Totaal aantal pageviews

vrijdag 16 september 2022

De chagrijnigste man van Oostenrijk op ons pad

 

Kleur, kleuren. De dominante kleur in noord Europa is vaak: groen. Niet deze zomer. De bomen tijdens onze vakantie ogen vermoeidonkergroen en links en rechs zijn de herfstkleuren rood en bruin al duidelijk zichbaar. Het gras is overal geel geworden. Dit ging op voor Nederland, maar ook voor Denemarken en bijna heel Duitsland. De klimaatverandering wordt tijdens zo’n vakantie door veel streken pijnlijk zichtbaar. Maar heel anders oogt het in zuid Beieren tegen de Alpen aan. Het groen daar is fris en fruitig, nergens een verdord plekje zichtbaar. Met de zon er op is het biljartlakengroen, overal. Dat geeft dit jaar aan de Allgau waarover ik het heb een speciale sfeer. Overal in dat groen fietsende pensionado’s. De elektrische fiets heeft een voorheen weinig bewegende generatie aan het sporten gezet. En ik ben er op mijn e -ros  een van. Ik moet me wat dat betreft niks meer verbeelden. Ik rij tijdens een van mijn ritten een eindje op met een echtpaar dat precies dezelfde route rijdt als ik. Een helling probeer ik altijd in de ecostand te rijden. Die scrupules hebben anderen niet. Met als gevolg dat de oudere dame mij er op enkele hellingen vrolijk uit fietst. Nee, met zo’n e bike is de deconfiture van deze voormalige lange afstandsfietser compleet. Ach, het zou wat, het landschap met op de achtergrond steeds de voor Alpen is prachtig en de fietservaring is er niet minder om.


Waar is H. in dit verhaal ? Die is er niet. Die vindt nog steeds dat ik te hard rij, ondanks dit voorafgaande betoog.  Dus rij ik voortdurend tussen al die andere echtparen of stellen alleen.

We rijden met de klapkar door Oostenrijk en komen terecht in een gigantische file op de smalle weg naar Innsbruck. Het geeft mooi de gelegenheid om het imposante landschap rondom, met de Zugspitze in een hoofdrol, goed op te nemen, ook als chauffeur. We ontmoeten de chagrijnigste bediende van Oostenrijk die me een bril voor houdt als ik het bordje ‘toiletten 50 cent’ niet zie en zo maar gratis wil gaan pissen. Als later H. naar het toilet wil hoeft zij niks te betalen want zij is klant vanwege de koffie. Als ik twee snickers wil afrekenen maak hij een wegwerpgebaar. Als ik denk dat hij het met mij alsnog wil goedmaken mompelt hij: 5 euro. Ik ga maar niet met hem in discussie.

De camping aan het meer van Caldonazzo, ooit door H. aangetroffen in een artikel in de Volkskrant dat zij 2 jaar heeft bewaard, is overvol. Er is nog een plekje helemaal achter in een donkere hoek. Onze licht teleurstelling over die plek slaat de volgende dag helemaal om als we op de punt van het penisola (niet verkeerd uitspreken!) een prachtig uitzicht over het meer hebben, waarbij het lijkt of we op een eiland in het midden zitten. Het water op het rimpelloze meer voelt zacht aan. De avonden zijn hier heerlijk, in tegenstelling tot de steeds killere in Duitsland. We zijn echt in Italie beland en eten ’s avonds in de zwoele lucht met een stevige Grappa toe (althans ik dan).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten