Totaal aantal pageviews

zaterdag 30 november 2019

Dag 13: Kijk aan: een varaan!

We verlaten het nog steeds mistige gebergte van midden Sri en begeven ons in een luxe busje naar het zuiden, naar de omgeving van het natuurpark Yala. Aldaar hopen we morgen oog in oog te staan met olifanten, krokodillen en luipaarden. Ook beren verschijnen daar op je weg. Ons oorspronkelijk bestelde hotel laat weten dat ze vol zitten, dan weet de chauffeur wel een ander adresje, het blijkt toe te behoren aan een rastaman in een safari-kantoorjte onderweg, dus van de safari zijn we dan meteen ook verzekerd. bovendien komt dezelfde chauffeur ons overmogen weer ophalen voor de volgende rit naar de kust; zo rijgt alles zich aaneen in de toeristeneconomie van Sri Lanka. We komen terecht in Tissa en nog een hele hoop letters, in de volksmond dus Tissa geheten. Van daaruit gaan we morgen per jeep de bush in voor een progamma van een volle dag. Enkele van genoemde dieren gaan we zeker tegenkomen garandeert ons de rastaman.
Op weg naar Tissa zien we twee varanen, de eerste exemplaren van deze pre historsch ogende dieren. Ze zitten op hun gemak langs de weg, net als de duizende honden die we deze vakantie zijn  tegengekomen. Honden liggen soms midden op de weg, je rijdt maar om ons heen zie je ze denken. En iedereen doet dat ook braaf, net zoals rond loslopende koeien en in Nuware zelfs twee loslopende paarden.
De maaltijd is Tissa in een restaurantje langs een drukke weg is onovertroffen. Ik probeer alle currys op een rijtje uit. Die worden allemaal in kleine kommetjes geserveerd bij een bord met rijst. Heerlijk; alles gemaakt op basis van cocosmelk met allerhande kruiden daaraan toegevoerd. Omdat we hebben gezegd alles niet te spicy te maken, proeven we alles ook echt. Super.

vrijdag 29 november 2019

Dag 12: Do ist de bahnhof

Het "uberhippe Ella bestaat eigenlijk maar uit 'e'en straat, waarbij je dus kunt kiezen tussen of naar links of naar rechts. We willen naar de theefabriek ter plaatse, want van daarit kun je een mooie wandeling maken naar een oude spoorbrug met  stenen bogen. Ik vraag een local welke kant we uit moeten. ' Do is de Bahnhof'  zegt de local, die waarschijnlijk zijn hele leven al een hekel heeft aan die lange bleke slierten met hun grote bek en half blote vrouwen. We blijken na een kwartier de verkeerde kant uit te lopen, want aan Roos gefoeter ontlokt richting heur vader. Op haar I Phone blijkt dat we helemaal de verkeerde kant uitlopen. Ik hou het er nog een tijdje op dat locals ons echt niet om de tuin leiden, maar moet uiteindelijk toch toegeven dat in deze kwestie zulks wel het geval lijkt. Dus gaan we weer terug naar het dorp, de andere kant uit. Uiteindelijk verwisselen we de benenwagen toch maar weer voor de veel gemakkelijkere, maar hevig vervuilende tweetaktmotor. Daarna volgt een makkelijke afdaling naar de inderdaad fraai gelegen spoorbrug. Inmiddels begint de regen gestaag neer te dalen, Als het weer droog is gaan we terug over de spoorlijn naar Ella. Terwijl we van de ene op de andere biels terug huppen door de groene wildernis dringt zich enigszins de vergelijking met de Birma spoorweg op. Of de brug over de River Kwai. Zeker drie keer meen ik dat een trein onze krant uit dendert, maar het blijkt toch telkens loos alarm. Blijkbaar staat er ergens een fabriekje te stampen.
Het is een vreemde gewaarwording om lopend op een spooorlijn het station van Ella te naderen waar het perron vol staat met mensen; heel lang zal de trein niet meer op zich laten wachten dus. Ongehavend kunnen we net vlak voor het station weer op het normale asfalt stappen. 's middags bezoeken we nog een waterval maar daar begint het inmiddels zo hard te sauzen dat we maar terugkeren met de bus naar Ella. Dan brengen al die terrasjes uitkomst. Voor het eerst deze vakantie proef ik echte koffie.

donderdag 28 november 2019

Dag 11: Geef die man een podium

Dik anderhalve week ben ik nu mijn jongste en wildste dochter op stap. Hoewel verschillende leden van de Strousjes er een hard hoofd in hadden gaat het wonderwel goed eigenlijk. Maar toch zijn er van die momenen waarop het optrekken van dochterlief met haar vader ineens weer in een ander perspectief komt te staan
Vandaag gaan we met de boemeltrein in de mist naar het plaatsje dat Roos via haar vriendinnenbabbellijn op internet heeft ontdekt: Ella. Bij aankomst aldaar is onmiddellijk duidelijk dat dit in het tropisch groen verscholen dorpje volledig tegemoet komt aan de wensen van de westerse verwende toerist. Daar waar in de rest van Sri Lanka terrasjes een onbekend fenomeen zijn, rijgen hier in de hoofdstraat de terrassen met lattes en capucino's, vrolijke verlichting en westerse lounge klanken zich aaneen. Weer heerlijk thuis, maar dan in Sri Lanka. We bespeuren gelegenheden met veel jongeren, waar je wellicht 's avonds kunt uitgaan, ook een in de rest van Sri een niet bestaand tijdverdrijf, de zuidkust waar we later komen misschien uitgezonderd. Ik zeg voor de grap: ' dat wordt vanavond dansen met z'n twee'. Geschrokken reageert mijn dochter met: ' nee zeg, ik moet er niet aan denken, stel je voor'. ineens ben ik toch weer die ouwe zak die je onmiddellijk achter je laat als je hordes leeftijdsgenoten ontwaart. Ik schik mij in de mij toebedachte rol en loop hijgend met rugzak en al naar het toch nog fucking hoog gelegen hotelletje waar we de rest van de dag - in het aanzien van Ella's Rock - zullen chillen. U ziet, in mijn taalgebruik kan ik me best met jongere generaties meten.
Ik wil bovendien jullie het commentaar van een van de Roos' babbelvriendinnen niet onthouden. Zij hoort dat ik tegen Roos opmerk dat we best samen kunnen gaan dansen en Roos' schampere reactie daarop:' Och Roos, als je vader wil, gun die man toch een podium!' Dank je wel vriendin van Roos.

woensdag 27 november 2019

Dag 10: in de mist naar Oranjezon

Vanmorgen weer op een onmenselijk tijdstip op; om kwart over vijf staat de chauffeur van gisteren al voor de deur te toeteren. We zitten in Dutch Cottage, en het moet gezegd, de kwaliteit van de bedden is Nederlands. Helaas blijk ik voor een persoon geboekt te hebben, terwijl ik dacht dat het bedrag, dat ongeveer even hoog was als de dagen ervoor voor 2 personen gold. Nu wordt alsnog het dubbelde bedrag in rekening gebracht en zitten we ver boven de begroting. Dat leidt in dit vroeg uur tot het nodige heen en weer getelefoneer met de inderdaad Nederlands sprekende eigenaar op afstand. Ik hou voet bij stuk dat ik van meet af aan voor 2 personen heb geboekt zoals bij alle andere hotels en dat ik niet van plan het dubbele te betalen. Volhouden loont, want uiteindelijk zegt de baas door de telefoon chagrijnig dat ik maar moet doen wat me goeddunkt. Zo mag ik het graag horen. Pas in de auto op weg naar onze bestemming van vandaag ontdek ik op mijn foon dat ik inderdaad een verkeerde boeking heb gedaan, inderdaad slechts  voor 'e'en persoon. Nou ja, foutje bedankt.
De rit voert naar de Horton Planes, een hoogvlakte ten zuiden van Nuware Eliya waar rendieren te bewondern zijn. De rit er naar toe geschiedt in steeds dichter wordende mist. Het lijkt een volledig mislukt uitstapje te worden  Maar weer zijn de weergoden met ons. Als we ter plekke aankomen trekt de mist op. We zien uiteindelijk vandaag maar 'e'en rendier; maar dat blijkt bij nader inzien een opgezet exemplaar. We vonden al dat het beest verdomde lang op een plek bleef stilstaan. Echte rendieren, waarvan een met een fraai gewei, treffen we aan buiten de omheining van het natuurpark bij enkele bungalows. Die dieren zijn ook niet gek en verkeren liever in de buurt van bewoners die af en toe wat te eten geven (denk ik). De Horton Planes liggen op 2500 meter hoogte, het is dus op dit vroege tijdstip behoorlijk fris. we moeten allebei een vest aan. Het lijkt een beetje op de Veluwe, maar dan wat heuvelachtiger, de vergelijking met Oranjezon bij Vrouwenpolder dringt zich eveneens op. Er is een pad uitgezet dat voert langs een fraaie waterval en een plek die ' Worlds End'  heet;  met recht want aldaar eindigt de hoogvlakte in een wijds uitzicht over de omgeving. Precies op dat moment breekt de zon door en genieten we van het spectaculaire panorama over het vlakke zuiden van Sri.
Er is hier in het geheel geen tropische plantengroei en aangezien mijn kennis van de flora sowieso 0 is zijn we daar gauw klaar mee vandaag. We ontmoeten een Engels stel van allebei 71; ineens ben ik niet meer de oudste wandelaar in het natuurpark. Tot dan toe lang de gemiddelde leeftijd net zoals op Adam's Peak naar schatting op de 35. Het echtpaar toert al jaren over de hele wereld en kan met passie verhalen over landen in Afrika als Oeganda, Kenia en Ruanda. Er ligt duidelijk nog een taak voor mij in het verschiet.
De rest van de dag, nadat we de chauffeur voor de rest van de week afgepoeierd hebben , brengen we door in het merkwaardig Brits aandoende Nuwara. Overal landhuizen met prachtige parken er om heen; zelfs de rommelige binnenstad oogt hier en daar een beetje Europees met glazen winkelpuien. De meest winkels in Sri zitten in garage-achtige ruimtes waar na sluiting een ijzeren deur voor zit, rommelig en zonder enige allure. Hier is dat af en toe toch wat anders. De stad kent verscheidene fraaie parken, zoals het enorme Victoriapark, waarop onze sjieke hotelkaer uit kijkt. (We hebben het te dure Dutch Cottage inmiddels verruilt voor het wat protserige, maar goedkopere Olive Park Villa).

dinsdag 26 november 2019

dag 9: reizen in Sri is onderhandelen

Eindelijk heeft Roos eens een nacht aan een stuk door geslapen, zodat we allebei opgefrist de reis naar Nuwara Eliya, de hoogst gelegen stad van Sri Lanka op 1900 meter, te kunnen aanvaarden. We nemen een tuk tuk, die af en toe stopt zodat we de omgeving beter kunnen opnemen dan op de heenreis met de  bus. Overal theeplantages, waar we nu wel mensen aan het werk zien; altijd vrouwen die in de loeiende hitte met enorme zakken op hun rug blaadjes staan af te ritsen, de oogst gaat het hele jaar door. Om de week kan er van een plant worden geoogst. Als je onmetelijke velden ziet die we vandaag met de tuk tuk en later met de trein passeren, dan is dat bijna ongelooflijk, hoeveel mensenhanden zijn daar niet voor nodig? we zien uiteindelijk toch maar weinig werkers in het veld, dus dit blijft een raadsel. We zitten duidelijk in het bergachtige deel van Sri Lanka, niet overdreven hoog, laten we zeggen midden Frankrijk, maar dan met een volstrekt andere vegetatie. Naast de duizende hectaren met groene dekens, vallen de bomen op van een enorme lengte met een relatief smalle stam. Er komen hier zelden stormen voor, zo lijkt het.
Op het station dichtbij Nuwara begint het onderhandelingsspel weer. Een man biedt ons zijn auto aan om mee naar Nuwara te rijden, een kilometer of 10 verder op, voor 500 rupi = 2,5 euro. Mooie prijs vinden we. Tegen de tijd dat we Nuwara binnen rollen heeft de chauffeur al een progamma van 6 dagen voor ons samengesteld, inclusief een uitgebreid programma voor de rest van de dag.  We happen toe en tijdens een maaltijd ergens werkt hij zijn plan verder uit, 300 dollar! Dat vinden we te gortig en brengen het programma terug tot 2 dagen, toch altijd nog 9000 rupi= 45 euro. Toch knap hoe zo'n man in een uurtje tot het bijna 20 voudige weet te komen. Maar goed, daar hebben we hem dan de rest van de dag voor en morgen een rit naar de Horton Planes, een natuurreservaat met naar men zegt veel dieren, waar we enkele uren kunnen rondwandern.
We gaan weer langs een theefabriek, zodat we ons langzamerhand experts op het gebied van de theeporductie kunnen noemen. We drinken een kopje BOP, een slagje beter dan BOPK thee. Onze vraag waar die letters voor staan levert op: Broken Or Pekoe. Dat zegt ons verder ook niks. Gelukkig is, men  in tegenstelling tot China, waar een theeceremonie gelijk staat aan een beroving van al je geld,  in Sri Lanka niet opdringering. Zonder thee en zonder schuldgevoel kunnen we weer naar buiten; op weg naar een aantal watervallen, die niet zo bijzonder zijn dat we daar woorden aan vuil maken.
We slapen in een hotelletje dat The Dutch Cottage heet. De temperatuur is inmiddels ook tot Nederlandse waarden gedaald. In het stikkedonker moeten we de laatste honderd meters te voet met rugzakken op in druilerige regen afleggen, een oer Hollandsch tafereel midden in Sri.

maandag 25 november 2019

dag 8: in de wolken

Op het barbaarse tijdstip van 02.00 uur vertrekken we met onze gids om de Piek van Adam te gaan bedwingen. We zijn niet enigen. Om ons heen zien we  groepjes met zaklampen dezelfde kant op gaan. Via enkel brugjes over klaterende stroompjes komen we bij een hal, waar een monnik ons bij het prevelen van wat gebeden een wit draadje om de pols knoopt, waarbij vooral de donatie aan de berg niet moet worden vergeten. we pompen 1000 rupi (5 euro) in de doorzichtige doos op tafel. Daarna gaan we daadwerkelijk op pad, eerst nog langzaam stijgend, af en toe enkele treden en dan weer enkele tientallen meters vlak, maar al spoedig komen de strappen dichter op elkaar te liggen en worden de treden stuk voor stuk hoger, zodat je je lichaam telkens een zwiep moet geven om bij de volgende stap te komen. Na een half uur zijn we allebei doodop en hevig aan een adempauze toe. De lucht is kraakhelder, we zien niet alleen de sterren maar ook de nevel van de melkweg. Van luchtvervuiling hebben ze op deze plek in de wereld nog nooitgehoord. Af en toe passeert ons zwijgend een groepje wandelaars. Als we vragen waar ze vandaan komen horen we: New Zealand, Russia, Germany, Porugal. De Nederlandse buren waarmee we de voettocht zijn begonnen, zijn al heel snel uit beeld verdwenen, die gaan duidelijk veel sneller dan wji en hadden van meet af aan al niet zoveel behoefte aan die babbelzieke Strousen. Op een geven moment geeft onze gids een waarschuwing, in de hoek van een trap ontwaart hij een lange zwarte slang met witte ringen op de huid. ' A very poisonous one'  waarschuwt hij ons. Roos gaat naar mijn smaakt veel te dicht met haar telefoon op het beest zitten om een filmpje te schieten. Dat van die slangen blijkt dus een terecht waarschuwing te zijn geweest. Ik ben blij dat wij een lokaal bekende gids in de arm hebben genomen. Gaandeweg wordt het tempo trager en moeten we vaker uitrusten. Halverwege ga ik geloven dat we het nooit zullen halen. De gids maant echter tot een langzemer tempo en meer rustpauzes. Hij vertelt er wel met enige sardonisch genoegen bij dat hij zelf de tocht soms twee maal per  dag doet en als het moet in anderhalf uur boven is. Met meer pauzes gaat het inderdaad beter en heel langzaam komt een fauw schijnsel in beeld, de plek aanduidend waar zich de top moet bevinden. Inmiddels zien we rondom ons heen de vage contouren en lichtjes van de omgeving opduiken. We komen duidelijk steeds hoger, In de verte ontwaar ik het zwakke schijnsel van wat een stad moet zijn. Op stopplaatsen knopen we gesprekjes aan met lotgenoten uit Rusland (opvallend veel Russen overal) en Portugal. En dan ineens zegt de gids dat de top nog maar 300 meter ver is. We zitten al een tijdje op het zwaarste, stijlste stuk. Maar omdat er hier leuningen naast de treden zijn aangebracht waarlangs je je kunt optrekken gaat het me eigenlijk een stuk makkelijker af. Bovendien bestaat er blijkbaar ook zoiets als in je ritme komen tijdens het trappenlopen. Zonder al te veel moeite doen we die laatste honderden meters en staan we, nog ver voordat de zon op komt, met een zestig tal anderen bijeen achter een muurtje uit de wind boven op de top. Terwijl het tot dan toe heel helder pas, komt, terwijl het licht wordt, ineens een nevel opzetten , zodat we op het moment supreme ineens helemaal in de mist zitten. De zonopkomst en beloofde magische driehoekige schaduw van de top op het landschap gaan volledig, letterlijk, de mist in.
En dan komt de afdaling, die eigenlijk nog zwaarder is dan de beklimming. Allerlei spiergroepen in de bovenbenen en kuiten beginnen alarm te slaan. Knikkende knieen bestaan letterlijk.Als we weer  terug beneden zijn, de zon staat inmiddels hoog en de top is vanaf beneden kraakhelder zichtbaar, zelfs de tempel bovenop, staan mijn voeten in brand en zijn de laatste 2 kilometer een ware hel. Hoe vlakker het parcours, hoe meer moeite ik heb me voort te slepen. Roos gaat het ogenschijnlijk aanzienlijk makkerlijker af. In het hotel duik ik op min bed en kom daar de rest van de dag niet meer van af. Buiten begint het te regenen en dat doet het verder de

zondag 24 november 2019

dag 7: zwierend en zwaaiend de theeplantages in

We zeggen onze vriendelijke gastvrouw en -heer vaarwel en koersen met de door hen gecharterde tuktuk aan op het overvolle, chaotische busstation van Kandy. In de chaos vinden we desondanks de bus naar Hatton meteen; we lijken de enige westerlingen en worden van alle kanten besprongen door mensen die ons behulpzaam willen zijn. We zitten nog niet de bus of hij rijdt al weg. De eerste vijf kilometer is het heerlijk rustig in de bus; maar daarna stappen bij elke halte mensen in, zodat we op een gegeven moment op de achterbank boven op elkaar geperst worden. Dan duurt een rit van drie uur best lang. Gelukkig dunt het aantal reizigers  tegen het eind van de rit fors uit en krijgen we weer ademruimte. Maar gaan we de berg op en lijkt het achterin net op een zweefmolen. Met een beetje wee gevoel in onze magen komen we aan in Hatton. Daar stappen op een even chaotisch station over op de bus naar Nallathaniya (of zoiets). Dat wordt het begin van een prachtige tocht langs de theeplantages, of zoals we lezen: Tea Estates, nog het meest te vergelijken met wijngaarden, met dat verschil dat de struikjes op stevige stronken dicht bij de grond staan, zodat het lijkt alsof er dikke, gestikte dekens over de flanken van de heuvels uitgespreid zijn. We zien nergens iemand aan het werk, het is 'of geen oogstijd ' of het komt vanwege de zondag, al vraag ik me af of dat in een boeddhistisch land voor vrije dag door gaat.
Hoe dan ook, na weer veel geslinger bergop komen we in Nallathaniya, een heel klein plaatsje met alleen maar hotels, dicht tegen de tegen de duidelijk oprijzende Adam's Piek aan gelegen. De mensen in de kamer naast ons blijken ook Nederlanders met wie we gezellig gaan zitten kletsen tijdens de maaltijd. Ik charter een gids voor vannacht, zodat ik met een wat veiliger gevoel beginnen kan aan de onbekende klim van 3 tot 3 en een half uur; we vertrekken om 02.00 uur! We krijgen allemaal een toorts mee, zodat we wat kunnen zien in het donker. Als het goed is zijn we tegen het opkomen van de zon boven; volgens de reisgids belooft dat een bijzonder spektakel. Daarover bericht ik dus later.

zaterdag 23 november 2019

Dag 6: Roos haar dijbeen als betaalmiddel

Vanmorgen wakker geworden met zonnig weer. We hebben onszelf verwend met een uur uitslapen, het is per slot van rekening zaterdag. Aan de ontbijttafel ontmoeten we een Amerikaan en een Poolse dame. Het gesprek gaat nergens over Aanvankelijk wilde Roos , na een nacht op harde  bedjes en een douche die het niet doet, vertrekken. Maar de overvriendelijke gastheer biedt ons de kamers van de vertrekkende gasten aan, een eigen kamer voor Roos. Dus blijven we toch maar.  We slaan de klas met kindertjes gade die bij de gastvrouw elke week Engelse les komen volgen. Roos helpt een uur lang met het nakijken van de schriftjes. Echt een dochter van een onderwijzeres.
Met de tuktuk bezoeken we weer enkele winkels, voor batikkleden en juwelen, waarvan ik het resultaat bij voorbaat kan raden; ik blijf daarom lekker buiten staan in de drukke verkeerswegen van Kandy, waar de aantallen tuktuks het winnen van andere vervoersmiddelen. Onverrichterzake begeven we ons naar de botanische tuin, al daterend vanaf de 16e eeuw, maar door de Britten in de 19e eeuw omgetoverd tot een ongeevenaard park. Nog nooit zoveel prachtige oude bomen in een enorm park aangetroffen. Het eerste deel van de tuin is gewijd aan tropische kamerplanten. Hier staan ze echter wel in de open lucht. Plantenbezitter Roos kent er weer velen en is verrukt over de prachtige, ongerepte staat van de planten die er in Nederland toch altijd al gauw wat miezerig bij staan. Ook ik ben onder de indruk van de veelheid van orchideeen, siernetels, diefenbachia's, draceana's, calathea's, philodendrons, fittonia's en al wat nog meer groeit en bloeit langs 's Heeren wegen. En dan hebben we het nog niet over de vele soorten cactussen, bamboes en medicinale planten. Het is zaterdag dus vele Sir Lanki trekken er op uit en geven het park een echt weekendsfeer.
Vervolgens koersen we met een tuk tuk aan op een tea factory. Het verhaal wordt aan de hand van machines in vijf minuten afgeraffeld. Ik hou er alleen aan over dat een ingenieuze schudmachine de fijngemaalde blaadjes zeeft op hen grootte (hoe kleiner hoe sterker) waarna het geheel in een loeihete oven wordt geroosterd. Beneden drinken we een kopje Ceylon waarna we geacht worden balen met thee aan te schaffen; niet dus. De tuk tuk driver van dienst weigert ons voor het bedrag dat we in ons hoofd hebben terug naar Kandy te brengen. Dus gaan we vrolijk langs de drukke weg flaneren waarbij een stadbus bij de aanblik van de lange west Europese Roos spontaan op de rem stapt en ons in de middle of nowhere oppikt en voor 20 cent per persoon naar de stad terug brengt. Roos moet plaats nemen naast de chauffeur die bij het schakelen opvallend vaak met zijn vinger langs Roos heur dijbeen veegt. Nou ja, voor 20 cent moet je je wat laten weggevallen, is het niet?
's avonds krijgen we in ons gasthuis betere kamers met prachtig uitzicht op de bergen en een heerlijke spagghetti maaltijd op zijn Sri Lankaans. Onze gastheer en gastvrouw praten open en eerlijk over hun moeizame relatie met hun dochter die naar Nieuw Zeeland is geëemigreerd en al acht jaar niet thuis is gekomen. De kleinkinderen hebben ze nooit in het echt gezien. Zo blijkt maar weer: elk huisje draagt zijn kruisje.R

vrijdag 22 november 2019

dag 5: enige barstjes in de verhouding vader dochter

Zoals altijd op een vakantie vertoont het solide bouwwerk van de gezamenlijke vakantiegangers na enige tijd enkele barstjes. Zo vind ik dat Roos nogal humeurig is in de ochtenduren waarin zij zich, althans vandaag, gedurende die tijd gedraagt als een mopperende zombie die zich gapend over de aardbol voortzeult. Roos op haar beurt wijdt dit fenomeen aan mijn gesnurk tijdens de nachtelijke uren die haar uit de slaap haalt. Nou moe! Mijn respectievelijke echtgenotes en vriendin hebben me van veel beticht maar nimmer van snurken!  Vervolgens vindt Roos mij een bangerik omdat ik niet zomaar een wandeling in de wildernis wil aan gaan. Die aanblik van die cobra van enkele dagen geleden heeft mij definitief genezen van het idee dat je hier zo maar het open veld in kunt. Mijn gelijk in dit laatste opzicht wordt bewezen als de vriendelijke mensen bij we in Kandy logies hebben ons ten zeerste afraden om de voor over twee dagen geplande tocht in het donker over Adam's Peak te ondernemen. In de zomer, wanneer horden toeristen naar boven struimen om daar de zonsopgang te aanschouwen, naar men zegt een onvergetelijk schouwspel, is er niks aan de hand. Maar in de wintermaanden wanneer het toerisme in een dipje zit, nemen slangen, beren en tijgers aldaar het heft in handen. Voor geen geld ga ik die berg dus op. Roos vind me daarom dus een bangerik.
Maar verder is het weer koek en ei hoor. We bezoeken in Drambulla een van de hoogtepunten in de Buddahcultuur, de grottentempels, vijf op een rij, de ene nog fantastischer dan de andere. Tientallen buddah's in het schemerduister met boven en achter hen fantastische fresco's die er uit zien of ze gisteren geschilderd zijn. Maar in werkelijkheid gebeurde dat in dezelfde tijd waarin de Nederlanders in Colombo en Galle enorme forten bouwden om de oversteek naar de Indische archipel mogelijk te maken; de zeventiende eeuw dus.
In die caves komen we de eerste Nederlanders tegen, een Limburgs stel dat hun kindje een kunstige stellage op hun lichaam mee dragen. ' Het krijgen van een kind is voor ons geen reden om het reizen stop te zetten' is hun motto. Iets voor het thuisfront om te onthouden.
's Avonds in Kandy bezoeken we de kitscherige Tempel van de Tand, het relikwie van Buddah waaraan de echtheid door vele deskundigen sterk wordt betwijfeld, de omvang van de tand zou eerder een buffel toebehoren, lees ik ergens in mijn reisgids. Hoe dan ook, vele honderden gelovigen staan te dringen om een glimp te kunnen opvangen van het tabernakel waarin het ivoren deel van Buddah ligt opgeslagen.
De eigenaar van de homestay waar wij verblijven is kunstenaar, o.a. hakkend in ijs, daarmee toch waarschijnlijk de enige  ijssculpturist van het tropische Sri Lanka. Vind hij het niet erg dat zijn kunstwerken spoedig na voltooiing zullen verdwijnen. Hij haalt zijn schouders op. Bovendien maakt hij ook kunstwerken in boter, die houden het weken langer vol

donderdag 21 november 2019

Dag 4: Met het schaamrood op de kaken

Met de tuk tuk maken we een lange reis (75 km) van Anuradhadapuraa naar Sigiriya) door een dicht begroeid tropisch landschap. Links en rechts olifantendrollen (volgens de tuk tuk driver Karanga steken die vooral 's nachts over) en een enkele cobra slang (eentje neemt met zijn brede kop onmiddellijk de aanvalhouding aan als we langzaam voorbij rijden).
We bezoeken een kruidentuin, waar we ontvangen worden door een professor in de kruidenkunde, waarbij Roos mij verbaast met haar kennis van alles wat er rondom ons heen te zien is, inclusief toepassing en Latijnse benaming). Ik loop een beetjE dommig achter het kundig discussierende stel aan. Vervolgens krijgen we een massage die volgens expert Roos de toets der kritiek alleszins kan doorstaan. De olie geurt naar sandelhout, kaneel en kardemom.  Roos laat zich daarna door een vrouw nog eens uitgebreid een uur onder handen nemen terwijl ik heerlijk uitrust onder het golfdak, omringd door palmen en tropsiche geluidjes..
Een eind verder op beklimmen we de Pidurangalla berg in alle stilte, we zijn de enige toeristen in dit laagseizoen. Na de tempel met een liggende Buddah beklimmen we de 160 ongelijke treden naar boven, alwaar onze eerste regenbui losbarst. Zoals het hoort schuilen we onder een rotsblok. Na een kwartier kunnen we verder om te beginnen aan een enorme klauterpartij over enorme rotsblokken. Na halsbrekende toeren staan we ineens op een plateau met een onvergetelijk uitzicht op de uit de groende massa oprijzende rots van Sirigiya. Op de achtergrond de eerste flanken van het gebergte van midden Sir Lanka. Iemand heeft bedacht om midden op de dag een vuurwerk af tte steken zodat we ons uitzicht gepaard horen gaan van geknetter en knallen.
Karanga brengt ons daarna naar een juwelierszaak waar ik al onmiddellijk bij binnenkomst al pijn in mijn portemonnee begin te voelen. Hier wil Roos een ring kopen. Uitgebreid wordt ons in een film uit de doeken gedaan hoe er in Sri mijnen worden gegraven om bij de amethist, roosquarts, maansteen en safieren te komen. Vervolgens worden we naar een hagelwitte zaal geleid, waar we verwelkomd worden door Sri Lankaanse schonen met gevouwen handen. Ik voel mijn credit card steeds harder rammelen. Roos bekijkt op haar gemak een groot deel van de collectie waarbij een man streng gebiedend bedienden heen en weer jaagt met telkens nieuwe collecties. Het schaamrood stijgt me naar de kaken wanneer Roos na een half uur ringen schouwen doodleuk meedeelt dat de ring die zij zoekt er niet bij zit. Het valt me mee dat we niet buiten worden geschopt Nee, de chef van dienst begleidt ons glimlachtend naar de uitgang, zich bewust zijnde van het feit dat een negatieve beoordeling op instagram hem  meer schade toe brengt dan voor het moment even in het stof te gaan liggen. Ik ben blij dat weer buiten staan.
In een ruk tuktukken we door naar onze homestay, begroot door een zeer vriendelijke familie die ons met plezier hun tuin laten zien. Roos kent weer alle namen.

woensdag 20 november 2019

Balanceren op een rotspunt

Vandaag is voor de hele dag regen voorspeld, maar er valt geen drup. In de ochtend op een veranda tegen achtergrond van palmen en zachte tropenvogelgeluidjes wordt vorstelijk ontbeten met veel mangos, papayas en ananassen. En een kokosnoot met rietje. Dit is zoals men het wil, de voortdurende aanwezigheid van de alsmaar buigende eigenaresse en haar alsmaar foto"s makende zoon vergroten de apluthentiekle koloniale exper;ience..
 Een tuktuk haalt ons precies op het afgesproken tijdstip op om ons de rest van de dag langstalloze stupa"s, ttempels en opgravingen te leiden. Voortdurend razen we in onze tuk tuk door een knalgroen, parkachtig landschap, alsof heel Unaradhapura gelegen is in een enorm golf resort. Op  mijn vraag wie al dat gras zo kort houdt krijg ik geen duidelijk antwoord. Het bezoek aan een tempel die rondom een eeuwenoude boom is opgetrokken maakt op mij de meeste indruk. Met al die zingende monikken en bloemen en kados meedragende gelovigen waan ik me heel ver van huis Roos heeft de tijd van haar leven in een complex met een enorme stupa en buddahbeeld. Het ene is nog imposanter dan het andere.Onderussen spelden gidsen ons allerle phony ballony op de mouw over chakra's, energieveelden (de Nasa en Mossad schijnen er kind aan huis te zijn, aldusde gids, vanwege de opgeslagen geheime krchten hier)
Roos klimt met een gids naar een in mijn ogen onmogelijke plek, alwaar ze languit gestrekt, in yogahouding en ochtendgymastiekend op een ver uitstekende rotspunt balanceert. Ik moet toegeven: het  ziet er uit alsof Roos tussen hemel en aarde zweeft.
Roos heeft naar eigen zeggen de tijd van haar leven. Ik voel vooral mijn blote voeten . Alle heilige plekken moeten zonder schieisel bezocht worden. Vooral de kllim met blote voeten tegen de steile rots waarop Roos haar toeren uithaaltvind ik bijna bovenmenselijk. Maar ook de oude man aanschouwt vanaf de top de prachtige oralnje groene zonsondergang.

dinsdag 19 november 2019

Harde onderhandelaars

Op deze eerste volle dag leren we de Sri Lankaan kennen; althans de tuk tuk rijder en de marktkoopman. de laatste probeert Roos een paar flutsige katoenen broekjes te slijten voor omgerekend 80 euro.; 16.000 rupi. Na veel onderhandelen, weglopen en terugkomen smijt hij ons de broekjes na voor 2000 rupi, toch even 700 % afgetroggeld. Of andersom: we hadden de kans gelopen voor 700 % opgelicht te worden. Onze tuk tuk driver moet er hartelijk om lachen. Om een paar uur later hetzelfde te proberen om in plaats vn de afgesproken 3000, 4000 rupi te vangen. Hij heeft vrouw en studeremde kinderen, geen geld om een biertje te kopen etc. etc. Hardvochtige weiger ik hem omgerekend de laatste vijf euro.
de trein daarentegen is zonder onderhandelen heel goedkoop. We hebben keurige stoelen in een trein die niet zoals degenen die vlak voor ons vertrok tot aan de nok toe volgepropt zit. Deze trein is ruim, schoon en brengt ons in 5 uur 200 kilometer noorrdelijker naar Anuradhapura, de oudste stad van Ceylon, pardon Sri Lanka. Op het in duisternis gehulde station worden we weer vakkkundig opgevangen door een volgende tuk tukker die ons het nachtelijke Anura etc. door loodst naar een heel afgelegen, maar mooie plek bij iemand thuis, een zogenaamde homestay.

maandag 18 november 2019

Sri deel drie: onverwacht op de Malediven

Tot onze stinne verbazing staan we na 14 uur vliegen en een tussenstop van 2 uur op het gigantische vliegveld van Istanbul (Erdogan verslaat Schiphol met 5-0) op eens in de bloedhitte van de Malediven op een vliegveldje van niks. We lijken de enige 2 transitpassagiers die door moeten naar Sir Lanka, 500 km verder op. Een vriendelijke official legt het ons uit. We hadden het enorme vliegtuig (stoelen in drie rijen naat elkaar, dus 10 per rij) helemaal niet moeten verlaten. Gelukkig blijft de reuzenvogel geduldig op ons wachten. In het gevaarte blijken nog een twintigtal reizigers achter gebleven. Dat was ons in alle uitstaphectiek even ontgaan. In Colombo slingeren we tussen de hondeerden tuktuks door naar ons hotel dat de taxichaufeur niet weet te vinden. Min of meer bij toeval ontwaart Roos onze bestemming ergens op een druk kruispunt.Nee,voor 26 euro voor 2 personen krijg je niet een van de giga hotels die enkele honderden meters verder langs de Indische Oceaan staan. Het is in deze landen altijd zo: of je krijgt een tamelijke shabby verblijfsplek of je wordt ondergebracht in een luxe bonbondoes waarvan wij de gelij2ken in Nederland niet kennen.
S avonds ziet Roos een sober rijstberecnt aa  voor het hoofdfgerecht en eet er zoveel als het maar kan. En dan pas woden de echte twee hoofdhgeechten binnengedragen. Roos kan  niet mee bovendien blijkt de curry beel heter dan zij gedacjt had. Die leert snel bij. Wi
Dat ze het voorgerecht nog mee in een doggybag is tot daaraan aan toe, nu wil ze niet m:eer

zaterdag 16 november 2019

Niets kan ons humeur nog verpesten

Grrrrr. De hele avond aan het pielen geweest om een ingetekend kaartje van Edge (de enige browser die het mogelijk maakt om op een webpagina te tekenen) overgezet te krijgen naar mijn blog. Soms is het werken met de hedendaagse hulpmiddelen een absolute verzoeking. Het programma wil maar niet begrijpen dat ik alleen dat kaartje wil verzenden. Ik krijg er telkens de rest van de webpagina bij kado. Nou ja, het zij zo. Het geritsel in mijn maagstreek heeft weer een aanvang genomen; we staan weer op het punt verre, onbekende oorden te bezoeken. 'We', dat zijn deze keer mijn jongste dochter Roosmarijn en ondergetekenende. De weerkaart van Sri Lanka belooft veel goeds: de komende 14 dagen alleen maar regen, regen en nog eens regen. Gisteren was er voor het laatst een zonnetje te zien. Maar de backpacks zijn gepakt, niets kan ons humeur nog beinvloeden; nou ja, alleen haperende internetpagina's en weersberichten dan.


Met heel veel moeite: de reis die we gaan maken. Zelf een beetje manipuleren met de schuifjes opzij svp.