Totaal aantal pageviews

dinsdag 31 juli 2018

Dag 18: van Skibbereen naar Ballinspittle: aan gekke namen geen gebrek!

Voordat ik vandaag kan beginnen moet ik eerst eens dringend langs de fietsenmaker in Skibbereen. Mijn remmen zijn vogens mij aardig versleten. Om snel aan de  beurt te zijn zet ik mijn fiets met volledige bepakking pontificaal voor de nog gesloten zaak. Ondertussen ga ik ergens koffie drinken. Als ik  terug kom heeft mijn taktiek inderdaad succes. Alle andere fietsen worden uit de takels getild en mijn remmen worden met voorrang vervangen Bovendien blijkt ook mijnachterband tot op de draad versleten. Nog een geluk dat ik onderweg niet met een gescheurde buitenband ben komen te staan!  Bij het uitrijden uit de stad kom ik een fietsend stel tegen uit Taiwan! Ze hebben met Frankrijk en Engeland achter de kiezen al dik duizend kilometer afgelegd. ( bij mij staat de teller inmiddels ook al op 1250).
Daarna kan ik, opgelucht en met een veilig gevoel, weer op pad.Vandaag wordt definitief de weg naar het oosten ingeslagen. Dat is goed te merken aan de wind. Die heb ik nu pal in de rug. Dat scheelt enorm in de snelheid. Sneller dan ooit dender ik over de heuvelruggen al zitten er, vooral aan het eind toch weer een aantal gemene puisten tussen waarbij de wind in derug geen enkel soelaas biedt. De tocht leidt langs een aantal inhammen die de zee in de kust heeft ingesleten. Er ziiten er enkele bij met enkele kilometers omtrek, zoals die bij Clonakily; pak Google Maps er maar eens bij. Om die baaien wordt ik met de fiets helemaal rondgeleid. Het is blijkbaar eb, want overal valt de bodem droog en liggen scheepjes op hun kant. Ook is er her en der schorbegroeiing zichbaar, het zou me niks verbazen als links en rechts zeekraal groeit. Af en toe krijg je een doorkijk op open zee; een fascinerende landschap, vooral ook vanwege de vele plaatsjes aan die baaien, vaak in de meest exotische kleuren geschilderd.Voor een paarse, naast een knalgele en groene gevel schrikt men hier niet terug.Het verhaal dat langs de zuidkust van Ierland palmen staan klopt; al zijn het kleine, wat zielig uitgevalle exemplaren. Vooral het aantal pijnboomachtigen, zoals je die in Italie en zuid Frankrijk ziet, valt op. Tussen al dat fraaien groen af en toe prachtige villa;s van kapitaalkrachtige Ieren.
De camping in Ballinspittle (zo'n naam verzin je niet) is zo stijl dat ik er met geen mogelijkheid tegenop kan. Tot mijn stomme verbazing gaat men postief in op mijn voorstel om mijn fiets met bepakking en al naar boven te rijden.De campingeigenaar stapt in zijn enorme SUV met achterbak en rijdt mij met mijn fiets omhoog. Als vervolgens deze voortreffelijke camping ook nog eens de goedkoopste tot nu blijkt(8 euro) kan mijn verbazing niet op.

Dag 17: van Kenmare naar Skibbereen; Opa roffelt met zijn wandelstok

Van de weersvoorspellingen komt niets uit, het is weer prachtig weer vandaag. Eerst ga ik weer de bergen in, nu via een weg met steile afgrond die zo in de Pyrenneen (hoe schijf je dat eigenlijk?) had kunnen liggen. Hoe desolater en kaler de bergwegen, hoe meer ik in mijn element ben. In het boekje stond het laatste stuk aangeduid met 8 %. Nou dan weet de echte klimmer wel wat dat betekent. Moeiteloos klom ik naar boven, slechts de laatste 200 meter (hetberuchte kuifje) moest ik in zijn allerkleinste verzet doen. Wat niet wil zeggen dat ik niet heb zitten stoempen al die kilometers om hoog; maar dat hoort er nu eenmaal bij.
Helemaal op de top stond een beeld met Jezus aan het kruis. Dan weet je dat niets je deze dag nog zal overkomen. Eenmaal over die berg (waar ik opvallend veel fietsers met bepakking de andere kant zie op komen; veel gezwaai naar elkaar, soms zelfs een opbeurend woord) over een erbarmelijk wegdek naar beneden. De vegetatie verandert en oogt zuidelijker, maar misschien is het ook maar een gedachte en komt het door het mooie weer.


Maar ook het gidsje zegt dat dat dit de regio is waar de gegoede Ierse klasse op vakantie ging. Ik kom aan de kust inderdaad enkele enorme hotels tegen, duidelijk uit een andere tijd. Na nog een forse klim uit het badplaatsje  Bantry begin aan de laatste twee ' vingertjes'  van de schiereilanden in het zuiden. Vroeger dan ik dacht kom ik aan in de meest zuidelijke plaats van deze hele toer, Skibbereen. De camping ligt nu eens vlak bij, dus ' s avonds kan ik weer eens naar een pub met live music, deze keer een echte bard die liederen zingt die door de hele kroeg worden meegezongen. Ook opa in de hoek brengt een aantal liederen, zichzelf tikken begeleidend met zijn wandelstok. In een fish en chipstentje moet ik de weg terug vragen; ik ben helemaal verdwaald in Skibbereen.

maandag 30 juli 2018

Dag 16: van Tralee naar Kenmare; Spierballenvertoon op bergtop

Gisteravond kwam het er niet meer van een stukkie te tikken omdat ik bij het kampvuur zat met een glas gin tonic. Op een verlaten camping langs de zeearm, de Kenmare Bay, die Kerry van Beaera scheidt, ontmoette ik een Iers echtpaar met vrienden en kinderen die me uitnodigden bij hun kampvuur. Verder was er bijna niemand op de camping, behalve enkele bewoonde huisjes verderop. Het was zo n camping zonder wc papier, waar ik dus met een handdoekje om richting douche moest vluchten. Ach, er was verder toch niemand, dus wat maakt het allemaal uit. De dag leidde via een enorme klim door het 'hooggebergte' ,(met toppen tussen de 6 en 700 meter, maar het leek alsof ik in de Alpen zat,  alleen de sneeuw ontbrak) van Kerry. Prachtig, prachtig, zeker nu het weer op alle mogelijke manieren mee hielp; veel zon en wind in de rug.


Op de top raakte ik in gesprek met een jonge Amerikaan uit San Francisco. Daar ben ik met Jur ook ooitgeweest, dus gesprekken lagen voor het oprapen. Pas aan het eind merkte ik wat voor vreemd racefiets hij bij zich had. Een accu op de buis en een grote zwarte schijf in het achterwiel. Meneer had de klim gedaan met electrische fiets. Ik heb hem toen toch even gewezen op deze 68-jarige die het elemaal op eigen kracht gedaan had, daarbij het spierballengebaar makend. Ja, dat moest toen even.
Vlak daarna live beeldverbinding gehad met mijn lief.Gratis! dat dat ook al kan met Whats App was mij tot nu toe nog niet duidelijk. Weer een contactmogelijkheid extra erbij!

zaterdag 28 juli 2018

Dag 15: van Kilrush naar Tralee: Zingend op weg naar Tralalalee

Aan alle somberte van de afgelopen dagen kwam vandaag een eind. De voorspelde regenachtige dag ging niet door; daarvoor in de plaats een prachtig schouwspel van donkere en witte wolken met veel blauw daar tussendoor. Naarmate de dag vorderde won de zon het. De tocht gaat vandaag door een tamelijk vlak landschap met af en toe een forse heuvelrug die overwonnen moet worden. Bovenop telkens een schitterende uitzicht met het steeds dichterbij komend bergmassief van het schiereiland Dingle. 's Ochtends,  op de boot van Kilimere naar Tarbert over de Shannon, kom ik een Belgische echtpaar, iets jonger dan ik, tegen. Zij doen het deel van de tocht langs de oceaan, dus vanaf Sligo, waar ik ook langs gekomen ben. Zij mopperen net als ik op die Paul Benjaminse met zijn boekje, die net doet of alle hellingen zingend genomen kunnen worden; de werkelijkheid is heel anders. Later komen we ook nog twee Hollandse vrouwen tegen uit Delft. Ik beloof ze een tijdje uit de stevige waaiende zuidwester te zetten, maar na een tijdje kop gedaan te hebben zijn ze achter me verdwenen; dat ging toch iets te hard blijkbaar; ik zie ze niet meer terug. Wel komen de Belgen me weer achterop als foto' sta te nemen van de werkelijk schitterende kathedraal van Ardfest uit de 13e eeuw! De wanden zijn prachtig gerestaureerd. Juist zo zonder dak is het gebouw veel indrukwekkender dan wanneer alles helemaal opgekalefaterd zou zijn


.Daarna twee keer fors in de beugels om vervolgens in een glijvlucht het prachtig tegen de heuvelruggen aangevlijde Tralee binnen te rijden. Er is een meer dan prachtige camping waar ik nog een tijdje kan gaan zitten zonnen in de heerlijke avondzon; wat een luxe na al die natte, grauwe dagen.

Dag 14: van Doolin naar Kilrush; in het hol van Ierland

Gerard Reve heeft ooit eens ergens de bilspleet omschreven als ' het lichaamsdeel  waar de zon nimmer schijnt'. Zo gezegd heb ik vandaag in het hol van Ierland gebivakkeerd; de omgeving van de Shannon, die - inderdaad - als een soort bilspleet in de onderkant van Ierland geparkeerd zit. Geen zonnestraal beroerde vandaag mijn huid;alles was grijs en grauw. In de badplaats met de onheilspellende naam: Kilkee, namen de bewoners blijkens deze foto zelfs niet eens de moeite hun huis een andere kleur dan grijs te geven, op een optimistje na die de kleur lichtgeel probeerde.( pas als je foto vergroot zie je het)
Een somberder badplaats heb ik nooit aanschouwd, alles was nat en winderig; de temperatuur zal niet hoger dan een graad op 16 hebben gelegen. Het landschap waar ik doorheen reed was als een op een opgefrommelde en daarna op een tafel neergegooide doek; eindeloos veel plooitjes waar ik overeen moest, maar aan het eind was ik nog steeds niet verder dan het tafelblad. IK moest denken aan het kale landschap tussen Domburg en Westkapelle; met dat verschil dat ik de Westkapelse zeedijk een keer of veertig op moest; om moedeloos van de worden. Toen het rond een uur of drie weer flink begon te regenen vond ik het echt niet leuk meer. Ter hoogte van Kilrush aan de over van de Shannon ik er geen zin meer in. Als een verzopen kat stond ik op het marktplein, totdat ik even verderop ineens het woord Hostel zag staan. Via een behulpzame buurvrouw, die duidelijk met me te doen had,werd de eigenaresse van het gesloten Hostel, die enkele huizen verder woonachtig bleek, erbij gehaald. IK bleek de enige gast, afgezien van een andere Nederlander, die ik even later leerde kennen.Die wilde net chili con carne gaan klaar maken en vroeg of ik mee wilde eten; nou, maar wat graag. Zelf sloeg ik snel een fles wijn in en zo zaten we een uurtje later gezellig te kouten, hij en ik. Hij blijkt een gesjeesde journalist die zich met al zijn publicaties over het koningshuis en hoogeplaatse Nederlanders, waaronder directeur generaal Demming, zo onmogelijk heeft gemaakt dat hij niet meer in Nederland woonachtig is. Justitie zit achter hem aan. In Ierland is hij daarom ook zonder vaste woon- of verblijfsplaats en huist nu dus voor een tijdje in dit hostel. Zijn naam laat ik dus hier maar achterwege. In anderhalf uur tijd namen we de hele wereldpolitiek en die van Nederland door. Hij  volgt alles nog op de voet en heeft overal een uitgesproken mening over (net zoals ik trouwens). De fles wijn beinvloedde de discussie danig. Na dit zeer boeiende gesprek moest hij snel nog wat gaan schrijven op zijn blog, waarop hij dagelijks zijn mening over allerlei zake geeft. En ik moest met de mijn ook aan de slag.
De komende dagen wordt hier alleen regen voorspeld. Als dit zo doorgaat stuur ik al mijn kampeerspullen terug naar Nederland en hou ik het voortaan bij hostels. Die zijn hier genoeg te vinden, blijkt. En je komt er nog eens bijzondere figuren tegen!

donderdag 26 juli 2018

Dag 13: Van Galway naar Doolin; Van de regen in de drup

Terwijl bij jullie de mussen van het dak vallen valt hier vanaf vanmiddag het water met bakken uit de hemel.Ook Ierland was toe aan een forse douche, dus het is Ierland gegund. Maar jezult er als fietser maar in zitten. De dag begon vanuit Galway met een enorme tegenwind, wat al een voorbode was van de op til zijnde weersomslag.
Vervolgens kwam er een golf warme lucht achteraan, onnatuurlijk voor de westkust van Ierland, een reden  te meer om een omslag tevrezen. Nou, die kwam dan ook. Terwijl ik bezig was de Burren, een heuvelrug ten zuidwesten van Galway, op te klauteren begon het te regenen, eerst zachtjes toen harder en harder.
Een eerste keer wist ik nog te schuilen in een restaurantje te Caldon, daaran was er geen kruid meer tegen gewassen en plensde en plonsde ik onder een semi nachtelijke hemel door een verlaten landschap richting het nergens aangegeven Doolin. Een pubeigenaar was zo aangedaan door het lot van deze eenzame fietser dat hij, zich afvragend hoe ik mijn kleren ooit nog droog zou kunnen krijgen, graag de koffie voor niks gaf. Maar dan voltrekt zich het wonder: na vier uur regen vangen werd het een kwartiertje voor Doolin, een plaatsje van niks ergens onderaan een heuvelrug tegen de oceaan, plots droog. Genoeg tijd om in ieder geval mijn fietstassen droog te waaien. En mijn tent kon ik op een minicampinkje naast een hostel in een mum van tijd droog opzetten. Wie schetst mijn verbazing als ik bij binnenkomst in de ontmoetingsruime van het hostelletje een heuse brandende open haard aantref. Een betere plek hadden mijn door- en doornatte schoenen en sokken niet kunnen dromen. Heerlijk heb ik een half uurtje zitten sudderen. Toen ik vervolgens merkte in mijn tentje dat de inhoud van al mijn tassen ondanks het noodweer droog was gebleven, onderging een hevig gevoel van voldoening ik had de elementen overwonnen! Kijk daar doe je het het nou voor!  Terwijl jullie in de avondlucht genoeglijk in de tuin zitten, zit ik bij een open haardvuur in een oergezellige ruimte met op de achtergrond een fiedelende Ierse viool op de installatie, mijn stukje te tikken. Voor morgen nog meer regen beloofd. Benieuwd of ik dat weer even bevredigend kan afronden.Da

woensdag 25 juli 2018

Dag 12: van Clifden naar Galway; van de dag naar de nacht

Het accent verleggen we eens naar de avondlijke uren. Niet dat er overdag minder gefietst wordt; maar veel nieuws kan ik daarover niet meedelen. Des te meer over het tweede deel van de dag, de avond. Gister kwam ik aan op een camping in Clifden (spreek uit als Cliften, anders weten ze niet waar je het over hebt). Hoewel op de kaart Clifden zo'n beetje het uiteinde Europa aan westelijke zijde betreft (niet overdrijven, ik kom zuidelijker in nog westelijker gelegen plaatsjes) is het daarom niet minder levendig. Het vierkant waaruit het stade bestaat is vrijwel geheel gevuld met restaurantjes en kroegen; de een nog knusser dan de ander. Op meerdere plaatsen wordt muziek gemaakt. In een pub waarvan ik de naam vergeten ben, tref ik een trio bestaand uit accordeon, fluit en viool. Urenlang maken drie hele snelle muziek, waarbij de fluit en de viool vrijwel dezelfde noten blazen.  Op een gegeven moment legt de violist zijn instrument weg en voert een soort tapdans uit met stilstaand bovenlijf. Vroeger zag je dat soort dansen vaak op tv op nieuwjaarsnacht; ik ben er de naam van vergeten, maar fascinerend blijft het. Daarna door na de Lowrys Bar, vorig jaar verkozen tot best Pub van Ierland. Daar zit wederom een trio ontzettend gelikte muziek te maken, versterkt en al, voorafgegaan door een heuse soundcheck. Toch kies ik voor het eerste akoestische trio, spontaner, echter.
Vanavond kom ik na een snelle tocht over de hoofdweg met de wind in de rug aan in Galway (spreek uit Golway); een echt studentenstad. Een hostel heb ik gauw gevonden, dit jaar uitgeroepen tot beste hostel van Ierland (ik race inderdaad van de ene beste plek naar de andere). Zo groot, schoon en professioneel geleid hostel trof ik nog nooit; als ouwe man tussen al die jongeren voel ik me ook altijd jaren jonger. Galway blijkt 's avonds nog drukker dan overdag, in de winkelstraten kun je tot een uur of tien over de hoofden lopen, overal staan muziekgroepen te spelen. In elke kroeg staat ook muziek, zoals in deze
. Ieren weten wel hoe je sfeer moet maken; buiten mag het dan vaak matig weer zijn;binnen is het des te beter. Nu begrijp ik waarom Ieren in het buitenland vaak zo naar huis verlangen, die sfeer tref je nergens.
Hoewel de termperatuur 's avonds daalt tot een graad of 16, 17 oogt de pier als die van een Zuid Franse haven.

maandag 23 juli 2018

dag 10en 11: van Ballina naar Newport en van Newport naar Clifden: Door het rijk van Mordor

Gister scheen voor het eerst de zon enthousiast en was het in de middag zelfs continentaal warm! Het landschap werd interessanter met het opdoemen van steeds meer meren en de steeds dichterbij komende berg, Nephin geheten
. Paul Benjaminse, de samensteller van de Groene Route, stuurde me onbarmhartig landbouwweggetjes op die alleen maar omhoog liepen. Maar op een gegeven moment zat ik zo wel in het Nationaal Park van The Nephin Mountains met hoge naakte bergen met toppen tot de 700 meter. Ja, dan ben je toch wel ineens ver van huis. Vroeg in de namiddag was ik al in het zonnige, zeer toeristische Newport. Nou blijkt dat een bedevaartsoort te zijn omdat Maria hier ooit ergens zou zijn verschenen; juis deze weken gaan honderden pelgrims blootsvoets een berg op om het laatste stuk geknield te doen; wat dat betreft zijn ze hier dus net zo gek als in Fatima in Portugal waar ik dergelijke taferelen ook aanschouwde. Hier heb ik het niet gezien, maar het stond in Paul Benjaminse en dan is het waar. Een camping vond ik achterin een gigantisch landgoed nmet een kermis erop en andere voor kinderen leuke dingen, Op deze zonnige zondagmiddag barste het van de ouders met kleine kindertjes, waar ik met mijn fiets tussendoor manoevreerde. Op de camping ontmoette ik Adrien, een Fransman van 24 die al drie maanden aan het fietsen is door noord west Europa en van plan is terug naar het continent naar Griekenland door te fietsen. Hij heeft daarvoor een jaar uitgetrokken. Ja, je hebt altijd baas boven baas natuurlijk. Gezellig drinken we samen een paar pinten en bekijk ik zijn luxe fiets met Rohlofnaaf, afneembare hydraulische remmen en Brookszadel. Ja, dan is dat ding van mijn  toch maar een barreltje.
Vandaag start ik in de regen en oogt alles mistroostig. Toch wordt het de mooiste dag tot nu toe, door het sombere maar imponerende landschap van Conemarra. Denk aan de boeken van Tolkien, en dan met name het duistere rijk  van Mordor, en je weet waar hij zijn inspiratie vandaan haalde (dat zegt Benjaminse tenminste). Overal met nevelflarden omhangen bergen en eindeloze vlakten met geen enkele boom.

Gelukkig laat de wind het vandaag af weten. Onderweg kom ik ook de in alle reisgidsen vermelde Kylemore Abbey tegen; een door een gefortuneerde Engelse politicus rond 1850 hier neergezet. Inderdaad zeer fraai en ook zeer Engels.
Ik heb geen zin om 13 euro te betalen voor een kaartje en kan dus alleen van een afstand foto's nemen. Onverwacht snel ben ik in Clifden waar zich zowaar een camping bevindt (volgens Benjaminse niet, niet alles wat hij zegt is dus waar). In Clifden blijkt een pub die vorig jaar tot de beste van Ierland is uitgeroepen, aldus de campingbazin, en daar wordt vanavond gezongen. Op dus vanavond naar Clifden.

zaterdag 21 juli 2018

Dag 9: Strandhill - Ballina; De hele dag achtervolgt de Bulben me

Gisteravond in het vakantieplaatsje Strandhill werd het in de kroeg voor mijn doen nog een latertje (dat wil zeggen half tien; naast enkele glazen Guinness nu ook het cremige bier Oyster geproefd; in een woord heerlijk: net zo cremig als Guinness, net zo donker, maar iets gekruider, laten we zeggen dat het in de verte iets van oester wegheeft).
In de kroeg speelde Amy met zang en gitaar. Tussen de nummers door raakte ik wat met haar aan de klets; ze is geboren in dit plaatsje en treedt een keer per maand op; rijk zal ze er niet van worden. Zichtbaar blij was ze met mijn klapjes na elke nummer, zeker toen het restaurantje vervolgens spontaan begon mee te klappen. Er zaten, eerlijk waar, enkele prachtige nummers tussen, van Tom Petty tot Lenny Kravitz; ja die Amy komt er wel in Noord West Ierland.

Vanmorgen 10 kilometer terug gefietst naar Sligo, waar ik in een pub gisteren mijn Benjaminse reisgids had laten liggen. Ik kon de weg in het toch wel drukke Sligo zonder probleem vinden. De barman had het boekje al voor me klaar gelegd. Je bent niet de eerste die hier wat laat liggen, zei hij. Ook met hem kletste ik wat af over het weer en zo. Daarna de tocht naar Ballina aangevangen, waarbij een voortdurend stijgende weg, allengs geitenpaadje, me door een prachtig stil heuvellandschap leidde. Langs de weg stonden alleen bordjes met wandelaars er op; zo wel het tempo waarin ik voorttrapte als het uitzicht hoorde inderdaad meer bij een bergwandeling dan een fietstocht. Toen weer aan de afdaling begon kon ik na uren fietsen in de verte toch Strandhill weer zien liggen, met de intrigerende Bulben daar achter; de berg waar aan de voet de Ierse dichter Yates begraven ligt (maar ja: lazen u en ik ooit een gedicht van Yates? Ik in ieder geval niet).
Na nog enkele pittige klimmen was ik het weer zjat en zocht ik de hoofdweg op.Met muziek op de oortjes was het daarna prettig doortrappen; in de verte eindeloze heuvelruggen aan de horizon. In de vroege avond vond ik, na een ongelooflijk smerige maaltijd in een fastfood restaurantje, heel gemakkelijk de camping van Ballina.In de buurt schijnt een kasteel te liggen; morgen even gaan kijken. Na al die pinten van gisteravond zal ik het vanavond met water uit mij bidon moeten doen.

vrijdag 20 juli 2018

Dag 8: jullie smeken er om; hier is er genoeg van

( Met excuus voor de vele tikfouten. Na een pnt Guinnes en een halve pint Oysterbier (heerlijk) heb ik geen fut meer ze allemaal te gaan verbeteren ) Er zijn op een vakantie van die dagen dat de reiziger zich afvraagt waarom hij in Godsnaam aan het avontuur begonnen is. Vandaag is zo'n dag. Het heeft de hele nacht geregend, niet hard, maar gestaag valt de regen, die via het bladerdak van de boom drupt, met harde plofjes op mijn tentdak.Als ik mijn tentdoek open sla is alles grijs, grijs en nog eens grijs. De heuvels zijn slechts zichtbaar vanwege de wolken die er om heen hangen. Nee, dit is geen tof begin vandaag, maar ja, wie Ierland als vakantieland uitzoek moet dit niet abnormaal vinden. Van wetshandhavers heb ik geen last gehad; een voorbij komende jggende bejaarde vraagt hoe de B&B bevalt, grapjurk! Ik wissel mijn overgebleven ponden weer om in euro's, we gaan de EU weer in. Van een grens is nergens wat te merken. Dat wordt nog wat als de brexit inderdaad door gaat. Zouden hier dan weer overal grensovergangen moeten komen met douaniers en wat niet al? Het schijnt inmiddels de belangrijkste kwestie in de eindeloos voortkabbelende besprekingen  het Britse kabinet te zijn. Wederom pak ik niet de voorgeschreven route langs landweggetjes maar de doorgaande autoroute waarop vrijwel geen autoverkeer plaats vindt. Lekker rustig dus en makkelijk te berijden. Het landschap is vandaag vooral grij en donkergroen. Op een gegeven momet doemt beneden mij een meer op, normaal gesproken een prachtig uitzicht, nu een slecht uitgevoerd waterverfschilderij in grijs en ..... donkergroen.
Onderweg zie ik bordjes die naar een waterval verwijzen. Je moet er wel 5 kilometer (de miles zijn vervangen door continentale kilometers) voor om rijden; geen haar op mijn hoofd die daarover peinst; stel je voor dat er weer een paar van die venijnige heuveltjes tussen zitten.
Sligo is volgens de gids een leuk plaatsje maar ik vind er met dit grauwe weer niks aan. Ik zit een uur in de pub om over het routeboek voor morgen te buigen. Het zit om half een in de middag als stampenvol en iedereen heeft een forse pint voor zijn neus staan; een laars vol bier  vroeg op de dag is hier ussance, zo lijkt het. Ja, dat krijg van je dit sjagrijnige weer, de vlucht in de drank!
Er is een camping, 6 kilometer verder, pal tegen de winderige kust aan, Strandhill heet de plaats. Het plaatsje, voornamelijk bestaand uit vrij nieuwe vakantiewoningen, ligt tegen een merkwaardige platte berg aan; een enorme krentebol met in plaats van krenten, schapen.

donderdag 19 juli 2018

Dag 7: De dazer werkt!

Alweer een week onderweg.
En de eerste 500 km reed ik vandaag onder de wielen vandaan. En ook heb ik voor het eerst mijn dazer gebruikt; een apparaatje dat ik al jaren ongebruikt aan mijn fiets heb hangen voor het geval dat. Dat geval betekent: als er een grote hond op me af komt. De dazer stoot een hele hoge toon, voor ons niet hoorbaar, maar honden schijnen ervoor op de loop te gaan. Vandaag stoven bij een boerderij twee behoorlijk  grote honden op me af. Ik bracht mijn dazer in stelling en: ja hoor, ze maakten onmiddellijk rechtsomkeer! Kijk dat geeft de bange burger toch weer moed. Eerder probeerde ik het apparaat al een keer stiekem uit op een klein keeshondje. Dat beest gaf geen sjoegen; een hond moet natuurlijk niet doof zijn. Dat zal die overjarige keeshond dus wel geweest zijn.
Het was weer behoorlijk heuvel op heuvle af vandaag; maar alles went. Bovendien pakte ik een enkele keer een min of meer parallel lopende grotere weg; wel af en toe wat voorbij razende auto's, maar aanzienlijk beter wegdek en, nog belangrijker, aanzienlijk minder geaccidenteerd. Dat ga ik dus af en toe doen; effe een stukje rustige autoweg pakken als het me te gortig wordt.
IK kwam voorbij een prachtig gelegen landhuis, Florence Court, dat, hoewel nog niet Noord Ierland gelegen, toch tot een van de mooiste Georgean Style houses van Ierland gerekend wordt, ergens in de 17e eeuw gebouwd door de gravan van Enniskillen; een stad waar ik het eerste kasteeltje op mijn reis tegenkwam.
Toen ik probeerde mee te glippen met een aantal bezoekers en een foto wilde maken werd ik door de gids op barse wijze de deur gewezen; ik hoorde helemaal niet bij het gezelschap en had niet voor de rondleiding betaald. Betrapt als een kleine jongen, klom ik weer op mijn zwaar beladen fiets op weg naar de grens.
Aldaar aangekomen was er voor mij in de herberg geen plaats. Ook niet in Belcoo net over de grens (of toch nog niet in Noord Ierland; ik weet het echt niet, de brexit heeft in ieder  geval nog niet tot prikkeldraad of een trumpiaanse Mexicomuur geleid). Dus bivakeer ik vanavond maar in het met EU aangelegde natuurpark; als EU burger heb ik daar toch wel recht op. Die smoes hou ik vanavond paraat als onverhoeds de grenspolitie bij me aanklopt; een tentje in de grensstreek is immers geen sinecure deze bange dagen.

woensdag 18 juli 2018

Dag 5 en 6: Kampeerders zijn hier uitschot!

Even iets recht zetten; zo ontzettend ruk is de internetverbinging in Noord Ierland nou ook weer niet. Het heeft alles te maken met mijn onhandigheid waar het de cyberspace betreft. Ik denk nog altijd dat je altijd een lokale internetverbinding moet hebben; maar dat is natuurlijk helemaal niet nodig. Op mijn telefoon kan ik gewoon de uitslagen van de Tour de France volgen; zowat het allerbelangrijkste nieuws deze dagen. En natuurlijk mijn dagelijkse berichtjes versturen; zelfs dat kan in the middle of nowhere. Gisteren, na een eerste lange etappe (115 km) zat ik echt in the middle of nowhere. Volgens het boekje van Benjaminse dat ik volg, waren er op de hele route 2 campings; de eerste na 87 kilometer; een caravanpark. Wat ik al vreesde bleek waar: ' camping prohibited'  stond er in rode letters onder het bord van het caravanpark.. Ongegrijpelijk dat dit park niet een slaatje wil slaan uit al die fietsers die elke dag weer hoopvol gestemd op dit park afkomen. Wegwezen! is de enige boodschap. Wat hebben caravanbezitters tegen tentjes op hun terrein? Zijn wij echt de paria's van het vakantiewezen; het heeft er alle schijn van. In Schotland ben ik ook al eens van een camping geweerd als bracht ik besmettelijke ziektes met me mee. ER zit niets anders op dan maar weer door te rijden heuvel op heuvel af; het eentonige programma dat al de hele dag geboden wordt en naar ik zeker weet het menu is voor de komende weken; bergje op bergje af.Soms bij wijze van afwisseling: berg op berg af, zoals ik vandaag mocht er varen (dit verslag beslaat 2 fietsdagen).
Gisteren vond ik uiteindelijk de tweede camping, al stond die helemaal nergens aangegeven. Zoiets verderfelijks als kamperen moet niet in het openbaar getoond worden; men zoekt zijn laakbare vrijetijdsbeoefening maar zelf uit Na heel veel gezoek en extra bergjes op en af kwam ik dan toch aan in een groot bos waar men, om de kampeerder extra te pesten, een grote slagboom over de weg had geplaatste. dus werd het tasjes af en tasjes op om daar langs te komen. Als beloning trof ik een camping waar werkelijk helemaal niemand stond. Maar goed; de douches gaven warm water en de electriciteotsaamsluiting gaf stroom. Ik sliep als een roos in de verpletterende stilte om me heen. Vanmorgen laat opgestaan. Onderweg kom ik twee Nederlanders tegen die dezelfde tocht maken. Hoewel ik ze een keer voorbij rij halen ze me snel in en gaan er als een haas vandoor. De mijnheer en mevrouw uit Veenendaal fietsen duidelijk sneller dan deze oude man. Halverweg kom ik ze achterop en eten we gezamenlijk in een pub. Zij gaan de grote lus in het noorden van Ierland maken; ik zie daarvan af. Nog eens 20 kilometer verder (in totaal vandaag maar 60 km) hou ik het voor gezien. In Omagh, waar verder niets aan is, vind ik een heerlijk hotel met eetgelegenheid op de begane grond. Dat wordem vanavond enkele flinke glazen Guinness!

maandag 16 juli 2018

Dag 4: Op safari in Belfast

Dat is even slikken als ik in alle vroegte de haven van Belfast binnen vaar: overal tamelijk hoge bergen, Belfast er slordig tegenaan gekwakt. Het is nog koud, in mijn bloesje voelt het heel koud aan. Welkom in Ierland, althans Noord Ierland. Om acht uur rij ik Belfast al binnen; nog uitgestorven op deze maandagaochtend, een mooie gelegenheid om op mijn gemak door het centrum heen te peddelen. Lege winkelstraten en dan ineens staat het enorme stadhuis voor mijn neus. Een ietwat kleinere versie van St. Paul's Cathedral. Moet dat nou in een stad van indertijd 200.000 inwoners; dit is Londen toch niet? Maar ja, zullen de Britten gedacht hebben in 1906; wel even een statement maken richting die verrekte Ieren. Nou, dat is dan gelukt, zeg. Een backpackershotel heb ik met mijn GPS zo gevonden. Dat werkt gelukkig wel; campings blijken er op de GPS kaart van Engeland en Ierland niet voor te komen. De dichtstbij zijnde, een camping municipal, ligt op 450 kilometer afstand aan de Noord Franse kust en eentje in De Panne! Maar goed, het hostel is prima. Meteen maar op zoek naar de ' murals'  in Belfast west. Ik blijk toch een doeltreffende toerist; nog geen half uur later sta ik ergens in west Belfast oog in oog met muurschilderingen in het Ierse stadsdeel; ik laat er enkele zien.


van de protestantse Britten:


Terugkerende thema's: de opofferingen van vele nobele en helfhaftige Ieren tegen de malafide Britse overheersers. Door de tamelijk armoedige straten op zoek naar de Protestantse wijken. Ik kom er vanzelf, niet nadat ik eerste een door het stadsbestuur van Belfast alles verbindende ernorme metalen globe gepasseeerd te zijn. In de Britse wijken veel meer vlaggen en muurschilderijen met als gemeenschappelijk thema: het heldhaftige leger en corps van politie dat standhield tegen de perfide IRA.
De oude bibliotheek van Belfast heeft toevallig net een tentoonstelling van affiches uit de tijd van The Troubles. Die pak ik meteen ook maar mee. Opvallend is dat er een grote groep jongeren was die voor geen van beide partijen koos maar juist demonstreerde voor verbetering van de mensenrechten van iedereen, tegen discriminatie en voor ' meer huizen voor iedereen'. Dat er een derde, niet in de val van tegenstelling opererende groep was, is mij indertijd ontgaan; een zinvolle tentoonstelling dus.

Dag 3. Waarop ik een lafaard blijk

Vandaag heb ik ongelooflijk gesmokkeld. Het komt allemaal door mijn GPS is mijn smoes. Vanmorgen ben ik al om zeven uur vertrokken; het zou wel eens een hete, lange dag kunnen gaan worden. Ik moet immers doo het gbied met de inheilspellende naam: " Peak District' , het volgens de kaart zeer heuvelachtige, om niet te zeggen, bergachtige gebied tussen Leeds en Manchester.
 s cohtend ervaar ik al de merkwaardige manier waarop een door Google samengestelde fietsroute werkt. Stukken normale asfaltweg worden doodleuk afgewisseld met bospaadjes waar je alleen met een hakmes doorheen kunt of wandelpaadjes met de breedte van een fietsband. MIjn blote fietsbenen moeten een weg banen door struiken brandnetels of doornige bramenstruiken. Dus wat staat mij te wachten in dat bergachtige gebied? De Googlecomputer heeft geen enkel mededogen met de fietser. Elke recht doorgaande streep op de kaart is een fietsweg. Bovendien heb ik zonder het in de gaten te hebben, ergens een nieuwe eindbestemmingingevoerd, een zogenaamde waypoint. Mijn GPS geeft na ongeveer 50 kilomter an dat ik mijn eindpunt bereikt heb, zo maar midden in
engeland! IK blijk inmiddels behoorlijk van mijn oorspronkelijk geplande route afgedwaald te zijn. Dit alles bij elkaar doet ineens het volgende ondeugende plannetje op komen. IK ben juist een bordje gepaseerd waarop staat dat een stationnetje niet ver meer is.Als ik aan iemand de weg vraag blijkt dat stationnetje slechts op een steenworp afstand. En zo zit ik nog geen half uur later heel comfortabel met mijn fiets in een trein op weg naar Leeds en vervolgens door naar Liverpool. Ondertussen kijk ik voortdurend naar buiten en aanschouw een lange rij voorbij trekkende bergen waar ik vandaag met geen mogelijkheid doorheen gekomen zou zijn Om drie uur sta ik opgelucht op het station van een station in Liverpool zuid. Nog geen uur later sta ik oog in oog met de Mersey River waar ik een cola drink in het Fab Four caf'e met - yes indeed-  Beatlemuziek op de speakers. Laat ik nu ook nog eens pal tegenover het bootje zitten dat een keer uur naar de overkant vaart.
daar bevindt zich ergen 10 kilometer verder een camping. Op die boot vraag ik aan en van de matrozen waar ergens de boot naar Ierland ligt; die zou zich ook aan de overkant moeten bevinden . Hij wijst een witte boot in de verte. Dat is hem. Hij vaart niet op maandag, maar als je wil zou je vanavond nog meekunnen, aldus de matroos.Hij vertrekt pas om 10 uur in de avond. Razendsnel wijzig ik wederom mijn plannen. NIet naar de camping maar vanavond nog de boot naar Ierland! Een uitgebreid bezoek aan Liverpool moet daar dan maar aan op geofferd worden. In een kebabzaak raak ik in gesprek met de vriendelijke Izmed achter de bar. We kletsen honderduit, over immigranten en de brexit, ik heb nu toch tijd genoeg! Hij waardeert het gesprek zodanig dat ik niets hoef te betalen voor de veel te grote wrap met schapenvlees, cola en een ijsje toe. You are my friend zegt Izmed en geeft me een vettige hand.Hij komt zelfs in de deuropening staan om me uit te zwaaien. Ik heb mijn eerste vriend gemaakt deze vakantie!
ruim op tijd kom ik bij de boot. Ik kan inderdaad nog mee, als ik bereid ben op een bank te slapen.
geen probleem; ik heb immers een luchtbedje en slaapzak bij me.  Rond tienen varen we de avond uit.Met een uitgebreide blik op de langzaam wegschuivende merkwaardige skyline van Liverpool; het pompeuze stadhuis tussen tamelijk lelijke nieuwerwetse torenflats; aangelicht door een kermis op de boulevard. Ondertussen ben ik helemaal vergeten naar de finale van het WK te kijken. Ik ben al helemaal in een andere wereld terecht gekomfn.

zaterdag 14 juli 2018

Dag 2: Alles blijft hier hetzelfde

We zijn er zo gewend aan geraakt: overal gratis wifi, overal (nou ja, bijna overal) bereik. Nee, kom dan in Engeland. Dat verkeert grotendeels nog in de 20ste eeuw. In veel pubs is er geen internet; als het er wel is moet er hevig aan de router gerammeld worden; zonder resultaat. Dat zijn taferelen die we bij ons al sinds 10 jaar niet meer zien. En als er al bereik is kent niemand zijn wachtwoord. Nou ja, het was  dus een hele toer om deze verhalen in de lucht te krijgen.
Niet alleen op wifigebied lopen ze hier achter. De wegen, vooral in de stad, zijn bar slecht. De huizen doen ouderwets aan (het lijkt of men met bouwen gestopt is in 1956 of daaromtrent); steden lopen vol weirdo's; winkels ogen of ze sinds 1960 niet meer van uiterlijjk zijn veranderd. Een uitzondering wil ik maken voor de belettering. Engelsen hebben iets met letters. Zelfs de meest onooglijke zaak prijst zijn naam en waren aan met uitzonderlijk mooit vorm gegeven, strakke letters. Dat viel mij als kind al op toen ik   een verhuiswagentje als Dinky Toy kreeg met daarop: Removals. In van die mooie stoere letters.
De pubs die ik onderweg aan doe zijn ook al eeuwen hetzelfde: een public bar en een bar voor de mooie eetkamer. Overl gordijntjes met rouches, en overal de aankondiging dat op zaterda of zondag de pubquiz plaats vindt. Wie denkt dat het woord ' gezelligheid'   een typisch Nederlands begrip aanduidt heeft het fout. Elke Engelse pub is ' gezellig'; geen Nederlandse kroeg kan daaraan tippen.
De weg is lang en heet. Auot's razen in volle vaart langs me heen. Zo'n op Google Maps door de computer bedachte fietsroute is geen feest. Even nog twee dagen doorbijten.

Dag 1: Hangin' around

Adios California, zingt John Hiatt op mijn koptelefoon; nothing to do but to hang around. Dat drukt goed uit hoe ik me voel nu ik weer aan een lange fietstocht begonnen ben. Ik kom overal een beetje aanwaaien, tot niets verplicht, om -wanneer het mij uitkomt - weer te vertrekken. Niemand legt me een strobreed in de weg; niemand schrijft me de weg voor. Nou ja, ik moet het ook weer niet te vrij opvatten. Vanavond wordt er op de deur van mijn hut aan boord van de SS Rotterdam van P&O Ferries gebonst. Als ik open doe vind ik een vel papier op de grond; de rekening van het avondmaal die ik verzuimd heb te betalen; ik ging ervan uit dat dat bedrag wel automatisch van mijn creditcard zou worden afgeschreven; maar zo simpel gaat daat nou ook weer niet. Ik had bij het naar buiten lopenvan de immense eetzaal gewoon moeten afrekenen; zoals overal. Dus niet zo maar wat hanging around svp!
De eerste 80 kilometer gingen vandaag heel gemakkelijk, ook al had ik, vooral op de dammen op weg naar Europoort een stevig briesje tegen. Hans van der Zwan had me de eerste 40 kilometer begeleid en voorzien van koffie uit de thermoskan en gevulde koeken. Ja, zo werd het een wel heel relaxte start. Op de Brouwersdam, met aan drie kanten staalblauw: van de Noordzee, de Grevelingen en de lucht boven de geelroze streep waarop ik uit het zicht van Hans verdween, zoefde ik in de lauwe lucht    richting de verre rookpluimpjes die vanuit de Maasvlakte hier al zichtbaar op stegen. Ik nam een break in het mij onbekende Goedereede, zo uit het prentenboek van Anton Pieck weggegrist en op de kop van Goeree Overflakke neergelegd. De eerste man die belangstellend naar mijn reisdoel kwam informeren bleek zelf ook op de fiets naar Santiago de Compostela te zijn getogen; we konden meteen aan het uitwisselen van herinneringen slaan. Nog maar net van huis en al weer helemaal in de sfeer.

vrijdag 13 juli 2018

Eire, here we come!!

Het is weer zover! Mijn hart slaat vandaag weer een stukje sneller dan normaal; rond mijn maagstreek zijn wat zenuwtrekjes merkbaar. It geht weder oan! (of zoiets). Dit keer is het land van de Whisky (of Whiskey) het doel. Of eigenlijk: alweer is een whiskyland het doel; wat eerder zat ik al in Schotland. Nu wordt her Ierland. Dit is ongeveer het parcours, dat begint in Belfast:
Beginnen in Belfast en dan naar het westen betekent: tegen de klok in, en dus ook tegen de heersende windrichting (zuid west in). Maar dit jaar is alles anders. De wind waait bij ons al meer dan een maand uit het noorden. Dus al dat daar ook zo is heb ik de wind juist in de rug. Ik kan gaan inspecteren of de grens tussen Noord Ierland en Ierland klaar is voor de brexit, met nieuwe wachthuisjes, douaniers, spoorbomen over de weg; kraaiepoten om smokkelaars in te rekenen etc. etc.

Maar ik ben er voorlopig nog niet. Eerst met de fiets na de boot in Europoort naar Hull. Dan met de nachtboot van Europoort naar Hull, dan 250 kilometer  trappen naar Liverpool; daar wat rondpeddelen en dan pas over naar Belfast. Ik ben er dus nog lang niet. Maar wel vanaf morgen op pad!