voorbode van de temperatuurstijging die ons te wachten staat. 


Woensdag 9 september.


We rijden we dan eindelijk Frankrijk in en prompt rij ik na Nancy niets vermoedened in plaats van richting Dijon richting Strassbourg. Het ergste is, dat H. het als eerste na 50 km in de gaten heeft. Ik hou mijn blik strak op de weg gericht en lees geen enkele bord, overtuigd als ik ben van de juiste richting. Zelfs dat de stand van de zon niet klopt met een rit naar het zuiden brengt me niet op idee"en. Nee, de oude indiaan in me is overleden, lijkt het wel. H. zoekt ondertussen op de kaart naar een alternatieve route en even later hebben we ons voertuig gekeerd en toeren we weer de andere kant uit, nu de goede richting. Tegen het vallen van de avond zoeken een hotelletje op in Digoin, een merkwaardig stadje aan de Loire alwaar we tot onze verbazing op een brug een kanaal over de Loire zien lopen, een heus kanaal, waarin schepen met een niet al te grote diepgang passen. Het kanaal, aangelegd in 1838 is een manier geweest om een deel van de onbevaarbare Loire te overbruggen over een lengte van 196 kilometer! Digoin blijkt het eindpunt van dit kanaal en gaat over in een ander kanaal. De loire, die kabbelend over een watervalletje onder de kanaalbrug doorspoelt, is ook hier nog lang niet bevaarbaar.


Donderdag 10 en vrijdag 11 september


We rijden naar de Auvergne, ten eerste omdat ik daar ooit op de Puy Mary gestaan heb, waarvan ik me het uirzicht herinner als die op de rug van een enorme dinosaurus, met achter elkaar een reeks van puy's, uitgedoofde vulkanen van miljoenen jaren her. Ten tweede weet ik dat op vrijdag de Tour voor het eerst in haar bestaan juist die Puy Mary zal aandoen. Wat is een vakantie in Frankrijk zonder langs de weg naar de voorbijrazende Tour te hebben gekeken. Op zich een zinloos tijdverdrijf, het peleton raast in enkele seconden langs de rijen toeschouwers, maar toch, da magie van de karavaan is voor vele duizenden, net zoals voor mij, niet te versmaden. H. moet zich maar in dit geval maar naar mijn nukken richten. Murol is de op zich best leuke plaats waar wij een bijna uitgestorven camping vinden, niet raar, want na dit weekend sluit de eigenaar het seizoen af. Hoewel landelijk gelegen horen we tot diep in nacht om ons heen het geronk van vele motoren, heel motorrijdende Frankrijk lijkt zich op deze streek te hebben gestort. Op mijn eigenste motorfiets rijd ik op vrijdag over een bergje heen naar het in een ander dal gelegen Mont Dore, hoewel de naam anders doet vermoeden. Aldaar schaar ik mij met vele anderen langs de route die de Tour door het plaatsje zal volgen. Ik nestel me pal naast de naar buiten gedragen en schuifelende oudjes van een verzorgingstehuis. Als de reclamekaravaan voorbij komt wordt deze hoek rijkelijjk voorzien van de prullaria die vanuit de rijdende reclamezuilen wordt uitgestrooid. De bejaarden kunnen hun stoelen niet uit maar de