Totaal aantal pageviews

zondag 25 september 2022

Een bizar einde van de vakantie

 Ik was niet van plan nog een bijdrage te plaatsen omdat, nu we in Longwy, pal op de grens van Frankrijk en België, zijn aanbeland. Longwy is een vergeten plaatsje waar ooit steenkolen en ijzererts het leven bepaalde. Nu is er niets meer. De.jeugd trekt weg en over blijven de kinderen van de Turkse en Algerijnse werknemers van toen, waarvan de.Turkse.vanavond luidruchtig een huwelijksfeest vieren. Dat.gaat niet alleen gepaard met.luid getoeter en gezwaai met.Turkse vlaggen maar.ook met.wagens die met.rokende banden pirouettes draaien op her erg.ruim uitgevallen stadsplein.

S ochtends zitten we.met.enkele gasten rustig aan het ontbijt als een oudere man plotsing van zijn stoel valt en op.de.grond ligt te.rollen. Een van de.gasten, een zonderling gekleed personage met.rode.pruik en gigantische.poppenstrik die ons sterk aan Nina Hagen doet denken houdt het hoofd koel en legt.de.man in de stabiele lighouding. Ik herinner me dat nog van de ehbo-lessen in Popkensburg en help mee. H. belt 112 wat in het Frans voorwaar geen kattenpis is. Spoedig arriveren enkele.pompiers waarvan de.aanvoerder een zeer.zenuwachtige en gestreste indruk maakt. Volkomen onnodig begint hij de echtgenoot van de man in kwestie uit te kafferen omdat zij te dicht in de buurt staat en zich naar zijn mening te veel met de inmiddels gestarte reddingsactie bemoeit.  Dan arriveert ook nog een ambulanceteam en loopt.iedereen elkaar.in de weg. De uitgang is door al dit gedoe gebarricadeerd waardoor wij ongewilde getuige zijn van een poging tot reanimeren die zeker een kwartier duurt. Dan kunnen we.eindelijk weg.via een zeer.omslachtige weg die ons uiteindelijk op het marktplein brengt.  Dan kunnen we.via de voordeur naar onze.kamer. als we een u u r later komen afrekenen  is iede ereen weg en blijkt de.man overleden.  We hadden ons een ander einde voorgesteld


vrijdag 23 september 2022

De duurste pruim ooit

 

Op de terugweg doen we om de twee uur een pompstation met bijbehorende snackgelegenheid aan. Die in Zwitserland doen aan als complete warenhuizen met uitgebreide horeca. Honderden mensen worden er tegelijkertijd voorzien van koffie, gebak, of zo men wil een complete maaltijd met keuze uit meerdere gangen. Vanzelfsprekend is er ook de  gang naar de toiletten die hier in Der Schweiz ogen als complete balzalen. Nu is het zo dat men bij elke ‘beurt’na het deponeren van een euro in het toegangspoortje een kaartje uit de automaat ontvangt die bij aankoop van een snack een korting van maar liefst 50 cent geeft. H legt in de loop van de reis een hele collectie van deze kaartjes aan. Alleen, ze zijn slechts geldig in het land van herkomst. Dus geen goedkope bal gehakt in Zwitserland met een Italiaans kaartje of andersom .  Met genoegen toont H. bij de aanschaf van 2 ( je leest het goed TWEEz] pruimen haar 100 km terug verworven piskaartje. Bars zegt de juf aan de toonbank dat dit kaartje alleen geldig is in het kanton Luzern, dus niet in het kanton Basel. En zo eten wij getweeën elk een van de duurste pruimen ooit, 1,50 euro voor twee stuks.

Ondertussen probeert H. onderweg nog wat met poedersneeuw bedekte sneeuwtoppen te vangen. Met heel veel moeite lukt dat, want sneeuw ligt er nauwelijks, aan de zuidkant helemaal niet en aan de noordkant af en toe een beetje. Met als gevolg dat H. voortdurend omgedraaid op haar stoel zit. In de shops onderweg zijn al kerstkousen te koop, dus laten wij met deze kiekjes van H. ook een sfeerbijdrage leveren.




Van het Valkenburg van Duitsland naar het Valkenburg van noord Italië

 

Het Italiaanse merenlandschap heeft ons weer helemaal in de greep. Is er een mooier land in Europa dan dit door Alpen en Dolomieten  omzoomde merenlandschap? Wij denken van niet. En dan de architectuur. De villa’s die rijke Italianen, Duitsers en Oostenrijkers hier lieten bouwen, zijn allemaal wonderschoon. Wat vormgeving  betreft staan Italianen eenzaam aan de top, dat zie je aan de vrouwen, aan de herenkostuums in de etalages, aan de auto’s en dus aan de villa’s. Dit is er zo maar eentje die ons opviel door zijn afwijkende kleur.


We bezoeken het plaatsje dat ligt pal op de plek waar Como haar benen spreidt, Bellagio. We zijn bepaald niet de enigen. Als Neuschwanstein het Valkenburg van Duitsland is, dan is Bellagio het Valkenburg van het Italiaanse merengebied. We nemen op een sjiek terras de slechtste lunch van deze reis voor de hoogste prijs tot ons, zo gaat dat in zulke toeristenoorden. Maar d e plaatjes die H. hier aan de lopende band schiet zijn allemaal raak. Ik toon er hier slechts een paar.




De heen en terugweg gaat door kilometerslange tunnels. In een daarvan, waar de voorgeschreven snelheid 70 km per uur is, passeert ons, ondanks de dubbele ononderbroken streep, met gillende motor een motorrijder met een vaart van zeker 120 km per uur. Een kwartier later passeren we een half op de weg geparkeerde ambulance met zeker 5 helrood geklede ziekenbroeders die een persoon trachten te reanimeren. Een motor staat enkele meters verder tegen en en muur geparkeerd, tsja, zo loopt dat dus af.

Met een rustig vaartje tuffen we naar de camping waar we de wegwerp barbecue die we nu al de hele vakantie meeslepen eindelijk in de fik zetten. In strijd met alle vormen van hedendaags dierenbewustzijn werken we lap enen worsten naar binnen, begeleid door een donkerrode saus waar Trump zijn vingers bij zou aflikken.

woensdag 21 september 2022

En we gaan nog niet naar huis

 

We sukkelen naar de laatste dagen van deze 6 weken toe. We hebben helemaal geen behoefte om naar huis te gaan, maar ja, verplichtingen links en rechts nopen ons. Ook andere vakantieganger denken niet aan naar huis gaan. Dit is het beeld van hedenochtend van een stukje van de camping vanuit onze tent.


Helemaal vol. De campingbaas op de vorige camping in Caldonazzo sprak ook zijn verbazing uit over de alsmaar doorgaande stroom kampeerders. We denken dat het toch alles te maken heeft met de Covid-tijd. Vorig jaar rond deze tijd stak het virus de kop alweer op en verschenen de mondkapjes weer. Nu zijn we daar van verlost en nemen we het er van; zoiets.

We zijn in Domaso aangekomen, in de noordelijke punt van het grillige Comomeer. Het meer dat de vorm van een omgekeerde Y heeft, en hier in het noordelijke deel op zijn breedst is.  Ik verken de omgeving op mijn ros en beklim vanuit het dal een dorp hoog op de helling. Van daaruit zie je in de verte een blauwe streep, het Como meer. Het grappige is dat je vanaf het strand in Domaso heel inde verte het dorp ook op de bergflank ziet liggen. Zo overzie je 60 km fietsen in één oogopslag, ik je oo kan me niet herinneren dat ooit eerder te hebben meegemaakt of het moet bij de Plompe Toren in Serooskerke op Schouwen Duiveland zijn, waar je in één blik rondom de hele Oosterschelde van pijlerdam tot Zeelandbrug kunt zien. Dat is ook 60 km.

H. leest haar dikke pil, “Een Klein Leven” van Hanya Yanagihara uit, waarmee haar wens om nou eens helemaal meegesleept te worden in een heel dik boek eindelijk uit is gekomen. Ze lees er elke vakantie wel een, maar tot nu toe toe nooit met een aan verslaving grenzende gretigheid. Nu ze uit heeft begin ik er onmiddellijk aan. Ik was tot nu toe bezig met “ De Nederlandse Burgeroorlog” van Olaf van Nimwegen, een warrig, slecht geschreven, stiervervelend boek waarin alles over het leger en niets over de beweegredenen tot de enige burgeroorlog in de Nederlandse geschiedenis. Leidend tot de Bataafse Republiek, wordt beschreven.

zondag 18 september 2022

H. is een dief en ik schud de hand van de wereldkampioen wielrennen

 

H. heeft in een van mijn vorige bijdragen gelezen dat ik altijd alleen op de fiets zit en meent dat zij zich daarom moet rehabiliteren. Dat komt goed uit want op een van mijn tochtjes rond het meer van Caldonazzo heb ik een werkelijk prachtig fietspad ontdekt dat tussen de boomgaarden door langs de bergketens slingert. Ik heb vaag het gevoel dat ik deze weg ken. En, het kan niet missen, dit is een deel van het pad dat ik samen met Rob Kraan vele, vele jaren geleden ook reed op weg naar Rome. Ik weet het bijna zeker, want ook toen kwamen we langs Trente en zoveel fietswegen uit de Alpen zullen er nu ook weer niet zijn, zeker nu uit een gidsje blijkt dat deze fietsweg 80 kilometer lang is. Enfin. H. wil met mij graag deze weg op en zo slingeren we langs de boomgaarden boordevol met appels. Het is oogst ,zien we om ons heen, dus H. kiepert mijn fietstas vol met de meest heerlijke groene en knalrode appels. Keihard, boordevol sap en honingzoet. Ik protesteer een beetje vanuit mijn katholieke inborst maar moet toegeven dat ik de eerste 4 appels heb gestolen. Maar daarna moet je ophouden vind ik. Maar H. is nog katholieker dan ik en maalt niet om een paar dagelijkse zonden. Ondertussen fotografeert ze zich ook nog kwijt aan de bergtoppen die sinds vannacht getooid zijn met een laag suikerpoeder dat voor onze ogen in de loop van de dag weer wegsmelt.


De dagen ervoor hebben we niets anders dan ledigheid bedreven op de punt van het penisola in de vollezon. Af en toe een duik tussendoor, de hemel is niet ver weg, die is hier aan de oevers van Caldonazzo. H. houdt er wel een vuurrood aangebrand hoofd aan over, dat fraai afsteekt tegen de witte servetten van het pizza restaurant aan het water.


Op zondag gaan we naar Trento, een stad die er uitziet zoals een Italiaanse stad hoort te zijn; een prachtig plein met een exuberante fontein, de Duomo fraai gesitueerd aan de rand, aan de overkant felrose en okeren puien met de tatoeages van de vorige eeuwen, fresco’s daarop.


Daarna naar het kasteel van de prins-bisschoppen, Buonconsiglio.

Daar krijgen naast degeschiedenis van noord Italië ook een prachtg collectie schilderijen van Venetiaanse schilders te zien, neergezet in zalen waarboven prachtige cassettenplafonds en met fresco’s gestileerde zolders. Tussen de marmeren pilaren van de bisschoppelijke galerij door hebben we een prachtig uitzicht over de stad met pal daarachter de groen oprijzende wanden van de Dolomieten.

We slenteren door de stad en komen terecht in een ultramoderne wijk, ontworpen door de beroemde architect Renzo Piano. Ineens horen we achterin de wijk het Wilhelmus opklinken. Nu begrijp ik ineens die grote hoeveelheid getraind uitziende wielrenners die ons pad kruisten. We zijn op een kampioenschap aangekomen. Op een open veld zien we dat het gaat om het wereldkampioenschap wielrennen voor amateurs. Bij een aantal renners in oranje shirts spreek ik een vrouw aan in een regenboogtrui. De Nederlandse coureur blijkt netwereldkampioen bij vrouwen tussen de 40 en 45 jaar te zijn geworden. Ik feliciteer haar waarop ik zeg het een eer te vinden te staan naast de snelste vrouw ter wereld boven de 40. Ze heeft dan wel niet de om de hoek liggende Stelvio hoeven te beklimmen waarop de profs zich elke Giro stuk rijden maar wel een vergelijkbare puist van 12 procent gemiddeld. Tsja,   een 72 jarige elektrieker wast zijn rechterhand de komende dagen niet meer.


 

vrijdag 16 september 2022

De chagrijnigste man van Oostenrijk op ons pad

 

Kleur, kleuren. De dominante kleur in noord Europa is vaak: groen. Niet deze zomer. De bomen tijdens onze vakantie ogen vermoeidonkergroen en links en rechs zijn de herfstkleuren rood en bruin al duidelijk zichbaar. Het gras is overal geel geworden. Dit ging op voor Nederland, maar ook voor Denemarken en bijna heel Duitsland. De klimaatverandering wordt tijdens zo’n vakantie door veel streken pijnlijk zichtbaar. Maar heel anders oogt het in zuid Beieren tegen de Alpen aan. Het groen daar is fris en fruitig, nergens een verdord plekje zichtbaar. Met de zon er op is het biljartlakengroen, overal. Dat geeft dit jaar aan de Allgau waarover ik het heb een speciale sfeer. Overal in dat groen fietsende pensionado’s. De elektrische fiets heeft een voorheen weinig bewegende generatie aan het sporten gezet. En ik ben er op mijn e -ros  een van. Ik moet me wat dat betreft niks meer verbeelden. Ik rij tijdens een van mijn ritten een eindje op met een echtpaar dat precies dezelfde route rijdt als ik. Een helling probeer ik altijd in de ecostand te rijden. Die scrupules hebben anderen niet. Met als gevolg dat de oudere dame mij er op enkele hellingen vrolijk uit fietst. Nee, met zo’n e bike is de deconfiture van deze voormalige lange afstandsfietser compleet. Ach, het zou wat, het landschap met op de achtergrond steeds de voor Alpen is prachtig en de fietservaring is er niet minder om.


Waar is H. in dit verhaal ? Die is er niet. Die vindt nog steeds dat ik te hard rij, ondanks dit voorafgaande betoog.  Dus rij ik voortdurend tussen al die andere echtparen of stellen alleen.

We rijden met de klapkar door Oostenrijk en komen terecht in een gigantische file op de smalle weg naar Innsbruck. Het geeft mooi de gelegenheid om het imposante landschap rondom, met de Zugspitze in een hoofdrol, goed op te nemen, ook als chauffeur. We ontmoeten de chagrijnigste bediende van Oostenrijk die me een bril voor houdt als ik het bordje ‘toiletten 50 cent’ niet zie en zo maar gratis wil gaan pissen. Als later H. naar het toilet wil hoeft zij niks te betalen want zij is klant vanwege de koffie. Als ik twee snickers wil afrekenen maak hij een wegwerpgebaar. Als ik denk dat hij het met mij alsnog wil goedmaken mompelt hij: 5 euro. Ik ga maar niet met hem in discussie.

De camping aan het meer van Caldonazzo, ooit door H. aangetroffen in een artikel in de Volkskrant dat zij 2 jaar heeft bewaard, is overvol. Er is nog een plekje helemaal achter in een donkere hoek. Onze licht teleurstelling over die plek slaat de volgende dag helemaal om als we op de punt van het penisola (niet verkeerd uitspreken!) een prachtig uitzicht over het meer hebben, waarbij het lijkt of we op een eiland in het midden zitten. Het water op het rimpelloze meer voelt zacht aan. De avonden zijn hier heerlijk, in tegenstelling tot de steeds killere in Duitsland. We zijn echt in Italie beland en eten ’s avonds in de zwoele lucht met een stevige Grappa toe (althans ik dan).


maandag 12 september 2022

A Bratwurst a day keeps the doctor away

 

 Gisteren naar het kasteel geweest dat pal tegenover Neuschwanstein ligt, Hohen Schwangau. Dat kasteel is de plek waar Ludwig II is geboren. Ook dit gebouw doet een stap terug in het verleden, nu heet het in neo gotische stijl gebouwd te zijn, aan het begin van de 19e eeuw.



H. is nu mee, zij denkt dat dit kasteel wat minder kitscherig is, nou, ik dacht het niet. Alle wanden van de toegankelijke vertrekken van de koning en koningin van Beieren zijn behangen met schilderijen, die vanwege hun identieke grootte en smalle omlijsting wel lijken op de bekende schoolplaten. Werkelijk in alle vertrekken kom je ze tegen. Tot mijn stomme verbazing zijn het ook hier taferelen uit de opera’s van Wagner. Ook hier komt de zwaan telkens weer terug. We kunnen dus niet anders concluderen dat Ludwig in zijn kasteel een eindje verderop bezig is geweest dat van zijn ouders te imiteren. Miljoenen uitgegeven en alleen maar na geaapt. Qua bezoekersaantallen houden ze elkaar in evenwicht, het is er even druk.

Daarna gaan we wat winkels af, op zoek naar wat aanvullende kampeerspullen. Die blijken hier in Duitsland niet bij sportzaken maar bij bouwmarkten te worden verkocht. Het heeft ons toch 4 of 5 winkelbezoeken gekost voordat we daar achter waren.

Thuis jas ik met het grootste gemak met mijn nieuwe vuisthamer de zware haringen als boter in de kiezelvloer. Ook de helgele scheerlijnen maken onze klapkaar ineens een stuk professioneler.

Vandaag regen, pas tegen de late middag klaart het op, tijd om de dagelijks duik in het meer te maken. Verbaasd aangestaard door enkele lieden op de pier die allemaal dik in hun jassen zitten, het is immers niet meer dan 15 graden.

In de Biergarten werk ik alweer mijn derde bratwurst in drie dagen naar binnen. Onovertroffen!

 

vrijdag 9 september 2022

Kunstminnend, megalomaan of kierewiet?

 

Ik bezoek vandaag het ‘kasteel der kastelen’, althans, zo  wordt Neuschwanstein vaak genoemd. Ik schrijf hier met nadruk: ‘ik’, want H. vindt een gang naar dit in haar ogen ‘toppunt van kitsch’ niet de moeite waard. Nou ik wel, ik lust wel pap van overdaad en opsmuk, en nu ik het volledige verhaal achter dit bouwwerk tot me genomen heb, ben ik er helemaal van overtuigd dat een bezoek het dubbel en dwars waard was. Ik ben niet de enige idioot die de steile weg moet beklimmen, jaarlijks zijn dat er 1,3 miljoen . Het kasteel had ook bijna tot de 7 wereldwonderen gehoord, maar bij een stemming kwam het net op de achtste plaats terecht.


Gisteren noemde ik het paleis de creatie van een ‘maffe Beierse koning’ zonder de geschiedenis te kennen. Met een hoop gegoogle en een zeer uitgebreid lemma over het kasteel op Wikipedia ben ik veel te weten gekomen van wat aan de toeristen tijdens de 3 kwartier rondleiding helemaal niet wordt verteld. De prins die later koning Ludwig II van Beieren zou worden, groeide op in een paleis dat op een steenworp van Ludwig’s schepping staat. Hij kreeg een strenge opvoeding, zag zijn ouders weinig en leefde in een eigen sprookjeswereld  Daar zou hij nooit uitkomen. Hij was even verloofd met de zus van degene die later keizerin Sisi van Oostenrijk en Hongrije zou worden, maar dat was van korte duur. Ludwig, een van de mooiste mannen van zijn tijd genoemd, bleek homo en had een relatie met een lakei naast enkele andere affaires.Hij hield van schrijven, poezie en opera. Hij wilde een slot zoals hij dat in Frankrijk en Italie had gezien en dat hem zou terugvoeren naar de romantiek van de middeleeuwen. Aan de bouw werd begonnen rond 1870 maar het gebouw zou pas af komen na zijn dood tegen het eind van de 19e eeuw. Toen was de bouwsom al verdubbeld. Hoe kon de koning dit allemaal betalen? Door grote kredieten aan te vragen en te ontvangen van de banken, die hem klaarblijkelijk voldoende in staat achtten dit ooit af te lossen. Toen hij plots kwam te overlijden onder verdachte omstandigheden ( bij een wandeling met zijn psychiater verdronken beiden in een nabij gelegen meer) bleek de regering van Beieren niet van plan om al die schulden voor haar rekening te nemen en gooide, met een ongelooflijk vooruitziende blik, het slot onmiddellijk open voor het grote publiek. Als regeringsgebouw was het perifeer gelegen slot op een hoge rots een onmogelijke opgaaf. Het toerisme kwam rond de eeuwwisseling net goed op gang. Na 10 jaar bleek de schuld vande Koning al te zijn ingelost. Al eerder was een poging van de regering om de de mensenschuwe koning krankzinnig te verklaren mislukt. De delegatie die hem dat kwam vertellen werd door Ludwig opgesloten in een van de torens van het kasteel. Het levensverhaal van Ludwig II spreekt zo tot de verbeelding dat er 2 films over gemaakt zijn, waarvan een door Visconti.

Het kasteel zelf is een en al pracht en praal. Volgens de gids bouwde de koning en slot niet als eerbetoon aan hemzelf maar als een hommage aan de cultuur van de middeleeuwen. Maar wie het  praalbed van Ludwig aanschouwt waaraan meerder schrijnwerkers 12 jaar hebben gebeiteld weet wel beter. Ludwig was misschien niet kierewiet maar wel megalomaan. Overal in het paleis tref je zwanen aan, het favoriete beest van onze Ludwig. Als afbeelding op schilderijen, tapijten, in houtsnijwerk en levensecht als enorm stuk aardewerk op zijn werkkamer. De talloze afbeeldingen op de wanden van de vele vertrekken vertellen de verhalen uit de opera’s van Wagner, Tristan und Isolde, Tannhäuser en Logengrin. Hoewel hij Wagner adoreerde en onder meer en Wagner Festspiele in Bayreuth financierde heeft Wagner nooit de moeite genomen om eens bij hem bezoek te komen. Waarschijnlijk kende Wagner de reputatie van zijn bewonderaar en bleef liever een eindje uit de buurt. Ludwig woonde overigens maar 168 dagen in het kasteel voordat hij verdronk.





In de tweede wereldoorlog diende het kasteel als opslagpaats voor de 21.000 door de nazi’s gestolen kunstwerken uit alle delen van Europa, waaronder het fameuze Lam Gods van de gebroeders van Eyck uit Gent. Toen Hitler begin 1945, met de geallieerden voor de grenzn van het Derde Rijk opdracht gaf het hele paleis met kunstschatten op te blazen, kon de dienstdoende SS officier dat niet over zijn hart verkrijgen en viel het slot ongeschonden in de handen van de geallieerden. George Clooney maakte er de bekende film ‘Monument Men’ over.

De dag ervoor bezochten we gezamenlijk het boven Füssen uittorende kasteel Hohes Schloss


dat natuurlijk veel minder beroemd is en nauwelijks bezoekers had. Maar in onze ogen was het eigenlijk heel mooi, sober en van buiten geschilderd als een toonvoorbeeld van trompe l’oeil kunst;

de vele uitkragende bordessen en raampartijen blijken allemaal in het platte vlak geschilderd. Binnen prachtige schilderijen van een Russisch/Duitse schilder van rond 1900 waarvan ik de naam alweer vergeten ben.

                                                                                                                      l

donderdag 8 september 2022

Van grondzeil tot badkuip

 

We steken nu in één keer door naar zuid Duitsland, we willen nu wel eens echte bergen zien. Vlak na Ulm zien we de vage contouren al opduiken, wat ons terugvoert naar het jaar waarin we vanuit Calgary de Rocky Mountains zagen opdoemen. We hebben veel muziek van Mark Knopfler en Gerry Rafferty op staan endat past naar onze smaak uitstekend bij elkaar.

In Füssen, helemaal tegen de Beierse Alpen aan, blijkt dat het Duitse toeristenseizoen nog volop aan de gang is.  Je kunt hier over de hoofden van de bejaarden op e-bikes lopen, nou ja, fietsen. Even later zien we de toeristische trekpleister van Duitsland nummer één opdoemen, het sprookjesslot Neuschwanstein, door een of andere maffe Beierse koning, die geen raad wist met zijn geld, gebouwd in de 19e eeuw. Een voorbeeld van ‘historiserend bouwen’, zo dacht de koning dat een ridderslot in de middeleeuwen er uitgezien moest hebben. We zullen ons later bij de rijen bezoekers voegen. Na dit weekend zit de vakantie in Beieren er op en kunnen we misschien makkelijker binnen komen.

Gisteren dook ik ’s ochtends in het spiegelende, volmaakt stille meer, waaraan de camping gelegen is. Slechts twee eenden kwamen me vlakbij tegemoet, verder was het meer helemaal voor mezelf.


Een heerlijk moment. H. legde de zeehond, waarop ik met mijn baard steeds meer lijk, vast.



Overdag nam H. ook een duik en verkende ik de omgeving op de fiets. Nabij het sprookjesslot werd de weg, bedekt met groffe steenslag, steiler en steiler, Uiteindelijk werd het lopend, zwetend omhoog duwen. Helemaal bovenaan leken alle wegen dood te lopen, een effectieve manier om ongewenst grensverkeer tegen te gaan, ik bevond me immers op steenworp afstand van de Oostenrijkse grens. Zeer voorzichtig afdalend over hetzelfde grindpad, ik ben echt helemaal geen mountain biker bleek weer eens, kwm  ik weer aan een meertje dicht bij Neuschwanstein. Langs de andere kant van dat meertje, de Alpsee , bleek ik heel gemakkelijk met een bescheiden klim ook in Oostenrijk te kunnen komen. Die gedachte aan het verhinderen van illegaal wegverkeer was dus onzin.

Door een prachtig landschap, waar het felle biljartlakengroen geheel verschilt van de verdorde vlakten in noord en midden Duitsland (én Denemarken én Drente!), omzoomd door stevige voorAlpen, bereik ik Duitsland weer zonder dat ik hoef te klimmen, de Alpenmuur tussen Duitsland en Oostenrijk is dus niet overal hermetisch.


Hoog in het dal waarin de camping ligt daal ik door het groene landschap terug naar de voet van de hoge Tegelberg die het hele Füssendal domineert. In één woord prachtig!

’s Nachts krijgen we de eerste serieuze regenbui van deze vakantie, die nu al 3,5 week duurt en prompt loopt ons grondzeil vol; een onderaan openstaande rits van de voordeur blijkt daarvoor voldoend. Zo’n grondzeil met opstaande randen lijkt veilig, maar kan bij noodweer bij een enkel lekje ook fungeren als enorme badkuip. Gelukkig staan de meeste spullen hoog in de vouwwagen en blijft de schade beperkt tot een doos koffielfilters en wat natte kleren die toch al in de was moesten.

dinsdag 6 september 2022

Bij de bisschop op bezoek

 

De karavaan trekt voort. We zijn inmiddels aangekomen aan de voet van de majestueuze Alpen in Füssen in zuid Beieren. De afgelopen dagen zaten we aan de noodpunt van de Romantische Strasse, de autoweg die allerlei schilderachtige plaatsen en plaatsjes aan elkaar reigt. We waren vorig jaar al in wat volgens sommigen het hoogtepunt is, het Anton Pieckplaatsje Rothenburg. Voor een veslag daarvan verwijs ik naar de lijst verhalen hiernaast van september 2021. Dit jaar beperken we ons tot het begin en het eindvan de Strasse, de Residenz van Würzburg en aan het eind slot Neuschwanschstein, het sprookjespaleis dat Walt Disney tot logo van zijn concern verkoos.

De Residenz van Würzburg is, volgens de gidsen, een van de mooiste voorbeelden van barokke gebouw in Duitsland. En het moet gezegd, alhoewel barokke architectuur niet meteen onze harten kan wegdragen, de prins-bisschoppen uit  de 18e eeuw konden er wat van. De combinatie van wereldlijke en religieuze macht stelden ze blijkbaar in staat flink belasting te heffen, zodat de bisschoppen voor zichzelf een buitensporig paleis konden neerzetten dat, het moet gezegd, wat inrichting betreft niet onderdoet voor andere wereldlijke paleizen uit die tijd.


Een deel van het gebouw is aan de bombardementen miraculeus ontsnapt, zodat de plafondschilderingen onder leiding van Tiepolo puntgaaf zijn gebleven (of verbluffend zijn gerestaureerd). Omdat ik de laatste tijd nogal last heb van weke benen als ik omhoog kijk (een vatencirculatieprolbeem waar ik na de vakantie eens naar laat kijken), moet dit oude mannetje telkens gaa n zitten om de plafonds te bekijken. Hier een passage waarin we de behaarde benen van de duivel herkennen en rechts daarvan een aantal opvallend nichterige heren die de bisschoppen wellicht extra behagen.



Te zien is ook een enorm rood bed waarin Napoleon nog met Marie Antoinette een nuimmertje heeft gemaakt, althens met haar de nacht heeft doorgebracht op doorreise. 

Na de tuinen willen we omhoog naar slot Mariënburg dat opvallend boven de stad  uittoornt,


maar het is op deze zondag onmogelijk ergens een parkeerplek te vinden, dus we keren terug naar de camping. Ik maakdaarna nog enkele keren een rondje op mijn E-ros langs de Main en over de hoogvlakte vlak daar achter, terwijl H. serieus werk maakt van het uitlezen van het dikke boek: 'Een Klein Leven', waarbij het mij verbaast dat onder die titel zo’n dik boek geschreven is.

 

 

zaterdag 3 september 2022

Bijna een diploma gehaald

 

We willen nog naar het Unesco werelderfgoed, de Wihelmshöhe, een ‘Wasserspiel’ bij een groot slot,  dat in zijn tijd (eind 18 eeuw) gold als het toppunt van landschaps- en waterstaatkundig vernuft. Daarom  vervoegt  H. zich met een suikerzoete smile zich bij de receptie om nog minimaal één nachtje erbij te krijgen. De campingbaas is echter onverbiddelijk, gedurende de Documenta is de camping elke dag volledig bezet.  Dus ze krijgt een strenge Duitse vinger: ‘Draus’. En zo breken we weer op. We besluiten dan maar de Wilhelmshóhe met het karretje er achter te bezoeken. Met het zoeken van een geschikte parkeerplek aldaar zijn we vanwege onze onhandige lengte wel een half uurtje kwijt. ‘Geen nood’ zeg ik, uiteindelijk geparkeerd,’ dan pakken we voor een bezoek aan slot en bijbehorend Wasserspiel de fiets’. Dat lijkt een slimme keus want de afstand van het laag gelegen kasteel tot het beeld van Hercules van waaruit één keer per dag het water via cascades en watervallen naar beneden wordt gestort, is 2,5 kilometer lang en ligt tegen een steile bergwand aan.


De zigzagweg naar boven door een parkachtige ambiance doen we dus per fiets.  Als H. na een tussentijdse stop weer op haar fiets wil, krijgt ze hem niet meer aan de gang. Als volleerd bergbeklimmer leer ik haar het trucje eerst een stukje omlaag te rijden, dan om te keren en met een beetje vaart om weer omhoog te draaien. Als een volleerd circusartiest, zo lijkt het, krijgt H. het voor elkaar. Ik probeer het daarna voor de lol ook eens maar presteer het niet om op de smalle weg zo’n korte draai te maken.  Foeterend zet H. de weg naar boven voort, mij verwensend dat ik haat telkens in gevaarlijke situaties breng. Na weer honderd meter voortduwen is de maat vol en keert ze om. Ik ga dan maar alleen voort; met een e-ros is zo’n helling immers een makkie. Als ik boven ben resteren er echter nog welgeteld 781 treden die me langs de cascade naar boven voeren. Die wegen zwaarder dan het fietstochtje omhoog, moet ik eerlijk bekennen.

Teruggekomen beneden op het terras bij het foeilelijke slot


legt H. mij uit dat ze tijdens die circusachtigedraai doodsangsten uitstond om te vallen en daarom zo te keer ging. We leggen alles weer bij en aanvaarden de weg naar Würzburg en omgeving. Daar bouwen we de tent weer op, we raken daarin steeds meer bedreven. Maar als ik de auto een stukje terugzet mis ik het uitgeklapte keukentje op een haar. ’s Ochtends is Kassel had ik op de camping bij eenzelfde manoeuvre al bijna een vrouw van haar campingstoeltje gereden. Mijn diploma brokkenpiloot had ik deze dag bijna gehaald.

 

donderdag 1 september 2022

Documenta: veel geklaag, weinig wol

 

Laat uw hoop varen, gij die hier binnentreedt, hield  Dante hen voor die zijn Inferno betraden. Met de hel wil ik de Documenta in Kassel niet helemaal vergelijken maar wel de leus overnemen: laat varen uw opvattingen over kunst zoals gij die als westerse witte mens sinds de Verlichting hebt mee gekregen aangaande schoonheid, vakmanschap en doeltreffendheid, want de Documenta is in alles het tegendeel. Allereerst is het niet meer de kunst van ‘der nordische Halbkugel’ die hier aan de orde is, hier spreekt de ‘südische Halbkugel’. En die heeft geen boodschap aan alles van wat Erasmus en Spinoza ons voorhielden. Niet het individu maar het collectief, niet de ethiek maar de actie, niet de redelijke mens maar de door nood, wanhoop en achterstelling gedreven mensen. De Documenta levert volgekladde wanden met leuzen, workshops met vet kleurkrijt, in elkaar geknutselde stellages waarin het, toegegeven, soms verrassend goed toeven was (zie foto)


, white cubes volgehangen met golfplaten, films vertoond in ruimtes die zijn opgebouwd uit voddebalen of schaduwen van peperplantjes geprojecteerd op de ruw gemetselde gewelven van een gevangentoren. En overal hergebruikt plastic, gerecycled speelgoed en hergebruikte kleding want ook duurzaamheid is een alles overheersend thema. Al weer vele jaren geleden was er een Afrikaanse kunstenaar die poppen uitdoste met de dure kleding uit de gouden eeuw, alleen niet met het goudbrokaat, damast en zijde van die dagen, maar gemaakt van stoffen met prints van Afrikaanse stoffen. Behalve dat het er prachtig en vakkundig uitzag leverde het , misschien wel juist daardoor, een bijtend sarcastische blik van een Afrikaan op de mede door de koloniale uitbuiting verworven rijkdom. Dat uitermate vakkundig en scherp getroffen scherpe beeld mis ik op deze Documenta vrijwel volledig. Wat er allemaal getoond wordt ontstijgt volgens mij niet het bekende geweeklaag over de oneerlijke wereld. Waarbij het opvallend is dat de meest treffende film. althans naar het oordeel van de recensent van de Volkskrant, niet eens betrekking heeft op een conflict tussen noord en zuid maar op de Armeense genocide door de Turken. Op enkele uitzonderingen na mistte ik focus en impact. De interviews met mensen uit Ruanda, het land dat nog langer weigert om door het westen gedumpte kleding te accepteren, getoond in een ruimte gebouwd uit voddebalen, had wél die impact naar de mening van H. en mij , net zoals de uit golfplaten opgebouwde ruimte van een Afrikaans collectief met een stellage van steekwapens. Dat was zelfkritiek die hout sneed.