Totaal aantal pageviews

vrijdag 30 september 2016

"Vancouver, Vancouver, this is it, this is it!!!"

Donderdag 29 september: Astoria - State Parc onder Tacoma (Washington)

Deze voorlaatste dag staat in het teken van Mount Saint Helens, de onder Seatlle gelegen vulkaan die op donderdag 18 mei 1980 tot een gigantische uitbarsting kwam, waarbij de helft van de top in een nabij gelegen meer verdween en een woeste lavastroom alles rondom op zijn weg vernietigde, inclusief de wetenschapper die de uitbarsting vanaf een dichbij gelegen observatiepunt al wekenlang gadesloeg. Hij kon nog net omroepen door de radio: " Vancouver, Vancouver, this is it, this is it" voordat hij met de 300 mijl per uur voortrazende "blast" werd weggeblazen en verbrand. Dit leren we vandaag allemaal als we op bezoek zijn bij het indrukwekkende observatiepunt David Johnston, genoemd naar de dappere wetenschapper. Dapper, omdat hij als enige in de buurt van de berg bleef die per dag een paar meter uitstulpte als voorbode voor de enorme klapper. Met hem kwamen nog eens 50 mensen om in de kokende massa die uit de krater kwam kolken en vele tientallen kilometers uitstroomde in het gebied rondom. In een film in het centrum wordt alles heel aanschouwelijk met het nodige gevoel voor drama vertoond in een meerdere malen bekroonde film. Daarna gaat het doek op en krijgt het publiek een magnifiek uitzicht op de echte Mount Helens. Helaas blijft de enorme, schuin naar beneden gerichte krater vandaag de hele dag in de wolken verborgen, maar een wandeling vanaf het observatiepunt geeft een prachtig beeld van het gebied waarin de lava en stof neerkwam, waarna regenbuien en waterstromen daarin nieuwe kloven vormden. De heuveltoppen waarop de bomen omknakten als luciferhoutjes dragen nog steeds de sporen van toen



.

Daarna gaan we zoals altijd weer op zoek naar een camping, maar voor het eerst op onze tocht die nu 5 weken duurt vinden we een op de kaart aangegeven camping niet. Voordat we de volgende gevonden hebben is de duisternis ingevallen en moeten we voor het eerst (en voor het laatst, want dit is onze laatste kampeernacht) de tent opzetten bij het licht van de koplampen van de auto. Het opzetten van de tent is inmiddels zo'n routineklus geworden dat het ook in het donker wel lukt.

En weer is het vandaag zonnig geweest. Op die ene regendag na in Montana, waarbij we een blokhut opzochten (en die dag in Kingman toen het er dreigend uitzag met een opstekende wind maar er uiteindelijk maar een licht buitje viel) hebben we 5 weken achtereen zon gehad. Pas bij Mount Helens begint de lucht vandaag enigszins te betrekken. Het is dan wel leuk om te horen dat het vanaf morgen of overmorgen gaat regenen hier in de regio. Laat maar komen die buien, wij slapen morgenavond in Seatlle in een hotel en verlaten de VS vervolgens per vliegmasjien.

Maar eerst morgen dus nog een keer naar Seatlle, al was het maar om al onze kampeerspullen naar de charity te brengen. En vinden we die onverhoopt niet, dan maken we een toevallige zwerver blij met een complete kampeeruitrusting. Daarover morgen meer in ons laatste verslag.

donderdag 29 september 2016

Een brouwerij op het strand en zuurkool met kaneel

Woensdag 28 september: Lincoln City – Astoria (Columbiariver, op de grens van Oregon en Washington)
De derde dag langs de kust van Oregon, waaraan maar geen eind lijkt te komen, nog steeds via de 101. We koersen aan op Tillamook alwaar we op een brouwerijtje stuitten, gelegen op het strand. Pelican Brewery, the brewery on Te  beach. Ook hier allemaal moderne bouwwerkjes, opgebouwd na de verwoestende tsunami van de jaren 60. Regelmatig treffen we onderweg bordjes met: begin Tsnunami Zone en einde Tsunami zone, daartussen louter nieuwe optrekjes. Niemand stelt zich klaarblijkelijk de vraag of in een aardbevingsgevoelig gebied in het westen van de VS een nieuwe aardbeving met bijbehorende tsunami niet erg voor de hand ligt. Aan naïviteit grenzend optimisme, zo zou ik de bouwwoede in deze tsunamigevoeiige gebieden willen betitelen.
Wat later staan we weer aan voet van een lighthouse, er zijn er heel wat nodig om de scheepvaart van deze gevaarlijke, met rotspunten bezaaide kust af te houden. Deze heeft een gigantische lens die het licht veel mijlen in de omtrek zichtbaar maakt. Mits het niet mist natuurlijk. Vandaag komen we om de haverklap in tegen de kllffen aanliggende mistbanken terecht. De vuurtorens zullen dus vaak niet te zien zijn.
In de vroege avond koersen we aan op Astoria, pal op de grens tussen Oregon en Washington. Astoria is een merkwaardige havenplaats vol met los van elkaar staande vroeg 20st eeuwse bouwblokken met daartussen door enkele sjofele winkelstraten met etalages die je bij ons nog niet in Oude Pekela aantreft. Daartussenin treffen we een door de ANWB-gids aanbevolen visrrestaurant waar we zalm in bbq saus eten met een koolsalade met iets van kaneel erover heen. Een Europese kok zou er van gruwen maar het moet gezegd, het smaakt eigenlijk voortreffelijk.
In het pikkedonker bewijst onze tomtom, die we deze reis nauwelijks gebruikt hebben eindelijk zijn onschatbare waarde, we eindigen met feilloze precisie pal voor onze tent, vooral dankzij H. die als enige van ons twee weet hoe je een tomtom moet bedienen.

woensdag 28 september 2016

Een sea lions cave zonder zeeleeuwen

dinsdag 27 september: North Bend - Lincoln City (Oregon)

' s Ochtends fotografeer ik een aantal terreinwagentjes die zich aan het begin van de camping in slagorde opstellen. Terwijl in Nederland het duinengebied langs de hele kust op alle mogelijke manieren beschermd wordt tegen overlast, ziet de Amerikaan er geen been in om de beroemde, gigantiche Oregon Dunes in te gaan met lawaaiige crossmotoren  en racewagentjes. Zoals overal geldt hier de wet van de overvloed: er is hier van alles zo veel, dat het geen enkel probleem is als je een stukje voor jezelf en je eigen plezier op eist. Zo woont in elke doorsnee stad elke Amerikaan gewoon langs de doorgaande weg. Van een verbod op lintbebouwing hebben ze hier nog nooit gehoord. Er is ruimte zat, dus bouwen maar. Welstand bestaat niet. De gekste, wanstaltige bouwsels in de felste kleuren wedijveren met reclameborden, lichtreclames voor vreettenten, sloopauto;s en bovengronds stroom- en telefoonleidingen.

Het wordt weer een rit langs de schilderachtige kust van Oregon. Opvallend is hoeveel fietsers met bepakking we onderweg tegenkomen, zowel gisteren als vandaag. Gisteren heeft H. een vrouw op een fiets aangesproken. Ze was vertrokken in Seattle en koerste aan op L.A.; dat is dus de route die hier heel populair is: van de Canadese grens naar de Mexicaanse grens. Iedereen rijdt het van noord naar zuid, want de overheersende windrichting in de zomer is hier noord=west. Dat merken we vandaag; er staat een venijnige, koude noordwester. Vooral als we de Sea Lions Cave bezoeken (een prachtige grot, naar men zegt de grootste Sea Lions Cave ter wereld, maar er is heden geen sea lion te bekennen, ze zijn allemaal uit vissen in de zomer zegt de juf achter het loket) waait de noordwester ons om de oren. Even later, bij het meest gefotografeerde light house ter wereld (dan hebben ze hier nog nooit van de "vijftig gulden biljet"-vuurtoren van Westerschouwen gehoord zeker) waait de wind eveneens op volle kracht. We trekken ons er niks van aan en kwijten ons van onze toeristische taak, fotograferen die hap! We mogen onze bloglezers niet teleurstellen, toch?

Heel blij zijn we daarom wel met onze KOA camping, nog geen 4 mijl landinwaarts in een fraai bos, nabij het zeer uitgestrekte Lincoln City, waar het werkelijk bladstil is. Amerika is en blijft toch een aaneenschakeling van uitersten. En voor het eerst loopt er geen grote weg langs, ratelen er geen RV aggregaten en lopen er zo te zien geen vechtersbazen rond. Eindelijk nachtrust! Het is wel weer zeer fris, maar dat is het eigenlijk, op een of twee uitzonderingen na, ' s nachts overal.

dinsdag 27 september 2016

Haargel met marathongarantie

maandag 26 september: Brookings - North Bend

We rijden langs de met rotsen en aangespoeld wit hout bezaaide kust van Oregon. Daarbij volgen we de aanbevelingen van de dichter uit Californie die we tegenkwamen bij de Grand Canyon nauwgezet op. Vandaar dat we deze trip langs de kust van Oregon omdopen tot " The Dilettant Stephen Cosgrove Detour". Zo doen we de "heads" bij Port Orford aan. Aanvankelijk weten we niet waar dat " heads"  op slaat, totdat we na een fraaie wandeling door een bos en struikgewas op de punt van een rots belanden en van daaruit de zee in kijken. In de zeemist zien we daar vaag de contouren van 5 hoofden in zee; de Heads!

Vlak bij diezelfde Heads beviel Stephen ons het bezoek aan een gallery aan. Een opvallend modern gebouw in een stukje Orford dat bij een tsunami enkele tientallen jaren geleden is weggeslagen.Daarvoor in de plaats zijn nu een aantal nieuw bouwwerken verrezen, waaronder dit. Helaas is de gallery dicht. Er naast ligt een al even modern ogend restaurant, eigenlijk de eerste echte modern vormgegeven bouwwerkjes die we langs de kust zien. We hebben vanaf een mooi terras een fenomenaal uitzicht over aan ander groepje Heads en consumeren een werkelijk fantastische pannacotta. H. bericht aan het thuisfront dat we "heaven on earth"  hebben gevonden. Helemaal juist.

Onderweg een tafereel dat mij lichtekens beroert. We zien twee mannen in electrische karretjes met allebei een enorme Amerikaanse vlag achterop langs de weg. Overduidelijk twee mannen die hun benen hebben opgeofferd in een oord ver weg voor de belangen van hun land. We steken onze duim op en worden met veel gezwaai in onze achteruitkijkspiegel bedankt. Tsja, dat is ook een kant van het bestaan in Amerika.

We doen aan het eind van de dag een wat duurdere KOA camping aan met douches. Nodig, na alweer twee dagen zonder, al moet gezegd dat mijn haar, na de aanschaf van een tube " marathon garantueed haargel" er na twee dagen wild kampeerleven nog steeds bij staat als dat koningin Beatrix! Ik had hier eigenlijk willen schrijven " als dat van de Duitse schlagerzanger Rex Gildo", maar dat zegt de jonge lezertjes niks.

In de avond maakt deze Beatrix Gildo weer een kampvuur, deze keer met behulp van gekleurde vlammen vanwege een zakje met chemicalien die door de behulpzame kampbeheerder aan mij ter beschikking is gesteld. Het voelt ondanks het warme vuur kil aan met de zeemist die over de camping is neergedaald.

maandag 26 september 2016

Handgemeen midden in de nacht naast de tent

Zondag 25 september: Whiskeytown – Brookings (Oregon)
Meestal voltrekt het slapen op campings zich in redelijk grote rust. Deze vakantie wordt daar nog wel eens inbreuk op gemaakt. Zo werden we uit de slaap gehouden door de ronkende generator van een RV, niet een keer, maar een keer of drie. Eergisteren klonk het geluid van een ketting in een ijzeren omhulsel urenlang. Maar vannacht was het echt helemaal prijs. Eerst was er die keffende hond die uren achter elkaar piepte, gromde, blafte, kefte, zonder ophouden. Maar plots kwam daar een ander kabaal bij. Eerst in de verte, later zowat naast onze tent hoorden we gevloek, gescheld en getier. Er vielen zo te horen raken klappen. Eerst dacht ik dat iemand het hondje had proberen te wurgen, een in mijn ogen volkomen begrijpelijk en ook te billijken daad, maar uit het geschreeuw van een van de mannen werd duidelijk dat iemand had proberen in te breken in een auto. “ I know this guy”, hoorde ik iemand roepen, waarna de ander luidkeels begon te krijsen: “Leave me alone, leave me alone, I didn’t do nothing” Hoewel de laatste met deze dubbel ontkenning wel degelijk schuld bekende was dat zo te horen niet zijn bedoeling. Uiteindelijk hoorden we in de verte het geloei van een politiewagen en werd het uiteindelijk weer stil. Vervolgens begon de wind aan onze tent te rukken die ik vanwege de keiharde, gortdroge grond niet met haringen had vastgezet. We sliepen zogezegd in een wandelend tent, die de volgende ochtend een stukje verder stond, wel met ons nog steeds erin. Hadden we dan eindelijk een nacht met zacht weer, dan dit weer!
Enfin, door een fraai heuvelachtig landschap zijn we langzamerhand Californië uitgedraaid en oog in oog met de Pacific gekomen. We zitten nu op de 101 die ons de komende dagen langs de volgens de ANWB gids, maar ook volgens Stephen Cosgrove, de dichter die bij de Grand Canyon tegen kwamen, prachtige kust van Oregon. We gaan gewoon het lijstje afwerken dat Stephen aan ons meegaf.
Eerst zijn we vandaag langs de redwoodbomen gegaan, die ook hier heel veel voorkomen. Er is er zelfs een zo groot dat je er met een auto doorheen kunt rijden langs een in de stam uitgezaagde poort. Er is een pretpark omheen gebouwd waar we langs kwamen. Dat hebben we echter maar overgeslagen. Enorme redwoodjoekels konden ook in het wild worden waargenomen.

zondag 25 september 2016

Sakkerloten in Sacramento

zaterdag 24 september: Grovendale (Stanislaus Parc) - Whiskey Town (noord Californie)

Onvermijdelijk brengt deze rondtrip door de States ook een dag waarop er kilometers gemaakt moeten worden, we moeten immers over een week weer in Seattle aan komen. De afgelopen dagen zijn we al wel weer een beetje naar het noorden opgeschoven, maar vandaag gaat toch echt de beuk er in in en moeten we die enorme lap grond die Californie heet voor een groot deel doorploegen. Ik weet dat we daarmee deze prachtige staat onrecht aandoen. Zelfs een uitstapje naar San Francisco zit er niet meer in, en dat terwijl we op een gegeven moment nog maar 89 mijlen verwijderd zijn. Dus groeit nu het idee bij ons dat we nog een keer terug moeten en ons dan zullen beperken tot Californie alleen. Ook Yosemite Parc gaan we dan nog een keer opnieuw doen. Daar zijn we nu toch iets te kort gebleven.

Dat bespreken we allemaal op de lange weg tussen Manteca en Redding.Hoewel we voortdurend op de interstate blijven raken we in de buurt van de enorme stad Sacramento toch de weg kwijt. Ik heb veel moeite op de 5 lanen waar het verkeer je zowel rechts als links aanhoudend passeert van baan te veranderen in de gewenste richting. Zo missen we een aantal afslagen. Ook H. raakt het spoor op de kaart enigszins bijster. Op een gegeven moment zitten we veel te oostelijk en moeten we via een enorme omweg terug door Sacramento naar de Interstate 5 naar Red Bluff. Uiteindelijk lukt het allemaal en komen we terecht op een mooie camping aan meertje in het stadje Whiskey. We houden het echter ook deze avond bij wijnuit California, een uitstekend alternatief. Die wijn past dan prima bij de enorme biefstukken die mijn gastronoom H. op het gasstel klaar maakt, zonder meer de beste maaltijd tot nog toe.

zaterdag 24 september 2016

Nederlands brood maakt furore in Californie

donderdag 22 en vrijdag 23 september: Independence - Yosemite Parc

Er steekt een flinke wind op. Het rubber van ons raam, dat al een paar dagen los ligt, begint vervaarlijk te klapperen op het dak. We besluiten eerst maar even langs een garagist te gaan Die plakt de bovenkant gewoon vast met een rol brede tape. Ons vehikel wordt er niet fraaier op, maar het moet maar op deze manier. We rijden Bishop binnen en lunchen uitgebreid bij Eric Schat;s Bakkerij Een zaak, ooit vlak na de oorlog opgericht door een Nederlander. Er wordt uitsluitend Nederlands brood verkocht, zonder suiker en met harde korst. Van donker volkoren tot wit sheepherders bread. Verder Nederlandse koekjes in een zaak met Nederandse vitrines, vitrage uitde jaren vijftig en delfsblauwe lampen aan het planfond. Allemaal wel gedateerd maar de Amerikanen lusten er wel pap van. Het is aanhoudend druk in de enorme zaak. Later blijkt dat Ernst Schat ook een dependance heeft in het verder op gelegen Mammoth Lake en zelfs in San Francisco wordt zijn Nederlandse brood met groot sukses verkocht.
In de  verte doemen wat besneeuwde toppen op, we nader Yosemite Parc. We stappen uit in het er voor gelegen Mammoth Lake en staan in onze zomerkleren ineens voor lul in een ski gebied waar de temperatuur maar enkele graden boven nul ligt. En dat op nog een 200 kilomete hemelsbreed van Death Valley af! 's nachts daalt de temperatuur op de camping in het parc tot (althans volgens ons gevoel) tot ver beneden het vriespunt. Zo koud hebben we het nog niet meegemaakt. De slaapzak houdt het andermaal goed uit, maar H;s voeten worden niet meer warm deze nacht. " een Luxembourg kwaal" zegt ze. Allemaal hebben we daar last van. Ik rol me als kruikje op aan haar voeten, zodat ze de nacht toch behoorlijk door komt.
Ik heb nog niet verteld dat we, nadat we een plaatsje gevonden hadden op de overvolle camping, door de eigenaar van een grote RV gedwongen werden de boel weer op te breken. Meneer had voor twee dagen deze plek gereserveerd. Wij in het half donker aan de sjouw met een half afgebroken tent op zoek naar een andere plek. Uiteindelijk vonden we ergens verder weg, moeilijk bereikbaar met de auto, toch nog een plekje. IN het donker alles opnieuw opgebouwd. Toen ik later op de eerste plek nog even wat achtergelaten spullen ging ophalen bleek meneer de RV eigenaar met de noorderzon vertrokken. Blijkbaar had hij zijn enorme joekel niet tussen de bomen kunnen manoevreren. De plek stond helemaal leeg. De stemming van H. werd er niet beter op toen ik deze mededeling deed.

Vandaag zijn we het park ingetrokken.
Helemaal achter in het dal hebben we een stevige wandelin bergop gemaakt naar de Vernon Falls. H bleef bij de Lower Falls, die naar haar mening al high genoeg waren, hangen en ik ben alleen doorgegaan naar de middle Falls. Daarna met zijn twee"en naar de plek in Yosemite waar de enorme Segoya Trees staan. (foto 1)Voordat we daar waren moest een enorme wandeling naar beneden gemaakt worden. Nu heeft elke wandeling naar beneden als consequentie dat je ook weer naar boven moet. Dat laatste heeft H. vrijwel genekt. Helemaal uitgeput is ze terug bij de auto aangekomen. Met een halfdode H. naast me zijn we een camping gaan zoeken zo ver mogelijk bij Yosemite vandaan, in de hoop dat de rit naar alsmaar beneden een beter slaapklimaat zou opleveren. Helaas zit ik dit stukje alweer met bijna bevroren vingers te tikken. Het blijft maar koud ' s nachts. Blijkbaar zitten we nog steeds te hoog in zuid Californie.

donderdag 22 september 2016

Zo doods is Death Valley niet!

Woensdag 21 september: Van Las Vegas naar Independence
Op weg naar Death Valley praat H. bij een benzinepomp met de eigenaar. Weer zo’n enthousiaste Amerikaan die niet uitgepraat raakt over de schoonheid van zijn eigen land. Op mijn aarzelende vraag of we Death Valley wel levend uit zullen komen spreidt hij genereus zijn armen: “You sureley do, folks!”. Geruggesteund door deze aanmoediging duiken we de dodelijke vallei in; de heetste plek van Amerika, ooit, in 1913, is er een temperatuur gemeten van 63 graden! Vandaag zal de temperatuur blijkens  een thermometer onderweg niet verder komen dan 38 graden Celsius. De bergen worden kaler en kaler, alleen een uniform struikje bedekt de bodem; ergens heet dat: “Devils corn acre” en zo ziet het er ook uit; alles grijs, zwart en uitgeslagen wit


. Om ons heen de bergen die ervoor zorgen dat er nauwelijks een druppel regen binnen komt in dit dal. Sterker nog, de warme lucht stijgt op, keert om en keert naar de aarde terug, twee keer hitte voor hetzelfde geld. Maar wie nu denkt dat deze plek inderdaad zo dood is als een pier, heeft het mis. In het gebied zijn verschillende oases. Daar hebben altijd indianen gewoond, de Shoshone, die,  blijkens een aan het woord zijnde Native, ook nooit van plan zijn hun geboortegrond te verlaten. Waarvan ze leven wordt in het filmpje in het bezoekerscentrum in Stove Pipe helaas niet verteld. Het kan niet van de jacht zijn, in het gebied leven slechts ratelslangen en schorpioenen, in de hoger gelegen gedeelten lopen ook coyotes rond, maar of die te eten zijn?
 In de 19e eeuw zijn op die plekken ook pioniers neergestreken. Ogenschijnlijk leven ze nu In harmonie met elkaar.In Death Valley hebben in het begin van de vorige eeuw ook nog behoorlijk wat mijnactiviteiten plaat gevonden, in het begin werden er wat edelmetalen gevonden, maar later vooral veel borax, een grondstof die blijkbaar in allerlei alledaagse produkten is terug te vinden (even Wikipedia raadplegen svp, heb ik hier zonder wifi niet bij de hand).Een excentrieke mijndirecteur, “Scotty” genaamd, liet midden in Death Valley een Spaanse villa in de vorm van een kasteeltje bouwen. Dat ding staat er nog steeds maar de weg er naar toe was helaas afgesloten.
Al met al blijkt Death Valley dus helemaal niet zo doods als het lijkt. Op de verschillende uitkijkpunten, zoals hier Zabriskie Point(foto 2) , is het zelfs druk met bezoekers. Maar zo gauw we de weg op gaan wanen we ons in de zinderende vlakte helemaal alleen. De bergen zijn ongenaakbaar, de vlakten trillend wit; eigenlijk is dit gebied prachtig. Als we de vallei uitkomen zien we de eerste Joshua trees; het symbool van Californie, waar we nu inmiddels in rond rijden.
Dit stukje tik ik in de vallei die onmiddellijk volgt op Death Valley met deze rij indrukwekkende granieten reuzen op de achtergrond. (Foto 3)Boven ons een immense sterrenhemel.

woensdag 21 september 2016

Van het natuurschoon naar de verdorvenheid

Dinsdag 20 september: Kingman – Las Vegas
Dat hebben wij nou weer. De enige  dag in het jaar dat de lucht boven de woestijn bewolkt is en er ’s avonds zelfs een uurtje regen uit valt is op de dag dat wij naar Las Vegas gaan. In de airconditioned restaurants en speelzalen is het zelfs ronduit fris. Mijn warme schipperstrui had ik in de auto laten liggen. Maar goed, buiten was het , ondanks dat ene regenbuitje, aangenaam.
De overgang tussen al die natuurparken en deze zondige plek op de aardbol had niet groter kunnen zijn. Met verbazing kijken we naar al die mensen achter speelautomaten, al kent natuurlijk iedereen wel dat beeld van Las Vegas. Ik ben daarom zo verbaasd omdat ik zelf nooit enige aandrang heb gevoeld achter zo’n bliepende machine plaats te nemen, al was het maar omdat ik geen flauw benul heb wat al die getalletjes, lampjes en signalen betekenen. Ik zou zo maar wat drukken en afwachten of de jackpot begint te rammelen. Zouden al die andere mensen wel enig logica in die automaten bespeuren of ook zo maar wat doen?
Bij de gokspelen is het evenzo. Nooit heb ik de finesses van poker onder de knie gekregen. Tegen die tijd dat ik in de gaten kreeg wat een full street was, waren de anderen al weer verder en had ik al weer iets stoms gedaan. Zelfs een relatief simpel spelletje als 21-en heb ik nooit begrepen. Ik sta bij enkele speeltafels te kijken en begrijp niet wat er gebeurt. Ik ben dus gewoon te stom voor Las Vegas! Ja, roulette, dat gaat nog net. Mijn eerste inleg van 15 dollar ben ik al na  een paar seconden kwijt. Ik stop er meteen maar weer mee. Dit is niet mijn ding.
We slenteren over de “ Strip”  en vergapen ons met duizend anderen aan het Miracle eiland dat eens per half uur vuur spuwt, we lopen door het nagebouwde Venetië en kijken naar de op bekende melodieën ritmisch opspuitende fonteinen. We zitten een terras nabij de Eiffeltoren en zijn tegen een uur of elf bekaf. Ik heb nog wel even geïnformeerd naar een kaartje voor Cirque Soleil. 80 dollar per persoon. Nou nee, laat maar. We hebben midden op de Strip een luxe hotelkamer geboekt, dus we gaan heerlijk slapen op onze zachte matrassen, en laten de gokwereld verder voor wat ‘ie is. Netto gokverlies: 6 dollar.

dinsdag 20 september 2016

"Neem een geit" is ook in Amerika een wijsheid

Maandag 19 september; Grand Canyon naar Kingman
Inderdaad, naar Kingman. Dat ken je van het rijtje:” Flagstaf Arizona, don’t forget Tacoma, Kingman, Barstow, San Bernadino” uit de alltimer “ Route 66”. Daar zijn we vandaag op terecht gekomen.
Maar voor het zover was bezochten we de Grand Canyon zelf. Gisteravond hadden we al de premiere bij avondlicht, vanorgen heel vroeg de tweede voorstelling bij daglicht. Het blijft natuurlijk overweldigend, die enorme veelkleurige kloof die de Colorado in de loop van miljoenen jaren door het Coloradoplateau heeft gegraven, maar het is misschien wel te groot. In ons lijstje van Amerikaanse wonderen komt deze enormiteit lang niet op de eerste plaats, vooral ook niet omdat je het uitzicht telkens deelt met tientallen anderen. Het wordt pas echt als je de koof afdaalt en er daarna weer uit klimt, maar daar moet je minstens 8 uur de tijd voor nemen en vele liters water meesjouwen. Nee, dan laten wij het liever  bij het uitzicht van bovenaf, slappelingen die we zijn.
We waren juist van plan de Grand Canyon na een bakkie koffie (een emmer koffie dus) achter ons te laten, toen wij aan een tafeltje schoven waaraan een keurig uitziende heer (met stropdas en een colbertje) in een notitieblokje zat te schrijven.


Een praatje met de 72-jarige Stephen Cosgrove uit California was gauw gemaakt. Alles kwam voorbij: Hirshi Ali, die hij vanwege haar onverschrokkenheid zeer bewondert, de moord op Theo van Gogh, de teloorgang van Californië waar iedereen aan de drugs is, het jammerlijke falen van Obama om de scheidslijn tussen blank en zwart kleiner te maken (de kloof is alleen maar groter geworden omdat hij bij het politiegeweld tegen zwarten nooit eens wijst op het wapengebruik van zwarten onderling), Trump (weirdo), Hillary (heeft haar standpunt inzake het vreemdgaan van haar man 180 graden gedraaid, eerst waren vrouwen het slachtoffer, nu zijn ze de veroorzakers van de strapatsen van haar echtgenoot) en nog duizend andere onderwerpen. We ontvingen een complete lijst van bezienswaardigheden die we op onze terugtocht langs de kust van Oregon moeten gaan bezoeken en hij eindige de sessie met het voordragen (staande) van enkele gedichten die hij zojuist naar aanleiding van zijn jaarlijkse wandeling op en neer in de Canyon had gemaakt. Een van de gedichten beschreef hoe de aanblik van een kauwende berggeit de door alle indrukken verwarde en vermoeide reiziger weer bij zinnen brengt. Op de vraag of hij misschien schrijver of dichter was antwoordde hij ontkennend nog bevestigend; “ I’m only a dilettant”.
Daarna dus via de Route 66 door naar Kingman. Langs de Route tref je allerlei bizarre etablissementen waar de hippietijd voortleeft. In een bar kenden we alle nummers uit 1966 (van Wild Thing van de Troggs tot The Last Train To Clarksville van de Monkees). Aan de weg zelf is verder niet veel aan al hebben veel tegenliggers de hinderlijke gewoonte erg lang op onze weghelft te blijven zitten. In het geval van een motorrijder moest ik  zelfs even de vluchtstrook op om ongehinderd door te kunnen. Maar we leven nog!

Zo wordt elke amateur een kunstfotograaf

Zondag 18 september: E
Antelope Canyon bij Page
Het verslag dat ik van deze dag maakte is zoek! Technisch kan dat helemaal niet want als je een document maakt in Word blijft het altijd bestaan, hetzij onder een gegeven naam, hetzij onder een documentnummer. Maar toch is het weg.
Daarom nu kort: we brachten een bezoek aan misschien wel de merkwaardigste plek op de aardbol, de 400 meter lange (of korte) E
Antelope Canyon nabij Page. Ineens verdwijn je in een gat in de grond en kom je terecht in de wondere wereld die kolkend water vanuit de Colorado (die zo nu en dan overloopt) maakt in het zachte gesteente rondom. Wat je ziet is de beweging van draaiend water, gestold in gesteente. De kloof is zo smal dat je er op de meeste plaatsen alleen achter elkaar door kunt. Per dag gaan er honderden mensen doorheen, zodat je voortdurend in de file staat. Klinkt zeer onaantrekkelijk, maar dan heb je ook wel wat. De beelden spreken andermaal voor zich






zondag 18 september 2016

Nooit meer doen!

zaterdag 17 september: Zion Natural Parc - Page

We zijn echt in het midden van de VS aangekomen. Overal droge bush die onmetelijke vlakten bedekt, omringd door van mijlenver af zichtbare cliffs van dan weer grijs, dan weeer rood gesteente.Zet een stuk " on  the road" muziek op en je waant je in de eerste de beste "on the road movie", sterker nog, ik kan met het gevoel voorstellen dat de pioniers hadden toen ze door deze onherbergzame gebieden trokken. We komen ook een stel tegen op de fiets. Dat moet toch echt afzien zijn hier: urenlang een kaarsrechte weg met alsmaar die brandende zon op je kop. Want die brandt hier. Het is natuurlijk volkomen onbewolkt weer boven the desert. Alleen in de verte zien we een rookkolom opstijgen die ik aanvankelijk aanzie voor een wervelwind. Maar allengs wordt die breder en breder. Na een pauze bij een benzinestation rijden we verder en zien we dat de kolom inmidels een enorme wolkenkolom is geworden die een enorme streep door de azuurblauwe lucht trekt. Tot in de avond is die rook zichtbaar, hij kleurt de avondlucht oranjerood. Dat is dus een bosbrand geweest.
We pauzeren bij de enorme dam die de Coloradorivier in twee"en deelt, een noordoostelijk en een zuidwestelijk deel. Ten noordwesten van die dam is een enorm grillig stuwmeer ontstaan, Lake Powell, genoemd naar de eenarmige ingenieur die als eerste het idee van een dam opperde om zowel de zuidelijke staten van midden Amerika, de noordelijke staten en Mexico van voldoende water te voorzien.
Een van de zijarmen van dat Lake, de Entelope Canyon, die soms zo smal is dat je alleen achter elkaar er doorheen kunt, gaan we morgen bezoeken.

Ik maak een foto van H. terwijl ze aan het koken is en zet die op facebook na verkregen goedkeuring. Helaas is slechts een deel van de foto zichtbaar geweest. Als zedie vervolgens terugziet op het forum voor de hele wereld is ze zachtgezegd " not amused". " Ik zie er uit als een Big Fat Mama met dat loshangende t-shirt. En mijn haren zijn niet gekamd". Ai, nooit meer doen. Gelukkig heb ik vlak daarvoor nog een andere foto van haar aan de wereld geschonken met H. als covergirl in een 50-er jaren snackbar achter een milkshake. Die mocht wel.

zaterdag 17 september 2016

Over het landschap maar vooral de mens er in

Donderdag en vrijdag, 16 en 17 september: Zion National Parc
Van Bryce Canyon naar Zion National Parc is maar een kilometer of 90, dus dat is volgens Amerikaanse begrippen “ om de hoek”. Zion blijkt heel anders dan Bryce. Was de laatste klein en fragiel, als je Zion binnenkomt zit je meteen tussen enorme rotspartijen die alsmaar hoger worden. Door hun hoekige gestalte zien die bergen er echt uit als bergen in de tekenstijl van Albert Hahn, echte, ouwerwetse bergen, zogezegd. Maar andere zijn juist weer heel glad, bijna mensenhuid, geen struikje er op. De derde groep is opgebouwd uit laagjes op elkaar gestapelde steen, maar dan telkens een fractie verschoven, waardoor een merkwaardig ribbelpatroon ontstaat. Ja, Moeder Natuur heeft er ook hier weer flink op los gefantaseerd.


Maar over het landschap wil het nu eens niet hebben, maar wel over de mensch die daarin leeft. Wat ons op valt is dat de Amerikaanse verkiezingsstrijd totaal onzichtbaar is, Op de 2500 mijl die we nu hebben gereden zijn we misschien 2 borden “Make America Great Again”  van Trump tegengekomen. Hillary blijkt hier in het noord westen van de States volledig afwezig. Je krijgt bijna het idee dat de strijd helemaal niet leeft. Bij Amerikanen die we erover aangesproken hebben treffen we geen sympathie voor een van beide kandidaten. Trump is een weirdo en Hillary liegt. Dat is het zo ongeveer.
Wat ons verder opvalt is dat de zwarte medemens in de natuurparken volledig ontbreekt. Het bezoek aan natuurparken is een volledig witte aangelegenheid (en een Chinese/Japanse). Ook Latino’s zien we nauwelijks. Hebben de zwarten zo’n schoon genoeg van de natuur waarin hun voorouders slavenarbeid moesten verrichten of hun verre voorouders leefden?
Wat ook opvalt is de vriendelijkheid van iedereen. De rangers die per dag honderden auto’s toe laten op het natuurpark begroeten ons bij elke passage even enthousiast. Als we zeggen dat we al een keer eerder zijn geweest (in Bryce Canyon kwamen we tot drie keer terug) worden we met een vrolijk “ Welcome back”  welkom geheten. De buschauffeur in het Zionpark (niemand mag er na een bepaald punt met de auto in, slechts een shuttlebustocht is toegestaan) begroet elke reiziger met een vrolijk hello of zegt bij mensen die uitstappen heel behoedzaam: “Take care!”. Wie je ook aanspreekt, iedereen is vriendelijk en bereid tot een praatje, van de bediende aan de  bezinepomp tot de ijsverkoper (mits er geen rij achter je staat, natuurlijk). Alleen de waitress in een broodjeszaak onderweg was kortaf. We informeerden naar haar herkomst, omdat ze duidelijk geen Amerikaanse was, ze bleek afkomstig uit Bulgarije. “Typisch een Europeaan”, kon ik niet na laten te denken, "veel introverter, minder open”. Ja, ik mag die Amerikanen toch wel, ondanks alle kritiek die je er op kunt hebben.
Wat verder opvalt: alle deuren gaan altijd naar buiten open; de toiletten zien er overal even spik en span uit en nergens stinkt het. Ook daar kunnen Europeanen veel van leren

donderdag 15 september 2016

De beelden spreken voor zich

Woensdag 14 september:  Bryce Canyon
Stel je voor een reis te maken terug in de tijd. We beginnen bij de Assyriers om via de Babyloniers en de Egyptenaren te eindigen bij de volgelingen van Brahmapoetra. Of het chronologisch klopt is de vraag, maar deze beschavingen passeerden vandaag mijn gedachten toen we Queens Garden Trail liepen oftewel “the worlds best trail ever”. Wat zich daar onder invloed van natuurkrachten gebeeldhouwd aan je oog voorbijtrekt is bijna niet te vatten. Voor hetzelfde geld had ik hier alleen maar onbegrijpelijke woorden achter elkaar gezet. Als de wereld ergens de vorm van poëzie heeft aangenomen moet het hier in Bryce Canyon zijn. De beelden worden oud testamentisch als we opklimmen uit de enorme graftombe van Toetanchamon en de toeristen boven ons heen en weer als slaven werkzaam aan de toren van Babel naar boven en beneden zien lopen met blokken stenen op hun rug. Bovenin wordt ons tenslotte een blik in de hel van Dante gegund, waarbij de oranjerode vlammen aan onze voeten likken. Zelfs de Venus van Boticelli bleek al te bestaan voordat hij die geschilderd had.






woensdag 14 september 2016

God vond de schepping nog niet gek genoeg en schiep Bryce Canyon

Dinsdag  13 september: Cannondale – Bryce Canyon
Terwijl er in Nederland al dagenlang mussen van het dak vallen zijn de nachten hier ijskoud. Vannacht in Bryce Canyon was het weer zo, en dit keer kregen we er nog een donderbui met geweldige slagregens bij cadeau. Die enorme weersveranderingen hier, overdag warm tot heet, ’s nachts koud met veel neerslag heeft tot een onwaarschijnlijk landschap in de dalen van deze hoogvlakte geleid. Miljoenen jaren erosie, ijsvorming, regenval, riviervorming hebben alle zachtere delen uit de rotsen gespoeld waarna er zuilen van harder gesteente overbleven, de verschillende aardlagen zijn in die overgebleven kolommen af te lezen zodat hier in Bryce de canyons vol staan met zuilen die de gekste vormen aannemen.
We wachten met het maken van een wandeling totdat het strijklicht van de namiddag de rotsen in vuur en vlam zet. We blijken zowat de enigen met dit plan zodat we ons helemaal alleen op deze bizarre uithoek van de wereld wanen. Overal om ons heen een sprookjeslandschap dat niet voor niets de naam “ Fairytail Trail”  heeft gekregen




. Als we de canyon tegen half zeven weer uit komen tekent zich een inktzwarte lucht voor ons af. Die hadden we diep in de canyon helemaal niet in de gaten gehad is misschien de verklaring waarom het zo stil was. Nog net op tijd halen we de auto waarna een zwaar onweer losbarst met hevige windstoten. Gelukkig heeft onze tent, die op een redelijk beschutte plek staat achter een heuvel, het overleefd en kunnen we in onze warme slaapzak aan de hierboven beschreven koude, natte nacht beginnen.

dinsdag 13 september 2016

In de ban van alle pracht



Maandag 12 septemer: Van Capitol Reef naar Cannonville (vlak voor Bryce Canon)

Terwijl ik dit schrijf tsjirpen de krekels onder een heldere sterrenhemel bij een heerlijke zomeravondtemperatuur. Helaas is het volle maan en valt er van de sterrenpracht dus niet zo veel te zien.Om ons heen, nu niet zichbaar, enorme rotsformaties van geel, roodgeaderd gesteente. Elke dag eindigt weer in de overtreffende trap. Het wordt bijna eentonig. Maar het landschap dat zich vandaag aan ons ontvouwde is het mooiste dat ik ooit gezien heb (en ik ben toch al 66!). Eerst waren het de kale, door erosie gladgestreken stenen wanden van de Circle Cliffs, later werden het de gele, rode, bruine en roze formaties van The Grand Staircase Escalante. Hier heeft de erosie het relatief zachte gesteente in allerlei formaties geboetseerd. Binnen enkele minuten trokken aan ons oog een enorme gotische  kerk (met hoge toren), een Spaanse burcht
en een geel roze variant van de Acropolis (maar dan honderden keren groter) aan ons voorbij
. In de verte zagen wij iets wat het hield tussen een enorme graansilo en een kerkorgel
. Het leek bijna door mensenhanden gemaakt, maar het was toch echt weer een gril van Moeder Natuur.
Kortom, we zijn vandaag helemaal in de ban van de onge"evenaarde pracht van de Nieuwe Wereld, daar zit geen greintje ironie of sarcasme bij. Het is echt zo.

maandag 12 september 2016

de kleuren van Amerika

We zijn nu twee weken onderweg, het lijken wel twee maanden met die duizenden indrukken. Nu we Salt Lake City op ons gemakje hebben verlaten (we vierden ook hier zondagmorgen en reden pas tegen half een 's middags van het terrein af) gaan we echt het midden van de Amerika in. De vlakten tussen de bergketens worden steeds wijdser en de kleur van het landschap steeds uitbundiger. We rijden door een vallei waarin enorme sproeiers de gewassen groen houden. Daar de kleuren van knalgroen in het dal via het blauw van in de schaduw liggende berghellingen tot het knalrood van de rechstopstaande rotswanden. We rijden langs Capitol Reef, een vuurrode, rechtopstaande rif van vele tientallen kilometers lang, waarbij het lijkt alsof we een ommuurde stad passeren, maar dan wel een van gigantische proporties.

Door de erosie zijn in die wand allerlei verticale vormen ontstaan waardoor je met een beetje fantasie een eindeloze reeks beelden in die muur uitgehakt ziet. In veel orpen zien we na elkaar een hoop amerikaanse vlaggen langs de weg staan. Gaat het patriotisme hier nu niet een beetje te ver, vragen we ons af. Totdat we op de radio horen dat het vandaag 9/11 is. Dat verklaart ineens alles.


We vinden een natuurcamping midden in het Capitol Reef. Tussen de bomen schermert ook hier zo'n in de avondzon vuurood oplichtend bergketen. Opeens meent H. een trein te horen. Maar dat is onmogelijk in dit gebied, nergens een spoorlijn te bekennen. Het blijkt een opstekende wind te zijn die in de mastbomen rondom een enorm geraas veroorzaakt, het blijkt de voorbode van een zeer winderige nacht waarin onze koepeltent soms bijna plat over ons heen buigt. In het begin schrik je, maar na verloop van tijd went ook dat weer. De buigzame stokken kunnen heel wat hebben en we weten allemaal dat meebuigend riet in de rivier het langer volhoudt dan de stijf overeind staande stok (een wijsheid die ik ontleen aan het Boeddhisme). Maar voordat de wind ons de hele nacht uit de slaap houdt maken we een kampvuur. Tot laat in de avond leest mijn lieverd mij voor uit het boek van Griet op de Beek: " Gij nu" . Je zou kunnen stellen dat het een sfeervolle avond werd. En dat zonder een druppel alcohol. Het was zondag en dan zijn alle winkels gesloten.

zondag 11 september 2016

Nog geen dag in Salt Lake City en al bijna bekeerd

Zaterdag 10 september: van Antelope Island naar Salt Lake City

Vandaag gaan we het er maar eens op wagen: drijven in Salt Lake. Om er te komen moet je bijna een kwartier over een zanderige vlakte lopen om bij de waterkant te komen, zo ver heeft het water zich inmiddels teruggetrokken (of dat altijd zo is blijft ongewis, als we 's middags over de strekdam terug rijden staat een gedeelte dat gister droog lag nu onder water; eb en vloed in het meer??). Het is niet druk langs de waterkant, en diegenen die het water in gaan, gaan niet verder dan tot hun knieen. En iedereen houdt zijn kleren aan, zelfs kinderen. Wij zijn werkelijk de enigen die in badkostuum de zoute  drab in gaan. En inderdaad: zonder dat je iets hoeft te bewegen blijf je drijven. Zwemmen op je buik gaat niet; bij de schoolslag trap je met je benen in de lucht. Later komt er nog een Duits sprekende man die ook in zwembroek het water in gaat, maar daar blijft het verder bij. De Salt Laker houdt zijn kleren aan. De zwalige lucht waarvan ik veronderstelde dat die uit de poepdoos kwam hangt hier ook en komt dus van het meer af en hangt overal. Al met al maakt het Salt Lake toch geen echt gezellige indruk. Ook een zeilboot is niet te bekennen. Volgens mij ligt het Salt Lake meer in de weg dan dat het een aangenaam verblijfsoord is voor de Salt Lakers.

In de avonduren bezoeken we de beroemde Temple square, de vierkante kilometer waarin alle heiligdommen van de Mormonen zijn samengepakt. Tot onze niet geringe verbazing kunnen we met een busje gratis naar de heilige plek. We worden in het busje welkom geheten door een uiterst vriendelijk echtpaar dat meteen aan een uiteenzetting over de gewijde plek begint. Hartelijk handen schuddend worden we bij de poort van de Mormonen overgedaan aan een al even charmante gids die ons over het terrein leidt met links het Tabernakel, rechts de kerk uit 18 zoveel en recht vooruit de witte Mormonentempel in een bouwstijl die leentjebuur heeft gespeeld bij zowat alle Europese bouwstijlen.
Voor de Tempel ontmoeten we andermaal twee vriendelijke vrouwen die ons meteen beginnen te onderrichten over de betekenis van de gebouwen. Eenmaal binnen in het Tabernakel beginnen beide dames uitgebreid de zegeningen van het Mormonengeloof uit de doeken te doen. Als ik enige interesse toon in het Boek van Mormon, dat al 4 eeuwen voor Christus geschreven blijkt te zijn op gouden platen die eind negentiende eeuw op niet helemaal duidelijke wijze weer boven water gekomen zijn en toen zijn vertaald door Joseph Smith, krijg ik meteen een exemplaar toegeschoven. Als de dames mijn naam en adres willen gaan noteren weiger ik dat beleefd en zeg dat wij Nederlanders een beetje beducht zijn voor de "foot between the door policy" van de Nederlandse Mormonen. Onbegrijpend kijkt een van de dames me aan. Misschien ontgaat haar de  betekenis van mijn Louis van Gaal-Engels. Maar later besef ik dat wij Nederlanders vooral beducht zijn voor de Jehovagetuigen. Misschien heb ik even twee godsdiensten door elkaar gehaald en de Mormonen veel onrecht aangedaan. Ik zal de komende dagen eens wat gaan lezen in dat boek. De lezer merkt dan vanzelf wel of ik inmiddels bekeerd raak.

Van zwavellucht naar zwavellucht

vrijdag 9 september, Garden City - Antilope Island (Salt Lake)

Achter onze camping staan tegen de heuvel op allerlei identieke tentjes keurig in het gelid. Daarnaast een groot aantal huifkarren, splinternieuw zo te zien. We blijken dus een echt Amish gezelschap als buur te hebben. Op het Amish kamp staan ook enkele grote tenten, allemaal van dezelfde kleur en er zeer degelijk uit ziend. Daar zal wel gezamenlijk gegeten en gebeden worden stel ik me zo voor. Ik ontwaar ook enkele auto's op het terrei.n Helemaal zuiver in de leer zijn ze dus niet.
We gaan via het Bear Lake, een knalblauw meer met aan de overkant slechts kale bergen (vndaar dat ik dacht dat de naam Bare Lake was) binnendoor naar Salt Lake City, een heel stille weg door een prachtig landschap van heuvels in allerlei herftskleuren met zo nu en dan enorm wijdse uitzichten.We besluiten om naar Antilope Island te rijden, een eiland (bereikbaar via een dam) midden in het Salt Lake. Dat meer is een klein restant van een enorm meer dat ooit meer dan de helft van Utah bedekte. Dat het meer nog steeds kleiner wordt zien we als we via de strekdam er naar toe rijden. Zo ver het oog reikt is het droog gevallen. Pas als we het op een slapende dinosaurus lijkende eiland naderen zien we water, zeer zout water, het Salt Lake bevat 27 % zout (de Noordzee 3 %), zodat je er op blijft drijven.
 Het eiland is behalve door bizons onbewoond. Wel zijn er  twee campings, waarvan wij er een opzoeken. Met nog enkele kampeerders kijken we onder een vuurrood oplichtende avondlucht over het zoute meer naar andere bergen aan de overkant. Achter ons de geel oplichtende dinosaurusrug. Helaas staat vlak bij onze tent een wc hokje met twee pijpen op de strontberg eronder zodat we de nacht andermaal in weee zwaveldampen moeten doorbrengen, weer een beetje terug in Yellow Stone als het ware, zij het deze keer veroorzaakt door den Mensch!