Totaal aantal pageviews

donderdag 29 augustus 2013

De macho-man met het kleine hartje

Dag ... Portomarin - Arzua 60 km

Vanochtend zijn Paulo en ik samen vertrokken en we zijn eigenlijk heel de dag samen gebleven.
Eigenlijk is het toch best bijzonder. We begrijpen elkaar totaal niet en toch vinden we het schijnbaar prettig om samen te fietsen. De eerste 13 km waren behoorlijk pittig, want het was één lange klim.
Wat wel erg verdacht was, was het feit dat het aantal pelgrims dat je op een dag tegenkomt, was verviervudligd... Zou dat dan echt betekenen dat de meeste pelgrims echt alleen maar de laatste 100 km lopen..?

's Middags fietsten we langs een rivier met een strandje.We besloten er te stoppen en hebben een paar uur gezwommen en liggen zonnen.

Omdat Paulo problemen had met zijn fiets, zijn we naar een fietsenmaker gegaan. Alleen al zijn zaak was een foto waard. Helaas durfde ik die niet te maken. Maar die man bleek alles gewoon neer te kwakken waar hij het voor het laatst gebruikt had. Het was een gigantische teringzooi. Het moet minstens een jaar duren voordat je alles hebt kunnen opruimen.

We fietsen naar Arzua en kwamen terecht in een gigantische albergue. Toen ik terugkwam van een verkwikkende douche, trof ik Paulo snikkend op zijn bed aan. Hij had net met zijn moeder aan de telefoon gehangen en was geschrokken van haar kortademigheid. Ik voelde me erg hulpeloos, aangezien ik niets tegen hem kon zeggen. Ik heb hem dus maar een knuffel gegeven, maar misschien was dat ook wel genoeg.

's Avonds heeft hij soep en tortilla's gemaakt. Toen ik hem vroeg wat voor soep het was, antwoordde hij heel droog, soep met ballen. Ik kwam niet meer bij van het lachen... Er zaten inderdaad ballen in, haha!

Het begint er dan toch echt op te lijken dat het morgen gaat gebeuren. Het moment waar ik de afgelopen twee maanden naar heb toegeleefd. Het moet nu wel heel gek lopen wil ik morgen niet aankomen in Santiago!

Paulo en Sylvain

Dag ... Cebreiro - Portomarin 70 km

Het uitzicht was vanochtend nog mooier dan gisteravond. Terwijl de zon op kwam, verdwenen de laatste neergestreken wolken uit de dalen. Het was zo'n schitterend uitzicht dat de tranen over mijn wangen biggelden. Ik nam een heerlijk ontbijtje in een Middelleeuws cafeetje en begaf me weer op mijn fietsje.

Het was een dag van uitersten. Het ene moment scheurde ik met 70 km/u naar beneden, het volgende moment stoempte ik al zwetend en puffend naar boven.

's Middags pauzeerde ik even onder een paar bomen aan de kant van de weg. Er liep een jongen langs die de weg kwijt was. We raakten aan de praat. Hij kwam uit Bourgogne en had er inmiddels al zo'n 1500 km op zitten. Hij had ongeveer een jaar geleden een paniekaanval gehad en was sindsdien herstellende. Hij was een aantal maanden erg depressief geweest, maar voelde zich nu wel beter. Door deze tocht te voet af te leggen, hoopte hij al het gemaal in zijn hoofd te stoppen en tegelijkertijd een aantal antwoorden op levensvragen te vinden. Hij gaf aan nog wel 'zin' te hebben in nog eens 20 km (hij had er die ochtend ook al 20 gelopen) en dus spraken we af 's avonds samen te eten.

Die avond kwam ik aan in Pontomarin, een stadje, schuin op een berg naast een groot stuwmeer. Aan de lage waterstand kon je zien dat het al heel lang niet meer geregend heeft. De laatste drup die ik heb gevoeld is inmiddels ook al weer weken geleden.

Ik besloot naar de camping te gaan, kon ik toch nog eens mijn tentje gebruiken. Maar eenmaal op de camping aangekomen (wat een gigantisch steil pokkeneind was) kwam ik tot de conclusie dat ik de enige campinggast zou zijn. Echt gezellig zou het dus niet worden... Ik draaide dus maar weer snel om en ging op zoek naar een albergue. Dat bleek niet zo makkelijk, want de eerste twee toko's die ik probeerde, zaten allebei vol.

Toen ik bij de kerk aankwam, zag ik een half ontblote Spanjaard staan met duidelijk hetzelfde probleem.
Pas veel later besefte ik dat ik die kerel al twee keer eerder vandaag was tegengekomen en dat ik hem de weg had gewezen. Ondanks het feit dat er geen enkele communicatie mogelijk was, hij sprak nog geen woord Engels en met mijn twee woorden Spaans, ben je snel uitgeluld, besloten we samen op zoek te gaan naar een albergue. Gelukkig vonden we die redelijk snel.

's Avonds ging ik, zoals afgesproken een hapje eten met mijn nieuwe Franse vriend Sylvain. Ook hij bleek nog slechter Engels te kunnen dan ik me herinnerde. Het gesprek bestond dus uit zijn moeizaam Engels, mijn niet al te beste Frans en ongemakkelijke momenten die we samen deelden. Toen we afscheid namen en ik hem een knuffel gaf, besefte ik hoe mager hij was en dat die jongen  afgelopen jaar echt heeft afgezien. Ik hoop dat hij snel weer de ouwe is.

In de albergue, belandde ik samen met Paulo (de Spanjaard die geen woord Engels kan) op het balkon. Daar hebben we uren zitten 'kletsen' met behulp van www.mijnwoordenboek.nl. Hij bleek heel anders te zijn, als hij er uit zag. In plaats van de stoere macho die ik verwachte, bleek het een heel lieve jongen te zijn, met het hart op de juiste plaats en met meer verstand dan dat ik had durven hopen. Terwijl hij de ene na de andere joint rookte, vertelde hij dat zijn moeder op dit moment erg ziek is. Ze heeft borstkanker en heeft inmiddels haar beide borsten laten amputeren.

Toen ik aangaf wat mijn reden was voor deze fietstocht, verklaarde hij me voor gek. Hij liet een foto van zijn moeder zien en zei dat ik geen enkele reden had om mezelf lelijk of te dik te vinden. Op de foto stond een lieve vrouw, met duidelijk meer overgewicht dan ik. Maar wat nog veel schrijnender was, was haar kale hoofd en de ziekte die haar gezicht duidelijk getekend had. Misschien heeft die Spaanse machovent, die elke mogelijkheid aangrijpt om half naakt rond te lopen en een joint te roken, toch wel een klein beetje gelijk...

On top of the world

Dag ... Ponferrada - Cebreiro 59 km

Mijn dag begon goed. Zodra ik de Albergue had verlaten en mijn kilometerstand wilde checken, kwam ik erachter dat mijn fietscomputer weg was. Ik ging gelijk terug en heb het hele terrein afgezocht (Mijn fiets had die nacht in een bewaakte fietsenstalling gestaan) en vroeg met behulp van mijn nieuwe Majorcaanse en Barcelonaanse vrienden aan de eigenaren of zij het ding hadden gevonden. Het antwoord was nee. Ik wist dus gelijk dat zoeken geen hoop meer had, maar ik kon het ook gelijk relativeren... Ik was tenminste zo verstandig geweest om mijn fiets op slot te zetten, dus die had ik nog.

Het zou een loodzware dag worden vandaag. Ik had een klim van ruim 30 kilometer voor de boeg die vergelijkbaar was met de klim in de Pyreneeën. Ik heb mezelf met veel koffie en energiegels proberen op te peppen. En daar ging ik dan... De eerste 40 kilometer gingen verrassend goed, maar nadat ik een lange pauze had genomen, leek het wel of ik geen meter meer vooruit kwam... De berg (1300 meter hoog) bleek steeds steiler te worden en eindigde met een kilometerslange klim van 10 procent!!! Ik was kapot toen ik boven in het dorpje aankwam. Na een kort kerkbezoekje ben ik regelrecht naar de albergue gegaan.

Ik had nog aardappelen en eieren bij en besloot zelf te koken. Ik ging naar het weiland achter de albergue.
Het was er schitterend. Ik bevond me er letterlijk op de top van de berg en had een uitzicht van 360 graden.
Ik was even heel erg gelukkig en waande mezelf on top of the world. Helaas waaide het heel hard en koelde het razendsnel af. Mijn eitjes en aardappelen wilden maar niet koken. Uiteindelijk kon ik niet meer wachten en heb ik uit pure ellende half rauwe eieren en aardappelen naar binnen gewerkt.

Toen ik evenlater in de albergue terugwas en een douche wilde nemen, kwam ik voor een niet al te prettige verrassing te staan. Bij het aanleggen van deze albergue hebben ze wel heel erg bezuinigd en hebben ze de douchedeuren maar achterwege gelaten. Ik was hier mentaal nog niet klaar voor en besloot mijn badpak aan te houden.

En nu lig ik in een enorme slaapzaal met een gigantische snurker naast me...
Happy, happy, joy, joy!

woensdag 28 augustus 2013

Cruz de Ferro

Dag... Argosa - Ponferrada ..km

Ookal stond ik al om 08:00 buiten, ik moest me nog twee uur vermaken voordat de fietsenmaker open zou gaan. Ik heb me dus maar uitgebreid op zitten maken in het park, heb boodschappen gedaan en ontbeten en heb een brief geschreven om vanmiddag achter te laten bij het kruis van Ferro, boven op de berg. Om stipt tien uur reed ik mijn fiets als eerste bij de fietsenmaker naar binnen (er had zich inmiddels een hele rij gevormd) en de fietsenmaker ging gelijk aan de slag. Het leek wel of alles kapot was, want hij haalde letterlijk alles uit elkaar om vervolgens weer op te bouwen. Ondertussen deed een zestigjarige Spanjaard een wanhopige poging mij te versieren. Hij wilde zo'n beetje alles van me weten en ik kreeg zoals inmiddels bijna een gewoonte is, twee kleffe zoenen op mijn wangen.

Een uur later stond ik buiten en kon ik aan mijn dagetappe beginnen.
Of dat dacht ik althans... Een halfuur later stond ik namelijk in de middle of no where met een fiets die totaal niet meer kon schakelen. Uit een wanhoopspoging belde ik mijn trouwe hulplijn, mijn eigen ventje, maar die kon alleen maar de conclusie trekken dat het goed mis was en dat ik terug moest naar de fietsenmaker. Terugmoeten, dat nooit!!! Ik brak. Luid snikkend probeerde ik nog een oplossing uit Thijs te trekken,tevergeefs natuurlijk.

Maar toen opeens... gebeurde er een wonder. Er stopte een fietser een paar meter verder en het bleek een Nederlander te zijn! En dan te bedenken dat ik in heel Spanje nog geen één Nederlander tegen het lijf ben gelopen... Ik smeekte hem mij te helpen en gelukkig wilde hij dat wel proberen. Hij ging direct aan de slag, terwijl ik voor een kopje koffie zorgde, met een chocolademuffin. We raakten aan de praat en het werd een heel bijzonder gesprek. Hij droeg de Amelandse naam Gerwien en kwam uit Noord-Holland. Hij was in het afgelopen jaar zijn beide ouders verloren en dat had er behoorlijk ingehakt. Hij was sinds een paar maanden gepensioneerd, maar had zich alleen maar bezig gehouden met het ontruimen van het ouderlijk huis. Nu had hij behoefte aan wat tijd voor zichzelf om na te denken. Hij was vanuit Nederland onderweg naar Santiago, om daarna door te rijden naar Zuid-Spanje en Marokko, waar hij een bergwandeling zou maken door het Atlasgebergte.

We namen afscheid aangezien we een enorm zware klim voor de boeg hadden en we onmogelijk even snel zouden zijn. Nog geen 5 minuten later, was ik totaal de weg kwijt. Een lieve Spanjaard die me wilde helpen, maar zelf geen woord Engels kon, heeft me toen maar heel de weg door zijn dorp gewezen.

De berg was inderdaad net zo zwaar als ze voorspeld hadden. Halverwegen besloot ik een drankje te drinken in een albergue. Daar kwam ik allerlei oude bekenden tegen die ik eerder die reis al een keer was tegengekomen. Ik hoefde mijn drankje dus niet alleen te drinken maar deed dat samen met Gordon uit Duitsland, Pieter uit België en Nikolaus uit Zwitserland.

Daarna moest ik er toch echt aan geloven. Ik moest die verdomde berg op. Het was bloedheet en loodzwaar. Maar daar was ie dan eindelijk het Cruz de Ferro!

Bij dit kruis, zo zegt de legende, neemt de pelgrim afscheid van zijn oude leven en verwelkomt men het nieuwe. Dat hoor je onder andere te doen door een steen, die je vanaf dag 1 bij je hebt gedragen, achter te laten. Dat deed ik. En om het in mijn steil af te maken, zette ik er ook een chocolade muffin naast.

Maar what go's up... must come down again. En dat gebeurde... en hoe! Het mag een wonder heten dat ik nog leef. Het was zo steil dat het voortdurend leek alsof de weg opeens zou ophouden. Ik kneep vol in mijn remmen en alsnog reed ik 36 km/h. Toen ik eenmaal beneden was, had ik enorme kramp in al mijn vingers. Het is maar goed dat mijn mamaatje dit niet gezien heeft...

Daar ontmoette ik Chris een vrolijk, klein Schots mannetje die verlegen zat om een praatje en me koste wat kost zo lang mogelijk aan de praat wilde houden. Ik liet het maar gebeuren, maar kwam er wel steeds meer achter dat het en beetje een rare snuiter was. Ik vond het dan ook wel prima, dat ik hem na verloop van tijd van me af kon schudden.

Ik kwam uiteindelijk in een enorme albergue in Ponferrada terrecht. Echt een klassieke met enorme slaapzalen. Tsja, dat hoort er toch ook echt bij. En één voordeel... ik ben de laatste tijd zo moe dat ik direct als een blok in slaap val en nauwelijks meer wakker lig van al het gesnurk om me heen.

zondag 25 augustus 2013

Het gele pad

Dag 12 León - Astorga 63 km

Vanochtend heb ik afscheid genomen van Kate, de fantastische jeugdherberg en de schitterende stad León. Dat deed ik in stijl, ik overwon een angst. Ik bestelde bij een ontbijtbar een broodje en een café con leche en nam in mijn eentje plaats op het terras. Om één of andere reden vind ik het niet prettig om alleen op een terrasje te zitten. Ik vind het vervelend als iedereen naar me kijkt met zo'n blik van: "Ach gut, het kind is alleen... Wat zielig!'' Maar ach, het is zo goedkoop en wel zo lekker, dus laat ik het dan toch maar doen!
Eenmaal op dat terrasje, zat ik er prima. Het was eigenlijk wel lekker om zo de zondag te beginnen.

Toen ik op de fiets stapte besloot ik de 'gele route' te volgen. Deze route is het officiële pelgrimspad en wordt aangegeven door Sint Jakobsschelpen en gele pijlen. Het voordeel is dat je honderden andere pelgrims ontmoet en dat je hetzelfde pad volgt als de mensen eeuwen geleden al deden. Het nadeel is echter dat het soms bijna onbegaanbaar is voor fietsers. Maar goed, ik besloot de gok te wagen en volgde als een soort van megaspeurtocht alle gele pijltjes, de stad uit. Eenmaal buiten de stad, werd het pad al behoorlijk pittig. Ik kwam twee mauntainbikers tegen, één uit Barcelona en één uit Majorca. Ze waren behoorlijk onder de indruk. Ik was een vrouw, ik reed alleen, ik had zo belachelijk veel bagage en ik was nog snel ook (sneller dan hun ;-)), dat moet toch wel een wonder zijn..! Ik moest er dan ook aan geloven en werd door beide mannen uitgebreid op de foto gezet.

Die middag werd het pad heftiger en heftiger. Toen ik een vrouw inhaalde en haar de schrik van haar leven bezorgde omdat ze me niet had horen aankomen, besloot ik even af te stappen om een praatje te maken. Ze heette Loretta, was 46 jaar en kwam uit Australië. Ze vertelde dat ze kort geleden haar relatie had beëindigd en  dat ze nu erg de behoefte voelde alles eens op een rijtje te zetten. Ze was gister begonnen in León, had nu al de helft van haar spullen weggegooid en had al voor de hele reis hotels geboekt (voor 80 -160 euri per avond, terwijl de gemiddelde pelgrim 5 uur kwijt is voor een bedje in een albergue...

Toen we uitgeput op een snikhete, droge vlakte aankwamen, zagen we opeens een felgekleurd huisje staan. Toen we er dichter bij kwamen, zagen we een jongen zitten. Hij begroette ons met de woorden dat hij speciaal op ons had zitten wachten en bood vervolgens allerlei gratis drankjes en hapjes aan. Hier moest ik natuurlijk het fijne van weten... Gelukkig sprak de jongen prima Engels. Hij vertelde dat hij samen met een andere jongen het huisje runde en dat ze er om beurten het hele jaar zaten om Pelgrims te verwelkomen en te voorzien van gratis eten en drinken. Het huis heette: La Casa de los Dioses (het huis van de goden). Het was wel erg hippie, maar ik vond het schitterend!

Na een uur met Lorreta gewandeld te hebben, nam ik afscheid en fietste ik naar Astorga.

Kort nadat ik in Astorga aankwam, ontmoette ik opnieuw mijn twee vrienden van vanochtend. Ze waren wel erg geïnteresseerd en dit keer moest ik het bekopen met zowel foto's als kleffe zoenen op mijn wangen. Ze waren op de hoogte van het feit dat wij er in Nederland drie geven in plaats van twee en daar namen ze gretig gebruik van. Ik vroeg ze of ze me konden helpen met mijn fiets (die maakte sinds een uur een raspend geluid) maar ze kwamen niet heel veel verder dan een doorverwijzing naar de fietsenmaker. Even later reden  vijf Italianen langs. Ik kon het niet laten en vroeg ook hen om hulp. Ze konden me niet veel meer vertellen dan dingen die ik al wist. Maar ik werd wel uitgenodigd om samen een herberg te zoeken. Ik vertrouwde het zooitje ongeregeld wel en fietste achter 'mijn' vijf Italianen aan. De eigenaar van de herberg had er echter minder vertrouwen in en ik stuurde mij naar een andere kamer. Ik nam een douche waarbij ik in het hokje naast me geluiden hoorde die ik liever niet had willen horen. En nu zit ik op mijn bedje lekker te tikken. Ik ben benieuwd of ik vanavond weer alleen op een terrasje eindig of in het gezelschap van vijf Italianen...

Bijzondere mensen

Dag 11 León -León 0 km

Vanochtend werd ik wakker met een lichte hoofdpijn, toch te diep in het glaasje gekeken, vrees ik... Ik had eigenlijk nog steeds niet besloten, wat ik vandaag zou doen. Een dagje blijven of doorfietsen... Maar de hoofdpijn en mijn veel te fijne bedje, maakte de keuze vrij makkelijk. Dus ik bleef.

Kate en ik besloten de stad verder te verkennen en terwijl we dat deden, kwamen we Maureen uit New York tegen. Kate was haar al een aantal keer tegengekomen. We hebben de rest van de middag samen doorgebracht. Maureen bleek een lief mens te zijn van ergens in de veertig. Ook zij had, net als Kate, haar baan opgezegd en wilde een aantal maanden rondreizen. Na een lang gesprek bleek ze last te hebben van een zenuwziekte, waardoor ze elke dag met heel veel pijn moet leven. Om die pijn te verminderen, gaat ze over een paar weken naar Nepal om daar Yogalessen te nemen.

Tijdens de lunch kwamen we nog een andere pelgrim tegen. Augustina uit Milaan. Ze was 76 en heeft de afgelopen zes jaar elk jaar een andere route naar Santiago gelopen. Haar Engels was minder bewonderenswaardig, dus echt diepgaand werd het gesprek niet. Maar het was erg bijzonder om zo iemand te ontmoeten.

Een andere man waar ik veel over gehoord heb en die me flink aan het denken heeft gezet, is een jonge Koreaanse man die vanaf Saint-Jean-de-Port naar Santiago liep en weer terug. Maar bij zijn aankomst in Saint-Jean-de-Port vroeg de man zich opeens af waarom hij heel de reis schoenen had gedragen. Dus hij deed ze uit en nu loopt hij opnieuw naar Santiago, maar dit keer op blote voeten.

We zijn met z'n drieën naar het hotel van Maureen gegaan en hebben daar twee films gekeken. Waaronder de film 'The Way'. Mocht je hem nog niet gezien hebben, kijk hem! De film gaat over de Camino en vertolkt precies het gevoel dat ik al weken heb.

's avond zijn Kate en opnieuw naar de stad gegaan en hebben we een heerlijke pizza gegeten.


León

Dag 10 Sahagun - León 60 km

Natuurlijk kwam ik mijn belofte na en kocht ik mijn ontbijtje bij mijn nieuwe vriend Ilias. Na een hartverwarmende knuffel stapte ik weer op de fiets. En het leek wel alsof het geen enkele moeite koste. Misschien lag het aan de energygel die ik 's ochtends genomen had, misschien was het de weg (plat en alsmaar rechtdoor, misschien was het de wind (mee), misschien de heerlijke muziek die ik in mijn oren had, of misschien een combinatie, maar het leek wel of ik vloog. Binnen no-time arriveerde ik in León en vond ik een leuke jeugdherberg.

Op mijn kamer kwam ik Kate uit Nieuw-Zeeland tegen. Ze vertelde dat ze met twee vrienden naar Santiago liep, maar dat ze ze vanochtend in Sahagun achter gelaten had en met de bus naar León was gekomen. Ze had last van een beenblessure en hoopte heel erg, dat, op het moment dat haar vrienden León zouden bereiken, ze weer in staat zou zijn om met ze verder te lopen. Maar ze achtte die kans vrij klein.

We zijn samen de stad in getrokken. Op een terrasje vertelde Kate dat ze zelf in de afgelopen jaren 60 kg was afgevallen en dat ze een paar maanden geleden haar baan had opgezegd en de afgelopen vier maanden door Azië en Europa had gereisd. Haar volgende plan was om na de Camino naar Engeland te gaan, daar een baan te vinden en daar twee jaar lang te wonen. Daarna zou ze weer terug gaan naar Nieuw-Zeeland en afscheid nemen van haar wilde jaren, zich settelen en misschien een nieuwe studie oppakken.

We liepen naar het wijkje dat bekend staat om haar vele pleintjes en smalle straatjes, bomvol terrasjes. We aten samen en dronken een aantal wijntjes, waaronder mijn eerste Sangria ever. Nu kan ik tenminste zeggen dat ik echt in Spanje ben geweest!

donderdag 22 augustus 2013

Mijn reddende engel

Dag 9 Fromista - Sahagun 60 km

Vanochtend begon mijn dag goed. Ik had een leuk gesprek met een mede pelgrim. Een jolige tuinkabouter uit Schotland, die inmiddels met zijn (waarschijnlijk veel jongere) vriend in de buurt van Barcelona woonde. Ik merkte dat ik tijdens ons gesprek, zelf ook steeds Schotser ging klinken!

Maar na dit gesprek stapte ik op de fiets en dook ik weer de eenzame, eeuwige, droge en snikhete hoogvlaktes op. Gelukkig kwam ik rond drieën op de camping aan. Daar heb ik mijn hele garderobe in de was geflikkerd, want wat was dat een meurende bedoeling! Zelf heb ik ook een verfrissende duik genomen in het zwembad. Ik was daar lekker in aan het rond dobberen, toen opeens de badvrouw naast me kwam staan, om te vertellen dat ik wel een badmuts moest dragen. Ik keek om me heen en kwam tot de verbijsterende conclusie dat al mijn tientallen mede-zwemmers een badmuts droegen. Oeps! Gelukkig had zij er één voor me te leen en heb ik een paar uur lang rond gelopen met een glimmende zwarte hoes op mijn kodder. Seksie! Niet normaal!

Toen ik weer terug kwam bij mijn tentje en mezelf een drie kwartier durend tukje gunde overviel me opeens een heel depressief gevoel. Ik snapte opeens niet meer waarom ik deze reis aan het maken was. En waarom ik het mezelf aan doe om in mijn uppie op een camping met alleen maar vrolijke Spaanse families te gaan staan. Met een grafhumeur fietste ik 's avonds het stadje in, om nog even iets van de omgeving te zien en een fatsoenlijk avondmaaltje te scoren. Daar gebeurde iets heel bijzonders...

Ontroostbaar liep ik een klein winkeltje binnen en daar raakte ik aan de praat met de oude eigenaar. Hij bleek bijna vloeiend Engels te kunnen en gooide de ene na de andere wijsheid over het leven en het bereizen van de Camino eruit. Hij zei dat het er niet om gaat hoe je de reis maakt, te voet of op de fiets, maar om de reis die je met jezelf aangaat. Ook zei hij dat je er volledig achter moest staan, want anders zou het een grote lijdensweg kunnen worden, terwijl, mocht je er volledig voor open staan je verliefd zou kunnen worden op alle mensen die je onderweg ontmoet, de plaatsen waar je langskomt en de reis zelf.

We hebben nog een paar hilarische kiekjes genomen met een bos uien, een krop sla en een meloen en ik heb beloofd morgenochtend terug te komen voor mijn ontbijtje. Weer kreeg ik twee kleffe zoenen van een man op leeftijd, maar dit keer nam ik ze gretig in ontvangst.

Weer helemaal opgeladen en gelukkig, verliet ik het winkeltje. Wat is het toch mooi, dat dit soort kleine ervaringen zou belangrijk kunnen zijn!

mannen van een zekere leeftijd

Dag 8 Burgos - Fromista 80 km

Vanochtend heb ik, na het krijgen van twee iets te kleffe zoenen (gelukkig wel op mijn wangen) van de eigenaar van het hotel, de schitterende stad Burgos achter me gelaten en ingeruild voor de kale, droge hoogvlakten van de provincie Palencia. Ik kan eigenlijk niet anders zeggen dan dat het fietsen saai was en ik blij was toen ik het stadje Fromista inreed. Daar vond ik een leuke herberg en binnen een uur zat ik in een stampvolle kerk naar een gratis flamingo concert te luisteren. Ik vond het erg mooi om ook de muziek van deze regio te horen, maar echt Spaans was het niet. De ene gitarist kwam uit Turkije en de andere, ene Enno Voorschot kwam uit ons eigen kikkerlandje!

Na het concert, buiten de kerk, kwam ik een Franse man tegen die mij die middag had aangesproken omdat hij nog nooit een fietser had gezien met zo veel bagage als ik heb. Tsja, ik geef het toe. Het is absurd. Ik sleep elke dag ongeveer 30 kilo aan zooi met me mee, terwijl ik de meeste dingen niet eens gebruik... Maar aan de andere kant... Alle kilo's die ik extra mee zeul, verlies ik weer aan lichaamsgewicht ;-). De man stelde voor om samen iets te gaan eten en bij gebrek aan betere tijdsbesteding, ging ik met hem mee. We voerden het gesprek in het Duits en ja, dan weet je het wel bij mij... dat wordt niet heel erg interessant. Het ging ook wel iets TE veel over fietsen... Net voor tienen (om tien uur sluiten de deuren van de herbergen en kom je er niet meer in) namen we afscheid. Net als die ochtend bij de hoteleigenaar kreeg ik twee iets te kleffe zoenen van een iets te oude man voor mijn kiezen.

Ik begin er steeds meer voor te vrezen dat ik alleen maar mannen van een zekere leeftijd aantrek... HELP!!!

dinsdag 20 augustus 2013

Burgos

Dag 7 Burgos - Burgos 0 km

Vanochtend heb ik Nick weggebracht naar het station. Het afscheid was opnieuw erg moeilijk. Ookal is dat waarschijnlijk moeilijk te begrijpen voor niet-pelgrims, het voelt echt alsof we heel hechte vrienden zijn geworden. Ik heb dan ook besloten om over een paar maanden een paar dagen naar Londen te gaan om mijn nieuwe cylcle buddy op te zoeken.

Ik heb besloten om vandaag in Burgos te blijven. Het is er te mooi om doorheen te racen en bovendien vond ik het prima om even een rustdagje te hebben. Ik heb mijn fiets een opknapbeurt gegeven, heb een beetje gewinkeld, gewandeld en de schitterende kathedraal bezocht.

Ookal was ik heel de dag alleen in zo´n grote stad... ik heb me geen seconde alleen gevoeld. Ik wordt steeds zelfstandiger en ik begin steeds meer te genieten van het op reis zijn. Ik kijk dan ook steeds meer op tegen het gewone leventje dat ik weer in Nederland ga hebben. Maar ach wat... Ik mag niet klagen. Het is hier heerlijk!

pechvogel eerste klas

Dag 6 Belorado-Burgos ...km

Vanochtend nam ik afscheid van mijn nieuwe Spaanse vrienden Toni en Jordi. Zij pakten het moutainbikepad en ik de weg. Het was voor de verandering een keer niet bloedheet, maar erg mistig en regenachtig. Ik moest een aantal kilometer behoorlijk klimmen. Het verlaten gebied waardoor ik reed had meer weg van de rotsachtige bergen in Ierland dan de gortdroge vlaktes van Spanje. Maar dat vond ik eigenlijk best wel prima. Klimmen is toch echt veel makkelijker als het wat kouder is.

Toen ik bij een bijzondere abdij kwam, waar Pelgrims vroeger hun toevlucht zochten voor wolven en andere griezels uit de omringende bossen, bleek Nick een aantal keer gebeld te hebben. Ik belde hem terug en kreeg het nieuws te horen dat zijn voorwiel was gebroken en daardoor met een taxi terug moest naar Burgos. We spraken af bij een pleintje met een kleine kerk en een oude stadspoort. Zou ik vast wel kunnen vinden in zo´n enorme stad...

Maar gek genoeg, lukte me dat vrij snel. Binnen een uur had ik 30 km gefietst en zat ik op een bankje op de afgesproken plek een broodje te eten en te wachten op Nick. Hij was erg blij om me weer te zien, want hij zat er behoorlijk door heen. Hij was naar een aantal fietsenzaken gegaan, maar nergens hadden ze een nieuw wiel voor hem. Nick had dus besloten om terug te gaan naar Londen. We besloten er het beste van te maken en zijn vakantie af te sluiten met een geweldige avond. En dat werd het. Ik kwam nog een andere Pelgrim uit Barcelona tegen, die ik gister tegen was gekomen en met z´n drieën hebben we menig terrasje onveilig gemaakt. Uiteindelijk slingerden Nick en ik behoorlijk aangeschoten richting onze hotelkamer. We vielen allebei als een blok in slaap.

zondag 18 augustus 2013

Op de Camino ben je nooit alleen

Dag 5 Navarrete - Belorado 78 km

Nick werd ook niet al te vrolijk wakker. Hij omschreef de afgelopen nacht als: "The worst night ever".
We zaten al om 07:00 op de fiets. Het was in één woord adembenemend. We fietsten over smalle weggetjes tussen de wijnvelden door, terwijl de zon opkwam en alles roze kleurde. Misschien moet ik toch maar wat vaker mijn best doen en om wat vroeger op te staan...

Na het ontbijt hebben we echter afscheid van elkaar genomen. Nick had immers nog maar een week de tijd om Santiago te halen en was van plan om de komende twee dagen rond de 100 km te gaan rijden. Ookal kennen we elkaar nu pas drie en een halve dag, het afscheid was behoorlijk pittig. Op zo'n reis bouw je binnen no-time heel intense banden op met andere pelgrims. Toen hij weg fietste, voelde ik me opnieuw erg alleen. Ik heb een lekker potje zitten janken, raakte vervolgens de weg kwijt en toen ik die weer gevonden had en van een heuvel naar beneden scheurde, raakte mijn band lek. Voor de lezers die de tel kwijt zijn geraakt: lekke band nummer 14... Gelukkig fietsten er al snel mensen langs, die me graag wilden helpen. Zo blijkt maar weer: op de Camino ben je nooit alleen... Dat bleek overigens ook nadat ik boven op een berg stopte en er zich langzaam een hele groep Pelgrims verzamelden, met wie ik allemaal uitvoerig heb zitten kletsen. Twee kerels uit Barcelona stelden voor om samen te fietsen. We hebben 's middags wat gedronken op een terras en nu slaap ik samen met ze op een kamer in een albergue en hebben we net een aantal spotgoedkope wijntjes gedronken op het dorpsplein.

Een helse nacht

Dag 4 Estella - Navarrete 59 km

Mijn wekkertje ging weer eens lekker vroeg af vandaag, want Nick en ik hadden om 9 uur afgesproken op de plek waar we de vorige avond uit elkaar waren gegaan. Niet heel veel kilometers later stopten we bij de beroemde 'wijnfontein'. Ik geef toe dat het te mooi klinkt om waar te zijn, maar toch bleek er echte wijn uit de fontein te stromen! Helemaal gratis en voor niets. Ik raakte gelijk aan de praat met andere pelgrims, een jolige Pool en een verstrooide Duitser, die al om half 10 's ochtends met man en macht probeerden de fontein leeg te zuipen. Ik maakte natuurlijk ook gretig gebruik van de situatie en vulde behalve mijn glas ook een fles.

De rest van de dag peddelden we rustig verder. We lunchten in een schitterend oud stadje en reden daarna verder tot Navarette. We besloten naar een albergue te gaan (dat moet je toch minstens één keer meemaken, als pelgrim). In onze slaapzaal ontmoetten we ene Patrick. Een schitterend figuur, die het liefst iedereen voortdurend in de zeik neemt. Toen we eenmaal met hem kennis hadden gemaakt, moesten we eraan geloven en werden we aan alle andere Pelgrims voorgesteld. We besloten met z'n allen naar de mis te gaan en daarna samen te gaan eten.Natuurlijk bracht ik de zelfgetapte wijn overal met me mee. De mis maakte erg veel indruk op me. Wat wel een beetje lullig was, was dat ik geen stukje brood kreeg omdat ik niet Katholiek ben, maar dat werd iets later weer ruim gecompenseerd doordat alle pelgrims naar voren geroepen werden, waarbij we werden gezegend en bezongen door alle kerkgangers.

Het etentje was erg gezellig, maar om stipt 22:00 moesten we terug zijn in de herberg, aangezien de voordeur op dat moment dicht zou gaan. Natuurlijk lukte het ons niet op tijd te zijn, maar gelukkig werden we nog wel binnengelaten.

's Nachts kon ik totaal niet slapen. Patrick bleek naast een eeuwige grappenmaker ook een gigantische snurker te zijn. Het was ontzettend warm en de muziek van het dorpsfeest, waar het hele dorp voor uitgerukt was, werd steeds harder en stopte pas om 06:00.

Om 05:00 gaf ik de kans om nog in slaap te vallen op en ben ik op het balkon van de gemeenschappelijke keuken gaan zitten. Gek genoeg, besefte ik daar, terwijl ik onder me alle tieners van het dorp zag vrijen, wildplassen en kotsen hoe gelukkig ik eigenlijk was en hoe blij ik ben dat ik deze stap heb gezet en in mijn eentje door ga naar Santiago.




vrijdag 16 augustus 2013

Omringt door pelgrims

Dag 3 Pamplona - Estella 60 km

Nick en ik besloten vandaag de dag te beginnen met een stadswandeling. We ontbeten in een ontzettend leuk koffiebarretje/boekenwinkeltje waar we al snel met andere pelgrims aan de praat raakten. We haalden een stempel bij de kathedraal en raakten in een hilarisch gesprek verwikkeld met de fietsenmaker, waar Nick een nieuw slot kocht. Deze mafkees deed in eerste instantie alsof hij geen woord Engels sprak, maar bleek uiteindelijk over dezelfde woordenschat als Tony Blair te beschikken. Toch wilde hij even duidelijk maken, dat we er niet zomaar vanuit konden gaan dat elke Spanjaard, die we aanspreken, Engels kan. Hij stelde het erg op prijs als we dat voortaan even zouden vragen.

Daarna zijn we vertrokken. Alhoewel het een veel minder zware tocht, vergeleken met gisteren, zou moeten zijn, viel het toch vies tegen. We gingen helemaal stuk in de brandende zon op de heuvels die alleen maar lijken te stijgen in Spanje. Het was wel erg bijzonder om te merken dat we niet de enige waren en dat we omringt werden door honderden andere pelgrims.

Toch hebben we ook vandaag weer ons geplande doel gehaald, namelijk Estella. Daar dook Nick een duur hotel in en ik zwoegde 2 km verder naar een camping. Ach verschil moet er wezen... Gelukkig moet hij morgen dezelfde bergen op als ik, haha! ;-)

De zwaarste dag tot nu toe!

Dag 2 Saint-Jean-Pied-de-Port - Pamplona 87 km

Vanochtend ging mijn wekker veel te vroeg, namelijk om 6 uur, terwijl ik tot half 6 min of meer wakker gehouden werd door het lawaai van een feest naast de camping. Maar goed, ik had aan mijn vader beloofd dat ik vandaag heel vroeg op zou staan (het zou namelijk de zwaarste dag van de hele reis worden...), dus dat deed ik.

En het werd ook de zwaarste dag van de hele reis. De eerste 28,5 km moest ik namelijk onafgebroken klimmen... Er leek echt geen eind aan te komen. Na elke (haarspeld)bocht, kwam weer een bocht omhoog. Toen ik na 3 uur klimmen een jonge vent zag lopen met zijn fiets (waar heel veel minder bagage op zat), gaf ik het ook op en ben voor de eerste keer sinds bijna 2500 km afgestapt. We raakten al snel aan de praat, want ja, wat doen mensen die in nood verkeren een doodsangsten uitstaan... ze zoeken steun bij elkaar. Hij bleek 34 jaar te zijn. Hij woont met zijn vrouw Londen en had net ontslag genomen. Hij vertelde me nogal een zwaar jaar achter de rug te hebben en omdat nu alles al een tijdje goed ging, voelde hij ernstig de behoefte om 'iemand' te bedanken. Daarnaast probeert hij op deze manier geld op te halen voor vrouwen in West-Afrika die besneden zijn. 10 dagen geleden, kreeg hij opeens het plan om naar Santiago te gaan fietsen. Hij kocht een fiets en nu zit hij er op... Ach, zo kan het gaan in het leven...

We besloten op de top samen te lunchen en zijn sindsdien samen gebleven. Het was wel een behoorlijke kick toen bleek dat Nick (zo heet hij) me tijdens het klimmen niet bij kan houden, terwijl hij de eigenaar is van een afgetraind lijf, waar geen grammetje vet aan zit... Toch mooi om te zien, dat je conditie echt verbetert tijdens zo'n reis.

Toen we zeven uur later via een enorme, maar wel schitterende, omweg in Pamplona aankwamen, volgden we een Frans-Amerikaans stel, die we kort daarvoor waren tegengekomen, naar een goedkoop hostel. Ik kreeg een kamer met balkon, aan één van de smalle straatjes waar eens per jaar stoere idioten voor een kudde stieren uitrennen.

Na een lekker etentje met Nick, ben ik als een baksteen in slaap gevallen...

Op naar Santiago!

Dag 1 Saint-Jean-de-Luz - Saint-Jean-Pied-de-Port, 64 km

En daar zit ik dan, helemaal alleen...

Een paar dagen geleden heb ik afscheid genomen van mijn vader. Hij bracht me 's ochtends naar de trein, maar kon me helaas niet helpen bij het inladen van mijn fiets. Het was nog behoorlijk ingewikkeld, want mijn fiets had een plekje gekregen in waggon 3, in rek 6 en ik moest via gang 1, naar waggon 4 waar ik mijn stoel, nummer 64 zou aantreffen. Je begrijpt, dit bracht al een gigantische dosis stress met zich mee. Ik had gehoopt dat mijn vader me had kunnen helpen, maar aangezien hij geen treinreiziger was, moest hij aan het begin van het perron, tussen de conducteurs die de kaartjes controleerden, blijven staan. Het zag er zo zielig uit: Een iets te magere, grijs behaarde, landloper die tussen al die kleine Fransen uittoornde...En ik liep steeds verder weg, terwijl ik me realiseerde, dat na bijna zes weken onze wegen scheidden en er een eind kwam aan onze, toch wel heel bijzondere, reis samen.

De treinreis was toch ook geen pretje. Mijn eerste trein had vertraging, waardoor ik mijn volgende aansluiting in Bordeaux miste en twee uur moest wachten op de volgende trein. Ook vond ik het wel erg spannend om mezelf, mijn fiets en al mijn tassen op tijd de trein uit te krijgen. Gelukkig was het waar wat mijn vader had voorspeld en was menig man bereid om mij te helpen. Misschien een grappig detail: terwijl een iets te knappe vijftiger me aan het helpen was om mijn fiets de trein uit te tillen, bleef mijn jurkje aan de handgreep van de treindeur hangen, wat wel voor een erg filmisch, genant moment zorgde!

Doordat ik twee uur later dan verwacht in Biarritz aankwam, werd het al snel donker. Helaas zat de ene na de andere camping waar ik aanklopte, stampvol en was ik nergens welkom. Na een campingkje of acht werd ik toch wel erg wanhopig. Ik voelde me opeens wel heel alleen, zo in het donker, zonder licht en zonder slaapplaatsje. Gelukkig zagen twee mensen, Iris en Xander uit Lelystad, me bij de ingang van camping nummer negen staan. Ze hadden zoveel medelijden, dat ze me een plekje aanboden op hun eigen stukje gras. Ik was zooo ontzettend blij! En heb eigenlijk een geweldige nacht gehad... Het klikte. Iris bleek een stoere politieagente in Amsterdam te zijn, die zelf vaak ook alleen op reis gaat en Xander, een erg kleine man, grafisch ontwerper en tevens wielrenfanaat bleek een schatje te zijn.

Na een gezellige kop koffie de ochtend erna, ben ik vertrokken richting Saint-Jean-de-Luz, waar mijn eigen vent net was aangekomen.Op een steek van een of andere zeeplant, die een brandende rood/paarse bult ter grootte van mijn beide handen (en dat zijn gigantische kolenschoppen) op mijn linker heup aanrichtte en er tot op de dag van vandaag (drie dagen verder) nog steeds zit, hebben we vier heerlijke dagen samen gehad.
Zo zijn we naar San Sebastian gegaan, waar een piratenfestival bleek te zijn, hebben we door de Pyreneeën gefietst, zijn we meerdere keren naar het strand met aangrenzende louncheclub gegaan en hebben we een Baskisch festival bijgewoond. Maar het was vooral erg fijn om elkaar weer eens te zien, na ruim twee maanden gescheiden geleefd te hebben...

Vanochtend was echter dat gevreesde moment. Het afscheid. Ik werd extreem emotioneel (zoals jullie van me gewend zijn...) en had opeens geen enkele behoefte meer om alleen verder te gaan. We hebben zelfs mijn begrafenis-/crematienummers besproken, omdat ik opeens niet meer zo zeker was van een veilige terugkomst. Maar ja... Wat moet gebeuren, gebeurt. De bus kwam de hoek omrijden, nog een laatste knuffel en weg, mijn schatje.
Ik was alleen.

Gelukkig stopte ik gelijk met huilen en voelde ik zelfs een soort van euforisch gevoel. Dit is toch hetgeen, wat ik al jaren wil? Leven met een uitroepteken en zelfstandig het avontuur tegemoet... Ik ben op mijn fietst gestapt en reed binnen no-time naar Saint-Jean-Pied-de-Port. Dit is de startplek voor de meeste pelgrims en tegelijkertijd de plek waar je het 'makkelijkst' de Pyreneeën over kunt steken. Dat ga ik morgen doen...

Wish me luck!

woensdag 7 augustus 2013

Doel bereikt, maar waar is de laatste camping?

dag 37 Sausset les Pins naar Marseille (45 km)
Nog enkele klimmen te gaan. We gaan daarom vanmorgen maar eens heel slow starten. Ik werk mijn
blog bij, Nina rommelt wat rond de tent en gezamenlijk gaan we uitgebreid het zwembad met een
bezoek vereren. Uit de luidspreker weerklinken alle zomerhitjes die Nina de hele reis over haar
koptelefoontje heeft gehoord; ik hoor ze voor het eerst maar heb er niet veel aan gemist zo te horen. Het wates is heerlijk en het is helemaal niet druk in het bad; een heerlijk uurtje dus.
Dan gaan we toch maar beginnen aan het laatste stuk. We gaan meteen de hoogte in; zeker een half uur aan één stuk, maar het percentage is te doen.
Dat verandert in het tweede uur. We moeten dezelfde bergrug weer op die we gisteren afgeraaslid. Maar na een zware laatse klim gaan we heel plotseling stevig dalen; gelukkig meldt zich niet zoals gisteren
opnieuw een helling; nee, deze keer blijft de weg maar dalen en dalen, dan duiken we een donkere
tunnel in, het griezeligste dat een fietser kan tegenkomen. Stel dat je in het stikkedonker valt!
Maar we komen er weer heelhuis uit; we zien de zee onmiddellijk voor ons en voor dat we er
erg in hebben passeren we het bord Marseille. Ik ben nog te veel in vaart om een foto te kunnen
maken. Nina, die voor me rijdt, heeft het bord niet eens gezien.
Dan draaien we een rotshelling voorbij en ligt daar ineens in volle glorie over de hele baai
van kilometers de metropool van Marseille. We zijn er! Snel het thuisfront gebeld en felicitaties in ontvangst genomen.
Maar naar het centrum van die stad rijden blijkt nog "a hell of a job". We dreigen weer op een
autosnelweg terecht te komen, dus we kiezen voor een paralelweg, maar die blijkt stijl de
hoogte in te gaan en met een brede bocht de andere kant uit. We hebben geen idee meer waar we
zitten maar rijden maar op goed geluk verder en weer naar beneden. Na een half uurtje verschijnen
toch weer de bordjes "centre ville" en "vieux port"; mijn orientatievermogen heeft me toch
weer niet in de steek gelaten!
Het eerste wat we nu te doen hebben is het station opzoeken.
dat is zo gefixt als ik ergens in een kiosk een gratis plattegrondje heb bemachtigd. Het plannen
van de treinreis van Nina naar Biarritz is in vijf minuten gepiept. Het wordt vrijdag en gaat
via Bordeaux. Mijn boeking naar Nederland heeft meer voeten in de aarde, maar na een half uur
en veel geregel achter de schermen kan ik toch in één keer naar Luxemburg en dan hink stap
springend naar Brussel en Antwerpen. Naar huis moet ik dan van uit Antwerpen zelf maar regelen.

Vanuit de oude haven heb een tweetal routes gevonden naar campings, maar ter plekke aangekomen
blijken die campings helemaal niet te bestaan. Blijkbaar helemaal de verkeerde zoekwoorden ingetikt
in Google vanochtend. Het is inmiddels stikdonker en we weten het even niet meer.
dan klampen ons twee jongens op een brommer aan die duidelijk geïnteresseerd zijn in Nina. Na
wat heen en weer geklets besluiten ze ons voor  te rijden naar een goedkoop hotel
we racen met hernieuwde energie achter het tweetal aan en vinden inderdaad een goedkoop hotel.
De jongens willen geen fooi maar wel het e mail adres van Nina. Ik weet niet hoe ze het regelt
als ik binnen de administratie afwerk, maar weer buiten gekomen moeten we door voorbijgangers
een paar keer met zijn vieren op de foto gezet worden.
voor die jongens blijkt dit een gedenkwaardige gebeurtenis. Een fooi wordt beslist geweigerd. Benieuwd of ze morgen weer voor de deur staan.





dinsdag 6 augustus 2013

Het venijn zit in de staart

dag 34 Avignon, rustdageee
Avignon was de verblijfplaats van de pausen uit de 13e en 14e eeuw. Achtereenvolgende pausen
bouwden het paleis van de eerste paus alsmaar uit. Het resultaat is tot op de dag van vandaag
in perfecte staat te bewonderen. Maar we hebben ons beperkt tot de buitenkant. Een entreeprijs
van 25 euri per persoon vonden we wat al te gortig. In de hoger gelegen pauselijke tuin krijgen
we een prachtig beeld van de Rhone met op de achtergrond de Mont Ventoux. Alsof het zo bedoeld
was ligt de heuvel precies op de goede plek. Die pausen wisten wel waar ze het zoeken moesten.
Op het plein voor de kerk naast het paleis zagen we Japanners minitieus het hele plein schoon
vegen. Waar waren die nou toch mee bezig: steentjes meenemen als souvenir naar Tokio? Maar als
een Japans gezelschap op balletschoenen gaat dansen wordt het duidelijk, die tere voetjes kunnen
geen steentjes verdragen. Met honderden anderen zien we een aardige show op onmiskenbaar
Japanse klanken. In de stad bezoeken  we alle kerken die open zijn, en dat zijn er in dit pausendom
heel wat. Nina verzamelt weer een stempel in haar Pelegrinoboekje op weg naaar Santiago.
's avonds willen we eigenlijk opnieuw naar de stad maar een gitaarspeler op het terras van de
camping  weet onze aandacht vast te houden. Het strijdlied van Che Guevarra, dat klinkt goed
onder de oude plataan in de zwoele zuidfranse avond! Madar laat in de avond gaan we toch nog
even een kijkje nemen op het spookachtig verlichte pausenplein.
terwijl elders gebouwen vaak mooi uitgelicht worden zetten ze er hier gewoon één voetbalstadionlamp
er op. Vreemd voor een Unesco monument.

dag 35 Avignon - Arles (41 km)
Door de wat saaie Rhone vlakte met een landschap dat af en toe doet denken aan een schilderij
van van gogh met al die die cypressen tussen de loofbomena komen we in Arles. Meteen maar aan
op het Colosseum dat sinds ik het een jaar of 20 geleden zag er zeer clean uit ziet; een beetje
te netjes gerestaureerd vind ik. Je mag de leeftijd van gebouwen er best aan af zien.
's avonds raken we in een echte volkswijk verzeild, waar de bewoners er erg Spaans uit zien.
We wonen een openluchtconcert bij van enkele flamenco gitaristen; een voorproefje van wat
Nina de komende weken, als ze op weg gaat naar Santiago, te wachten staat.

dag 36 Arles - Sausset sur Plage (102 km)
Een record aantal kilometers; eerst op een eindeloze weg door het oostelijke deel van de Camargue,
het lijkt, op de rijstvelden en de groepjes stiertjes na net op een Nederlandse landschap.
de wind steekt op en het wordt weer heter en heter.
Vervolgens gaat de weg langs de havens van Marseille, kilometers en kilometers langs wegen met
voortrazende vrachtwagens. We moeten gedeeltes over snelwegen omdat er geen andere wegen zijn.
Bepaald geean pretje, vooral niet als op sommige bruggen of uitvalwegen de vluchtstrook onturbreekt.
Levensgevaarlijk eigenlijk, maar dat krijg je als je een gedeelte fietst zonder reisgids.
In Fos sur Mer staan we dan ineens met onze fiets aan het strand. We hebben de  peperkoek die
Frankrijk heet doorgesneden! Maar we zijn nog lang niet in Marseille. Na Martiques gaat het de
laatst 20 km van vandaag naar Sausset enorm de hoogte in. We moeten achter elkaar 3 cols over
voordat we in Sausset zijn. Daar plonzen we rond een uur of acht in de avond eindelijk de lauwe
Middellandse Zee in. Morgen nog ruim 30 hele zware kilomters. Als ik dit van te voren had geweten
had ik misschien toch liever Sainte Marie de la Mer als laatste etappeplaats gekozen!

zaterdag 3 augustus 2013

Kleine ongemakken stapelen zich op

dag32 Pont de Barret - Orange. (95 km)
De laatste beklimming, die geen naam heeft  en naar geen enkele col leidt, is wat mij betreft
de allerzwaarste. 7 km achter elkaar 5 procent, lijkt na 5 kilometer (en nog 2 te gaaN) 8
procent. Nina komt minuten later boven maar blijft maar peddelen, de muziek in haar headphone
helpt haar enorm zegt ze. Ik, die altijd zonder rij, neem het aan. Vanaf de top bij Aleyrac
begint de afdaling en kunnen we genieten van een enorm uitzicht in het zinderende Rhonedal
met op de hoger gelegen stukken de keuriger rijtjes lavendel en in de lagere dalen de eindeloze
wijngaarden van de Côtes du Rhone. Weer valt mij op hoe  typisch wijngaarden ruiken: naar
verse sperzieboonjes! Ik rij achter een boerenkar die net lavendelstruikjes heeft geoogst;
nimmer trof ik een boerenkar die zo lekker rook! In de verte zien we constant die Mont
Ventoux liggen met zijn wit gele top. Is er een berg denkbaar die meer ontzag inboezemt?

de hele dag blijft die berg ons van verre aanstaren. Wat er ook verandert in het landschap,
de Mont Ventoux is er altijd.

de tocht naar Orange is verder vlak en zelfs een milde zuidelijke wind tegen weerhoudt ons
er niet van behoorlijk tempo te maken. Rond een uur of acht rollen we Orange binnen. Maar hoe
we ook zoeken, de camping vinden we niet. Eindeloos gededuceer en gereduceer leidt tot de
conclusie dat de camping van Orange precies ligt op de plek waar een nieuwe weg wordt
aangelegd. Een voorbijfietsend jongetje bevestigt onze conclusie. in het centrum, alwaar we
pizza eten om Nina;s eerste vreetbuien vrije maand te vieren, weet men ons te vertellen dat
er 6 km buiten Orange een camping is. In het pikkedonker rijden we er naar toe, gelukkig
heeft mijn fiets een uitstekend voor- en acherlicht.
Maar de weg terugvinden in een wildvreemde stad in het donker naar een weggetje naar een nabij gelegen dorpje lukt ons niet.
Totdat Nien ergens ineens een plek herkent. Dankzij deze geniale ingeving hebben we ineens
houvast en vinden we onze terugweg.In het donker zoeken naar camping, hoe
klein het plaatsje ook, blijkt eveneens geen sinecure. Gelukkig zijn er nog wat locals op straat, die
wijzen ons de weg. Op de camping breekt in het donker opnieuw een stok van de tent vn Nina.
Hij kan die avond niet anders worden opgebouwd dan als een soort wigwam.
Een noodverbandje rondom het afgebroken gedeelte zorgt er voor dat het tentdoek niet scheurt,
een tweede geniale inval van Nina, ondertussen houdt mijn horloge er ook mee op. Hoeveel
kleine ongemakken kan een mens verdragen?

dag 33 Orange - Avignon (36 km)

de historische steden reigen zich nu aan elkaar. We nemen uitgebreid de tijd om Orange in te
gaan (Romeinse poort, Kerk (weer een stempel die Nina van meneer pastoor hoogst persoonlijk
uitgereikt krijgt), amphitheater (het op 2 na grootste van de hele wereld!). Alles natuurlijk
weer in een verzengende hitte; aan het eind van de dag laat een pharmacie-kruis ons weten dat
het vandaag 41 graden was. Een deel van  de middag besteden we aan een bezoek aan een commercieel
centrum ver buiten de stad. We bezoeken een supermarkt met de omvang van een vliegtuigloods;
zo groot zagen we er nog nooit een en vervolgens gaan we op zoek naar nieuwe tentstokken voor
de tent van Nina (na een hoop geruzie vinden we een set tentstokken waarmee we het maar zullen
proberen) en foam oomhulsel voor Nina's vlinderstuur. Van een vlinderstuur hebben Fransen nog
nooit gehoord, laat staan van een foam omhulsel daarvoor. "N'existe pas!"helpt een bediende
van Decathlon,Frankrijk's grootste sportzaak, ons uit de droom. Ze zal dus met de flarden foam
die ze nu nog aan haar Red Bullfiets heeft hangen, moeten blijven rijden.
We rijden een andere weg naar Avignon dan het gidsje aangeeft. Dat hebben we geweten. Terwijl
ons was beloofd dat we niet meer zouden klimmen, moeten we dat op deze route, die ons langs
Chateauneuf du Pape leidt, wel degelijk een aantal keer. Maar het uitzicht dat we van hieruit
op de nog immer aanwezige Mont Ventoux krijgen maakt veel goed. Het gezigzag van de circaden in
de bomen is soms oorverdovend. Dat die Fransen daar niet horendol van worden! Chateauneuf zelf is een mooi
plaatsje vol Nederlandse kakkers met een glas in hun hand. Ik proef voor de vorm zelf ook maar
even een "pape" van 2010 en trek meteen een vies gezicht om te voorkomen dat me een dure fles
wordt aangesmeerd.
In de vroeg avond bereiken we het drukke Avignon en rijden in ahet strijklicht onder de beroemde
Pont d'Avignon door. Pal  aan de overkant van de historische stad ligt de camping van waaruit
we een onvergetelijk zicht op de historische binnenstad en de Pont hebben. We zien nu pas dat die beroemde Pont
halverwege op houdt. Vandaar dat men er op kan dansen natuurlijk!



donderdag 1 augustus 2013

Toeval bestaat wel en een telefoon kan niet tegen een natuurlijk bubbelbad

dag 30 Hauterives - Crest (83 km)

Toeval bestaat niet. Of toch? Op deze fantastische dag door het Rhonedal met aan beide zijden
een bergmassief; rechts de Cevennen, links de Vercors, daartussen een heuvellandschap in de
felste kleuren groen en geel met duizenden zonnebloemen, allemaal met hun gezicht gericht
naar de zon, komen we op een gegeven moment een fietsend stel achterop. Ze klimmen sneller
dan wij maar dalen wat langzamer. En omdat er vandaag meer gedaald wordt halen we ze in.
een praatje is snel gemaakt, Het zijn natuurlijk Nederlanders, zoals alle fietsers op deze
route. En ze komen uit Middelburg! Maar dan komt het: ze wonen in de Korte Noordstraat!
100 meter vandaan van het huis waar ik met wilma en de kinderen heb gewoond! Ze zijn daaar
pas 4 jaar geleden komen wonen, dus niet zo raar dat wij ze niet kennen.
wat kan de wereld klein zijn. Maar even snel uitgerekend is de kans dat iemand uit die
straat ook in Frankrijk gaat fietsen op hetzelfde moment als wij een op de 1 miljard. En
toch gebeurt het! We trekken de rest van de dag samen op.
Samen rijden we een omweg naar Crest, waarbij we enkele steile hellingen ontwijken. Met de
wind stevig in de rug en vooral veel dalingen gaan we razendsnel op Crest aan. Ik vraag me
alsmaar af waar ik die naam toch van ken. 'savonds belt Hanneke me op: dat is de plaats
waar we acht jaar geleden op onze eerste reis op een kasteel hoog boven de stad door een
amerikaan op de foto gezet zijn; onze eerste vakantiefoto waarop we samen staan. Ineens
weet ik het weer! wToeval bestaat niet, maar vandaag wel zeker. In Crest komt al het toeval
bijeen.
De mannelijke  helft van het Middelburgse stel is sportinstructeur of zoiets
en zij zit in het onderwijs in Middelburg en dus een collega van mijn ex. Ze kent haar wel.Hij blijkt zich
gespecialiseerd te hebben in bewegingsleer voor mensen met voedingsproblemen. Nina en hij
raken al snel verwikkeld in een gesprek dat alleen door (ervarings) deskundigen gevoerd
kan worden. Toeval bestaat niet maar vandaag toevallig wel!

dag 31 crest - Pont de Barron (28 km)
Het is weer eens tijd voor een wasje; dus dat betekent enkele uren was dr
ogen. Dat geeft gelegenheid om Crest nader te ontdekken; vooral het donjon (het hoogste van
Frankrijk, waar ik 8 jaar geleden tijdens mijn eerste vakantie met Hanneke al eens stond,
trekt. Een zweterige klauterpartij over de keitjes brengt ons naar het imposante vierkante
bouwwerk dat in de loop van eeuwen rond de aanvankelijke slanke toren is gedrapeerd. Ik her-
ken alles nog van 8 jaar geleden.Als ik onze vele mailtjes van de afgelopen weken voor de
geest haal stel ik vast dat er tussen ons in al die 8 jaren niks veranderd is; een fijne
constatering. Omdat de steilste klim onmiddellijk na Crest begint, besluiten we de rest
van de middag aan de Drôme te blijven staan; de klim doen we pas vroeg in de avond. Ik
ga languit tussen de keien in het stromende water liggen; een mooier bubbelbad kun je niet
bedenken. Zo lig ik zeker een kwartier in het heldere, koele,stromende water. Pas bij terug
keer naar mijn handdoek ontdek ik dat ik mijn telefoontje al die tijd in mijn broekzak van
mijn zwembroek had zitten! Een intensieve droogactie in de felle zon mag niet meer baten;
het ding is zo dood als een pier.
De klim laat in de namiddag is zo zwaar als hij er op papier uit zag. Gelukkig zijn de
schaduwen inmiddels lang. Op de top begroet ik Nina in de stilte met luid applaus; ze is
definitief voor de klimsport geslaagd! Dat gaan we vieren op het eerstvolgende terras in
Saou; op het mooiste pleintje van het land, helemaal onder de platanen. Maar dan volgt een
typisch Nina tafereeltje; als ze de prijskaart ziet begint ze zeer bedenkelijk te kijkeni (
we ezijn inmiddels aan het gezamenlijke vakantiebudget begonnen).We besluiten weer te
vertrekken; een verontwaardigde ober, die inmiddels gedekt had, verontwaardigd achter latend. Het wordt
dus toch weer een voedzame maaltijd bij de alimentatie. We rijden door tot de stille camping
die Hanneke genoemd als die waar haar zus, Verie, altijd naar toe ging; in Pont de Barret.
w