We steken nu in één keer door naar zuid Duitsland, we willen
nu wel eens echte bergen zien. Vlak na Ulm zien we de vage contouren al
opduiken, wat ons terugvoert naar het jaar waarin we vanuit Calgary de Rocky
Mountains zagen opdoemen. We hebben veel muziek van Mark Knopfler en Gerry
Rafferty op staan endat past naar onze smaak uitstekend bij elkaar.
In Füssen, helemaal tegen de Beierse Alpen aan, blijkt dat
het Duitse toeristenseizoen nog volop aan de gang is. Je kunt hier over de hoofden van de bejaarden
op e-bikes lopen, nou ja, fietsen. Even later zien we de toeristische
trekpleister van Duitsland nummer één opdoemen, het sprookjesslot Neuschwanstein,
door een of andere maffe Beierse koning, die geen raad wist met zijn geld,
gebouwd in de 19e eeuw. Een voorbeeld van ‘historiserend bouwen’, zo
dacht de koning dat een ridderslot in de middeleeuwen er uitgezien moest
hebben. We zullen ons later bij de rijen bezoekers voegen. Na dit weekend zit
de vakantie in Beieren er op en kunnen we misschien makkelijker binnen komen.
Gisteren dook ik ’s ochtends in het spiegelende, volmaakt stille meer, waaraan de camping gelegen is. Slechts twee eenden kwamen me vlakbij tegemoet, verder was het meer helemaal voor mezelf.
Een heerlijk moment. H. legde de zeehond, waarop ik met mijn baard steeds meer lijk, vast.
Overdag nam H. ook een duik en verkende ik de omgeving op de
fiets. Nabij het sprookjesslot werd de weg, bedekt met groffe steenslag,
steiler en steiler, Uiteindelijk werd het lopend, zwetend omhoog duwen.
Helemaal bovenaan leken alle wegen dood te lopen, een effectieve manier om
ongewenst grensverkeer tegen te gaan, ik bevond me immers op steenworp afstand
van de Oostenrijkse grens. Zeer voorzichtig afdalend over hetzelfde grindpad,
ik ben echt helemaal geen mountain biker bleek weer eens, kwm ik weer aan een meertje dicht bij
Neuschwanstein. Langs de andere kant van dat meertje, de Alpsee , bleek ik heel
gemakkelijk met een bescheiden klim ook in Oostenrijk te kunnen komen. Die
gedachte aan het verhinderen van illegaal wegverkeer was dus onzin.
Door een prachtig landschap, waar het felle biljartlakengroen geheel verschilt van de verdorde vlakten in noord en midden Duitsland (én Denemarken én Drente!), omzoomd door stevige voorAlpen, bereik ik Duitsland weer zonder dat ik hoef te klimmen, de Alpenmuur tussen Duitsland en Oostenrijk is dus niet overal hermetisch.
Hoog in het dal waarin de camping ligt daal ik door het groene landschap terug naar de voet van de hoge Tegelberg die het hele Füssendal domineert. In één woord prachtig!
’s Nachts krijgen we de eerste serieuze regenbui van deze
vakantie, die nu al 3,5 week duurt en prompt loopt ons grondzeil vol; een
onderaan openstaande rits van de voordeur blijkt daarvoor voldoend. Zo’n
grondzeil met opstaande randen lijkt veilig, maar kan bij noodweer bij een
enkel lekje ook fungeren als enorme badkuip. Gelukkig staan de meeste spullen
hoog in de vouwwagen en blijft de schade beperkt tot een doos koffielfilters en
wat natte kleren die toch al in de was moesten.
Leuk stukje, Tjeu!
BeantwoordenVerwijderenO wat mooi dat meer, zo glad zo helder zo fris. Geweldig! En wij ondertussen zuinig doen met water, de rivieren vallen droog.
BeantwoordenVerwijderenP.s. alweer zo'n goed verhaal! Dank