Totaal aantal pageviews

zondag 30 juni 2013

Een moeizaam begin: verdwaald in de achtertuin en een explosie in het achterwiel

Jarenlang sprak ik wat badinerend o ver het fietsknooppuntennetwerk. Wie rijdt er nu rond aan de hand van een lijstje met cijfertjes. Maar gaandeweg ben ik er toch anders over gaan denken. Het is toch wel een makkelijke manier om zonder kaart langs leuke wegen van A naar B te komen. De eerste etappe van de weg naar Marseille, de etappe van Rotterdam naar Middelburg heb ik op deze manier proberen te rijden. Proberen, want ik ben in de Hoekse Waard de weg helemaal kwijt geraakt. Een pontje bleek niet te varen en daar stond ik met mijn niet meer kloppende cijferlijstje. Had ik toch maar een kaart meegenomen. Nu moest ik improviseren en ging daarbij helemaal de mist in. Ergens kwam ik klem te zitten tussen twee rivieren. De geplande route naar de Haringvlietsluizen kon ik op mijn buik schrijven, ik moest helemaal de andere kant uit naar de Harinvlietbrug, een omweg van een kilometer of 20! In de buurt van Zierikzee reed ik op een volkomen vlakke, nette weg toch lek. De splinternieuwe band die ik in plaats van de lekke verving kwam klem te zitten tussen velg en buitenband en explodeerde met een luide knal. Dan ben je even niet gelukkig, ook al ben je nog met aan je fietsvakantie begonnen en was het weer redelijk en had ik de wind in de  rug. Op de Brouwersdam betaalde ik wel maar vergaten ze me vervolgens te bedienen. Toen ik iemand daarop attendeerde brak er in de keuken een enorme ruzie los (blijkbaar lagen de gezagsverhoudingen aldaar behoorlijk door elkaar) en kreeg ik uiteindelijk lauwe kroketten en frites die maar één keer waren voorgebakken. Nee, de start van mijn fietsreis had ik me wat vloeiender voorgesteld. Maar nogmaals, de wind stond goed, er was steeds meer zon (een zeldzaamheid deze zomer) en na 142 kilometer was ik nog redelijk fit. Hanneke had een heerlijke couscousmaaltijd gemaakt. Eind goed, al goed.

woensdag 5 juni 2013

Doisneau hielp de werkelijkheid een handje

De tentoonstelling van Robert Doisneau in het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam is er gewoon een in de categorie: 'must go'.; de fotograaf van het goede leven, die zo blijkt uit de begeleidende tekst, de werkelijkheid zo nu en dan wel een handje hielp om het er leuk te laten uitzien. Zijn beroemde "kus" (die al jaren op mijn slaapkamer in Rotterdam hangt) is er een voorbeeld van. Hij was te laat om het zoenende paar vast te leggen en vroeg toen of ze het speciaal voor hem nog een keer wilden overdoen. Dat zal  dan ook wel gebeurd zijn bij al die andere scenes van kussende paren, dat zijn er nogal wat. Er werd wat afgezoend daar in het Parijs van vlak na de tweede wereldoorlog. Wel of niet in scene gezet; de foto's zijn niet alleen prachtig maar geven ook een schitterend tijdsbeeld. Al die prachtige winkelgevels. later heeft hij er - in kleur - nog een speciale serie van gemaakt. maar juist die terloopsheid als achtergrond van de door hem gekozen scenes maken dat zijn foto's iets heel nostalgisch hebben. En zie de portretten van alle grote Parijse kunstenaars in hun atelier! Twee sfeervolle platen voeg ik hierbij toe. Een van de actrice Jane Dezabo, waarbij , volgens het bijschrift van Doisneau zelf, "zelfs de meest doorgewinterde technicus ophield met op zijn boterham te kauwen". De andere is van Simone de Beauvoir in les Deux Magots; als je zo alleen kunt zitten in zo'n grand café, dan ben je groot (levens)kunstenaar (reflecties afkomstig van het glas voor de tentoongestelde foto's).


Dan is er nog een expositie van ene Veronique Bourgoin die wat mij  betreft het bespreken totaal niet waard is. Op een ondergrond van grote foto's van klassieke interieurs plakt zij allerhande foto's al dan niet ingelijst of zo rechtstreeks uit tijdschriften gehaald. Rommelig, zonder enige samenhang, totaal niet interessant. Ik had het in vijf minuten al gezien.

dinsdag 4 juni 2013

Een prachtig boek over 'Rotkar'

Zojuist een verbluffend goeie biografie dichtgeslagen, Tobias Goedwaagen van Benien van Berkel, met als ondertitel: "een onverbetelijke nationaalsocialist".
Geweldig hoe die Van Berkel er in is geslaagd zo op de huid te gaan zitten van deze gedurende de Tweede Wereldoorlog volkomen foute topambtenaar van het departement van Volksvoorlichting en Kultuur; de oprichter van de beruchte Kultuurkamer, waarvan alle kunstenaars verplicht lid moesten worden; Joden werden buitengesloten. Hoe een aanvankelijke liefhebber van de zuivere kennis van Kant zich ontwikkelt tot de aanhanger van de meest duistere rassentheorieën en mythen van het nationaalsocialisme, wordt fascinerend beschreven. Zonder ook maar een moment uit het oog te verliezen hoezeer deze superintellectueel volkomen ontspoorde, tot aan zijn dood op 84-jarige leeftijd toe, laat de biografe in haar boek toch ook een zekere sympathie doorklinken voor de man die maar bleef schrijven, bleef doceren en niet te beroerd was na zijn veroordeling en gevangenschap de draad weer op te pakken en middelbare scholieren (waaronder Kees van Kooten!) begeleidde op weg naar hun eindexamen. En ondertussen alsmaar bezoekjes afleggend aan neo nazi's in West Duitsland. En passant komt men heel veel te weten over de manier waarop tijdens de bezetting ss-ers en nsb-ers in de top van de bezettingsmacht elkaar naar het leven stonden en niet nalieten elkaar pootje te lichten en te verlinken. De op zijn manier "onkreukbare" Goedewaagen werd er een van de belangrijkste slachtoffers van, Himmler bemoeide zich er in hoogst eigen persoon mee, en stierf uiteindelijk vrijwel naamloos. Want wie kent deze man nog die door kunstenaars consequent 'Rotkar' werd genoemd.
Wat een mooie taal gebruikt die Bernien, ondanks al die verkeerde gedachten van Goedewaagen. Over slechtheid kun je dus goed schrijven.
Tsja, wat moet ik daar met mijn aspiraties om ook ooit nog eens een biografie te schrijven tegenover zetten?
Enfin, ik heb er enkele prachtige dagen leesplezier aan gehad. Een aanrader!