Totaal aantal pageviews

vrijdag 31 maart 2017

De moestuin vergt het uiterste van de mens

Onmiskenbaar tekenen zich hier de contouren af van wat onze moestuin moet worden. De kenner ziet het al. Onder het plastic zijn de spinazieplantjes gepoot en daarnaast, ten weerzijden van de planken, de boontjes. Althans dat dácht ik; terwijl er op het etiket toch overduidelijk staat: DOPERWTEN!. Dat krijg je er van als je in je enthousiasme alleen maar naar de afbeelding kijkt en onmiddellijk aan de slag gaat. Volgens mede tuinierders Cor en Marianne heb ik de boontjes, lees erwten, veel te vroeg in de grond gestopt; dat moet pas na ijsheiligen. Ik heb geen idee wanneer dat is, ik zal er het internet op naslaan, je kunt als kweker tegenwoordig niet zonder de nieuwe media. Nu het erwten zijn in plaats van boontjes hoop ik inderdaad dat meer dan de helft alsnog door een late vorstnacht het loodje moet leggen. Dan kan ik er alsnog heuse sperziebonen voor in de plaats zetten. Een getraind lichaam (spitten, op de knieën peultjes instoppen), een gezonde geest (kennis van de nieuwe media, planmatig te werk gaan); bij het moestuinieren komen alle hoedanigheden van de mensch van pas; ook de vaardigheid 'goed lezen' dus:



zaterdag 18 maart 2017

Tussen de asfalthopen van eeuwen her

Wegens hagelstenen, regen en wind is onze wandeling in het noord westen van La Palma afgelast. De tocht naar de kraterrand die wij eerder al hebben gedaan is ook afgelast wegens sneeuwval en ijsafztting. Waarmee maar gezegd is dat het ook voorde kust van West Afrika aardig kan spoken in maart. Niet zo raar als je beseft dat de bergen op La Palma en Tenerife behoren tot de hoogste van heel Spanje inclusief de Sierra Nevada. Die op Tenerife, die we eergisteren trots zagen liggen boven het wolkendek, is zelfs de allerhoogste van heel Spanje. Er zijn ook bijna nergens eilanden te vinden met zulke steile hellingen, weet de gids ons vandaag te vertellen. Als vervangende wandeling trekken we vandaag door het wonderlijke, ruwe landschap van voormalige vulkaanuitbarstingen. Lavastromen en pyroclastische bergen wisselen elkaar af of de vulkaanuitbartsing vorige week heeft plaats gevonden. Het blijkt er een te zijn van 1949, maar in geologische termen is dat eergisteren. De vorige uitbartsting dateert van rond 1400, maar ook daarvan zijn de sporen overal aanwezig. De gedachte dat we toch maar kleine, onbeduidende wezentjes zijn dringt zich hier op.

Toch lopen die onbeduidende wezentjes met elkaar bergafwaarts luid de verkiezingsuitslag te bespreken. In het gezelschap blijkt zich nog een hartstochtelijke PvdA stemmer te  bevinden. Samen bespreken wij de telloze fouten die Asscher in de campagne heeft gemaakt. Maar als ik opper dat we nu maar moeten gaan fuseren met Groen Links spuwen haar ogen net zo veel vuur als de vulkaan achter oons ooit deed. Never, we blijven ons sociaal democratische gedachtengoed trouw en gaan niet samen met die modieuze Groen Linksers. Nou, dat wordt nog wat als we weer terug zijn.

Ondertussen glijdt een oudere vrouw uit over een steen en breekt of kneust haar pols. Dat is niet duidelijk, maar ze rreigt flauw te vallen. Behoedzaam begleidt ik haar als een ware Gutmensch aan mijn arm naar beneden. De gids maakt een provisorische mitella. Later zie ik haar terug in het hotel. Haar pols blijkt op twee plaatsen gebroeken. Terecht dus dat de gids er op stond dat ze met de ambulance werd opgehaald, ondanks de bezwaren van de dame in kwestie dat het allemaal wel mee viel.

We sluiten 's s avonds ons zeer geslaagde verblijf af met een heerlijke maaltijd bij de Thai hier in het hotel. In de grote zaal geeft iemand een pianoconcert ten beste dat in de Doelen in Rotterdam niet zo hebben misstaan.

La Palma sluiten we in ons hart ondanks het sterk wisselende weerbeeld.

vrijdag 17 maart 2017

Is Nederland nu een bananenrepubliek geworden?

Was ik drie dagen geleden nog lid van een van de steunpilaren van onze Nederlandse democratisch bestel, ik behoor nu tot de aanhangers van een obscure splinterpartij die haar inspiratie nog haalt uit afgestorven vormen en gedachten. Sociaal-democratie, dat is iets uit de twintigste eeuw, toen de wereld nog verdeeld was in heel veel arbeiders en heel weinig kapitalisten. Toen men ’s ochtends of s‘avonds halsreikend uitzag naar het rode ochtendkrant of het bezonken avondblad, in de weekenden naar de vele linkse weekbladen uitkeek die gelezen werden door jong en oud, naast onze zuil de liberale en de confessionele met bijbehorende instituten als vakbeweging , krant, omroep.. Dat is nu allemaal voorbij; een van de laatste fenomenen uit de vorige eeuw, de PvdA, bestaat niet meer. Jawel, VVD, CDA en D66 horen ook nog heel erg bij de twintigste eeuw, maar liberalisme en confessionelen belijden inmiddels het beschaafde populisme en D66 is inmiddels D 2.0 en heeft al haar kroonjuwelen uit de vorige eeuw bij het oud vuil gezet, wie hoort hen immers nog over de gekozen burgmeester of het referendum? Nee de PvdA was nog echt authentiek; Morgenrood en De Internationale, en heeft dat nu moeten bezuren. Jongeren spreken die taal niet meer en de vele allochtone aanhangers hebben nu hun eigen partij gekregen.
Zo maar wat gedachten op een ver, winderig eiland voor de kust van West Afrika.
Daar is het eigenlijk veel minder warm dan gedacht. Vandaag tegen de noordelijke flanken van de Caldera Taburiente, alwaar we urenlang langs een irrigatiekanaal liepen, soms door nauwe soms driehonderd meter lange tunnels waarbij het dragen van helmen bepaald geen overbodige luxe was, was het in de kille wind een graaf of 13. Ik meende dat je op de Canarische eilanden kon volstaan met bloezen met korte mouwtjes, en had dus niks anders ingepakt. Ik was heden maar wat blij met de knalroze sweater van mijn dochter die gelukkig zelf haar windjack had meegenomen. Als een vrolijke homo kroop ik door tunnels en klom ik over glibberige trappen naar boven. De nogal nichterige Belgische gids huppelend achter me aan.
Gister hadden we een dagje vrij en sjeesden we in een huurauto naar de verondersteld veel zonniger westelijke kant van het eiland. Maar daar bleek het al even winderig en bewolkt als aan de oostkant. We hebben het hele noordelijke deel van La Palma gedaan en ontdekten dat dit gebied er uit ziet als een groot hobbitlandschap met heel veel groen en talloze bloemsoorten. We waanden ons in een Frans aandoend lenteparadijs. Toen we ook nog een zeer Hollands uitziende fietser met Urlaubfietstassen tegenkwamen (onze duimen omhoog) leek het of we op weg waren naar Dijon of zoiets.
Eergisteren was de spectaculairste dag. We hebben het dak van La Palma verkend waarbij we boven de wolken liepen. Aangezien die tot bijna aan de rand van de enorme krater reikten die het midden van La Palma vormt leek alsof we op we in een sprookje terecht gekomen waren; Jassie en Mathias op de rug van een enorme, zwarte draak vliegend tussen de wolken. Onvergetelijk.
De wandeltocht voerde ons lange talloze telescopen die op deze plek staan opgesteld, de grootste concentratie van heelalkijkers van het hele euraziatische continent. Daarbij noemde de gids zoveel getallen dat ik het allemaal onmiddellijk weer vergeten ben. Alleen de anekdote van de Belgische telescoop die ondanks de felle wind werd opengezet waardoor de helft wegwaaide en nooit meer is teruggevonden, is me bij gebleven.
Inmiddels weet ik ook, dankzij een kleine spijkertje in mijn hoofd hedenochtend nadat ik mijn PvdA verdriet wegdronk, wat de lekkerste wijn hier is, Hoyo Mazo van een plaatsje hier maar een paar kilometer vandaan. En bananenplantages zijn hier zoveel dat La Palma met recht een bananenrepubliek genoemd mag worden. Nederland zonder de PvdA, is dat eigenlijk ook niet een bananenrepubliek?


dinsdag 14 maart 2017

Beter wijn drinken dan erin verzuipen

We zijn alweer twee wandelingen verder. Gisteren was het echt afzien tijdens een tocht die getooid was met de verleidelijke, misleidende naam: “tocht door het sprookjesbos”. Eerst moesten we een hoogte van ik schat een vierhonderd meter overwinnen in nauwelijks een kilometer, precies een stijgingsgraad van 40 %, in normaal Nederlands: een trap, en dan niet zo een met keurige treden maar willekeurig neergedonderde rotsen. Het gezelschap dat voor het merendeel bestond uit lieden van mijn leeftijd pufte en gromde dat het een aard had. Gelukkig ging het daarna enigszins rustiger door het beloofde sprookjesachtige nevelbos, inderdaad fraai. Zeker als je een Vlaamse gids hebt die regelmatig uitweidt over de vegetatie ter plekke. Zo leerde ik dat de Gagelboom de grondstoffen levert voor de productie van bier, vergelijkbaar met hop. Dat de eetbare laurier zich van de giftige onderscheidt door minuscule bruine puntjes aan de onderkant van het blad en dat zwart gras wordt gekenmerkt door witte bloempjes. Ratten worden high van de voor ons giftige, vuurrode laurierbladen . Ze klimmen dan soms als gekken in bomen en vallen daar dan weer uit. Een fraai exemplaar met gebroken nekje versierde ons doorgangspad. In San Bartelomeo dronken we wat in een barretje bij het kerkje voordat een heldhaftig gezelschapje waaronder Jasmijn en ik koos voorde zware route de kloof in en weer uit. De rest, vrijwel alle vrouwen met het enigszins opgeluchte partners, kozen voor de slappe makkelijke route rechtstreeks naar beneden. Nou, we hebben het geweten, het was meer dan pittig. Op een of twee wat oudere mannen na, eindigde ik de afdaling als laatste. Toen ik even trots wilde vaststellen dat ik van het gezelschap toch zeker de oudste was bleken er twee lieden nog veel ouder dan ik, de oudste zelfs 72. Enigszins beschaamd incasseerde ik de wat geringschattende lachjes van deze helden.

Vandaag zijn we wederom met de bus een deel van hetzelfde gezelschap als gisteren, afgereisd naar de zuidelijkste punt van “Isla Bonita” La Palma waar de vulkaan Sint Antonio hebben is bezocht en we urenlang hebben rond gestapt in de stoffige zwarte aslaag die de gehele zuidelijke punt bedekt. Imposante lavamassa’s herinneren aan de laatste uitbarsting die nog maar in 1971 heeft plaats gevonden. Onze vrolijke Vlaamse gids geeft honderden wetenswaardigheden over het gebied en weet zonder enig probleem alle uitbarstingen van de laatste vijfhonderd jaar te geven met daarbij dde precieze duur van alle uitbarstingen. Die worden steeds korter, geen reden dus om op dit moment een grote uitbarsting te verwachten, zo verzekert hij ons geruststellend. We komen bij een rots waar behalve plantjes die nergens anders ter wereld voorkomen tientallen hagedissen en gekko’s heen en weer schieten. Een gaat er vandaar met een stukje banaan. Bananen komen in dit gebied op de zuidelijke hellingen  veel voor, allemaal onder daken van doek en plastic. Niet fraai maar wel effectief. La Palma levert van alle Canarische eilanden de meeste bananen, die grotendeels naar Spanje gaan. Ook wijnbouw komt veel voor, zo zien veel vlak tegen de kust aan liggende wijngaarden die het blijkbaar uitstekend doen op deze vulkanische bodem. “Nou dat valt tegen” weet onze Vlaamse gids; “voor elke plant is er eerst een gaatje geboord van vijf meter diep, om de wortels de kans te geven in de aarde onder het vulkanische gruis.” En dan te bedenken dat de wijnhandel is ingestort onder het geweld van Australië en Chili en dat alleen nog maar voor lokale consumptie wordt geproduceerd. “Dus wijnvelden verwaarlozen of meer wijn drinken”, merkt iemand op. De Palmezen lijken voor de laatste optie te kiezen. 

zondag 12 maart 2017

kou lijden voor de kust van West Afrika

Mama Mia, here I go again, how can I resist you. Terwijl ik dit schrijf klatert het geluid van de tweemansformatie (een man met synthesiser waarop tegelijkertijd talloze instrumenten ingeprogrammeerd meespelen en een vrouw, die alleen maar zingt) in de grote zaal van Hotel Las Olas, Las Cancajos, La Palma. Ikzelf zit achter mijn laptop luidkeels mee te zingen, beneden gaan de oudjes (oudjes,ze zijn verdormme allemaal van mijn leeftijd!), uit hun dak. Zo maar een willekeurige zondagavond op deze vulkanische berg voor de kust van West Afrika. Daar ben ik met Tui Flight Airways (is dat een zelfstandige luchtvaartmaatschappij heb ik me de gehele vlucht zitten afvragen) tesamen met mijn dochter Jasmijn neergestreken om een week te gaan wandelen. Ja, je leest het goed, deze hater van het lopen gaat een week globetrotten op de groene hellingen van de Caldera Taburiente zeg ik nu zo maar even uit mijn hoofd, morgen nog een keer opzoeken in mijn duitstalige reisgidsje, het enige dat H. in haar doorgaans toch onuitputtelijke boekenvoorraad kon vinden.
Vanmiddag scheen de zon uitbundig en beantwoordde de algehele entourage precies aan hetgeen ik dacht aan te treffen. Tegen de avond is het helemaal grijs en wandelen we langs het water dat schuimend te pletter slaat tegen de vulkanische stenen met een fanatisme of het voor de eerste keer is (hetgeen ik voor elke afzonderlijke golf die midden op de Atlantische Oceaan ineens verbaasd een stukje land tegen komt inderdaad niet uit sluit). Ineens realiseeer ik me dat ik behalve talloze kortgemouwde hempjes geen enkele trui of jasje met lange mouwen heb meegenomen. Dat wordt nog afzien hier op deze ongenaakbare verste uithoek van het rijk der Canarische eilanden

donderdag 2 maart 2017

Het verhaal van de stadsman en de riek

Buurvrouw Ria met wie ik samen een moestuin ga beheren, zegt me dat het beter is om de grond om te spitten met een riek in plaats van een schop. “Dat voorkomt blokvorming d. Later moet je al die blokken weer fijn gaan hakken”. Ik verwissel daarop de schop voor de viertand maar raak al spoedig met dat ding verward in een bos wortels. Als gevolg daarvan steekt één tand spontaan plots eigenwijs een andere kant uit en is het niet meer mogelijk het ding nog in de grond te steken. Ik besluit de riek met de scheve tand in een bankschroef te steken en voorzichtig terug te buigen. Met een droge knal breekt die tand na enig gewrik af. Schuldbewust gaat de stadsman bij landman Kees, de materialenman op Popkensburg, langs. Kees wenkt me om met hem mee te komen naar de werkplaats. Hij zal mij met zijn grote ervaring op het gebied van machinerieën en gereedschappen in de landbouw vertellen wat ik fout heb gedaan. Hij pakt een riek en zet die niet zoals ik in een grote houten bankschroef maar juist in een kleine metalen. Niet helemaal vastzetten aan het begin, zoals ik deed, maar juist aan het eind, zodat het metaal meer speelruimte heeft om mee te buigen  . Kees buigt behoedzaam de riek en: “knap”, met een even harde knal breekt ook zijn riek. Beteuterd aanschouwt landman Kees zijn tot driepoot gereduceerde hooivork. Ik schiet in de lach; een merkwaardige mix van opluchting en leedvermaak maakt zich van mij meester. Moraal: zo veel verschillen stadse lui en boerenlieden nou toch ook weer niet.