Totaal aantal pageviews

zondag 29 juni 2014

Glasgow kleurde al uren voor de match helemaal oranje

Nóg een rustdag. Niet zozeer ingegeven vanwege voortdurende moeheid maar meer vanwege de angst de achtste finale van Nederland tegen Mexico te missen. Je zult toch maar temidden van Schotse schapen staan in de wetenschap dat Nederland bezig is de volgende ronde te halen. Om duizend en één reden was dit een wijs besluit. Allereerst was de match natuurlijk het aanzien meer dan waard. Ik hem als enige Nederlander temidden van al die Schotten schor zitten schreeuwen dat laatste kwartier. Ik hield er meteen een aantal dikke vrienden aan over die me na afloop kwamen feliciteren. Maar daarnaast kon ik nu nog een aantal bezienswaardigen af gaan waar het de eerste dag niet van was gekomen.Allereerst ging in naar het Kelvingrove Art Museum. Een prachtig laat 19e eeuws museum (een beetje 'Rijks' in het klein), waar je gewoon voor niks naar binnen mag (zoals ook al in het Tate Museum het geval was. Daar kunnen we in Nederland nog wat van leren). In dat museum werd ik meteen de pijnlijke fout gewaar die ik gisteren of eergisteren op deze plek maakte door te stellen dat Glasgow wel geen eeuwenoude stad zou zijn. Wél dus, gesticht in 1100; de kathedraal is een van de belangrijkste bouwweken in Groot Britannië uit de Middeleeuwen. In de 19e eeuw werd Glasgow het centrum van de kolen en staalindustrie. Zowel auto's als locomotieven als stalen bruggen en tuinhekken kwamen uit Glasgow.
In het museum hebben ze naast een prachtige verzameling werken van schilders als de Glasgow Boys (begin 20ste eeuw en de Schotse coloristen (jaren dertig) op de afdeling Hollandse kunst zelfs een Rembrandt en Jacob van Ruisdael. Zo werd mij ook duidelijk dat Glasgow eigenlijk al vanaf het begin van de 20ste eeuw een echt designstad is, lang voordat dat woord in zwang kwam. Zowel op het gebied van ijzersmeedwerk als meubels zetten Glasgow niet alleen in Engeland maar zelfs mondiaal de toon. Glasgow schijnt model te hebben gestaan voor de ontwikkeling van Chicago!
Nog een fout; ik zei dat Glasgow een vlakke stad was.Nou, als je er op een dagje met je fiets doorheen crosst weet je wel beter. Alleen het gedeelte tegen de Clyde aan is plat, de rest loopt behoorlijk omhoog met soms wegen met een stijging ver boven de 10 %. Ook dat rastervormige patroon klopt niet. Dat geldt alleen voor het echte centrum. In de rest van de stad lopen de wegen alle kanten uit. Ik moest een uur zoeken voordat ik de Cathedral straat te pakken had. Zo zie je maar, aan één dag heb je niet genoeg om een stad te beoordelen (aan twee natuurlijk ook niet).

Overigens was het Oranjefeest in Glasgow al uren voor de match van het Nederlands elftal begonnen. Stom toevallig kwam ik al fietsend door Glasgow in een heuse, echte Oranje optocht terecht. Stomverbaasd vroeg ik aan een agent die het verkeer stond tegen te houden of ik hier nou in Noord Ierland of in Schotland was? "Hier zijn sommigen net zo maf" zei hij me of iets van vergelijkbare strekking. Elk jaar trekken ook hier de Protestanten erop uit om met luid tromgeroffel en gefluit nog eens duidelijk te maken dat ze afstammen van King William (nb ónze Willem IV (of III of II, daar wil ik van af wezen), die een huwelijk aanging met de prinses van het regerend Engels vorstenhuis en zo Koning van Engeland en omstreken werd. Met hem staan zij pal voor het protestantse geloof en bestrijden zij de katholieken. Voorzien van fraaie oranje sjerpen marcheerden de veelal oudere mannen en vrouwen door het centrum van Glasgow, daartussen door 15 pijpercorpsen. Mijn aloude grote wens om ooit nog eens als tambour maitre te mogen meelopen kreeg een nieuwe impuls. Ik heb er 15 voorbij zien komen; waaronder deze hiernaast.
Wat moet het toch heerlijk zijn om in een fraai uniform voorop te mogen lopen.Voor een echte fotograaf zoals mijn jongste broertje Frans zou smullen zijn om hier plaatjes te schieten. De ene figuur zag en nog prachtiger uit dan de andere. Later kwam ik terecht in de opvallend buiten het centrum gelegen eeuwenoude kathedraal van Glasgow; de stad is in de loop der eeuwen blijkbaar een mijltje of wat opgeschoven naar het westen. Er was net een (ook weer protestantse) dienst aan de gang met, eerlijk waar, ongelooflijk mooi zangwerk van een Benjamin Britten. Aan een van dienstdoende ordebewakers vroeg ik of ze niet eigenlijk mee moesten doen met de processie een eind verderop. Dat zijn de gereformeerden, zei hij in bijna vlekkeloos Nederlands, wij zijn vergelijkbaar met de Nederlands Hervormden. Wij doen niet mee aan die flauwekul. Waarmee maar weer duidelijk is dat de godsdiensttwisten in Schotland net zo hevig binnen de protestantse kerk woeden als tussen prots en caths. Overigens wist mijn gespreksgenoot werkelijk alles van Nederland, zelfs dat Sloes in Zoeuws Vlaanderen protestant was en Aardenburg katholiek. Hij bleek er een paar jaar stage te hebben gelopen bij een of andere dominee. En Voelendam is Katholiek, wist hij ook nog.

zaterdag 28 juni 2014

Lekker gluren naar lelijke Schotten

Rustdag in Glasgow

Terwijl iedereen in de stad nog op één oor ligt, het is per slot zaterdag, trek ik met een flauw zonnetje (het schijnt overal te regenen in Britannië, een popfestival is helemaal weggehoost, maar waar ik ben is het droog en schijnt nogal eens de zon) langs de oevers van de Clyde. Zelfs nu op zaterdagmorgen zijn ze druk bezig de bestrating aan te leggen. In de buurt van de splinternieuwe boogbrug zijn ze de verkeerslichten aan het instellen; ik ben dus een van de eerste bezoekers van dit nieuwe gebied, ontwikkeld op de plaats waar vroeger de docks waren. Alleen de gigantische bouwkraan die er blijft staan, passend de Titanicgenaamd, doet er nog aan denken. Het ding was in staat om kant en klaar gebouwde schepen zo van de oever in de Clyde te tillen. Verder liggen rondom deze kraan en de brug allerlei splinternieuwe bouwsels die ook Glasgow moeten meenemen naar de 21ste eeuw. Ik vind het niet allemaal even fraai, soms erg tijdsbepaald. Over 20 jaar vinden ze aan die bouwsels niks meer aan vrees ik. Enfin, hier wat indrukken:


Dit ligt allemaal in het westelijk deel van Glasgow. Ik loop in de nog steeds stille stad terug naar het centrum en ga op zoek naar het gebouw van de Glasgow School of Arts. Daar zijn alle architecten opgeleid die het aanzien van Glasgow in de afgelopen anderhalve eeuw bepaald hebben. Ik blijf staan bij een heel bijzonder gebouw dat van Charles Rennie Mackintosch blijkt te zijn. Ik heb nog nooit van die man gehoord maar een stel uit Nederland praten me snel bij. De vrouw van het echtpaar blijkt te werken bij de stedenbouwkundige dienst van de gemeente Noord Holland en weet het een en ander. Mackintosch is een aanhanger van de Arts and Crafts Movement, de stroming die zoveel organische lijnen en natuurlijke motieven in haar ontwerpen stopt. Gaudi en Berlage hebben er ook wel wat weg van. Opvallend aan alle deze architecten is dat ze niet alleen het uiterlijk van een gebouw maar ook alles in het interieur ontwierpen, tot de stoelen en de lampekapjes toe. Helaas is het door Mackintosch ontworpen gebouw juist vorige maand uitgebrand. Dat verklaart waarom dat het er zo desolaat en uitgewoond uit ziet en er een groot hek omheen staat. Maar de hand van de meester is in nog steeds zichtbaar.


Gelukkig heeft de school ook nog een nieuwe gebouw dat er pal tegenover staat. Daarin wordt ik verder ingelicht aan de hand van een tentoonstelling over de invloed van deze school op de stad.
In ga vervolgens naar de Gallery voor Modern Art, waar werkelijk prachtige dingen te zien zijn. Vooral een aantal schilderijen met gestyleerde vrouwenbeelden van een zekere Moyna Flannigan blijven me bij. Het is kortom een esthetisch dagje in het alsmaar bewolkter wordende G. Ik bezoek het enorme station, ook al zo'n overblijfsel uit het eind van de 19e eeuw (ziehier de buitenkant). Ik vind dit gedrocht uitgesproken Duits ogen. Zouden ze dat ook op die school ontwikkeld hebben?

Terwijl ik een baguette zit te happen ga ik eens lekker naar al die mensen zitten kijken. Laat ik het maar eerlijk toegeven, de Schotten zijn lelijker dan de gemiddelde sterveling; het is helaas niet anders. Zonder uitzondering bleek en veel zijn er nogal dik.
Op mijn wandeling door de stad kom ik naast allerlei hypermoderne giganische warenhuizen ook een rommelig winkeltje in electronica tegen waar ik eindelijk het kleine dingetje aantref dat het mogelijk maakt foto's aan mijn relaas toe te voegen. Omdat te vieren heb ik er bij deze aflevering extra veel bij gedaan.


vrijdag 27 juni 2014

De eerste onzekere stapjes in Glasgow

Etappe 14: Moffat - Glasgow, 90 kilometer, gemiddelde en hoogtemeters (nog even opzoeken)

In het vriendelijke Moffat op het marktplein ontbeten. Daarna onmiddellijk de hoogte in om al heel snel daarmee het hoogste punt van de dag te halen, ergens boven de 300 meter. De rest van de dag bestaat dan eigenlijk alleen maar uit dalen, zo'n 70 kilometer lang. De weg die gisteren zo saai was, kronkelt nog net zo als gisteren rond de Motorway naar Glasgow, maar het is toch totaal anders. Die Motorway is door bossages voortdurend verstopt, je hoort hem alleen maar, maar ziet hem niet of nauwelijks. Het landschap is wijds, doet me soms denken aan de verten die je ook in de States of in Nieuw Zeeland hebt. Het verschil is dat alle heuvels bedekt lijken met een groen biljartlaken, bespikkelt met vuilwitte vlekjes, schapen.

Bossen en bomen (behalve dan direct rond de verstopte M way) zie je nauwelijks. Wie zou dat schapenvlees eigenlijk eten vraag ik me af. Zou dat verwerkt zitten in die onappetijtelijke vleespasteitjes die overal kunt krijgen?

Tegen een uur of 3 kondigen zich de voorsteden van Glasgow aan. Het zal nog zo'n 2 uur duren, voordat ik aan de River Clyde aan kom, die pal naast het centrum loopt. Na een lekkere douche in het zeer eigentijds ogende hostel (met een enorm drukke en gezellige pub) ga ik mijn eerste verkenning door Glasgow maken. Dat vind ik altijd een mooi moment, voor het eerst een stad in gaan die je op geen enkele manier kent. Elke straathoek kan weer een verrassing opleveren. Die blijven hier eigenlijk uit. De stad is zo vlak als een Nederlandse stad. Ik had een heel ander beeld voor ogen. Als ik later de gemeenschappelijke stadsgids van Edinburgh en Glasgow open sla, zie ik dat ik voortdurend Edinburgh voor ogen heb gehad. Dát is een mooie stad, daar had ik moeten zijn. Enfin. Ik zal het met Glasgow doen en er morgen een hele dag voor uittrekken.
Opvallend vind ik nu al het Amerikaans ogende rastervormige stratenplan. Dit lijkt geen eeuwenoude stad. De pompeuze gebouwen in de binnenstad zijn opgetrokken in neo klassieke stijl, zoals de Modern Art Gallery waar ik morgen naar toe ga.
Echt heel bijzonder oogt de stad niet. Wel sterft het van de pubs die op deze vrijdagavond goed gevuld zijn. Tegen een uur of 10 's avonds heeft de jeugd het centrum in bezit genomen, maar waar is dat niet het geval? Deze ouwe lul neemt nog een afzakker in de pub van het hostel, schrijft zijn verhaal en gaat om een uur of elf zijn oogjes toe doen. De stad komt nu echt tot leven lijkt het.

de bruid van Shrek gezien in Gretna Green

Het was gisteravond zo bitter koud, dat ik met een trui en daarover een windjack voor mijn tentje mijn tekst zat te tikken. Daardoor ging het wat slordig en ben ik het belangrijkste wapenfeit van gisteren vergeten te vermelden: de knellende fietsbroek kan uit en worden vervangen door een ruigruiten rok met natuurlijk niks eronder aan: ik ben immers de grens met Schotland gepasseerd in Gretna!
Zowat het eerste plaatsje dat je tegenkomt in Scotia is Gretna Green. Waar kennen we die naam ook al weer van: o ja, dat was net als Las Vegas een plek waar je heel snel zonder formaliteiten kon trouwen en weer scheiden; heel bekend in de jaren 50 en 60, maar nu hoor je nooit meer iets over. En laat nu net als ik het dorpje voorbij rij vlak voor het bord Gretna Green een bruid en een bruidegom staan. Een heel lelijke bruid trouwens, ze leek zo weggelopen van de zijde van Shrek en snel in Gretna Green een ander aan de haak geslagen te hebben. En ik was de getuige want ik heb het tafereel inclusief het bordje Gretna Green vastgelegd.

donderdag 26 juni 2014

Ramptoerist vist achter het net

etappe 13: Dalston - Moffa (50 mijl onder Glasgow); 85 km, gemiddelde 17,5 km, geklommen meters: 606

Een heel makkelijk dagje; milde temperatuur, zonnetje, de wind in de rug en een vrij vlak parcours. En toch was het retesaai. Vanaf Carlisle slingert de oude weg van C. naar Glasgow voortdurend rond de nieuwe Motorway. Dat betekent zo'n 50 km lang naast het voortrazende verkeer op een verlaten weg fietsen; nauwelijks een bocht te bekennen. Omdat het voor fietsers bedoelde randje belegd is met slecht asfalt voel ik na 80 km mijn kont meer dan ooit!

Ik kom daarbij door het plaatsje Lockerbie, ooit een dag wereldnieuws toen daar een door kapers in dienst van Khadaffi in de lucht geëxplodeerd vliegtuig neerplofte. Behalve alle passagiers stierven er ook nog een aantal mensen in het Schotse plaatsje. Als echte ramptoerist ben ik nog op zoek gegaan naar een aandenken aan deze ramp. En ja hoor, ik dacht beet te hebben met het bord: 'Garden of Rememberence'. Ik moest er nog behoorlijk voor omrijden en nog een nijdige heuveltje op. Op de plaats van aankomst bleek het om een doodgewoon kerkhof te gaan. Zo komt rampentoeristenboontje zo'n 25 jaar na dato om zijn loontje. Niks geen verwijzingen naar dit idiote ongeluk. De Schotten hebben de draad in hun kleine stadje gewoon weer opgepakt en op de open plek een enorme supermakt gebouwd (althans dat is mijn interpretatie van de tegenover de kerk neergeplante supermoderne keet).

's avonds op de camping spreekt een jonge Franse vrouw me aan (Nee, weer niet meteen van alles er bij gaan fantaseren!)  die in d'r eentje op de fiets vanuit Toulouse zo maar in het wilde weg in Engeland aan het fietsen is. Ze heeft een grote kaart van Schotland bij zich. Die ga ik morgen in Glasgow toch ook eens aanschaffen. Zo'n GPS is wel gemakkelijk, maar je verliest elk gevoel voor richting en de plek waar je bent. Er gaat toch niets boven een gedetailleerde kaart.




Eenzaam op de camping, maar wel met een geniale douche

Etappe 12: Ambleside - Dalston (vlak onder Carlisle): 89,3 km, gemiddelde 15,5 km per uur, hoogtemeters: 1214 (een record tot nu toe)
Voor het eerst schrijf ik dit verhaal in mijn tentje met het zachte getik van een druilerig regenbuitje van een paar uur op mijn tentdak. Voor het eerst in 14 dagen; het werd tijd, we zitten toch in Engeland nietwaar.
De aantal geklommen meters tonen het al aan, vandaag ruim een kilometer de hoogte in gegaan (dat wil dus niet zeggen dat ik nu op een kilometer hoogte zit; volgens deze methode worden alle geklommen meters loodrecht omhoog bij elkaar opgeteld. Je kunt dus ook op zeeniveau eindigen en toch een kilometer  geklommen hebben onderweg). Daaronder een aantal heel steile jongens van 12 en 14 procent. Maar ik heb ze allemaal kunnen nemen. Wat is dát een goed besluit geweest om nog net voor het vertrek een kleinste voorblad van 22 tandjes op te laten zetten. Dat tandwiel heb ik vandaag permanent nodig gehad. Maar het laatste stuk , richting Carlisle, ging zoevend naar beneden met het grote voorblad van 52 tandjes. Overigens ga ik nooit harder dan maximaal 45 km per uur naar beneden. Ik zie nog steeds Rob voor me, de fietser waarmee ik twee jaar geleden naar Italië ging. Bij hem kwam in een afdaling een van zijn voortassen tussen zijn spaken. Met één luide knal lagen alle spaken uit zijn wiel. Hijzelf kon met een jukbeenfractuur naar het ziekenhuis in Verona. Dat beeld laat me nooit los en zorgt ervoor dat ik behoedzaam blijf tijdens de afdaling, ook al heb ik een veel steviger set met voortassen dan hij indertijd op zijn fietsje had.
In de ochtend ging het vanuit Ambleside al meteen 200 meter bergopwaarts. Toch heb ik van die lange beklimmingen liever dan voortdurend op en af. Op een lange klim kun je lekker in een bepaalde cadans komen en hoef je niet voortdurend te schakelen. Helaas was het zicht slecht, het was de hele dag nevelig, dus van het beloofde uitzicht op het meer van Windermere heb ik niks gezien. Het tweede meer, het door een stuwdam gevormde Thirlmeer, dat ik vandaag langs kwam, was heel stil. Het is ooit aangelegd om de stad Manchester, 100 mijl verder naar het zuiden gelegen, van vers drinkwater te voorzien. Ondanks protesten indertijd van de lokale bevolking is het plan toch doorgegaan en is de eerste steen van de dam gelegd in 1860.
Voordat ik uit Ambleside vertrok draaide ze daar in een koffieshop het nummer: "The same old scene" van Roxy Music. Zoek dat nummer eens op op Spotify en luister er met je ogen dicht naar. Denk dan aan de steile rotsen waarlangs ik glij met aan de ander kant het doodstille grijze meer omgeven met allerlei soorten varens; de toppen van de heuvels omhangen met nevels. Dit is prachtig, daarvoor ben ik naar Britannië gekomen. En dan is het helemaal niet erg dat het grijs weer is. nee dat is juist het meest passende weer bij deze 'old scene'.
Later, als ik van een veel te drukke en daardoor gevaarlijke weg af wil, moet ik behoorlijk bergopwaarts om een alternatieve weg naar Carlisle te vinden. Mijn GPS geeft aan dat het alleen nog maar bergafwaarts gaat, maar ziet dan wel even een lange  helling van 12 % over het hoofd. Ook een GPS blijkt niet onfeilbaar. Maar zoals gezegd, ik neem ze allemaal; in een slakkegangetje, dat wel.
De mensen die ik spreek hebben allemaal al een behoorlijk Schotse tongval (voorzover ik daar kijk op heb) maar zijn allemaal heel vriendelijk. Als je even stil staat wil iedereen je de weg wijzen. Maar dat hoeft niet , want ik heb een GPS!
In Dalston staat er, net als ik denk om te gaan stoppen, een bordje caravancamp. Maar een tentje mag ook. Met nog wat bouwvakkers die hier een tijdelijk onderkomen hebben ben ik  de enige campeerder. Maar de douches die ze hier hebben, zijn wel heel modern. Je moet één keer met je arm langs de muur zwaaien en dan begint er meteen een heerlijk straal warm water te vallen, net zo lang totdat je de plaats onder douche verlaat. Dan stop het ding vanzelf. Geniaal. Nooit eerder gezien.

dinsdag 24 juni 2014

Een aha erlebnis

24 juni: Rustdag in Ambleside

Ambleside! Als ik door het centrum rij heb ik een aha erlebnis! Ik ben hier eerder geweest!! Dit is de plaats waar Jur en ik een 15 tal jaren geleden afgezet zijn met onze plastic zakken vol vakantiespullen nadat de nacht ervoor onze beide fietsen gestolen waren. De bus bracht ons tot hier. Ik zie ons weer staan voor die outdoorzaak, waar we allebei een enorme rugzak hebben gekocht, waar we alles in gepropt hebben. Ik heb nog nooit zo afgezien als toen ik die rugzak om deed. Sterke Jur deed alsof het hem niks deed en stapte vrolijk voor zijn vader uit. Wanneer zal het geweest zijn? 2003, 2004? Jur, help je oude, vergeetachtige vader eens een handje! (via de Reply hieronder). Volgens mij was je 17, dus het zal 2004 geweest zijn. Ik weet nog goed dat Jur het heel diep in zijn hart helemaal niet zo erg vond dat de fietsen gestolen waren; hij vond, met bepakking, de heuvels veel te stijl. Welnu, Jur, dan zijn ze nog steeds hier! En ik heb nu nog veel meer rotzooi bij me dan toen. Eigenlijk onverantwoord om als 64-jarige dit allemaal nog aan te gaan. Wanneer zal het omslagpunt komen waarop het oudje zijn fiets definitief aan de wilgen hangt?

Enfin, vandaag dus een kontbesparende rustdag. Maar ik ben wel aan het wandelen geslagen en ben, aan de hand van die toch wel verdraaid handige GPS een bergje opgelopen. Zelfs de hekjes die je als wandelaar door moet staan er zo nu en dan op! 's middags met een geweldig uitzicht op het Windermere Lake en een imposante omgeving van grillige bergen een tukje gedaan in de flauwe zon.

Het leven is toch eigenlijk verschrikkelijk goed. In de verte zie ik beneden een heus 19e eeuws kasteel liggen waar ik straks langs ga om mijn laatste pond aan een consumptie uit te geven. Bij het omhoog gaan zag ik nl. dat er een terras aan het kitschkasteel vast zat. Nu ben ik helemaal blut. Vandaar dat ik toch eventjes met de fiets naar Ambleside moet om de bank te beroven. Ambelside is een  echte vakantieplaats met van die in grijze rotsstenen opgetrokken huizen. Heel gezellig hier, overal al toeristen.

Engels is soms net Koeterwaals

Etappe 11 Scorton (onder Lancaster) naar camping aan het meer van Windesmere in de buurt van Ambleside: 81 km, 1196 hoogtemeters
Wát een klimdag! Eén keer moest ik er af, maar dat was een kwestie van verkeerd schakelen, de andere keren kwam ik telkens boven, maar wel in een ongelooflijk langzaam tempo. Regelmatig rijdt me een racefietser voorbij die bewonderend zijn duim opsteekt of iets vriendelijks roept. Ik ben de slak van Brittanië, de schildpad van Schotland, de slome slungel uit Slapland. Ik beschouw me bergopwaarts steeds meer als een soort wandelaar. Ik heb mijn rugzak alleen niet op mijn rug maar op een tweewieler hangen. Bergop ga ik niet veel sneller dan een wandelaar, 5 á 6 kilometer per uur. Maar je weet dat na elke klim er weer een heerlijke afdaling wacht. Als ik dát maar voortdurend voor ogen houdt, dan valt het allemaal wel mee. Maar als ik net al vanavond rondom het meer van Windermere wel 10 kleine klimmetjes achter elkaar moet doen, voordat ik een camping bereik zonder internet dan wordt het me toch te gortig en ben ik behoorlijk chagrijnig. Het mooie van zo'n fietsvakantie alleen is dat je niemand hebt om op te mopperen, dus het gaat vanzelf weer over.
Al met al ben ik wel midden in het Lake District geraakt, voor mijzelf toch het eerste gebied waarbij ik denk, ik ga het misschien wel halen. De grens met Schotland is niet ver meer; de Hadrians Wall. De hele dag heb ik vanaf de hoge flanken van het Bowland reservaat de bergen van het Lake District al vaagjes en vervolgens steeds duidelijker zien liggen.
Het Lake District waar ik ooit met Jurriaan te voet en per bus doorheen ben getrokken nadat onze beide fietsen gestolen waren. Ik bindt nu elke nacht mijn fiets met een stevige ketting aan een object vast. Vanavond aan een picnictafel, al realiseer ik me dat een dief die een kruiskopschroevedraaier bij zich heeft die tafel vrij snel uit elkaar heeft geschroefd en dan mijn fiets met ketting er nog aan vast, kan meenemen. Zo is het de vorige keer immers ook gegaan, de fietsen werden damals met ketting en al  gewoon meegenomen.
Eigenlijk voor het eerst dat ik vandaag met niemand een praatje gemaakt heb. O ja toch, ik heb in Kendal  aan een oudere dame, die naast mij op een bankje in het centrum zat, mijn zak met overgebleven kleine worstenbroodjes kado gedaan. Ik kon er echt geen 10 op ( bij de Iceland (de Engelse Lidl) kun je ze alleen in die grote verpakkingen krijgen). Ze begon tegen met te praten in een slang Engels waar ik niks van verstond. Ik zei dat ze tegen me "high english" moest praten. Maar ze kwekte rustig door, ik zei alleen maar Yes en Amen.

zondag 22 juni 2014

I'm fixing a hole

Etappe 10: Frodham - (vlak onder) Lancaster, 90 km. gemiddelde 17 km, hoogtemeters te verwaarlozen.

Vandaag een makkelijke fietsdag, vrijwel alles is vlak (nou ja, een enkel hellinkje hou je natuurlijk altijd wel). Ik fiets in het stedelijk gebied tussen Liverpool, Manchester en Lancaster; dicht tegen de oostkust aan die ik overigens (nog) niet te zien krijg. Ik rij op gewijde grond, want ik steek op een gegeven moment via een imposante stalen brug de Mersey River over.
Ik kan het niet nalaten keihard "Needels and Pins (uh)" van de Searchers te zingen. Hier is het allemaal begonnen, de Mersey beat, de Britisch wave, The Beatles! Dat is trouwens toch een aparte ervaring; als je zo dagen achtereen op de fiets zit, schieten spontaan allerlei toch niet voor de hand liggende nummers in mijn hoofd, zoals "I' m Fixing a hole ( when the day comes in, I stop my mind from wandering....)" (Sergeant Pepper) of Wait (till I come back to your side, please forget the tears we cried)" of  "You won't see me"(net als de vorige afkomstig van "Rubber Soul") of "Martha my dear" (witte dubbel lp). Wie de diepere samenhang tussen deze alsmaar door mijn hoofd spelende melodieën kan aangeven mag het zeggen.
Ik zit de hele dag in stedelijk gebied, maar je moet dat ruim opvatten, de buitenwijken van Engelse steden zijn ruim aangelegd met prachtige landschapsparken en veel gazons. Soms staan de woningen (vrijwel allemaal daterend van vlak na de oorlog) er wat plompverloren tussen. Maar van de bekende grijze somberheid is niets te bespeuren. Misschien komt dat doordat ik nu al dagen onder een vrijwel blauwe lucht rij, ik heb de weerengeltjes voortdurend op mijn schouders dansen.
Bij een stoplicht wordt ik vanaf een omhekt grasveld met tuinmeubelen met allemaal zichtbaar minder gefortuneerde Engelsen uitgenodigd om een biertje te komen drinken. Ik stap af en blijk terecht gekomen te zijn in de Workers Social Club van Preston. Hier gaat mijn vakbondshart toch weer een beetje kloppen. Hier zitten duidelijk de minder bedeelden toch allemaal maar gezellig bij elkaar in de zon bier te drinken. Ik hou het bij een colaatje (tijdens het fietsen ben ik de rechtschapenheid zelve) en ben het middelpunt van een vrolijk gezelschap. Na een half uurtje wordt ik door iedereen uitgezwaaid. Tegen half vijf tref ik een prachtige camping met alle voorzieningen. In de bar wordt continu muziek uit de sixties gedraaid zoals
Waterloo Sunset van de Kinks en .... inderdaad: Needels en Pins (uh) van de Searchers. Hier klinkt die muziek in de streek waar hij vandaan komt nog beter dan anders.

Bij John Cleese op bezoek

etappe 9 Whitchurch - Frodham , 65 km, gemiddelde vergeten te noteren, net zoals de hoogtemeters

Ongelooflijk goed geslapen in dat heuvelachtige weiland, in een bed van hoog gras. Ik werd om 5 uur wakker om te piesen. De lucht in het oosten was rood, het was muisstil, het heuvelland zag er prachtig uit. Alleen al om deze ervaring was het een wijs besluit de tent hier zo maar in the middle of nowhere neer te planten. Een bed van stevig hoog gras slaapt heerlijk, dat weten boerenzoons die in de hooibergen slapen als sinds eeuwen, maar ik weet het nu ook.
Over de tocht van vandaag valt weinig te zeggen. Wel wat stillere wegen dan de dagen ervoor. Aan het eind, aangekomen in het vriendelijk ogende Frodham zie ik aan de hoofdweg in het centrum een mooi ouderwets hotelletje liggen. Als ik binnenkom op de krakend planken (telkens bukkend als ik door een deurpost moet) tref ik een sfeer die nog het meest doet denken aan John Cleese in Faulty Towers. Een hotelletje, zoals een hotelletje moet zijn. Met allemaal kamertjes waar net brandende haarden staan, zware fauteuils en scheef hangende lampekapjes erboven, jachttaferelen aan de wand. Prachtig. Men heeft nog een kamer vrij in een aangrenzend gebouwtje. Ik ben de keizer te rijk en neem een heerlijk bad. Dat heb ik na die nacht in het weiland wel verdiend vind ik. En was mijn was wordt ook nog gratis gedaan terwijl ik lig te soezen in het badschuim. 's Avonds maak ik een wandeling in het dorpje en neem op een druk terras nog een pint. (paint). Van het Engels dat men hier spreekt versta ik helemaal niks. 's Avonds aan de bar maak ik kennis met de eigenaar en enkele gasten die er zijn in verband met een huwelijksfeest. Een oude dockwerker van 70 jaar is sinds 3 weken gepensioneerd (hij was kleine zelfstandige, vandaar) Hij heeft altijd gewerkt als schipper op een kolenboot en gevaren op de Oostzee.Hij zegt dat hij nu de tijd heeft om te leren hoe een wasmachine werkt.

zaterdag 21 juni 2014

Vanaf een weiland in the middle of nowhere

Etappe 8: Aston on Clud - Whitchurch, 96,5 km, gemiddelde, 16,5 km, 826 hoogtemeters
Dit verslag wordt geschreven vanuit een weiland in de omgeving van Whitchurch. Daar heb ik vanavond dan maar mijn tentje opgeslagen; in de herberg was geen plaats voor mij, althans niet in de hotels in de omgeving (voorzover niet véél te duur) en campings zijn er binnen een straal van 20 km niet te vinden; ja een naturistencamping, maar daar heb ik nou net geen zin in. Zo komt een eind aan een dag waarop ik, naar ik nu vaststel, te veel naar het oosten ben afgeweken en een ontzettend saaie weg met veel voorbij razend verkeer heb genomen, terecht in een weiland tussen de koeienvlaaien. Eigen schuld, dikke bult, had ik maar beter in het boekje moeten kijken. Nu ik de route aanduiding op de GPS kwijt ben, en zelf routes moet intikken gaat het wel eens fout, zoals nu blijkt. De 'echte' route gaat langs stillere B-wegen. Onthouden dus. De rit vandaag ging onder een staalblauwe hemel; het lijkt wel of ik in Italie of Frankrijk fiets. In het eerste deel, met nog veel stille, mooie landwegen, zit een geweldige klim, maar daarna volgt een afdaling die wel 20 kilometer duurt. Ik kom aan in Shrewsbury, de geboorteplaats van Charles Darwin! Verder zou ik over deze plaats niets interessants weten te zeggen.  Zelfs de wikipedia kan ik niet raadplegen, ik zit al dagen zonder internetverbinding. Een moderne mensch kan toch niet zonder.

Rondjes draaien op de Mappa Mundi

etappe 7: Puddlebrook - Aston on Clun: 84 km, gemiddelde 16,8, 799 hoogtemeters
Zo ploeterend als het gisteren ging, zo gesmeerd loopt het vandaag. Ik zit voortdurend tegen de grens van Engeland met Wales aan. In het westen zie ik het heuvelland van Wales prachtig groen aftekenen tegen de merendeels blauwe lucht. Dat mag ook wel eens gezegd worden; ik rij vandaag een volle week in Engeland zonder één druppel regen. Onmiddellijk afkloppen natuurlijk, maar het weer lijkt alleen maar beter te worden. De Engelsen klagen over "the heat", wat bij ons een graad of 25 is; kortom het ideale fietsweer. De wegen zijn vandaag golvend, maar venijnige hellingen ontbreken. Daardoor kan ik weer behoorlijk vaart maken en stijgt mijn humeur weer enorm vergeleken met de dip van gisteren.Als de beentjes malen, af en toe bergaf de kilomterteller oploopt tot 40, ja, dan kan het niet stuk. Maar ook bergopwaarts gaat het allemaal even soepel. Het begon al met die muur die ik op moest om de camping te verlaten; die nam ik op het allerkleinste verzet, voor 22, achter 30, alsof íe er niet lag. Onderweg, bij een stoplicht draait een chauffeur zijn raampje open en zegt dat hij de End to End route vorig jaar heeft gereden in 14 dagen! Er waren dagen bij van 150 mijl! Maar wel 'without luggage' voegt hij er eerlijkheidshalve aan toe.
In Hereford, halverwege, bezoek ik in de kathedraal de Mappa Mundi; een van de eerste op groot formaat uitgevoerde wereldkaarten getekend rond 1300, in de vorm van een cirkel met precies in het midden Jeruzalem. Met een beetje goede wil zijn de contouren van Europa er al in de ontdekken. Engeland en Ierland liggen helemaal aan de rand, net zoals, aan de andere kant China en, opvallend groot, Ceylon, India kan er twee keer in. Sicilië is het grootste eiland in de Middelandse zee (zeg maar eens dat het niet waar is) en heeft al zijn kenmerkende driehoek.
De laars van Italie is echter nog nergens te ontdekken. Verder is er een prachtige bibliotheek, waar al die oude boeken aan kettingen in de kasten staan. Ergens lees ik dat de waarde van een wetenschappelijke verhandeling, met de hand geschreven en dus enig, toentertijd net zo veel waard was als een complete 'farm'.
Ik bel mijn lief en feliciteer haar met het begin van ons tiende jaar samen, op de kop af 9 jaar geleden kwamen we elkaar tegen. Ik koop op de camping in Aston nog net voor sluitingstijd in de 'Community shop' 2 biertjes om het te vieren. Proost Hanneke!

Een zware dip

Etappe 6: Bristol - Puddlebrook (vlak bij Cinderford): 69 km, gemiddelde 13,2 (veel gelopen naast de fiets), 1031 hoogtemeters gedaan.
Het gaat voor geen meter vandaag. 'smorgens krijg ik via de mail een bericht over een akkefietje met mijn uitkering van het ABP. Moet dat nu uitgerekend nu ik op vakantie ben? Hoe ik ook probeer, ik krijg geen contact met mijn huidige inkomstenleverancier. Daardoor onstaat in mijn hoofd een chagrijn dat er niet meer uit gaat. Al meteen nog in Bristol lijken alle uitgaande wegen als muren overeind te staan. Gelukkig vind bijna voor het verlaten van de stad een rijwielhersteller die mijn grootste tandwielen eindelijk gangbaar maakt. Ik zal ze hard nodig hebben vandaag. Halverwege deze tocht bevind ik me ineens aan zee, de zee vlak onder Wales (hoe die heet, geen idee), waarvan de heuvels in de verte vanaf een lange brug kan zien.
De modern ogende hangbrug die de River Wye overspant is de eerste in zijn soort, geopend door Koningin Elizabeth in 1966, maar ze zijn wel vergeten aan te geven hoe je als fietser op het fietspad van die brug komt. Dus zit er uiteindelijk niks anders op dan de voetgangerstrap te nemen die ik ergens ontdek, dat betekent alles afladen en weer opladen, iets wat ik vandaag meerdere malen zal tegenkomen (bijvoorbeeld aan het eind van een fietspad door een bos is alles aferasterd. Ik moet alles er overheen tillen om door te kunnen). En dan is er die heuvelrug die me breekt. Ik moet er af. Of ik het nou werkelijk de kracht niet heb, of mijn bagage te zwaar is of dat me ineens de psychische fut ontbreekt om door te douwen, ik weet het niet, maar het is een veeg teken dat ik, zwetend en wel, omringd door vliegen en stekende soortgenoten, deze afgang moet meemaken. Een bejaarde slaat het gade. "Ben blij dat je het nog doen kunt". Daar moet ik het mee doen. Maar mijn grootste chagrijn vandaag is het stomme feit dat de route van End to end, die ik  dacht  volledig geladen te hebben op mijn GPS, slechts tot Cindyford gaat. Daarna houdt die op. Vergeten te controleren bij vertrek thuis of wel de hele route op mijn GPS stond.  Misschien kan ik ergens de routes nog vandaan halen en alsnog op mijn GPS zetten. Plaatsen daaruit tik ik de komende dagen dan maar in. Nee, dit wordt geen makkie.
Gelukkig heb ik nog een boekje bij me waarin delen van de route aangegeven staan. Morgen toch maar eens gewoon zo'n eerlijke, ouderwetse kaart kopen. Zelfs het feit dat Nederland zijn tweede wedstrijd wint ( ik was net op tijd in de pub waar iedereen tijdens de wedstrijd vertrok, ik bleef alleen met een vast stamgast en de waard over)kan me niet opbeuren.

dinsdag 17 juni 2014

Een ander Bristol dan dat van de schoenen

etappe 5: Stonehenge - Bristol 66 km, gemiddelde 13 (veel gelopen met de fiets aan de hand, soms bergop, dan wel in het centrum van Bristol), hoogtemeters: 600 zoveel.

Hoewel het aantal gereden kilometers niet overhoudt vind ik ze zwaarder dan die 140 van 2 dagen geleden. Mijn GPS heeft zich na mijn kritiek bedacht en tovert nu alleen maar schilderachtige binnenwegen te voorschijn, maar ja, die zijn wel veel geaccidenteerder dan die grote wegen. Kortom, het is bij deze jongen ook nooit goed. Overigens heb ik deze dagen al heel wat afgegeven op mijn GPS, maar eigenlijk is dat toch niet eerlijk. Ik heb er nl. ook heel veel voordeel van. Waar je ook bent, je kunt je altijd oriënteren door uit te zoomen. En als je dan ergens aangekomen bent, zoals vandaag in Bristol, en je hebt geen zin om nog eens 20 km door te fietsen naar de volgende camping, dan brengt dat ding je zonder mankeren naar het 500 meter verderop gelegen backpackershotel. Je hoeft nooit meer iets te zoeken. Morgen eens kijken of hij ook een fietsenmaker weet aan te duiden, want ik krijg mijn ketting niet op het grootste (lichtst rijdende) achterblad. En dat heb ik de komende tijd zeker hard nodig. Wat een geluk ook dat ik op het laatst besloot mijn kleine tandwiel te vervanger door een nog kleinere (22 tandjes). Ook dat blijkt bepaald geen luxe.

Ergens onderweg kom ik de in mijn ogen ideale reiscombinatie tegen, een prachtige uit genagelde aluminium plaaten samengestelde 'all american aerodynamic travelhome' voortgetrokken door een prachtige Landrover. Blijkt eigendom van een man die voor de BBC het land rondtrekt om reisreportages te maken. "What a job" weet ik tegenover de gelukkig bezitter van al dat moois uit te brengen. Later als ik gepensioneerd ben wil ik ook zo'n combinatie........ (dus niet).

Van Bristol weet ik niet meer dan dat er in Nederland heel veel lelijke schoenwinkels van bestaan. De relatie tussen de schoenenreus en Bristol in Engeland, vlak onder Wales, is me niet duidelijk. Het is een opvallend vrolijke plaats, op deze zonnige en lauwwarme dag. De terrasjes aan de oude haven zijn goed bezet. De pubs zitten vol met 'young good looking people'. De omgeving met al zijn staal en modern hout lijkt veel op de eveneens tot uitgaansoorden omgebouwde havens van bijvoorbeeld Oslo en Auckland in Nieuw Zeeland, die ik recent heb mogen aanschouwen.

In Nederland krijgt Lelystad ook zo'n (nep) havenfront meen ik me te herinneren van een vorige fietstochtje. Bristol heeft een prachtige kathedraal die ligt te soezen in het gouden late avondlicht. Ook die foto houden jullie te goed.

maandag 16 juni 2014

Met de wind in de rug naar een nieuw dagrecord

(dit verhaal is per ongeluk omgewisseld met etappe 4)

etappe 3: Londen - Winchester, 138 km, gemiddelde 18,5 km, 1026 meter geklommen
Indrukwekkende getallen vandaag. Maar ik moet er eerlijkheidshalve bijzeggen dat ik de wind pal in de rug had. Ondanks de afstand was het eigenlijk een eitje. Voor hetzelfde geld had ik vandaag 160 km gefietst. Ik was niet eens echt moe toen ik aan kwam.
Die kilometers moest ik maken omdat andermaal een op mijn GPS aangegeven camping gesloten was. Op een boerenhek, waarvoor toch duidelijk het bordje Camping met een pijl de kant van het hek stond, stak een stevig slot.  Misschien voortaan toch maar vooraf checken welke campings echt bestaan of open zijn. Als ik een internetverbinding heb. Op de camping van vandaag is die in geen velden of wegen te bekennen. Engeland anno 2014.
Over de route valt verder weinig te zeggen. Weer heel veel drukke wegen, waar gelukkig vanwege de dag des heren het vrachtverkeer ontbrak. Van het landschap heb ik door al die bomen die rond die wegen staan nauwelijks iets gezien. Wel heb ik de indruk dat, nu we steeds verder van Londen af komen, de wegen soms iets fietsvriendelijker aan het worden zijn. Maar helemaal overtuigd ben ik daar nog niet van. Morgen, maandag, zal de dag van de waarheid zijn op dat punt.
Vanavond deel ik de camping met nog twee andere campeerders, waarvan er een een Oostenrijker is die Ierland en het zuid westen van Engeland er al op heeft zitten. Hij heeft hellingen gehad van 16 procent en meer.  Hij heeft achterop 34 tandjes zitten, ik maar  30. Dat wordt dus toch nog lopen deze fietsvakantie. Hij sloeg helemaal achterover van mijn lichtgewicht stoeltje. Hij heeft onmiddellijk de naam genoteerd. En hij heeft mij in ruil een truc aan de hand gedaan om je oplaadaccu bij te vullen tijdens het fietsen. Morgen eens kijken of ik daarvoor de juiste kabeltjes bij me heb.

En ik zal en moet in een wagonnetje plaats nemen

(dit verhaal is per ongeluk omgewisseld met etappe 3)
etappe 4, Winchester - Stonehenge 61 km, gemiddelde 15,8 , aantal geklommen meters: 654.

Vanmorgen nog even staan buurten met mijn Oostenrijkse buurman, die nu alweer 4 maanden onderweg is. Naast zijn voorliefde voor Engelse tuinen (hij is geen tuinier, wat dan wel blijft ongewis), heeft hij een voorkeur voor wegen langs de kust, ook als die via rotsen scherp omhoog en omlaag gaan. Zo heeft hij, gestart vanuit Ierland de hele zuidkust van Ierland, de zuidkust van Wales en de hele omtrek van Lands End gereden. Hij wordt lyrisch van de beschrijving van de landschappen die hij aanschouwde en weet op een volgeschreven kaart nog precies aan te geven waar dat allemaal was. Je hebt altijd baas boven baas.

Ik slaag er gedurende de 60 km 100 % in om parallelwegen te vinden aan de, volgens de GPS, ideale route; die gaat weer onverminderd langs vierbaanswegen met voortrazend verkeer. Toch eens contact opnemen met meneer GPS over zijn idiote verwijzingen. Een tourfietser is daarin identiek aan een autorijder! Daarom vandaag veel mooie landelijke wegen door het welbekende groene Engelse landschap. Wat mij opvalt is dat geen enkele Engelse stad bij de invalswegen wordt ontsierd door die spuuglelijke industriegebieden, zoals in Frankrijk, Italië en Spanje altijd wel het geval is. De Engelsen weten die gebieden mooi te verstoppen.

Stonehenge zie ik al vanaf de verte liggen. Als ik er aankom is de controleur stomverbaasd dat ik er ben gekomen zonder kaartje. Er is maar een toegangsweg, anderhalve kilometer lang, waar de toeristen met bussen en door landrovers getrokken wagonnetjes worden aangedragen. Maar ik kom over die grindweg over de heuvel zeg ik. Maar daar komt nooit iemand langs, zegt ze. Toch moet ik van haar eerst een kaartje gaan kopen, anderhalve kilometer terug over de officiële weg, om me daarna, na betaald te hebben me toch als Jan Lul te laten vervoeren in zo'n wagonnetje, net zoals iedereen, zoals het hoort. De stenen van Stonehenge zijn indrukwekkend, zoals ze daar al staan vanaf dik 2000 voor Christus.

Niemand weet precies hoe ze die stenen daar gekregen hebben, laat staan hoe ze op een aantal daarvan nog eens even grote en zware leggers hebben getild. Eigenlijk moet je dat monument aanschouwen met een prachtige avondzon,  maar ja a) het is pas middag en b) het is grijs.En koud, een schrale noorderwind blaast tussen de stenen door en over de golvende rand die al duizenden jaren rondom de stenen cirkel heen ligt, als een dichtgeslibte slotgracht.

Een camping vind ik 6 kilometer verder.Gelukkig hebben ze in de campwinkel broodjes en verpakte ham. Is weer eens wat anders dan pils met pinda's als diner, zoals gister

zondag 15 juni 2014

Een boer met een voorliefde voor Rubens

Toch nog maar een dagje in Londen gebleven. Ik wilde naar de buren, dus naar St. Paul's, maar 16 pond voor een kerk vond ik toch een beetje te gortig. De Tate Modern ligt zowat tegenover de St. Paul's, via de Milleniumbrug, dus de keuze was gauw gemaakt. Op naar Tate. Onderweg stonden drie jongens gemaakt te poseren voor een modeblad. Ik meteen maar ook mijn plaatje geschoten.

Daar was een grote Matissevoorstelling, maar die heb ik al zo vaak gezien, dat ik ook die maar een me voorbij heb laten gaan. De permanente tentoonstellingen bieden echter zo veel, zoals b.v. een tentoonstelling met portretten van John Maplethorpe, dat men zich niet hoeft te vervelen. Ik heb er wel een uur of 4 rondgezworven. Maar toen had ik het wel gehad, ik heb wat geslenterd over boulevard langs de Thames, wat zitten dutten in de zon en station over de Thames bekeken. Daarna werd het bewolkt. Na een pint in een pub ben ik naar mijn hotel terug gegaan, alwaar ik op mijn kamer een vriendelijke oude baas ontmoette, die, hoewel hij high society Engels sprak, toch een boer bleek. Maar dan wel een boer met belangstelling voor klassieke Engelse schilderkunst. Hij werd helemaal lyrisch over Rubens en Turner.
's Avonds weer een reeks voetbalwedstrijden gezien, waaronder die van Engeland tegen Italie, ik ben er speciaal voor naar een pub gegaan. Als ik dit verslag schrijf is de stand 2-1 voor Italië en de stemming in de pub beneden peil.

zaterdag 14 juni 2014

Ik had de uitslag Spanje - Nederland al voorzien!

etappe 2: Kelvedon - Londen 84 km, gem. snelheid 15 km, 427 meter geklommen.
Gisteren had ik al over de domheid van mijn GPS. Vandaag heb ik een nieuw dommigheidje ontdekt. Als je op een willekeurige plek bent kun je de dichtstbijzijnde campings opzoeken. Met de padvinder die in het apparaatje zit wordt je er zó naar toe geloodsd. Maar voor dat het zo ver was heb ik eerste alle verplichte nummers in Londen in recordtijd  aangedaan: de Towerbridge, de Thames, de Tower, the House of Parliaments, Westminster Abbey, Downingstreet nr 10, Trafalger Square, Buckinham Palace (in het koninginnevertrek brandde de kroonluchter, Her Majesty was thuis). Ik ben echt een onbeschaamde aaneenschakelaar van alle cliché's. Ik race er langs kijk er nauwelijks naar maar ben er toch maar mooi op een fietsje langs geweest.
Maar toen begon dus het echte werk, ik moest in deze metropool ergens een camping zien te vinden. De dichtstbijzijnde was die van een scoutingclub. Maar daar moest ik niet wezen; gisteren ben ik van een andere camping van de scouting weggestuurd omdat ik geen lid was. Alsof ik geen padvinder ben vroeg ik, met mijn tentje achterop. Maar de dienstdoende scout bleef hardnekkig nee schudden.
Dus geen scoutcamping. Dan een verderop gelegen camping maar. Goedgemutst liet ik me door de GPS kriskras door Londen sturen. Na 10 km kwam ik op een grote open vlakte waar ik in de verste geen tentje kon ontdekken terwijl volgens de GPS de camp site 'to the right' lag. Verderop was een golf course. Ook daar werd ik weer beslist geweigerd. Ja, er was ooit een camping geweest, heel goed bezocht zelfs, maar die was al weer jaren opgeheven. Met zo'n simpel gegeven houdt het domme GPS apparaat geen rekening. Eens een camping, altijd een camping, volgens dat apparaat. Blijkbaar was nooit iemand op het idee gekomen om dat aan de dames en heren van GPS Europa door te geven dat de camping ter ziele was. Ik was overigens de eerste die zich dit seizoen meldde! Ze zouden het nu toch eens gaan regelen. Dus ik maar weer terug naar het centrum, zo leer je zo'n stad pas goed kennen. Dan maar met de GPS naar het YMCA, al ben ik dat wel niet christelijk, maar wel katholiek opgevoed. De YMCA Londen heeft echter het beleid omgegooid en is nog alleen beschikbaar voor langdurige opvang voor daklozen jongeren. Ik ben toch ook dakloos probeerde ik nog zwakjes. Ik werd doorverwezen naar weer een Y, nu de YHA (the Young Humanitairian Allience ???). Daar werd ik liefdevol opgevangen, pal onder de St. Pauls Cathedral met elk uur het imposante gegalm van St. Pauls. Ik slaap op een kamer waar het ongeveer 35 graden is (ramen kunnen op een kiertje open)  met nog 5 andere bedden, maar die lijken allemaal leeg te blijven. Wel vanavond tijdens de voetbalwedstrijd 5 pinten voor 10 pond. Kijk, daar doe je het nou allemaal voor. Over de wedstrijd hoef ik hier verder niks te zeggen. Ik zag het verpletteren van de Spanjaarden aan in het gezelschap van één Australiër en 5 Canadezen. Omdat ik maar liefst 5 keer in luid gejuich uitbarstte bleven ze allemaal goed wakker. Per doelpunt dronk ik mijn biertjes, achteraf gezien had ik met mijn aankoop van 5 biertjes voor de weggeefprijs van 10 pond de einduitslag precies voorspeld!

donderdag 12 juni 2014

Een slim apparaatje dat toch heel dom blijkt

Etappe 1: Harwich - Kelvedon Hatch, 103,1 km. 641 meter geklommen. gem snelheid, 17,5 km,
Een gps (zeg maar een tomtom) op je fiets is een mooie uitvinding, maar het is tegelijkertijd ook een heel dom ding. Zo heb ik mijn routes (voor de kenners: ik moet eigenlijk zeggen: sporen of tracks) uitgezet met als criteria: toerfiets en recreatief. Nu zou je toch denken dat alleen de mooiste groene wegen door een stil landschap worden voorgeschoteld. Niets daarvan. Het apparaat leidt mij telkens naar levensgevaarlijke A wegen; grote verkeerswegen waar grote stromen auto's en vrachtwagens met 100 km per uur langs je heen zoeven. Bij een benzinepomp heb ik even geïnformeerd of ik eigenlijk wel op die wegen mag komen met mijn fiets. Niemand toetert overigens. Dat blijkt te kloppen. Want 'ja hoor', aldus de pompbediende.' Als het geen M-way, een motorway is, mag een fiets er ook op'. Ja, dat is dus lekker zo. Dat domme apparaat zegt: je mag er op, dus gá je er op, die weg is voor een toerfietser immers de snelste weg tussen twee punten. Na zo'n 10 km over zo'n weg heb ik de eerste de beste afslag genomen. De door de GPS aangegeven route is nu alleen nog maar een richtsnoer dat ik probeer in beeld te houden. Ik kies echter voor de rustiger (nou ja, rustig zijn die ook niet) wegen die min of meer parallel lopen. Dat laatste moet je dan wel ruim opvatten, want zo precies valt dat vaak niet te fietsen. Na een tijdje krijg ik deze methode onder de knie en kan ik nu gelukkig op rustiger wegen terecht. Het is behoorlijk heuvelachtig, zonder dat het ergens echt steil wordt. Maar het centrum van Londen moet ik nog een dagje laten wachten. Ik zit nu op het randje van de buitengewesten van Londen, in het plaatsje met de prachtige naam Kelvedon Hatch.

woensdag 11 juni 2014

Een wat suf begin

Een wat suf begin. Een zonnig ritje naar Hoek van Holland; een kabbelende zee, allemaal 65+ ers aan boord. Geen kinderen te bekennen. Grannies holiday. Maar ja, tot die soort behoor ik inmiddels ook bijna.
De gps werkt prima en brengt mij zonder mankeren linea recta naar de enige camping die Harwich in de wijde omtrek kent; een glooiend veldje achter een gezellige pub. Dit wordt geschreven met een dikke Guinness naast me! Maar ik zie wel dat de Britten inmiddels overgeschakeld zijn op andere stekkers (of was dat altijd al zo? Ik kan het me niet herinneren. Morgen dus even een omschakelaar (hou zou zoiets in het Engels heten?) aanschaffen.

Op zoek naar 'Nessie'

Hèhè. De laatste dagen neemt het ongeduld weer toe. Ik sta weer op vertrekken. Dit keer voor het eerst sinds lange tijd weer eens helemaal alleen. Geen vriendin, geen dochter, geen zoon. Ik sta er weer in m'n eentje voor. De voorlaatste keer dat ik Engeland deed was pakweg 30 jaar geleden; begin jaren '80. Met m'n ex Wilma, die eigenlijk helemaal niet van fietsen hield. Daar had ik wat op gevonden. Met een tandem zou ze nooit achterop kunnen raken en we trapten met z'n tweeën één fiets. Een eitje van Columbus zogezegd. Bovendien wist ik zeker, bij Dover moest je een keer flink omhoog om bovenop die krijtrotsen te komen, maar daarna was het mooi glooiend, vlak bijna.
Dat hebben we geweten. Hoeveel hellingen dat we op en af gefoeterd zijn weet ik niet meer. Het was die enige zomer van de laatste 30 jaar waarin er geen druppel regen viel; elke dag een graad of 28. Engeland, tropenland; met steile hellingen op en af. We kwamen na 3 weken in Exeter,  nog niet eens helemaal aan de westkant, helemaal de punt af. De laatste keer Engeland was rond 2000 met mijn zoon. Na drie dagen werden allebei onze fietsen (die toch keurig aan elkaar vastgemaakt stonden op een nette camping) gestolen. Met onze spullen in vuilniszakken gepropt gingen we verder. We kochten twee rugzakken en het werd een wandelvakantie.  Benieuwd hoe het me deze keer zal vergaan. Ik ga de aloude, bij veel Engelsen legendarische End to End route doen, waarbij ik het eerste stuk van Penzence helemaal in het uiterste zuidwesten tot ongeveer Bristol oversla. Daarvoor in de plaats komt Harwich naar Bristol. Maar daarna gaat het via de grote steden Birmingham en Leeds via het Lake District en de Hadrian Wall die Schotland van Engeland scheidt (binnenkort wordt dat dus een officiële landsgrens als Schotland onafhankelijk wordt) via Glasgow en de spelonk van Loch Ness naar John 'o Groats. Vooral in dat laatste deel ligt menige berg te wachten. We gaan het meemaken (en jullie ook als je het wil).