Totaal aantal pageviews

zondag 27 januari 2013

Het GEM toont het ideale leven

In het Gemeentemuseum Den Haag bezocht ik een zonder meer fraaie tentoonstelling: "Fabulous Fifties, Fabulous Fashion". Terwijl ik weinig met mode heb was dit een feest van herkenning. De door mijn moeder aanbeden modebeelden van Dior, gedragen door sterren als Audrey Hepburn en Grace Kelly, maar vooral ook Jacky Kennedy, komen allemaal voorbij, waaronder een aantal 'mantelpakjes' gedragen door Audrey hoogst persoonlijk. De zalen zijn allemaal uitgevoerd in prachtige pasteltinten, helemaal passend bij de roomzachte kleuren van de nylon nachthemden en ballroomjurken. Laten we eerlijk zijn, als we het hebben over party's en gala's denken we nog steeds terug aan de smokings en jurken die in de jaren vijftig ontworpen werden, het tijdperk dat bol stond van optimisme en de huisvrouw haar dromen gunde in haar Bruynzeelkeuken, mits ze keurig haar verzorgende taak op zich nam, makkelijk gemaakt door de wasmachine, de mixer en de televisie. Het tijdperk van BH verbrandingen en 'baas in eigen buik' lag nog ver in de toekomst verborgen. Maar wat een misser dat deze zo fraai vorm gegeven tentoonstelling niet wordt opgeluisterd met muziek uit die jaren. En dat terwijl op vrijwel elke foto de jukebox-romantiek er van af druipt. Ergens hoor ik de Every Broters met "Dreamin'" maar dat is het dan ook. De pin up tentoonstelling met een prachtige film van het leven van Marylin Monroe completeert het geheel: "Happy Birthday to you, mister president" lispelt Marilyn op haar geilst op het feestje van haar geheime minaar John F. Kennedy (maar dat wist op dat moment, behalve Jacky misschien, nog niemand).

De tentoonstelling over De Stijl is een voltreffer, al was het alleen maar omdat het Gemeentemuseum zo ontzettend veel zelf in huis heeft. Om elke hoek hangt ter illustratie een Mondriaan of een Van der Leck. Maar dit keer is het vooral de vormgeving van kunstenaar Krijn de Koning en architect Anne Holtrop die opvalt. Helemaal volgens de principes van de stijl zijn de ruimtes ingedeeld, a symmetrisch, strak gelijnd, met in het midden een volgens deze principes ingerichte drie dimensionale "non ruimte", waarmee het Stijl-ideaal van eenheid van disciplines (schilderkunst wordt vanzelf architectuur en levensstijl) getoond wordt. Prachtig.

Dat ik er ook nog eens de top van de kunst uit het Mauritshuis bij cadeau krijg die vanwege de tijdelijke sluiting domicilie heeft gekozen in het GEM, maakt het bezoek tot waar genoegen.

zaterdag 26 januari 2013

Worm herontdekt de vloeistofdia

Laat ik het filmfestival eens op een alternatieve manier openen voor mezelf dacht ik met een bezoek aan de openingsavond van de serie "Mind the Gap" met vooral Vlaamse geluidsmakers en filmers. En al toegift de door mij zojuist ondekte band "Dans Dans".
Het werd een teleurstelling. Twee en en een half uur heb ik naar geestdodende diaatjes en filmloopjes zitten kijken, afwisselend met rode, gele en blauwe lenzer ervoor. In een tijdperk vol digitale techniek vlucht Worm terug naar de hands on technieken met 16 mm filmprojectoren en dia-apparaten. Het resultaat was slaapverwekkend, de geluidsmuren voorspelbaar (die waren wel digitaal trouwens). als dan iemand met met een echo-blaster ook nog eens heel slecht gaat zitten drummen met haar vingertjes hoeft het van mij niet meer. Dan waren die oude vloeistofdia's met muziek van de Soft Machine eronder toch leuker. Heel af en toe zat er dan ook een gefilmd vloeistofdiaatje tussen.
Nee, Wormers, als het dan toch retro moet, doe het dan goed: échte vloeistofdia's en muziek via een platenspeler.
Om half eens 's nachts was Dans Dans nog niet begonnen en ben ik maar huiswaarts gegaan.

zaterdag 12 januari 2013

Jules wordt oud

Dat was helemaal niet slim aangepakt gisteravond in Lantaren Venster; dat dubbelconcert van de Deeldeliers, waarbij eerst de film werd vertoond en daarna het optreden van de gelegenheidsformatie rond drummer/dichter/schrijver Jules Deelder.
De film geeft op zich een zeer geslaagd beeld van de opnamesessies van de door Bart van Lier voor dit project opgetrommelde stevige blazers zoals de tenoristen Boris van der Lek en Hans Dulfer en altist Benjamin Herman. De manier waarop de ervaren rotten elkaar uitdagen en inspireren is perfect in beeld gebracht; de motor is in het geheel is de ronkende machine van Bart van Lier. Het gaat een beetje mis als plaatjesdraaier Jules een nummer opzet dat zonder bladmuziek gewoon te ingewikkeld is; " doen we niet"  lijken de musici te denken en gaan over op een wat gemakkelijker ballad.
In het optreden worden aanvankelijk precies dezelfde nummers gebracht met daarin precies dezelfde tekstjes die Jules ook in de film al heeft gedebiteerd. In de film werkte dat wel, voor een tweede keer natuurlijk niet meer. Helemaal fout is dat Jules vanaf het begin tijdens het optreden met zijn snaredrummetje en bekken wat lullig  naast het imposante drumstel van een mij onbekende drummer is weggezet. Als hij daarbij hoorbaar nogal eens naast het ritme zit is de lol er gauw van af. Wat doet dat rare mannetje daar eigenlijk? Als hij roept, zullen we " Brother, can you spare me a dime"  spelen, bast Hans Dulfer, "kom op zeg, de mensen hebben al genoeg ellende in deze crisis, we gaan iets leuks spelen"  en zet een salsa achtig nummer in. Jules had veel leed bespaard kunnen worden als hij wat later was opgekomen en een of twee nummertjes had meegedaan, het liefst in zijn eentje zoals in de film waarin hij in zijn eentje naast Bart aan de piano wel tot zijn recht kwam. Nu was het een beetje de macho-show van Van Lier en vooral Dulfer met Deelder in een zielig bijrolletje. Dat heeft Jules niet verdiend.