Totaal aantal pageviews

zondag 25 september 2022

Een bizar einde van de vakantie

 Ik was niet van plan nog een bijdrage te plaatsen omdat, nu we in Longwy, pal op de grens van Frankrijk en België, zijn aanbeland. Longwy is een vergeten plaatsje waar ooit steenkolen en ijzererts het leven bepaalde. Nu is er niets meer. De.jeugd trekt weg en over blijven de kinderen van de Turkse en Algerijnse werknemers van toen, waarvan de.Turkse.vanavond luidruchtig een huwelijksfeest vieren. Dat.gaat niet alleen gepaard met.luid getoeter en gezwaai met.Turkse vlaggen maar.ook met.wagens die met.rokende banden pirouettes draaien op her erg.ruim uitgevallen stadsplein.

S ochtends zitten we.met.enkele gasten rustig aan het ontbijt als een oudere man plotsing van zijn stoel valt en op.de.grond ligt te.rollen. Een van de.gasten, een zonderling gekleed personage met.rode.pruik en gigantische.poppenstrik die ons sterk aan Nina Hagen doet denken houdt het hoofd koel en legt.de.man in de stabiele lighouding. Ik herinner me dat nog van de ehbo-lessen in Popkensburg en help mee. H. belt 112 wat in het Frans voorwaar geen kattenpis is. Spoedig arriveren enkele.pompiers waarvan de.aanvoerder een zeer.zenuwachtige en gestreste indruk maakt. Volkomen onnodig begint hij de echtgenoot van de man in kwestie uit te kafferen omdat zij te dicht in de buurt staat en zich naar zijn mening te veel met de inmiddels gestarte reddingsactie bemoeit.  Dan arriveert ook nog een ambulanceteam en loopt.iedereen elkaar.in de weg. De uitgang is door al dit gedoe gebarricadeerd waardoor wij ongewilde getuige zijn van een poging tot reanimeren die zeker een kwartier duurt. Dan kunnen we.eindelijk weg.via een zeer.omslachtige weg die ons uiteindelijk op het marktplein brengt.  Dan kunnen we.via de voordeur naar onze.kamer. als we een u u r later komen afrekenen  is iede ereen weg en blijkt de.man overleden.  We hadden ons een ander einde voorgesteld


vrijdag 23 september 2022

De duurste pruim ooit

 

Op de terugweg doen we om de twee uur een pompstation met bijbehorende snackgelegenheid aan. Die in Zwitserland doen aan als complete warenhuizen met uitgebreide horeca. Honderden mensen worden er tegelijkertijd voorzien van koffie, gebak, of zo men wil een complete maaltijd met keuze uit meerdere gangen. Vanzelfsprekend is er ook de  gang naar de toiletten die hier in Der Schweiz ogen als complete balzalen. Nu is het zo dat men bij elke ‘beurt’na het deponeren van een euro in het toegangspoortje een kaartje uit de automaat ontvangt die bij aankoop van een snack een korting van maar liefst 50 cent geeft. H legt in de loop van de reis een hele collectie van deze kaartjes aan. Alleen, ze zijn slechts geldig in het land van herkomst. Dus geen goedkope bal gehakt in Zwitserland met een Italiaans kaartje of andersom .  Met genoegen toont H. bij de aanschaf van 2 ( je leest het goed TWEEz] pruimen haar 100 km terug verworven piskaartje. Bars zegt de juf aan de toonbank dat dit kaartje alleen geldig is in het kanton Luzern, dus niet in het kanton Basel. En zo eten wij getweeën elk een van de duurste pruimen ooit, 1,50 euro voor twee stuks.

Ondertussen probeert H. onderweg nog wat met poedersneeuw bedekte sneeuwtoppen te vangen. Met heel veel moeite lukt dat, want sneeuw ligt er nauwelijks, aan de zuidkant helemaal niet en aan de noordkant af en toe een beetje. Met als gevolg dat H. voortdurend omgedraaid op haar stoel zit. In de shops onderweg zijn al kerstkousen te koop, dus laten wij met deze kiekjes van H. ook een sfeerbijdrage leveren.




Van het Valkenburg van Duitsland naar het Valkenburg van noord Italië

 

Het Italiaanse merenlandschap heeft ons weer helemaal in de greep. Is er een mooier land in Europa dan dit door Alpen en Dolomieten  omzoomde merenlandschap? Wij denken van niet. En dan de architectuur. De villa’s die rijke Italianen, Duitsers en Oostenrijkers hier lieten bouwen, zijn allemaal wonderschoon. Wat vormgeving  betreft staan Italianen eenzaam aan de top, dat zie je aan de vrouwen, aan de herenkostuums in de etalages, aan de auto’s en dus aan de villa’s. Dit is er zo maar eentje die ons opviel door zijn afwijkende kleur.


We bezoeken het plaatsje dat ligt pal op de plek waar Como haar benen spreidt, Bellagio. We zijn bepaald niet de enigen. Als Neuschwanstein het Valkenburg van Duitsland is, dan is Bellagio het Valkenburg van het Italiaanse merengebied. We nemen op een sjiek terras de slechtste lunch van deze reis voor de hoogste prijs tot ons, zo gaat dat in zulke toeristenoorden. Maar d e plaatjes die H. hier aan de lopende band schiet zijn allemaal raak. Ik toon er hier slechts een paar.




De heen en terugweg gaat door kilometerslange tunnels. In een daarvan, waar de voorgeschreven snelheid 70 km per uur is, passeert ons, ondanks de dubbele ononderbroken streep, met gillende motor een motorrijder met een vaart van zeker 120 km per uur. Een kwartier later passeren we een half op de weg geparkeerde ambulance met zeker 5 helrood geklede ziekenbroeders die een persoon trachten te reanimeren. Een motor staat enkele meters verder tegen en en muur geparkeerd, tsja, zo loopt dat dus af.

Met een rustig vaartje tuffen we naar de camping waar we de wegwerp barbecue die we nu al de hele vakantie meeslepen eindelijk in de fik zetten. In strijd met alle vormen van hedendaags dierenbewustzijn werken we lap enen worsten naar binnen, begeleid door een donkerrode saus waar Trump zijn vingers bij zou aflikken.

woensdag 21 september 2022

En we gaan nog niet naar huis

 

We sukkelen naar de laatste dagen van deze 6 weken toe. We hebben helemaal geen behoefte om naar huis te gaan, maar ja, verplichtingen links en rechts nopen ons. Ook andere vakantieganger denken niet aan naar huis gaan. Dit is het beeld van hedenochtend van een stukje van de camping vanuit onze tent.


Helemaal vol. De campingbaas op de vorige camping in Caldonazzo sprak ook zijn verbazing uit over de alsmaar doorgaande stroom kampeerders. We denken dat het toch alles te maken heeft met de Covid-tijd. Vorig jaar rond deze tijd stak het virus de kop alweer op en verschenen de mondkapjes weer. Nu zijn we daar van verlost en nemen we het er van; zoiets.

We zijn in Domaso aangekomen, in de noordelijke punt van het grillige Comomeer. Het meer dat de vorm van een omgekeerde Y heeft, en hier in het noordelijke deel op zijn breedst is.  Ik verken de omgeving op mijn ros en beklim vanuit het dal een dorp hoog op de helling. Van daaruit zie je in de verte een blauwe streep, het Como meer. Het grappige is dat je vanaf het strand in Domaso heel inde verte het dorp ook op de bergflank ziet liggen. Zo overzie je 60 km fietsen in één oogopslag, ik je oo kan me niet herinneren dat ooit eerder te hebben meegemaakt of het moet bij de Plompe Toren in Serooskerke op Schouwen Duiveland zijn, waar je in één blik rondom de hele Oosterschelde van pijlerdam tot Zeelandbrug kunt zien. Dat is ook 60 km.

H. leest haar dikke pil, “Een Klein Leven” van Hanya Yanagihara uit, waarmee haar wens om nou eens helemaal meegesleept te worden in een heel dik boek eindelijk uit is gekomen. Ze lees er elke vakantie wel een, maar tot nu toe toe nooit met een aan verslaving grenzende gretigheid. Nu ze uit heeft begin ik er onmiddellijk aan. Ik was tot nu toe bezig met “ De Nederlandse Burgeroorlog” van Olaf van Nimwegen, een warrig, slecht geschreven, stiervervelend boek waarin alles over het leger en niets over de beweegredenen tot de enige burgeroorlog in de Nederlandse geschiedenis. Leidend tot de Bataafse Republiek, wordt beschreven.

zondag 18 september 2022

H. is een dief en ik schud de hand van de wereldkampioen wielrennen

 

H. heeft in een van mijn vorige bijdragen gelezen dat ik altijd alleen op de fiets zit en meent dat zij zich daarom moet rehabiliteren. Dat komt goed uit want op een van mijn tochtjes rond het meer van Caldonazzo heb ik een werkelijk prachtig fietspad ontdekt dat tussen de boomgaarden door langs de bergketens slingert. Ik heb vaag het gevoel dat ik deze weg ken. En, het kan niet missen, dit is een deel van het pad dat ik samen met Rob Kraan vele, vele jaren geleden ook reed op weg naar Rome. Ik weet het bijna zeker, want ook toen kwamen we langs Trente en zoveel fietswegen uit de Alpen zullen er nu ook weer niet zijn, zeker nu uit een gidsje blijkt dat deze fietsweg 80 kilometer lang is. Enfin. H. wil met mij graag deze weg op en zo slingeren we langs de boomgaarden boordevol met appels. Het is oogst ,zien we om ons heen, dus H. kiepert mijn fietstas vol met de meest heerlijke groene en knalrode appels. Keihard, boordevol sap en honingzoet. Ik protesteer een beetje vanuit mijn katholieke inborst maar moet toegeven dat ik de eerste 4 appels heb gestolen. Maar daarna moet je ophouden vind ik. Maar H. is nog katholieker dan ik en maalt niet om een paar dagelijkse zonden. Ondertussen fotografeert ze zich ook nog kwijt aan de bergtoppen die sinds vannacht getooid zijn met een laag suikerpoeder dat voor onze ogen in de loop van de dag weer wegsmelt.


De dagen ervoor hebben we niets anders dan ledigheid bedreven op de punt van het penisola in de vollezon. Af en toe een duik tussendoor, de hemel is niet ver weg, die is hier aan de oevers van Caldonazzo. H. houdt er wel een vuurrood aangebrand hoofd aan over, dat fraai afsteekt tegen de witte servetten van het pizza restaurant aan het water.


Op zondag gaan we naar Trento, een stad die er uitziet zoals een Italiaanse stad hoort te zijn; een prachtig plein met een exuberante fontein, de Duomo fraai gesitueerd aan de rand, aan de overkant felrose en okeren puien met de tatoeages van de vorige eeuwen, fresco’s daarop.


Daarna naar het kasteel van de prins-bisschoppen, Buonconsiglio.

Daar krijgen naast degeschiedenis van noord Italië ook een prachtg collectie schilderijen van Venetiaanse schilders te zien, neergezet in zalen waarboven prachtige cassettenplafonds en met fresco’s gestileerde zolders. Tussen de marmeren pilaren van de bisschoppelijke galerij door hebben we een prachtig uitzicht over de stad met pal daarachter de groen oprijzende wanden van de Dolomieten.

We slenteren door de stad en komen terecht in een ultramoderne wijk, ontworpen door de beroemde architect Renzo Piano. Ineens horen we achterin de wijk het Wilhelmus opklinken. Nu begrijp ik ineens die grote hoeveelheid getraind uitziende wielrenners die ons pad kruisten. We zijn op een kampioenschap aangekomen. Op een open veld zien we dat het gaat om het wereldkampioenschap wielrennen voor amateurs. Bij een aantal renners in oranje shirts spreek ik een vrouw aan in een regenboogtrui. De Nederlandse coureur blijkt netwereldkampioen bij vrouwen tussen de 40 en 45 jaar te zijn geworden. Ik feliciteer haar waarop ik zeg het een eer te vinden te staan naast de snelste vrouw ter wereld boven de 40. Ze heeft dan wel niet de om de hoek liggende Stelvio hoeven te beklimmen waarop de profs zich elke Giro stuk rijden maar wel een vergelijkbare puist van 12 procent gemiddeld. Tsja,   een 72 jarige elektrieker wast zijn rechterhand de komende dagen niet meer.


 

vrijdag 16 september 2022

De chagrijnigste man van Oostenrijk op ons pad

 

Kleur, kleuren. De dominante kleur in noord Europa is vaak: groen. Niet deze zomer. De bomen tijdens onze vakantie ogen vermoeidonkergroen en links en rechs zijn de herfstkleuren rood en bruin al duidelijk zichbaar. Het gras is overal geel geworden. Dit ging op voor Nederland, maar ook voor Denemarken en bijna heel Duitsland. De klimaatverandering wordt tijdens zo’n vakantie door veel streken pijnlijk zichtbaar. Maar heel anders oogt het in zuid Beieren tegen de Alpen aan. Het groen daar is fris en fruitig, nergens een verdord plekje zichtbaar. Met de zon er op is het biljartlakengroen, overal. Dat geeft dit jaar aan de Allgau waarover ik het heb een speciale sfeer. Overal in dat groen fietsende pensionado’s. De elektrische fiets heeft een voorheen weinig bewegende generatie aan het sporten gezet. En ik ben er op mijn e -ros  een van. Ik moet me wat dat betreft niks meer verbeelden. Ik rij tijdens een van mijn ritten een eindje op met een echtpaar dat precies dezelfde route rijdt als ik. Een helling probeer ik altijd in de ecostand te rijden. Die scrupules hebben anderen niet. Met als gevolg dat de oudere dame mij er op enkele hellingen vrolijk uit fietst. Nee, met zo’n e bike is de deconfiture van deze voormalige lange afstandsfietser compleet. Ach, het zou wat, het landschap met op de achtergrond steeds de voor Alpen is prachtig en de fietservaring is er niet minder om.


Waar is H. in dit verhaal ? Die is er niet. Die vindt nog steeds dat ik te hard rij, ondanks dit voorafgaande betoog.  Dus rij ik voortdurend tussen al die andere echtparen of stellen alleen.

We rijden met de klapkar door Oostenrijk en komen terecht in een gigantische file op de smalle weg naar Innsbruck. Het geeft mooi de gelegenheid om het imposante landschap rondom, met de Zugspitze in een hoofdrol, goed op te nemen, ook als chauffeur. We ontmoeten de chagrijnigste bediende van Oostenrijk die me een bril voor houdt als ik het bordje ‘toiletten 50 cent’ niet zie en zo maar gratis wil gaan pissen. Als later H. naar het toilet wil hoeft zij niks te betalen want zij is klant vanwege de koffie. Als ik twee snickers wil afrekenen maak hij een wegwerpgebaar. Als ik denk dat hij het met mij alsnog wil goedmaken mompelt hij: 5 euro. Ik ga maar niet met hem in discussie.

De camping aan het meer van Caldonazzo, ooit door H. aangetroffen in een artikel in de Volkskrant dat zij 2 jaar heeft bewaard, is overvol. Er is nog een plekje helemaal achter in een donkere hoek. Onze licht teleurstelling over die plek slaat de volgende dag helemaal om als we op de punt van het penisola (niet verkeerd uitspreken!) een prachtig uitzicht over het meer hebben, waarbij het lijkt of we op een eiland in het midden zitten. Het water op het rimpelloze meer voelt zacht aan. De avonden zijn hier heerlijk, in tegenstelling tot de steeds killere in Duitsland. We zijn echt in Italie beland en eten ’s avonds in de zwoele lucht met een stevige Grappa toe (althans ik dan).


maandag 12 september 2022

A Bratwurst a day keeps the doctor away

 

 Gisteren naar het kasteel geweest dat pal tegenover Neuschwanstein ligt, Hohen Schwangau. Dat kasteel is de plek waar Ludwig II is geboren. Ook dit gebouw doet een stap terug in het verleden, nu heet het in neo gotische stijl gebouwd te zijn, aan het begin van de 19e eeuw.



H. is nu mee, zij denkt dat dit kasteel wat minder kitscherig is, nou, ik dacht het niet. Alle wanden van de toegankelijke vertrekken van de koning en koningin van Beieren zijn behangen met schilderijen, die vanwege hun identieke grootte en smalle omlijsting wel lijken op de bekende schoolplaten. Werkelijk in alle vertrekken kom je ze tegen. Tot mijn stomme verbazing zijn het ook hier taferelen uit de opera’s van Wagner. Ook hier komt de zwaan telkens weer terug. We kunnen dus niet anders concluderen dat Ludwig in zijn kasteel een eindje verderop bezig is geweest dat van zijn ouders te imiteren. Miljoenen uitgegeven en alleen maar na geaapt. Qua bezoekersaantallen houden ze elkaar in evenwicht, het is er even druk.

Daarna gaan we wat winkels af, op zoek naar wat aanvullende kampeerspullen. Die blijken hier in Duitsland niet bij sportzaken maar bij bouwmarkten te worden verkocht. Het heeft ons toch 4 of 5 winkelbezoeken gekost voordat we daar achter waren.

Thuis jas ik met het grootste gemak met mijn nieuwe vuisthamer de zware haringen als boter in de kiezelvloer. Ook de helgele scheerlijnen maken onze klapkaar ineens een stuk professioneler.

Vandaag regen, pas tegen de late middag klaart het op, tijd om de dagelijks duik in het meer te maken. Verbaasd aangestaard door enkele lieden op de pier die allemaal dik in hun jassen zitten, het is immers niet meer dan 15 graden.

In de Biergarten werk ik alweer mijn derde bratwurst in drie dagen naar binnen. Onovertroffen!

 

vrijdag 9 september 2022

Kunstminnend, megalomaan of kierewiet?

 

Ik bezoek vandaag het ‘kasteel der kastelen’, althans, zo  wordt Neuschwanstein vaak genoemd. Ik schrijf hier met nadruk: ‘ik’, want H. vindt een gang naar dit in haar ogen ‘toppunt van kitsch’ niet de moeite waard. Nou ik wel, ik lust wel pap van overdaad en opsmuk, en nu ik het volledige verhaal achter dit bouwwerk tot me genomen heb, ben ik er helemaal van overtuigd dat een bezoek het dubbel en dwars waard was. Ik ben niet de enige idioot die de steile weg moet beklimmen, jaarlijks zijn dat er 1,3 miljoen . Het kasteel had ook bijna tot de 7 wereldwonderen gehoord, maar bij een stemming kwam het net op de achtste plaats terecht.


Gisteren noemde ik het paleis de creatie van een ‘maffe Beierse koning’ zonder de geschiedenis te kennen. Met een hoop gegoogle en een zeer uitgebreid lemma over het kasteel op Wikipedia ben ik veel te weten gekomen van wat aan de toeristen tijdens de 3 kwartier rondleiding helemaal niet wordt verteld. De prins die later koning Ludwig II van Beieren zou worden, groeide op in een paleis dat op een steenworp van Ludwig’s schepping staat. Hij kreeg een strenge opvoeding, zag zijn ouders weinig en leefde in een eigen sprookjeswereld  Daar zou hij nooit uitkomen. Hij was even verloofd met de zus van degene die later keizerin Sisi van Oostenrijk en Hongrije zou worden, maar dat was van korte duur. Ludwig, een van de mooiste mannen van zijn tijd genoemd, bleek homo en had een relatie met een lakei naast enkele andere affaires.Hij hield van schrijven, poezie en opera. Hij wilde een slot zoals hij dat in Frankrijk en Italie had gezien en dat hem zou terugvoeren naar de romantiek van de middeleeuwen. Aan de bouw werd begonnen rond 1870 maar het gebouw zou pas af komen na zijn dood tegen het eind van de 19e eeuw. Toen was de bouwsom al verdubbeld. Hoe kon de koning dit allemaal betalen? Door grote kredieten aan te vragen en te ontvangen van de banken, die hem klaarblijkelijk voldoende in staat achtten dit ooit af te lossen. Toen hij plots kwam te overlijden onder verdachte omstandigheden ( bij een wandeling met zijn psychiater verdronken beiden in een nabij gelegen meer) bleek de regering van Beieren niet van plan om al die schulden voor haar rekening te nemen en gooide, met een ongelooflijk vooruitziende blik, het slot onmiddellijk open voor het grote publiek. Als regeringsgebouw was het perifeer gelegen slot op een hoge rots een onmogelijke opgaaf. Het toerisme kwam rond de eeuwwisseling net goed op gang. Na 10 jaar bleek de schuld vande Koning al te zijn ingelost. Al eerder was een poging van de regering om de de mensenschuwe koning krankzinnig te verklaren mislukt. De delegatie die hem dat kwam vertellen werd door Ludwig opgesloten in een van de torens van het kasteel. Het levensverhaal van Ludwig II spreekt zo tot de verbeelding dat er 2 films over gemaakt zijn, waarvan een door Visconti.

Het kasteel zelf is een en al pracht en praal. Volgens de gids bouwde de koning en slot niet als eerbetoon aan hemzelf maar als een hommage aan de cultuur van de middeleeuwen. Maar wie het  praalbed van Ludwig aanschouwt waaraan meerder schrijnwerkers 12 jaar hebben gebeiteld weet wel beter. Ludwig was misschien niet kierewiet maar wel megalomaan. Overal in het paleis tref je zwanen aan, het favoriete beest van onze Ludwig. Als afbeelding op schilderijen, tapijten, in houtsnijwerk en levensecht als enorm stuk aardewerk op zijn werkkamer. De talloze afbeeldingen op de wanden van de vele vertrekken vertellen de verhalen uit de opera’s van Wagner, Tristan und Isolde, Tannhäuser en Logengrin. Hoewel hij Wagner adoreerde en onder meer en Wagner Festspiele in Bayreuth financierde heeft Wagner nooit de moeite genomen om eens bij hem bezoek te komen. Waarschijnlijk kende Wagner de reputatie van zijn bewonderaar en bleef liever een eindje uit de buurt. Ludwig woonde overigens maar 168 dagen in het kasteel voordat hij verdronk.





In de tweede wereldoorlog diende het kasteel als opslagpaats voor de 21.000 door de nazi’s gestolen kunstwerken uit alle delen van Europa, waaronder het fameuze Lam Gods van de gebroeders van Eyck uit Gent. Toen Hitler begin 1945, met de geallieerden voor de grenzn van het Derde Rijk opdracht gaf het hele paleis met kunstschatten op te blazen, kon de dienstdoende SS officier dat niet over zijn hart verkrijgen en viel het slot ongeschonden in de handen van de geallieerden. George Clooney maakte er de bekende film ‘Monument Men’ over.

De dag ervoor bezochten we gezamenlijk het boven Füssen uittorende kasteel Hohes Schloss


dat natuurlijk veel minder beroemd is en nauwelijks bezoekers had. Maar in onze ogen was het eigenlijk heel mooi, sober en van buiten geschilderd als een toonvoorbeeld van trompe l’oeil kunst;

de vele uitkragende bordessen en raampartijen blijken allemaal in het platte vlak geschilderd. Binnen prachtige schilderijen van een Russisch/Duitse schilder van rond 1900 waarvan ik de naam alweer vergeten ben.

                                                                                                                      l

donderdag 8 september 2022

Van grondzeil tot badkuip

 

We steken nu in één keer door naar zuid Duitsland, we willen nu wel eens echte bergen zien. Vlak na Ulm zien we de vage contouren al opduiken, wat ons terugvoert naar het jaar waarin we vanuit Calgary de Rocky Mountains zagen opdoemen. We hebben veel muziek van Mark Knopfler en Gerry Rafferty op staan endat past naar onze smaak uitstekend bij elkaar.

In Füssen, helemaal tegen de Beierse Alpen aan, blijkt dat het Duitse toeristenseizoen nog volop aan de gang is.  Je kunt hier over de hoofden van de bejaarden op e-bikes lopen, nou ja, fietsen. Even later zien we de toeristische trekpleister van Duitsland nummer één opdoemen, het sprookjesslot Neuschwanstein, door een of andere maffe Beierse koning, die geen raad wist met zijn geld, gebouwd in de 19e eeuw. Een voorbeeld van ‘historiserend bouwen’, zo dacht de koning dat een ridderslot in de middeleeuwen er uitgezien moest hebben. We zullen ons later bij de rijen bezoekers voegen. Na dit weekend zit de vakantie in Beieren er op en kunnen we misschien makkelijker binnen komen.

Gisteren dook ik ’s ochtends in het spiegelende, volmaakt stille meer, waaraan de camping gelegen is. Slechts twee eenden kwamen me vlakbij tegemoet, verder was het meer helemaal voor mezelf.


Een heerlijk moment. H. legde de zeehond, waarop ik met mijn baard steeds meer lijk, vast.



Overdag nam H. ook een duik en verkende ik de omgeving op de fiets. Nabij het sprookjesslot werd de weg, bedekt met groffe steenslag, steiler en steiler, Uiteindelijk werd het lopend, zwetend omhoog duwen. Helemaal bovenaan leken alle wegen dood te lopen, een effectieve manier om ongewenst grensverkeer tegen te gaan, ik bevond me immers op steenworp afstand van de Oostenrijkse grens. Zeer voorzichtig afdalend over hetzelfde grindpad, ik ben echt helemaal geen mountain biker bleek weer eens, kwm  ik weer aan een meertje dicht bij Neuschwanstein. Langs de andere kant van dat meertje, de Alpsee , bleek ik heel gemakkelijk met een bescheiden klim ook in Oostenrijk te kunnen komen. Die gedachte aan het verhinderen van illegaal wegverkeer was dus onzin.

Door een prachtig landschap, waar het felle biljartlakengroen geheel verschilt van de verdorde vlakten in noord en midden Duitsland (én Denemarken én Drente!), omzoomd door stevige voorAlpen, bereik ik Duitsland weer zonder dat ik hoef te klimmen, de Alpenmuur tussen Duitsland en Oostenrijk is dus niet overal hermetisch.


Hoog in het dal waarin de camping ligt daal ik door het groene landschap terug naar de voet van de hoge Tegelberg die het hele Füssendal domineert. In één woord prachtig!

’s Nachts krijgen we de eerste serieuze regenbui van deze vakantie, die nu al 3,5 week duurt en prompt loopt ons grondzeil vol; een onderaan openstaande rits van de voordeur blijkt daarvoor voldoend. Zo’n grondzeil met opstaande randen lijkt veilig, maar kan bij noodweer bij een enkel lekje ook fungeren als enorme badkuip. Gelukkig staan de meeste spullen hoog in de vouwwagen en blijft de schade beperkt tot een doos koffielfilters en wat natte kleren die toch al in de was moesten.

dinsdag 6 september 2022

Bij de bisschop op bezoek

 

De karavaan trekt voort. We zijn inmiddels aangekomen aan de voet van de majestueuze Alpen in Füssen in zuid Beieren. De afgelopen dagen zaten we aan de noodpunt van de Romantische Strasse, de autoweg die allerlei schilderachtige plaatsen en plaatsjes aan elkaar reigt. We waren vorig jaar al in wat volgens sommigen het hoogtepunt is, het Anton Pieckplaatsje Rothenburg. Voor een veslag daarvan verwijs ik naar de lijst verhalen hiernaast van september 2021. Dit jaar beperken we ons tot het begin en het eindvan de Strasse, de Residenz van Würzburg en aan het eind slot Neuschwanschstein, het sprookjespaleis dat Walt Disney tot logo van zijn concern verkoos.

De Residenz van Würzburg is, volgens de gidsen, een van de mooiste voorbeelden van barokke gebouw in Duitsland. En het moet gezegd, alhoewel barokke architectuur niet meteen onze harten kan wegdragen, de prins-bisschoppen uit  de 18e eeuw konden er wat van. De combinatie van wereldlijke en religieuze macht stelden ze blijkbaar in staat flink belasting te heffen, zodat de bisschoppen voor zichzelf een buitensporig paleis konden neerzetten dat, het moet gezegd, wat inrichting betreft niet onderdoet voor andere wereldlijke paleizen uit die tijd.


Een deel van het gebouw is aan de bombardementen miraculeus ontsnapt, zodat de plafondschilderingen onder leiding van Tiepolo puntgaaf zijn gebleven (of verbluffend zijn gerestaureerd). Omdat ik de laatste tijd nogal last heb van weke benen als ik omhoog kijk (een vatencirculatieprolbeem waar ik na de vakantie eens naar laat kijken), moet dit oude mannetje telkens gaa n zitten om de plafonds te bekijken. Hier een passage waarin we de behaarde benen van de duivel herkennen en rechts daarvan een aantal opvallend nichterige heren die de bisschoppen wellicht extra behagen.



Te zien is ook een enorm rood bed waarin Napoleon nog met Marie Antoinette een nuimmertje heeft gemaakt, althens met haar de nacht heeft doorgebracht op doorreise. 

Na de tuinen willen we omhoog naar slot Mariënburg dat opvallend boven de stad  uittoornt,


maar het is op deze zondag onmogelijk ergens een parkeerplek te vinden, dus we keren terug naar de camping. Ik maakdaarna nog enkele keren een rondje op mijn E-ros langs de Main en over de hoogvlakte vlak daar achter, terwijl H. serieus werk maakt van het uitlezen van het dikke boek: 'Een Klein Leven', waarbij het mij verbaast dat onder die titel zo’n dik boek geschreven is.

 

 

zaterdag 3 september 2022

Bijna een diploma gehaald

 

We willen nog naar het Unesco werelderfgoed, de Wihelmshöhe, een ‘Wasserspiel’ bij een groot slot,  dat in zijn tijd (eind 18 eeuw) gold als het toppunt van landschaps- en waterstaatkundig vernuft. Daarom  vervoegt  H. zich met een suikerzoete smile zich bij de receptie om nog minimaal één nachtje erbij te krijgen. De campingbaas is echter onverbiddelijk, gedurende de Documenta is de camping elke dag volledig bezet.  Dus ze krijgt een strenge Duitse vinger: ‘Draus’. En zo breken we weer op. We besluiten dan maar de Wilhelmshóhe met het karretje er achter te bezoeken. Met het zoeken van een geschikte parkeerplek aldaar zijn we vanwege onze onhandige lengte wel een half uurtje kwijt. ‘Geen nood’ zeg ik, uiteindelijk geparkeerd,’ dan pakken we voor een bezoek aan slot en bijbehorend Wasserspiel de fiets’. Dat lijkt een slimme keus want de afstand van het laag gelegen kasteel tot het beeld van Hercules van waaruit één keer per dag het water via cascades en watervallen naar beneden wordt gestort, is 2,5 kilometer lang en ligt tegen een steile bergwand aan.


De zigzagweg naar boven door een parkachtige ambiance doen we dus per fiets.  Als H. na een tussentijdse stop weer op haar fiets wil, krijgt ze hem niet meer aan de gang. Als volleerd bergbeklimmer leer ik haar het trucje eerst een stukje omlaag te rijden, dan om te keren en met een beetje vaart om weer omhoog te draaien. Als een volleerd circusartiest, zo lijkt het, krijgt H. het voor elkaar. Ik probeer het daarna voor de lol ook eens maar presteer het niet om op de smalle weg zo’n korte draai te maken.  Foeterend zet H. de weg naar boven voort, mij verwensend dat ik haat telkens in gevaarlijke situaties breng. Na weer honderd meter voortduwen is de maat vol en keert ze om. Ik ga dan maar alleen voort; met een e-ros is zo’n helling immers een makkie. Als ik boven ben resteren er echter nog welgeteld 781 treden die me langs de cascade naar boven voeren. Die wegen zwaarder dan het fietstochtje omhoog, moet ik eerlijk bekennen.

Teruggekomen beneden op het terras bij het foeilelijke slot


legt H. mij uit dat ze tijdens die circusachtigedraai doodsangsten uitstond om te vallen en daarom zo te keer ging. We leggen alles weer bij en aanvaarden de weg naar Würzburg en omgeving. Daar bouwen we de tent weer op, we raken daarin steeds meer bedreven. Maar als ik de auto een stukje terugzet mis ik het uitgeklapte keukentje op een haar. ’s Ochtends is Kassel had ik op de camping bij eenzelfde manoeuvre al bijna een vrouw van haar campingstoeltje gereden. Mijn diploma brokkenpiloot had ik deze dag bijna gehaald.

 

donderdag 1 september 2022

Documenta: veel geklaag, weinig wol

 

Laat uw hoop varen, gij die hier binnentreedt, hield  Dante hen voor die zijn Inferno betraden. Met de hel wil ik de Documenta in Kassel niet helemaal vergelijken maar wel de leus overnemen: laat varen uw opvattingen over kunst zoals gij die als westerse witte mens sinds de Verlichting hebt mee gekregen aangaande schoonheid, vakmanschap en doeltreffendheid, want de Documenta is in alles het tegendeel. Allereerst is het niet meer de kunst van ‘der nordische Halbkugel’ die hier aan de orde is, hier spreekt de ‘südische Halbkugel’. En die heeft geen boodschap aan alles van wat Erasmus en Spinoza ons voorhielden. Niet het individu maar het collectief, niet de ethiek maar de actie, niet de redelijke mens maar de door nood, wanhoop en achterstelling gedreven mensen. De Documenta levert volgekladde wanden met leuzen, workshops met vet kleurkrijt, in elkaar geknutselde stellages waarin het, toegegeven, soms verrassend goed toeven was (zie foto)


, white cubes volgehangen met golfplaten, films vertoond in ruimtes die zijn opgebouwd uit voddebalen of schaduwen van peperplantjes geprojecteerd op de ruw gemetselde gewelven van een gevangentoren. En overal hergebruikt plastic, gerecycled speelgoed en hergebruikte kleding want ook duurzaamheid is een alles overheersend thema. Al weer vele jaren geleden was er een Afrikaanse kunstenaar die poppen uitdoste met de dure kleding uit de gouden eeuw, alleen niet met het goudbrokaat, damast en zijde van die dagen, maar gemaakt van stoffen met prints van Afrikaanse stoffen. Behalve dat het er prachtig en vakkundig uitzag leverde het , misschien wel juist daardoor, een bijtend sarcastische blik van een Afrikaan op de mede door de koloniale uitbuiting verworven rijkdom. Dat uitermate vakkundig en scherp getroffen scherpe beeld mis ik op deze Documenta vrijwel volledig. Wat er allemaal getoond wordt ontstijgt volgens mij niet het bekende geweeklaag over de oneerlijke wereld. Waarbij het opvallend is dat de meest treffende film. althans naar het oordeel van de recensent van de Volkskrant, niet eens betrekking heeft op een conflict tussen noord en zuid maar op de Armeense genocide door de Turken. Op enkele uitzonderingen na mistte ik focus en impact. De interviews met mensen uit Ruanda, het land dat nog langer weigert om door het westen gedumpte kleding te accepteren, getoond in een ruimte gebouwd uit voddebalen, had wél die impact naar de mening van H. en mij , net zoals de uit golfplaten opgebouwde ruimte van een Afrikaans collectief met een stellage van steekwapens. Dat was zelfkritiek die hout sneed.

woensdag 31 augustus 2022

Een wel zeer kort bezoek aan een camping met een zonderling zwembad

 

Op weg naar Kassel overnachten we in een particulier pension ergens in de buurt  van Hannover. Het blijkt een huis waar ’s avonds wel een stuk of tien werknemers verblijven. H. treft in de keuken een paar fors getatoeëerde kerels met blikken bier in hun knuisten. Ze zaten volgens H. allemaal met hun vrouw of liefje thuis te bellen. De volgende morgen om 08.00 uur zijn ze alweer allemaal vertrokken. We sliepen op keiharde matrassen maar zijn toch allebei goed uitgerust om de tocht naar Kassel te aanvaarden, zeker na een uitgebreid ontbijt aan een tafeltje in de ochtendzon bij bakker Weiss in Seevetal. H. heeft zoals altijd vooraf weer een camping gevonden en besteld. Aangekomen in een dorpje vlak boven Kassel in een heuvelachtig gebied vlak bij rivier de Fulda treffen we een camping uit het jaar nul met vervallen caravans vol wrakke bouwwerkjes er omheen en een zwembad waarin een paar planken drijven. Op het water ligt een dikke laag groenige drab, waarvoor zelfs een eend zijn bek zou optrekken. Voor H  is het duidelijk: ‘we maken rechtsomkeer’. Kassel is niet ver meer en in die stad zelf treffen we een superluxe camping pal aan een prachtig stadspark waardoor wij morgen naar de kunsthallen van de Dokumenta zullen fietsen. De Dokumenta is één keer in de vijf jaar het toneel van de grootste hedendaagse kunsttentoonstelling van Europa. In een gids lezen we dat dit jaar een Indonesische groep kunstenaars gezamenlijk als curator optreedt en dat centraal staan de thema's: gemeenschapszin, onderlinge dialoog en duurzaamheid. Als je iemand onmiddellijk wil wegjagen moet je dat soort woorden gebruiken denk ik dan. Maar we gaan welgemoed morgen op in de inclusieve dialoog gericht op duurzaamheid, verdraagzaamheid, democratisch overleg en collectieve inspiratie (gaap).

dinsdag 30 augustus 2022

Een pittig kadootje bij vertrek uit Denemarken

 

We blijven ons laten leiden door de weersvooruitzichten. Het weer is omgeslagen, we hebben in Trelde Naes één stevige onweersbui gehad zonder noodlottige gevolgen al hield ik mijn hart vast vanwege de ligging onderaan een glooiende heuvelrug. In het naburige Fredericiana stonden enkele straten blank, zagen we toen we op zoek gingen naar een eettent. We vonden er een waar je eerst door een voetenbad moest waden voor je binnen kwam. Maar nogmaals, op de camping bleef alles onder controle, mede dankzij het vloerzeil dat we met klittenband aan de binnentent kunnen vastklikken. De onderkant zat 2 dagen later bij vertrek wel vol modder, maar na enkele tientallen meter slepen over de grasmat was dat er ook weer snel af. ’Goed bedacht’ zei H. tijdens het slepen. Ach, als padvinder vindt je telkens nieuwe wegen, nietwaar.

Nu de temperatuur is noordelijke streken de komende tijd beneden de 20 graden lijken te blijven, is het tijd om weer zuidwaarts te verkassen. Dus rijden we dezelfde weg als een week geleden weer terug, via Hamburg duiken we verder Duitsland in.

Trelde Naes, op de landpunt ten oosten van Fredericiana, bleek een goeie greep, een ontzettend leuk fietsgebied met pittige hellingen en nabij de camping op de landpunt een prachtig strand met ’s avonds onwaarschijnlijke zonsondergangen, zij bijgaand het door fotograaf H vastgelegde panoramische resultaat.

Vanmorgen bij het ontbijt kreeg ik als afscheidscadeau van een wesp een stevige steek mee, zodat ik vandaag met een enigszins uit model lijkende linkerarm door het leven moet. ‘Even geen alcohol’ zegt de zwager van H., gepensioneerd huisarts, dus daar hou ik me dan maar een dagje aan.


zaterdag 27 augustus 2022

Floortje Dessing in Denemarken

 

Zo saai als de westkust van Jutland was, zo verrassend is de oostkust. De westkust achter de waddeneilanden is een rechte streep (hoewel het strand soms breder is dan ik aanvankelijk schreef) terwijl de oostkust bestaat uit vele inhammen met kustlijnen die soms behoorlijk hoog boven de zeespiegel liggen. Je zou je er kliffen bij kunnen voorstellen al is de grond hier kleiachtig. Bij ons op de camping lijken in het verleden grote happen weggeslagen, misschien wordt Jutland aan deze kant door de zee langzaam weggegeten.  Met veel trappen bereik je een strandje waar je je op een caribisch eiland waant, als je overhangende bossen vertaalt in palmen. Overal kaal hout, zoals we dat ook zagen aan de westkust van Canada. Bedenk er een ondergaande zon en een muziekje uit de speellijst van Floortje Dessing bij, en je bent ineens heel ver van huis.



Met de fiets ligt binnen tien minuutjes rijden het eind van het schiereiland, dat eindigt in een scherpe punt. Links en rechts andere oprijzende kusten en eilanden, recht vooruit het Kattegat.

Ook met de fiets ben ik blij verrast. Het lijkt hier zuid Limburg wel! Maar goed dat ik een fiets met een batterij onder me heb, want daar moet ik af en toe stevig een beroep op doen met hellinkjes die in de Ardennen niet zouden misstaan. Leuk afwisselend landschap met, ondanks al die groene velden, nergens een koe te bekennen. Wie zegt dat Denemarken op Nederland lijkt heeft dit gebied, vlak onder Vejle, niet aangedaan.

Overal om ons heen komen in de loop van vrijdag regenfronten voorbij die het einde van de lange zomer lijken aan te kondigen. Bij ons valt er echter geen druppel en de temperatuur blijft aangenaam. De weergoden zijn andermaal met ons!

dinsdag 23 augustus 2022

Niks geen vissticks in Esbjerg

 

We trekken Denemarken in. Omdat we tot het allerlaatst twijfelden of we noordwaarts door zouden gaan of toch maar naar het zuiden zouden afzakken, zijn we volkomen onvoorbereid. Veel meer dan smörrebröd en vissticks weten we niet van Denemarken, Nou ja Borgen dan. Ik heb 8 afleveringen van het nieuwe seizoen gedownload op mijn laptop, dus we kunnen ongestoord kijken naar de de nieuwste intriges waarin Sidse Babett Knudsen, nu niet als president maar als minister van Buitenlandse Zaken, verzeild raakt. We zeilen aan op Esbjerg, al was het maar omdat we bij die plaats Kapitein Iglo achtige beelden van trawlers vol vis krijgen. Niets is minder waar, Esbjerg is een grote kale havenplaats met een enorm boorplatform in aanbouw voor de deur. In de stad zelf staan alleen maar kale flats die zo uit het oostblok lijken weggesleept. Behalve dan bij binnenkomst, want daar treffen we twee van de merkwaardigste bouwsels die we ooit zagen, twee appartementblokken die in de verte een beetje doen denken aan Chinese lantarens. Ze detoneren volledig in de kale omgeving.


Esbjerg blijkt één lange winkelstraat te hebben, waar de leegstand al net zo deprimerend werkt als in de meeste Nederlandse binnensteden. We zijn op zoek naar een kapotgevallen opbouwbaar watertankje. Natuurlijk nergens te vinden. Een garage waar ze onze kapotte voorlamp moeten vervangen is echter wel snel gevonden. We kunnen onze bolide meteen naar binnen rijden en worden binnen 5 minuten geholpen. Ook er is ook nog een stadslampje stuk, vervangen we meteen ook even meneer en mevrouw. Dat is dan 14 euro. Kijk, dat is nou Deense service. En iedereen spreekt perfect Engels en overal kun je met je pinpas betalen, zelfs bij de ijscoman. Kom daar in Duitsland maar eens om, waar de tijd wat dat betreft lijkt stil te staan. Ik Duitsland moesten we ook overal een mondkapje voor doen, de Denen doen niet zo moeilijk.

Het strand stelt niet veel voor. In feite is de hele westkust van Denemarkten een soort Waddenzee, waar met eb grote delen droog vallen. Golfslag is er niet en het strand is niet  breder dan een paar meter. Maar goed dat we in Hamburg na lang zoeken nog een meertje gevonden hadden, waar we voor vertrek naar Denemarken nog stevig gezwommen hebben, want hier zie ik ons in dat ondiepe waddenwater nog niet ronddobberen.

zaterdag 20 augustus 2022

Zwerven langs de Elbe

 

Als de term “orgastische architectuur” nog niet bestaat zou ik hem graag plakken op een gebouw als dat van Frank Gehry in Bilbao (het Guggenheim dat ontstond nadat Gehry een stuk verfrommeld zilverpapier op tafel had gegooid en zei, zo moet het worden), maar zeker ook op het gebouw van het Zwitsere bureau Herzog & De Meuron in de haven van Hamburg, de Elbphilharmonie. Een gebouw als een symfonie, als een schilderij, zeker voor wat betreft het glazen bovenstuk, waarin wolken, skyline en merkwaardige vlakken samenvloeien tot een compositie van een krankzinnige architect, gebouwd bovenop een oud, plomp bakstenen pakhuis. Toen men aan de bouw begon bovenop een verwaarloosd pakhuis sprak men over een bouwsom van 77 miljoen, maar toen het in 2017 af was kostte het het tienvoudige, dus 770 miljoen, waarvan meer dan de helft moest worden betaald door de belastingbetaler. Zeer terecht dat door de gemeente bedongen is dat het gebouw permanent gratis toegankelijk moet zijn voor iedereen. En zo banjerde wij met duizenden anderen door het gigantische complex met een fraai uitzicht rondom op de haven en de fascinerende metropool. Pal onder ons het Speicherkwartier, dat als enige stadsdeel de vuurstorm na het bombardement in 1943 overleefde.


Op de kade hebben we een lang gesprek met gitarlst Jeniffer Divine, waarvan we na een half uur nog niet met zekerheid konden zeggen of het nou een he of een she was. He/she had een boeiend, zij het enigszins onsamenhangend verhaal waarin L.A, Christiana in Kopenhagen, Hamburg en Amsterdam veelvuldig voor kwamen. Ook iets over een bezoek aan de ambassade in Thailand en een boek over hem/haar dat nooit was uitgegeven, net zo min als de nummer één hit zie hij/zij had geschreven en speciaal voor ons twee een live uitvoering kreeg.


En dan komen we nog een geweldige blok architectuur teg


en, het in opdracht van de rijke zakenman Sloman gebouwde Chile huis. Sloman was bepaald geen slome duikelaar en verdiende een kapitaal met de handel in salpeter uit Chili. Dat werd omgezet in een zakenpand van ongekende omvang en met een zwierig uiterlijk dat er tot op de dag van vandaag prachtig uitziet, het geheel opgetrokken uit een bijna zwarte baksteen. Het eten in een Mexicaans restaurant in een van de catacomben in het gebouw is gebaseerd op gesmolten kaas op een berg chips, niet meteen een lekkernij die dezelfde allure heeft als het Chile huis. Met het gevoel alsof we enkele zwarte stenen in onze maag als aandenken moeten meenemen duiken we de metro in.

vrijdag 19 augustus 2022

Van het energietekort is aan een Duitse pomp niets te merken

 

Nog even terugkomend op die omgekeerde vlaggen. Ze hangen in Drenthe werkelijk overal, op kruispunten , rotondes, in lantaarnpalen, ja zelfs in vlaggenhouders geschroefd op bomen, zodat de vlaggenmasten er als een soort extra tak uitsteken.  Het is nu werkelijk het platteland tegen de randstad geworden. De omgekeerde vlag is het perfecte symbool om het ongenoegen over alles uit te dragen. Zo was de omgekeerde vlag ook duidelijk aanwezig in Tubbergen bij de protesten tegen asielzoekers. Nederland gaat steeds meer op de VS lijken: het achtergestelde buitengebied tegen de arrogante stedelingen. Dat belooft wat voor de komende jaren.

We tuffen Duitsland in, hier geen omgekeerde vlaggen, de Duitsers hebben andere zorgen. Hoe komen ze de komende winter door, afhankelijk als ze waren van Poetin’s gas en olie. Aan de benzinepomp is het vooralsnog niet te merken, een liter euro 95 is hier een halve euro goedkoper dan bij ons.

Ik heb wel de indruk dat de Duitsers minder hard over de autobahn crossen dan voorheen, maar dat kan schijn zijn omdat we om de haverklap in een Stau terecht komen, wat dat laatste betreft is er dus helemaal niets veranderd hier.

In Hamburg is het ondanks de sombere weersvoorspellingen droog en dat blijft het de hele avond.  We treffen een mooie camping, wat verwonderlijk is gelet op de ligging vlak bij een enorm verkeersknooppunt en pal achter een enorme IKEA vestiging. Eenmaal op het groen beboste terrein merk je echt helemaal niets meer van de boze buitenwereld.

woensdag 17 augustus 2022

Drenthe, zonder punt.

14 tot en met 17 augustus

Drie dagen Drente, of is het Drenthe, is drie dagen Russische vlaggen (dat wil zeggen blauw boven en rood daaronder), drie dagen de bordjes die horen bij het fietsknooppuntennetwerk (3 x woordwaarde) en drie dagen bruine bonen (althans zo wil het vooroordeel), dat is drie dagen wachten voordat de auto gerepareerd uit de garage van Zweeloo te voorschijn komt, de koelvloeistof liep er aan de onderkant net zo hard uit als ik hem er van bovenaf in goot, dat is drie dagen afwisselend landschap met wegen met zulke dikke bomen er langs dat je er vanaf een zijweg nauwelijks op kunt kijken zodat je op goed geluk telkens maar de weg opdraait, dat is veel paarse heide, veel boerderijen met indrukwekkende rieten daken, met overal hunebedden, de een met zwaardere rotsblokken op elkaar gestapeld als de andere, H. had er heur hele leven van 68 lentes nog nooit een gezien en nu hoeft ze ze na drie dagen ‘Steine kieken’ al niet meer, dat is drie dagen lezen in het tweede boek van Maria Lucas Rijneveld die alleen maar zinnen schrijft met komma’s er tussen, wat eigenlijk net zo makkelijk leest als met een punt, dat gaat nu al meer dan 200 pagina’s over de overstelpende liefde en geilheid van een vijftigjarige man voor een 13-jarig meisje in wie we Maria Lucas herkennen, waarbij ik, hoewel ik het wederom goed geschreven vind, 360 pagina’s voor zo’n onderwerp toch wel erg ruim bemeten vind, dat is drie dagen smikkelen in allerlei tenten waarbij ik de scropino (een deel citroenijs, een deel wodka, een deel pro secco en een deel limoncello, gecrushed met ijs in de blender) het lekkerste vond dat ik ooit geproefd heb, dat is drie dagen hitte eindigend met een wolkbreuk waarbij we het hoofd nog maar net boven water konden houden, anders had ik dit stukje niet kunnen schrijven

zondag 10 juli 2022

Op Eros terug naar Edinburgh

Dag13 Pitlochry - Edinburgh 85 km


Ik dacht aan de laatste fietsdag een makkie te hebben. Mis! Het zuidelijke deel van de highlands heeft nog wat verrassingen in petto, ik moet enkele heuvelruggen over die letterlijk haaks op de route staan. Geen flauwekul met een paar haarspeldbochten of zo, maar gewoon tegen de heuvel recht omhoog met stijgingspercentages die volgens mij tegen de 20 % aanschommelen. Mijn E-Ros (zoals iemand met e-bike onlangs betitelde) heeft er weinig moeite mee, de baas er bovenop iets meer,. Als ik naar verhouding tussen aantal verreden kilometers en percentage verbruikte energie in mijn batterij kijk, blijkt dit de zwaarste etappe, ik zit bijna op een verhouding van 1 : 1, 1% energie is 1 kilometer gereden. Dat was bij geen enkele etappe eerder het geval geweest. Alleen dan die etappe langs de noordkust met de wind op kop naar Banf, die ging nog zwaarder, daar moest ik halverwege echt bijtanken.

Het landschap is dus zwaar maar mooi. Die bergen die je hier op de foto ziet, moest ik dus even later echt over! 


Dan komt Edinburgh toch weer dichtbij. Het is even zoeken om de weg naar de tweede verkeersbrug over de Forth (de zeemonding bij Edinburgh) te vinden, de eerste brug is alleen bestemd voor snelverkeer. Verwarrend is dat de brug Seeferrie heet en dat de weg ernaartoe aangegeven wordt met borden waarop een schip met auto's erop staat weergegeven. De naam Seeferrie is echter gegeven aan de nieuwste brug, nikste ferrie"en dus, gewoon doorrijden over de enorme hangbrug, volgens beschrijvingen de langste hangbrug van Europa.

Ik breng de nacht door een in een enorm splinternieuw hostel waar in de onderste verdieping een gigantische pub zit. Als ik met een biertje eindelijk gezeten ben spreekt een man me aan, blijkt een Canadees, die net als ik in zijn eentje op stap is. Samen besluiten we opnieuw naar The Royal Oak te gaan, die toevalligerwijs bijna om de hoek ligt. Daar is er wederom geweldige live muziek te besluisteren, terwijl we stevig Schotse bieren innemen (McEwan 60, pikzwart bier). Het werd nog laat en gezellig. 

vrijdag 8 juli 2022

Het einde nadert

 Dag 13: Pitlochry - Perth 65 km


Aan het eind van mijn fietsvakantie begint de luiheid toe te slaan. Ik start een uurtje later, ben in het hostel de allerlaatste die nog een ontbijtje neemt, na mij komt er nl. niemand meer om een boterham met pindakaas en chocopasta te besmeren, meer smaken hebben ze niet. Ja, je kuntwel een bordje melk met cornflakes nemen, maar dat doet mij zo aan mij jeugd denken, dat hoef ik niet meer. Ik klim weer op mijn fiets en vergeet prompt om een doosje paracetamol te kopen, waardoor mijn schouderpijn wat verlicht zou kunnen worden, althans dat zegt H. tegen mij door de telefoon. Maar ik denk er telkens niet aan om even langs de pharmacie te gaan. De tocht gaat duidelijk de highlands uit, het is alsmaar afdalen met af en toe een nijdig klimmetje ertussen. De bergen/heuvels aan de beide zijden verdwijnen. Over blijft een variant op het Limburgse land, veel door bomen overschaduwde wegen met vlak bij Perth een fraai fietspad langs de Tay, de rivier de mij tot in het stadscentrum brengt. Dat stelt trouwens niks voor. Grote, wat groezelige straten met een Amerikaanse stadpatroon (haaks op elkaar staande straten) met nergens een echt centrum. Geen enkel fraai gebouw, met uitzondering van een statig gebouw daat de grootste kroeg van de stad bevat, daar ga ik vanavond eten en een biertje drinken. Mijn hotel ligt in een buitenwijk en is net zo fantasieloos als de stad. In het hotel probeer ik on line mijn treintocht vanuit Edinburg naar Newcastle voor mijn fiets te regelen. Wat ik ook google en doe, het lukt me niet. Als ik dan maar besluit eerst een treinkaartje te kopen geeft de betrokken treinmaatschappij naderhand aan dat fietsen wegens plaatsgebrek niet mee kunnen. Dat wordt een dagje doorbrengen op het station in Edinburgh om een en ander weer recht te breien. Daar trek ik de zondag voor uit. Morgen de laatste rit naar Edinburgh

donderdag 7 juli 2022

Dan ben je eens een galante ridder, wordt het nog normaal gevonden ook!

 Dag 12 Kingussie - Pitlochry 85 km


Een staalblauwe hemel vanmorgen, als ik vanuit mijn pension naar buiten kijk. Onschotse felle kleuren, gras groener dan groen, heide paarser dan paars, de brem geler dan geel, de margrieten langs de weg witter dan wit. De wereld lacht me  toe.


Vlak voor mij zijn vertrokken 2 zusjes die ook in Avondale House hadden gelogeerd, Tracy en Cesy (spreek uit Keesie). Na een drie kwartier kom ik Tracy alleen tegen, haar zus is doorgereden. Ze wandelt naast haar fiets. Ik zeg dat ik haar zus zal waarschuwen en rij door. Dan begint het te knagen, had ik haar niet  ridderlijk te hulp moeten schieten, ze heeft duidelijk probemen met de alsmaar opgaande lijn vanmorgen, we gaan immers weer de highland hoogvlakte op. Haar zus kom ik maar niet tegen, dus ik besluit om te draaien. Ik kom haar vrij snel weer tegen, ze is toch weer opgestapt. Met zijn tweetjes rijden we door het gigantische panorama, ik geniet met volle teugen van de prachtige kleuren en geef Tracy regelmatig een duwtje als de weg wat stijler wordt. Dan is zo'n e bike toch een uitkomst.

Na een half uur komen we zus Cesy tegen bij een pompstationnetje dat me, gezien de wijdse omgeving, sterk aan Canada doet denken. Ze oogt helemaal niet verbaasd en vindt het blijkbaar normaal dat iemand haar duidelijk slomere zusje wel ergens oppikt. We kouten gezellig wat over de Boris Johnson die er hedenmorgen de brui aan heeft gegeven. Ze blijkt fanatiek pro brexit tezijn, ja daar moet je bij mij mee aankomen. Stevig nemen we even de pro's en contra's van de Britse politiek door  Haar standpunt is, we zijn dan wel vrienden van elkaar , het continent en wij, maar Britten doen alles nou eenmaal liever op zichzelf. We zijn geen deel van het Europese continent en houen het graag zo. Daarna gaan we elk weer ons weegs, waarbij ik me nog vaak afvraag hoe Tracy in godsnaam met de wind op kop over die hoogvlakte met soms nijdige klimmetjes komt. 

Daarna begint een eindeloze afdaling die pas eindigt bij Blair Castle, een van de toeristische trekpleisters van Schotland.


Maar tot mijn verbazing is het bij het ultra moderne tuincentrum enkele kilometers daarvoor veel drukker dan bij het slot zelf. Blair Castle is al 8 generaties lang het huis van de Dukes van Murray, waarvan de eerste op het kasteel huisarrest kreeg omdat hij niet al te fanatiek het Engelse koningshuis tegen de Jakobieten (katholieken) steunde. Hij kreeg in het riante slot huisarrest, had niet veel te doen en maakte bij 2 echtgenoten 20 kinderen. De Murray dynastie was geboren en gaat tot op de dag van vandaag door.


It's lonely a the top

 dag 11 rustdag Kingussie


Vandaag wordt veel regen voorspeld en eigenlijk ben ik wel toe aan een rustdag. Goed voor kont en schouder, waarin de laatste dagen stekende zenuwpijntjes waarneembaar zijn. Ik heb al menige tube met spierbalsem weggesmeerd, maar dat helpt niet, dus moet het de zenuwen zijn die opspelen. Ik moet wel een andere, duurder kamer nemen, maar dat wordt dan ook wel de vreemdste kamer die ik ooit gehad heb, met hemeldbed en klassieke badkuip.


Na een ochtend zalig niets doen besluit ik via de lokale VVV aan een bergwandeling te beginnen. De lokale VVVmevrouw geeft toe in de omgeving zelf nog nooit iets te hebben ondernomen en oogt, gebogen over een kaartje met wandelroutes in de buurt, hooglijk verbaasd dat het er nog zo veel zijn. Ik ga welgemoed de berg op, van de voorspelde regen blijkt niets al is het wel continu grijs. Naarmate ik hoger en kom en de berg kaler wordt gaat het harder waaien.

Wat me opvalt is de knalpaarse hei om me heen. Die zien we in NL vanwege de stikstofuitstoot nauwelijks meer. Hier volop, logisch want een koe is een Schotland zelden waargenomen fenomeen. Van het aanvankelijke fraaie uitzicht blijft steeds minder over. Vanaf de bergtoppen komen dreigende nevelflarden mijn kant uit. In de harde wind raak ik even de stenen zuil op de top aan om snel weer af te dalen.

stel dat ik hier een voet verzwik of been breek, wie komt mij dan hier ophalen is een gedachte die alsmaar in mijn hoofd speelt. Ik ben onderweg niemand tegen gekomen. Bergbeklimmen moet je eigenlijk altijd met zijn twee"en doen. Weer veilig beneden besluit ik eens naar de kapper te gaan, ik zie er met mijn groezelige vakantiebaard en wapperende manen wel steeds meer uit als een zwerver, hoewel, een zwerver op een e bike zie je niet vaak. Even later loop ik er weer als een keurige grijsaard bij. Nu even nog een setje Guinness scoren want een sfeervolle pub is in dit gat niet te vinden.

De voorzienigheid schiet te hulp

dag 10: Nairn - Kingussie 103 km


Mooi weer, bijna geen wind, een niet al te lange afstand. Ik geniet van de prachtige verten van de Cairngorm mountains, die me sterk aan zulke ongerepte verten in de States doen denken. Als ik op mijn fietsje door die eindeloze vlakte pedaleer besef ik dat ik hiervoor gekomen ben. Hoe wijdser en eenzamer, hoe mooier dat ik het vind.


Al is de wetenschap dat aan het eind ergens een hotelkamer met alle comfort klaar staat ook wel prettig, zo gemakzuchtig ben ik inmiddels ook wel geworden.

Omdat mijn GPS blijkbaar geen voorgeprogrammeerder route heeft voor dit gebied (ik heb thuis toch alle mogelijke trajecten in Schotland ingeladen) moet ik het doen met de borden en bordjes langs de weg. Fietsroute 7 geeft ongeveer de route aan die ik wil volgen. Ergens zie ik: Kingussie nog 14 mijl en begin ik enthousiast aan de laatste 30 km. Rond 90 wordt het vandaag, meer niet. Maar op een gegeven moment kom ik een kruising met allerlei plaatsnamen tegen, waarop die van Kingussie ontbreekt. Ik pak Google Maps op mijn telefoon er weer eens bij en blijk al 10 km de andere kant uit te rijden. Op zo'n moment is het goed dat ik alleen reis. Als ik terug fiets in de goede richting valt het op dat ik een lichte wind tegen heb, terwijl ik vanmorgen de wind toch echt in de rug had. Ik weet het niet meer. Tot overmaat van ramp blijkt mijn telefoon door al dat Google Mapsgedoe vrijwel leeg. En dan gebeurt er een wondertje. Voor het eerst in 800 km passeert mij een fietser met fietstassen. Laat die nou een keurige kaart van SChotland bij zich hebben. We kunnen nu even precies uitzoeken hoe ik moet fietsen. De fietser, een onverstaanbaar Engels brouwende Brit, rijdt - zonder motor - een eindje met me op. Hij gaat duidelijk sneller dan ik. IK kan het niet laten naar zijn leeftijd te informeren. 62, hmmm toen reed ik ook nog ongemotoriseerd rond denk ik. Dat was precies de begintijd van mijn blog,  Toen reed ik, zo lees ik terug, met mijn dochter in een maand naar Marseille. Ok, 10 jaar maken dan toch een groot verschil op deze leeftijd, realiseer ik me nu. 

maandag 4 juli 2022

En toen veranderde ik van windrichting

dag 9, Banff - Nairn: 131 km


Het zat er natuurlijk aan te komen, ooit zou die eeuwige wind in de rug zich tegen me keren. Dat was dus vandaag, toen ik bij Banff, de meest noordelijke stad op miin route, naar het westen ging rijden. Die wind stond keihard tegen en in de ochtend kwam daar ook nog een plens water bij. Toen ik in bij enkele afdalingen vanwege mijn natte bril bijna niks meer zag was het genoeg en dook ik de eerste de beste pub in, die ik onderweg tegenkwam (duurde toch nog bijna anderhalf uur). Aldaar goot ik de eerste wisky van deze reis naar binnen, op aanraden van een oud mannetje aan de bar een ' Monky Shoulder' . Niet slecht en warm makend.Daarna een uitgebreide lunch waarbij ik de batterij, die razensnel aan het leeglopen was, weer vol liet lopen met verse stroom. Na anderhalf uur was ie weer bijna vol en was het buiten zo goed als droog. Tot zeven uur 's avonds bleef het beuken tegen de windi in, zelf na de herlading had ik bij aankomst in Nairn nog maar 5 % peut, de tocht had echt niet langer moeten duren. 

Aangekomen bij een uiterst louche hotel bleek er helemaal geen receptie maar moest ik een  telefoonnummer draaien. Daar gaf een barse stem mij een code die bij een kastje met het nummer 3 op de muur hoorde. Na het intikken van die code zou het kastje openspringen en zou ik een sleutel bemachtigen. Maar de doos van Pandora opende zich niet, hoezeer ik de nummers telkens weer opnieuw intikte. De man aan de andere kant klonk bozig. Dan kan ik u niet verder helpen, dit heb ik nog nooit meegemaakt. Nou ik dus ook niet, dus dan stort u mij mijn geld maar terug. Zal ik doen zei de barse man. En dus kon ik via het perfide booking.com opnieuw een hotel zoeken. Snel gevonden, dat wel, maar 2 x zo duur Maar moe en na 130 km kijk je niet meer zo nauw.

Geen plaatjes vandaag want ik zag onderweg niks wat de moeite van het fotograferen waard was. Nee, geen echte topdag vandaag, to put it mildly!