Vandaag in Turijn, dit verdient een afzonderlijke behandeling, zijn we in een van de palazzo's gaan kijken naar een tentoonstelling van Tamara de Lempicka. Een naam die bij ons niet een onmiddellijk een lampje zou doen branden, maar als je enkele van haar schilderijen ziet, weet je meteen hoe laat het is. Hier is degene aan het werk die verantwoordelijk was voor al die voorkanten van Amerikaanse en Parijse modebladen uit de jaren dertig, waardoor zij dé stijlicoon werd voor zowel het Amerika van Scott Fitzgerald als het Parijs van de jaren dertig. Charleston, mode, decadente wuftheid volgens het calvinistische noorden. Tamara Lempicka was een waardig lid van de high society van Sint Petersburg waar zij fanatiek de aldaar georganiseerde bals bezocht (ineens is daar de link met het boek van Tolstoj waaraan ik tot de malheur met de leesplank bezig was). Als kind al ging zij met haar moeder naar Parijs en tot 1917, terwijl in Rusland de revolutie welig tiert, reist zij nog vrolijk tussen Parijs en wat toen Petrovgrad heette heen en weer. Uiteindelijk blijft zij hangen in Parijs en wordt daar het middelpunt van de samenklonterende kunstenaars. Haar huis is te vinden op de pagina's van elke mode en societyblad. Haar voorkeur voor stalen meubels en gladde kasten vormen het begin van een een modernistische huisstijl. Overal waar zij is, is zij het centrum . Ook als zij later, gehuwd met een steenrijke baron naar de States vlucht en in Beverly Hills terecht komt. Zij bemint vrouwen even vanzelfsprekend als mannen en heeft lak aan elke conventie. Zij is schilderes, modekoningin en trendsetter.
Al deze wijsheden ontleen ik aan de tentoonstelling. Bijna buiten adem staan we weer buiten. Wat een fascinerend leven. Ze sterft steenrijk, maar toch vrij eenzaam in 1980,
Hier het een en ander gejat van google. Foto's maken was streng verboden. Enig binding met Turijn had Tamara L. overigens niet, behalve dan deze tentoonstelling.
Totaal aantal pageviews
vrijdag 31 juli 2015
misplaatste voorkeuren te over in Turijn
Turijn was vanaf de stichting van de Italiaanse staat in 1861 heel eventjes, namelijk tot 1865,
hoofdstad van Italië. Die korte tijd heeft in Turijn tot een veelheid aan
paleizen en imposante standbeelden geleid. Die paleizen stonden er overigens al
een tijdje, want zij behoorden tot de huisvesting van de vorsten van Savoye
(bekend van onze kool). Dat vorstenhuis leverde de eerste koningen van de
laars, waarvan Vittorio Emanuelle II, de
bekendste en meest gebeeldhouwde werd. Deze lange aanloop heb ik nodig om iets
te vertellen over mijn foute voorkeuren (guilty pleasures heten die sinds
Mathijs van Nieuwkerk, maar ze bestonden al veel eerder, althans die van mij
wel). Tot mijn foute voorkeuren (ik kan er geen genoeg van krijgen) behoren:
gebeeldhouwde mannen, bij voorkeur op paarden, vrouwen op heel hoge hakken,
muziek van Robin Schulz, bloemen zoals daar zijn: geranieu en petunieu en
zelfgemaakte foto’s waarop monumenten zoveel mogelijk centraal gepositioneerd
in zijn geheel worden afgebeeld.
Maar goed, om terug te komen op de gebeeldhouwde mannen, daarvan zijn er in Turijn heel veel. Heel speciaal viel mij op een enorm standbeeld ontworpen om de carabinieri te huldigen. Mijn ziet er carabinieri die mensen een wilde rivier overroeien, gezamenlijk een zware steen optillen waaronder een aantal gewonden, een kind wegtrekken van een boze man die volgens mij model staat voor de pedofiele medemens en hulpbehoevende ouderen een sterke schouder verlenen. Kijk! Naar zo’n standbeeld sta ik gerust een kwartier te kijken. Wat een spieren, wat een uniformen, wat een gestold leed. En dat in een land waarin de carabinieri werkelijk door niemand serieus worden genomen als ik de alleswetende Umberto Eco moet geloven. Zo’enorm massieve beeldengroep dient daar wat aan te doen maar het heeft dus niet geholpen.
Turijn heeft een plattegrond die nog het meest doet denken
aan New York, volstrekt loodrecht op elkaar staande straten met één (Broadway)
scheve straat er door heen (de Via Po). In zo’n stad weet ik onmiddellijk de
weg. Als je de naam te pakken hebt (staat op elke straathoek) weet je van noord
tot zuid of van oost tot west waar je zit. Desondanks weet H. nog steeds
onbekommerd alle windrichtingen uit te lopen zonder enig benul; een eigenschap
die – zo kan ik uit 45 jaren ervaring putten- door alle vrouwen op aarde
gedeeld wordt. Zonder mannen kwam nooit meer iemand thuis. Het zijn de mannen
die onze samenleving tot zo’n geordende, voorspelbare eenheid hebben gemaakt. Nog
een guilty pleasure??
Weg met de elektrolieke leesplank!
Even tussendoor: gisteravond deed mijn elektronische leesplank ineens heel raar, de helft van het scherm bestond ineens uit strepen, alleen de onderste helft functioneerde nog normaal. Vandaag is het niet anders. Ben ik net een kwart onderweg met Tolstoj, toch al een opgaaf, gebeurt me dit! En als het nou de eerste keer was, maar vorig jaar, in Schotland, weigerde hetzelfde merk ook ineens dienst. Leuk zo'n bibliotheek mee op vakantie, maar wat heb je er aan als het sleuteltje van de boekenkastdeur ineens halverwege zoek blijkt. Opgesodemieterd dus met die electra leesplanken. Ik heb weer een gewoon, ouderwets degelijk echt boek ter hand genomen: de nieuwste van Umberto Eco. Ik ben er meteen helemaal weg van, onthou die titel: "Het nulnummer", waarin onder meer wordt geopenbaard dat Mussolini aan het eind van de tweede wereldoorlog helemaal niet ondersteboven aan een lantaarnplaal is opgehangen; dat was een dubbelganger, aldus Eco in ieder geval.
donderdag 30 juli 2015
Op naar de lijkwade!
Het was H’s idee om naar Turijn te gaan. Waarom? God mag het
weten: haar katholieke achtergrond waarin de lijkwade een vaste waarde vormt in
onzekere tijden, haar heimelijk voorliefde voor een Fiat Panda (haar voor
vorige auto), het idee dat alle Italiaanse steden altijd mooi zijn bezien
vanuit het centrale middelpunt der citta, de nabijheid van de noord Italiaanse
meren? Het zal wel een combinatie van al deze factoren geweest zijn. Hoe dan
ook wij zetten vanuit het Lac de Serre Poncon koers richting T. via
Barcelonetta. Een plaatsje met een schitterend pleintje waar precies een week
geleden Avishai Cohen (de bassist, niet de trompettist die ook zo heet)heeft
opgetreden. Als we dat hadden geweten hadden we onze vakantieplannen aangepast.
Sinds een optreden in Middelburg waarin deze Joodse bassist zowel zijn eigen
snaren als die van ons innig beroerde volgen we hem overal (in Middelburg, in
Rotterdam, in Gent). Na Barcelonette volgt de col de Larche, aan Italiaanse
zijde veel mooier Colle Madallena geheten. Ik maakt een korte wandeling in de
absolute stilte tussen twee enorme, kale bergen op 2000 meter hoogte maar betrap
mezelf erop dat ik vanwege het hoge gras dat
tegen mijn benen slaat ineens moet denken aan de gevaren van zo’n
wandeling: de ziekte van Lyme!! Daar had je vroeger toch geen last van als je
eens eens flink ging stappen in de natuur!! Enfin, we rollen vanuit de Hautes
Alpes de Po vlakte binnen en zijn via een weer zeer stille tolweg (die
gigantische investeringen van de EU in Zuid Europese landen dienen werkelijk
helemaal nergens voor) in Turijn terecht gekomen. Turijn oogt als Parijs:
brede, groene boulevards met laat negentiende eeuwse bebouwing er naast. Ons
hotel is van kaliber: groot bordes, gouden deurknoppen, rode lopers, marmeren
vloeren. De op internet bedongen prijs valt wat hoger uit als we niet op de
bloedhete zolderetage willen slapen én onze auto veilig op de binnenplaats van
het hotel willen parkeren. Maar de late avondwandeling door Torino maakt alles
weer goed. Magnifieke pleinen met terrassen met witte suikertaarten er langs.
Overal volk, muziek en bij het pizza terras worden we streng toegesproken als
we over het rode lint langs de rand heen stappen in plaats van officieel via de
hoofdingang het terras betreden. Stijl heet dat. We zijn in Bella Italia.
woensdag 29 juli 2015
God's hand of die Menschenhand
H. gaat vandaag te voet naar Savines, toch nog altijd zo’n
anderhalve kilometer. Aldaar staan de regionale produkten centraal zoals daar
zijn zeep, worsten ,kazen, knoflookbollen, petjes, riemen, oorbellen enz. enz.
Je ziet er alleen maar Nederlanders, daar is de omgeving hier trouwens toch van
vergeven, zonder Nederlanders zou de economie van het Lac Serre Poncon er aanzienlijk
minder florissant uit zien. Ik ga maar weer eens met de fiets de berg op. Ik
besluit nu over de top door te rijden in de zekere wetenschap dat ik daarna de
haarspeldroute terug ook moet nemen. Ik rij door totdat ik bij een pikdonkere
tunnel kom waar ik niet door heen durf. Begin niet te lachen, lezer, donkere
tunnels zijn de schrik van elke fietser, sla er een willekeurig reisverslag
waarin een donkere tunnel voorkomt er maar op na. H. weet zich nog te
herinneren hoe ze ooit met René door zo’n tunnel moest, hij met een lampje
achter haar, zij voorop. Naast druppels die op haar gezicht vielen fladderden
er vleermuizen rond haar hoofd. Die vliegen dan wel niet tegen je aan, maar je
voelt de wind van hun vlezige vleugels wel degelijk. Enfin ik ben daar
omgedraaid en ben aan de klim terug begonnen. Daar waar ik gisteren permanent
zat te lijden had ik vandaag vleugels. Als een Quintana draaide ik mijn
bochtjes, ondertusssen naar het indrukwekkende landschap om mij heen kijkend,
bergtoppen overal. Op zulke momenten zit ik ongelooflijk te kicken en weet ik
dat er niets fijner is dan fietsen in de bergen, het lijden hoort er bij.
Daarna met een vaart tussen de 50 en 60 naar beneden over een strakke, gladde
weg. HEERLIJK! ’s Middags zwemmen we
weer wat en ’s avonds rijden we met de car dezelfde rit van vanmiddag nog eens,
tot dat we aankomen in Lauzet, een slaperig dorpje tegen een onwaarschijnlijk decor van
bergspitsen, waarvan er een een top heeft die lijkt op een middeleeuws fort. De
loodrechte wanden op de top doen denken dat hier een mensenhand aan te pas is
gekomen, maar het blijkt wel degelijk God’s hand.
We lezen op borden over het ontstaan van het Lac, het
grootste stuwmeer van Frankrijk dat 15 % van alle door waterkracht opgewekte
energie in het land voor zijn rekening neemt. Foto’s laten zien hoe rond 1955
hier een gigantische bassin werd
uitgegraven. Ja, der Mensch kan er ook wat van.
maandag 27 juli 2015
Druk, druk, druk, druk
Vandaag is het luieren en niets doen geblazen. De lucht is
net als het meer staalblauw, het wordt weer zeker een graad of 32. Alhoewel, niks
doen? Vanmorgen zwemmen, daarna
boodschappen doen (een grote hoeveelheid Franse kazen buitgemaakt), vanmiddag
lezen (Tolstoj voor mij, Marion Pauw voor H.) en aan het eind van der middag waag
ik toch nog een klimmetje op de fiets. Ik kijk na een uurtje stampen hoog uit
over het Lac met water dat in het tegenlicht zilver oplicht, imposante bergen
aan de overkant. Maar als ik zie hoe de weg na de beklimming overgaat in een
haarspeldenfestival aan de andere kant naar beneden bedank ik feestelijk voor
het genoegen. Ik ben na die klim al bekaf, als ik doorga moet ik die
haarspeldbochten later weer omhoog. Ik wil alleen nog maar een pijlsnelle
afdaling. Ik race derhalve terug en sta dus na een uur alweer voor een
verbaasde H. Nu al terug? Ja dus, ik begin meteen aan de pils en ga lekkere kip
met ratatouille maken. En dit bericht maken en versturen. Jezus, wat hadden we
het eigenlijk druk vandaag.
Ana Karenina in de Hautes Alpes
Vandaag hobbelen we over de Route Napoleon, de weg waarover
de kleine keizer na zijn gevangenschap in Elba vanuit Marseille in een maand
tijd weer Parijs wist te bereiken. Onderweg steeds meer overlopende troepen
verzamelend; zonder slag of stoot bereikte hij met een enorm leger Parijs en
greep opnieuw de macht. Helaas dacht hij dat niets hem meer kon stoppen en ging
hij vrolijk door naar het noorden om in Waterloo zijn Waterloo te vinden. Op
die route dus bevonden wij ons vandaag. Markante bergen duiken aan weerszijden
van deze route op. Gelet op de vele malen waarop wij hellingen van 12 % nemen
moet het begin negentiende eeuw een heidense klus geweest zijn om met louter paardenkracht
kanonnen, proviand en de hele mieterse mikmak over deze weg gesleept te
krijgen. Hoe makkelijk gaat het ons dan nu af met Mark Knopfler en J.J. Cale op
de speakers. Bij “Saling to Philadelphia”, dat ongelooflijk schone nummer met
Mark Knopfler en James Taylor in koor, denken we terug aan onze reis over de
Icefield Park Way in Canada. De bergformaties en de wild stromende rivier langs
de weg doen ons er sterk aan herinneren. Zo’n mooie reis maken we misschien
nooit meer maar verder ziet alles er vandaag weer even geweldig uit. Via Gap
rollen we bij Savines de brug over die het imposante Lac de Serre Poncon
doorsnijdt. We zoeken eerst linksaf een camping op, die we herkennen als de plek
waar we tien jaar geleden, hevig verliefd, een mooie plek langs het water
vonden. Nu treffen we, ter geruststelling nog steeds even verliefd J, slechts bloedhete, kale plekken, waar we geen
zin in hebben. We rijden terug en vinden aan de andere kant van de brug een
camping die me eveneens bekend voorkomt. Voor H. ist’ie nieuw. Dus moet het een camping zijn waar ik ooit met Wilma
en de kindertjes heb vertoefd; het Lac Serre Poncon stond vaker op mijn
programma. We vinden een heerlijke, beschaduwde plek waar ze ons nog met geen
tien trekpaarden meer van af kunnen krijgen, met aan de ene kant zicht op het staalblauwe
meer en aan de andere kant op een enorme rots die in de avondzon geelwit
oplicht. Ik stort me in de avonduren bij een heerlijke temperatuur op Ana
Karenina van Tolstoj. Niet zozeer omdat ik het zo’n prachtig werk vind maar
omdat ik meen toch eindelijk eens iets van hem gelezen te moeten hebben. Ana
Karenina, Goede Tijden, Slechte Tijden op z’n negentiende eeuws, in een
vooroorlogs Nederlands. En het gekke is dat ik het eigenlijk heel leuk vind om
te lezen: jonge adel die op bals nieuwe liefdes ontmoet of elkaars geliefden
wegkaapt. De hoofdpersoon, Ana Karenina,
kiest snel de trein terug naar haar
echtgenoot in Sint Petersburg omdat op zo’n bal in Moskou een jonge officier
verliefd op haar is geworden. Ana zelf is ook niet geheel afkerig van de nieuwe
vlam maar kiest voor toch maar voor de veilige aftocht huiswaarts naar Sint
Petersburg. Op een tussenstation, als Ana even luchtje schept in de sneeuwstorm
in del uwte van een wagon, laat Tolstoj haar ineens oog in oog staan met de
jonge officier die eveneens met de trein is meegereist. Hevig laait de verboden
hartstocht op in de sneeuwvlakte. Hoe zal dat aflopen: ik heb volgens mijn electronische
leesplankje nog 81 % = 16 uur te gaan!
zondag 26 juli 2015
Niet over de Alp d'Huez maar eigenlijk toch ook weer wel
Zaterdag 25 juli
We koersen vrijdagavond aan op Grenoble en vinden een
camping aan een meertje ten zuiden van Gr.
Snel wordt duidelijk waarom we al
een keer onze neus stootten bij een vorig camping. Alles zit mudvol omdat
morgen hier de Tour aankomt op de Alp d’Huez. Die Alp ligt hier maar een
kilometer of vijftig vandaan. Daarmee is mijn programma van morgen meteen
bekend.
Vrij vroeg rij ik met de auto naar een plaats op ongeveer 30
km afstand van Alp d’Huez. Tot mijn verbazing is het in het dorpje waar ik mijn
auto parkeer en mijn racefiets uitpak helemaal niet druk. Ik had anders
verwacht. Spoedig wordt duidelijk waarom. De route die ik heb gekozen voert
over een col die 1350 meter hoog is. Renners die tegen de Alp d’Huez aan willen
gaan bijten hun tanden ook nog niet eens stuk op een rots als deze. Maar ik dus wel. Ik klim traag maar trefzeker naar
boven. Op 2 renners na die me passeren, blijk ik de enige te zijn die op dit
tijdstip dit idee had. Later hoor ik dat de Alp d’Huez al om 10.00 voor alle
verkeer, ook fietsers gesloten was. Als ik er op had gewild had ik de vorige
avond al positie moeten kiezen of om zes
uur ’s ochtends moeten vertrekken. Maar
de Alp laat ik nu lekker voor wat íe is, per slot van rekening ben ik nog maar
5 weken uit het ziekbed ontslagen, dus een beetje rustig aan is meer dan
verstandig. Maar de puist die ik nu beklim vergt eveneens het uiterste van me
zodat van mijn goede voornemen niets terecht komt. Ik moet alle reserves
aanspreken om boven te komen.
Aan de voet van de Alp aangekomen maak ik temidden van de
honderden die langs de route met stoeltjes, vlaggen en koelboxen zijn
neergestreken de reclamekaravaan mee. Ja zelfs de beroemde duivel met drietand
staat een eindje verder. Die karavaan is de Tourgekte ten top. Uit de alle
soorten maffe voertuigen gooien mooie meisjes de meest erbarmelijke
reclametroep tussen het publiek, waarbij het opvalt dat volwassenen minstens zo
fanatiek over de grond lopen de graaien als hun kinderen. Soms waait een petje of een sleutelhanger of
een snoepzakje het wegdek op waarmee levensgevaarlijke situaties worden
gecreëerd. Kinderen kunnen tussen de voorbijrazende karavaan zo maar de weg op
duiken. Dat niet elke etappe gepaard gaat met een kinderlijkje mag een wonder
heten.
- Terug moet ik weer die klotecol over, die van de andere kant veel steiler blijkt dan de eerste beklimming. Ik heb op mijn manier vandaag eigenlijk alsnog twee Alpen d’Huez gefietst.
donderdag 23 juli 2015
Deze keer komt de drinker naar de wijn
Als de hitte nog niet als een wollen deken over het landschap neergedaald is, om precies te zijn om half elf, beginnen wij aan onze fietstocht door de Cote d'Or, de naam die is gegeven aan de hellingen tusssen Beaune en Santenay alwaar zich de beste 'domaines' (chateaus heten hier domaines) op het gebied van de droge witte wijn liggen. De fietstocht van ongeveer 40 kilomete slingert prachtig tussen de wijgaarden met hun typische sperziebonengeur. Aan het aantal fietsers dat we tegenkomen is te zien dat dit inderdaad een van Frankrijks meest bereden fietsroutes is. Maar dan vooral door zestigers zoals wij, niet strakke volbepakte toerrijders, die halen voor zo'n gezapig circuit de neus op. H.'s elektrieke fiets vertoont kuren, hij schakelt uit eigener beweging voortdurend heen en weer. Maar toch weet H. mij op menige klim er uit te rijden. De temperatuur stijgt ondertussen behoorlijk; bij elk terras zakken we neer en drinken liters water.We komen weer in Meursault, waar we gisteren niet terecht konden op de camping. Het valt ons weer op hoe vrolijk al die plaatsjes op de route er uit zien; het gaat de wijnboeren zichtbaar heel goed in dez regio. Als we in Beaune aankomen keren we rechtsomkeer en doen dezelfde weg terug. Ondertussen plakken we ook nog een bandje van mijn racefiets. losse steentjes op de weg, daar houdt mijn racepaardje niet van.Keurig zoals afgesproken keren we om half drie terug op het stationnetje in Santenay. We scoren een Bourgongne bij de plaatselijke kruidenier (geen witte maar toch maar weer de vertrouwde rode wijn). Cote de Beaune appelation Controlée; die komt dus van zeer dichtbij en heeft niet veel kilometers hoeven maken ons ons te bereiken. Soms is het goed dat de wijn niet naar de drinker komt maar de drinker naar de wijn.
woensdag 22 juli 2015
Code rood brengt ons op het juiste pad
Juist als we naast ons groene pukkeltje aan het ontbijt willen beginnen vallen er malse druppels uit het grijze zwerk. Terwijl we vannacht nog naar de sterren konden kijken is het nu helemaal betrokken. We vluchten met ons hebben en houen de auto in en eten daar terwijl de regen op het dak tikt zwijgend ons dagelijkse brood. Op de camping staat een soort kantine waar we heerlijk droog wat internetten en lezen. We hebben om twee uur een elektrieke fiets besteld en treffen die inderdaad om klokke twee in een oud stationnetje. We zitten een tijdje op het perronnetje en dromen over stomende locomotiefjes en al die andere momenten dat wij tijdens vakanties op dergelijke stationnetjes stonden. In het kantoortje dat tot sfeervol office de tourisme is omgebouwd raadt ons de dienstdoende, aardige man achter de toonbank ons ten stelligste af om vandaag te gaan fietsen. Tegen het eind van de middag is code rood afgegeven en staan fikse donderbuien en hagelstenen op het menu. Omdat de man het ongetwijfeld beter weet dan wij blazen we voor vandaag de fietstocht af en bestellen d'n elektriek dan maar voor morgen. Nu we ineens niks te doen hebben stel ik voor om de ongeveer 60 kilometer korte rit naar de Morvan te ondernemen waar Josien en Ton, gemeenschappelijke vrienden van ons, wonen. Twee jaar geleden heb ik daar nog huis gehouden met een pneumatische hamer en elektrische zaag waar Josien en Ton indertijd niet dol enthousiast over waren maar dat is geen reden maar eens poolshoogte te gaan nemen hoe de zaken er nu voor staan in de omgebouwde boerderij. Ik sla steil achterover als ik, aldaar aangekomen, zie wat er in de twee jaar sindsdien allemaal verspijkerd en verbouwd is. Een prachtige woonkamer en een stoere keuken worden door ons bewonderd. En de pokdalige heuvel met gammele bomen is veranderd in een geëgaliseerd terrein voor tenten of caravans. Kortom, wilt u rustiek kamperen op een dag reizen van Holland, reis af naar Ménessaire in de Morvan. Aanvankelijk denk je helemaal aan het eind van de wereld te komen, maar dan ontvouwt zich een sfeervol dal met in de verte een sprookjeskasteel met daar tegenover de bewuste boerderij. Josien en Ton dringen er op aan dat we blijven bar b quen en zo wordt het leven als God in Frankrijk weer eens helemaal bewaarheid. De code rood blijkt net als zo vaak in Nederland alleen maar bangmakerij. Er is de hele dag verder geen druppel gevallen. In een spookachtige roze avondlicht, veroorzaakt door de late zon, koersen we weer campingwaarts.
dinsdag 21 juli 2015
Amerikaanse klanken in de franse wijngaarden
dinsdag 21 juli
Een vorstelijk ontbijtje in Vesles, Verser dan vers brood van de "boulanger dans le camp". Een blikje leverpastei is het enige dat we bij hebben als broodbeleg. We zijn gisteren vergeten nu boodschappen te doen en in Vesles was alles al gesloten. Ook geen wijn gisteravond dus. Heel goed voor de hersencellen.
Na enige gerommel begrijp ik hoe de tomtom werkt en besluiten we niet voor de snelste maar de kortste route te kiezen. Fout dus zoals elke tomtombezitter weet. (maar wij niet dus). Bij elke omweg rond een gehucht leidt onze tom tom ons dwars door het dorpje. Zeker bij de steden die we tegenkomen schiet dat voor geen meter op. Dus alsnog maar voor de snelste weg gekozen. We roetsjen nu zonder dralen naar de Bourgogne, alwaar we in de buurt van Beaune neerstrijken bij een camping in Santenay, het meest zuidelijke puntje van het Bourgogne wijngebied. Volgens een gids van National Geographic bevindt zich in dit gebied een chateau waar de lekkerste witte wijn VAN DE HELE WERELD wordt verbouwd. Die gaan we morgen eens proeven. Zoals we ook een fietstochtje gaan maken, ze verhuren hier in de buurt zowaar elektrieke fietsen! Ik op mijn racefiets en H. op een electromotor er naast, Jut en Juul zijn weer op vietsvakantie.
Het mooiste van deze op prachtige, zuidelijke hellingen gelegen witte wijngaarden uitkijkende camping is niet het uitzicht maar de achtergrondmuziek! op de achtergrond zit de hele avond een kloeke bigband american standards de lucht in te blazen, we wanen ons ergens in de states.
Een vorstelijk ontbijtje in Vesles, Verser dan vers brood van de "boulanger dans le camp". Een blikje leverpastei is het enige dat we bij hebben als broodbeleg. We zijn gisteren vergeten nu boodschappen te doen en in Vesles was alles al gesloten. Ook geen wijn gisteravond dus. Heel goed voor de hersencellen.
Na enige gerommel begrijp ik hoe de tomtom werkt en besluiten we niet voor de snelste maar de kortste route te kiezen. Fout dus zoals elke tomtombezitter weet. (maar wij niet dus). Bij elke omweg rond een gehucht leidt onze tom tom ons dwars door het dorpje. Zeker bij de steden die we tegenkomen schiet dat voor geen meter op. Dus alsnog maar voor de snelste weg gekozen. We roetsjen nu zonder dralen naar de Bourgogne, alwaar we in de buurt van Beaune neerstrijken bij een camping in Santenay, het meest zuidelijke puntje van het Bourgogne wijngebied. Volgens een gids van National Geographic bevindt zich in dit gebied een chateau waar de lekkerste witte wijn VAN DE HELE WERELD wordt verbouwd. Die gaan we morgen eens proeven. Zoals we ook een fietstochtje gaan maken, ze verhuren hier in de buurt zowaar elektrieke fietsen! Ik op mijn racefiets en H. op een electromotor er naast, Jut en Juul zijn weer op vietsvakantie.
Het mooiste van deze op prachtige, zuidelijke hellingen gelegen witte wijngaarden uitkijkende camping is niet het uitzicht maar de achtergrondmuziek! op de achtergrond zit de hele avond een kloeke bigband american standards de lucht in te blazen, we wanen ons ergens in de states.
Sokken toch?
maandag 20 juli
Het is weer een drukte van belang in huize Luxembourg aan het Titus Brandsmakwartier te M. Vliegensvlug worden de spullen tamelijke geordend de huurauto ingehesen. Eerst het staketsel van mijn fiets zonder dan wielen, De rest er onder en er om heen. De enige manier om dat ding erin gepropt te krijgen. Op de vraag van H. of ik toch echt niks vergeten ben, b.v. sokken, roep ik gekweld: Sokken toch? Deze twee woorden drukken heel veel uit: "ik weet best wat ik moet inpakken, ik doe dit immers al jaren zelf als ik op mijn fietstripjes de wijde wereld in trek, en ook op mijn reis naar Marokko deed ik het helemaal zelf, en ja, vanzelfsprekend, natuurlijk, als je je eigen kleren inpakt zitten daar natuurlijk ook sokken bij!!". Sokken toch, dust.
Enfin daar gaan we. Op de bovenkant van de inderdaad ook meegeleverde tom tom leg ik behoedzaam mijn nieuwe vondst, een bleu tooth speaker, zodat vanaf nu al mijn op spotify "off line" geselecteerde albums gratis en voor niks (nou ja 10 euro abonnement per maand) de ether kunnen worden ingeslingerd. En nog mooier: het werkt! En zo zullen Enaudi, J.J. Cale, Mark Knopfler, Gerry Rafferty, maar ook the Pearls Before Swine, Daft Punk en Mario Schulz ons tijdens de reis voortdurend begeleiden. Vooral die Mario Schultz is me er eentje. Een volstrekt foute Duitse producer die allerlei deuntjes voorziet van teutoons stampende ritmes. Helemaal fout maar heerlijk voor onder weg. Iedereen kent wel het deuntje onder de Mercedes reclame. Ik was er van meet af aan verkikkerd op en zocht net zo lang op nternet totdat ik de maker te pakken had, Mario Schulz also. Ga maar even zoeken op Spotify en dein met ons mee op de reis naar het zuiden.
We komen niet verder dan Reims, zoals we ook hadden verwacht. De lucht is grijs en af en toe piemelt het wat. Maar tegen de tijd dat we de kathedraal van Reims verlaten begint de lucht open te breken. Ons voornemen om op deze vochtige dag maar een hotelletje te zoeken wordt alsnog omgezet een camping. Reims heeft er zelf geen maar in de direkte omgeving vinden we een rustiek plekje in Vesles.
Het is weer een drukte van belang in huize Luxembourg aan het Titus Brandsmakwartier te M. Vliegensvlug worden de spullen tamelijke geordend de huurauto ingehesen. Eerst het staketsel van mijn fiets zonder dan wielen, De rest er onder en er om heen. De enige manier om dat ding erin gepropt te krijgen. Op de vraag van H. of ik toch echt niks vergeten ben, b.v. sokken, roep ik gekweld: Sokken toch? Deze twee woorden drukken heel veel uit: "ik weet best wat ik moet inpakken, ik doe dit immers al jaren zelf als ik op mijn fietstripjes de wijde wereld in trek, en ook op mijn reis naar Marokko deed ik het helemaal zelf, en ja, vanzelfsprekend, natuurlijk, als je je eigen kleren inpakt zitten daar natuurlijk ook sokken bij!!". Sokken toch, dust.
Enfin daar gaan we. Op de bovenkant van de inderdaad ook meegeleverde tom tom leg ik behoedzaam mijn nieuwe vondst, een bleu tooth speaker, zodat vanaf nu al mijn op spotify "off line" geselecteerde albums gratis en voor niks (nou ja 10 euro abonnement per maand) de ether kunnen worden ingeslingerd. En nog mooier: het werkt! En zo zullen Enaudi, J.J. Cale, Mark Knopfler, Gerry Rafferty, maar ook the Pearls Before Swine, Daft Punk en Mario Schulz ons tijdens de reis voortdurend begeleiden. Vooral die Mario Schultz is me er eentje. Een volstrekt foute Duitse producer die allerlei deuntjes voorziet van teutoons stampende ritmes. Helemaal fout maar heerlijk voor onder weg. Iedereen kent wel het deuntje onder de Mercedes reclame. Ik was er van meet af aan verkikkerd op en zocht net zo lang op nternet totdat ik de maker te pakken had, Mario Schulz also. Ga maar even zoeken op Spotify en dein met ons mee op de reis naar het zuiden.
We komen niet verder dan Reims, zoals we ook hadden verwacht. De lucht is grijs en af en toe piemelt het wat. Maar tegen de tijd dat we de kathedraal van Reims verlaten begint de lucht open te breken. Ons voornemen om op deze vochtige dag maar een hotelletje te zoeken wordt alsnog omgezet een camping. Reims heeft er zelf geen maar in de direkte omgeving vinden we een rustiek plekje in Vesles.
Abonneren op:
Posts (Atom)