Totaal aantal pageviews

zaterdag 28 november 2015

De blauwe envelop valt niet meer op de mat maar zweeft op een onbereikbare plek

De belastingdienst vindt het nu tijd om haar brieven te gaan digitaliseren. Voortaan geen blauwe evenloppen meer in de bus maar nu via een kleurloos e-mailtje in de berichtenbox van www.mijnoverheid. Ho, ho ho.  Heeft iedereen dan inmiddels een computer? Nee, vooral niet de mensen die ik op het spreekuur tegenkom, mensen die een huurtoeslag of een zorgtoeslag krijgen of daarvan een deel weer moeten terug betalen; altijd mensen met een zeer laag inkomen. Ook de correspondentie daarover verdwijnt in de virtuele ruimte. Leg dat maar eens uit aan een 66-jarige Marokkaan of Somalieër. Ook al wonen die al 30 of 15 jaar in Nederland. Stel dat ik iemand voorhou dat hij of zij voortaan maar naar de wijkbibliotheek moet om daar achter een PC te kruipen, hoe onthoudt hij of zij dan dat hij of zij naar www.mijnoverheid moet. En dat hij of zij dan door moet klikken (eerst uitleggen hoe dat moet, "klikken") naar "mijnoverheid". "Mijnoverheid"? Dat klinkt in de oren van een niet-Nederlander volgens mij als "Przewalskipaard". Als je dan toch vindt dat iedereen volledig moet inburgeren; had 'mijnoverheid' dan niet beter 'mijnland' kunnen heten? Daar kan een allochtoon zich nog íets bij voorstellen. Maar goed. We zijn aangekomen bij 'mijnoverheid'. Daar kan iemand alleen maar inloggen met de Digid inlogcode. Voor veel mensen heb ik zo'n inlogcode aangevraagd. Met als gevolg dat ze het papiertje met daarop de gebruikersnaam en wachtwoord binnen de kortste keren kwijt zijn. Want wie bewaart er nou voor eeuwig zo'n papiertje in zijn portemonnee? "Ja, maar ze moeten het gewoon onthouden", hoor ik je al zeggen. Maar hoeveel autochtone Nederlanders weten hun password van minimaal 9 tekens met minimaal één hoofdletter en minimaal één leesteken ook niet meer na verloop van tijd, tenzij ze het in hun laptop hebben opgeslagen? Enfin, stel dat iemand dat allemaal toch onthoudt en dat het inloggen lukt. Dan is het op de site vervolgens een zoekplaatje om bij de 'berichtenbox' te komen. Dat is een raar woord voor brievenbus. En als men daar dan aankomt treft men de voor hem of haar bestemde post. Vaak ook weer verstopt onder een tekentje dat ook weer opengeklikt moet worden. Zelf al eens gedaan? Probeer het maar eens en besef dan wat een onbegonnen werk het is om dit aan een allochtoon in Delfshaven, niet in het bezet van een PC, uit te leggen. Ik kan het natuurlijk ook allemaal opschrijven. Daarvoor kan ik het best verwijzen naar dit bericht op deze blog. Ook onbegonnen werk.

dinsdag 24 november 2015

Van Thailand terug naar Nederland, van rijkdom naar onverwachte armoe

Hij had een zwaar leven gehad. Vader was gehandicapt. Zijn ouders hadden altijd van de steun getrokken. "Mijn jeugd was geen pretje meneer". Zelf had hij naast een vaste baan altijd  in het schnabbelcircuit gezeten. Als zanger van het Engelse repertoire. Na zijn pensionering had hij voor het goede leven gekozen en was hij met zijn AOW en pensioentje naar Thailand verhuisd. Daar kwam hij een Thaise vrouw tegen die als achtergrondzangeres mee ging doen. Want ook in Thailand vond hij genoeg werk op feestjes en partijen. De laatste jaren kwam de klad er in. De achtergrondzangeres, die inmiddels zijn vriendin geworden was, bleef ondanks haar 50 levensjaren nog steeds even mooi, maar ze wilden liever Filippijnse jonge meiden van 18,. "Daar valt niet tegen op te vechten meneer". En dus besloot hij maar terug te gaan naar Nederland, zijn vriendin en haar zoon gingen mee. En daar ging het fout. Zijn AOW werd ineens teruggebracht naar die van een samenwonende, 70 %. En omdat zijn vriendin nooit in Nederland had gewoond kreeg hij geen toeslag en zij helemaal niks. Het ABP beschouwde hem ook ineens als samenwonend en kwam met een nieuwe,veel ongunstiger berekening. En natuurlijk moest hij over zijn ABP pensioen in Nederland ineens belasting gaan betalen. In Thailand had hij zijn pensioen zonder belasting ontvangen. Van de ene op de andere dag zat hij en zijn gezin in grote armoe. Ik kon hem niet helpen. "De regelgeving is er tegenwoordig op gericht om het naar Nederland halen van partners en hun gezinsleden te ontmoedigen". Berustend legde hij zijn haden op tafel. "Dan ga ik maar terug naar Thailand. Ik vind het erg voor mijn kinderen en kleinkinderen, maar het ergste nog voor de zoon van mijn vriendin. Die is hier al helemaal thuis en moet mee terug". De kilte van een steeds hardvochtiger wordende sociale wetgeving.

donderdag 19 november 2015

Een zeeman moet om centjes naar het fonds voor de drukkers!

Voor me ligt een beduimeld monsterboekje. Nog nooit gezien. Nieuwsgierig begin ik erin te bladeren. Gezondheidsverklaringen, aanmonsteringen met data en stempels. en een lijst met dienstverbanden, die slechts één aantekening bevat, "NV VNS", van april 1964 tot augustus 1970. Voor me zit een Kaapverdische vrouw waarvan de echtgenoot 4 maanden geleden overleden is. Ze krijgt naast haar AOW een klein pensioentje van het ABP. Een telefoontje naar Heerlen leert dat behalve een dienstverband bij het ziekenhuis in Rotterdam, waar de man vanaf 1974 heeft gewerkt, verder niets geregistreerd staat. Dus moeten we op zoek naar de NV VNS. De vrouw heeft geen idee waar die afkorting voor staat. "Hij heeft gevaren", is het enige dat ze weet. Maar voor wie? Dan openbaren zich de zegeningen van het internet. Ik klop op goed geluk maar eens NV VNS in. En ziet: daar verschijnt: Vereenigde Nederlandse Scheepvaartmaatschappij. Op Wikipedia vind ik vervolgens van alles. Dat de NV VNS in 1970 is gefuseerd met een aantal andere reders tot de Nederlandse Scheepvaart Unie die op haar beurt in 1977 wordt omgedoopt tot Nedlloyd. Zo word je een deskundige in de Nederlandse maritieme geschiedenis. Dat wordt dus bellen met het pensioenfonds van Nedlloyd. Als ik daarmee bel blijkt net een paar maanden tevoren dit pensioenfonds te zijn overgeheveld naar het Pensioenfonds voor de Grafisch sector! Wat een merkwaardige overgang: zeelieden die voor hun pensioentje terecht moeten bij het fonds voor de drukkers! Maar goed. Een telefoonnummer daarvan is gauw gevonden. Helaas kom ik niet te weten of de Kaapverdiaan daar ergens te boek staat. Ze kunnen weer eens niet bij de bestanden, iets wat zeer vaak voorkomt in dit digitale tijdperk. Ze hebben het wel maar kunnen er niet bij. Maar: mevrouw zal later vandaag worden teruggebeld. Ik heb toch het idee een gedeelte van het verloren gegane verleden van de overledene boven water te hebben gekregen. Wellicht gloort aan de einder een extra pensioentje voor deze mevrouw.  Dat zou een mooi resultaat van deze regenachtige ochtend zijn.

woensdag 18 november 2015

Kas of Kaas?

Een zeer donkere man neemt tegenover mij plaats. Hij vouwt een rommelig papier open. Curriculum Vitae staat daar op. De man spreekt nauwelijks Nederlands maar is toch door 'instanties' op mij afgestuurd om een CV te maken. Een Curriculum Vitae! Kan er geen titel bedacht worden die iemand uit Sierra Leone enigszins kan plaatsen? "Het verhaal van je leven" noem ik het dus maar. Hij knikt. Ik begin met de vraag waar hij geboren is en wanneer. Je moet een CV vanaf de basis opbouwen, nietwaar. Gelukkig vouwt hij dan een tweede papier open. CV van.... en dan volgt zijn Afrikaanse naam. Met geboorteland, Sierra Leone waar hij 'basisonderwijs heeft gevolgd en afgemaakt', zo lees ik. Hij heeft een cursus: "reiniging openbare straat' gevolgd bij de Roteb. En gewerkt bij Markt 010, wat dan dan ook zijn moge. Duidelijk allemaal niet door hemzelf opgesteld. "Wat moet er eigenlijk nog gedaan worden?" vraag ik. "CV niet goed", zegt de man. "Moet anders". Ja, maar hoe anders. "Hoe lang ben je al in Nederland", "Twaalf jaar". Heb je dan alleen in 2013-2014 bij Martk010 gewerkt?" "Nee, ook bij Olympia". "Wat is dat, Olympia", "Kas", zegt de man. "Ah, je hebt in de kassen gewerkt?"."Nee, Kas". Ik begrijp hem niet. "Kassa?". ""Nee kas, om te eten". "Tomaten, komkommers?". "Non, fromage". "Ah, kaas!". "Ja, kaas ja". Ik schrijf op, 'gewerkt bij Olympia, in de kaasproductie", "Kaas inpakken, ja". Juist, kaas inpakken. Ik voeg het toe op het CV. 6 maanden gewerkt in de kaasproductie bij Olympia. En ook nog daarna weer bij Markt 010 gewerkt.  "Wat is dat eigenlijk?""Bloemen inpakken in kas". "In de kas?" Dus toch ook "kas" in de CV. Tsja, probeer iemand uit Sierra Leone maar eens uit te leggen dat je eerst in de kas hebt kunnen werken en daarna in de kaas en daarna weer opnieuw in de kas. Rare jongens toch, die Hollanders, alle woorden lijken op elkaar, ik zie het onze man uit Sierra Leone denken. "Je bent daar toch geen kaaskop geworden hè?" vraag ik hem. Hij schatert van het lachen. Spreekt en begrijpt toch meer Nederlands dan ik aanvankelijk dacht.

dinsdag 10 november 2015

Hannema on stage!

Alsof ik op examen moet. Zo voelt het gesprek dat ik vanmorgen in het fameuze etablissement "Westerpaviljoen" ga voeren met theatermaker Paul Röttger, oud directeur van het Rotterdams Centrum voor Theater. Dat we ons echt in het hart van de Rotterdamse scene bevinden wordt duidelijk als ene Hans Kombrink even de hand van Paul en mij komt schudden. Hoe zal Paul reageren op mijn poging om het hele boek over Hannema in één toneelstuk te proppen. 'Eenheid van tijd, plaats en handeling' was een zin die alsmaar door mijn hoofd spookte bij het terugschrijven van de 250 pagina's naar een handzaam theaterformaat. Of dat werkelijk gelukt is? Ik geloof het niet. Ik had toch verschillende scenes uit uiteenlopend tijdvakken nodig om de meest saillante punten bij de kop te pakken. Paul zegt dat ik typisch zo'n schrijver ben die alles uit zijn boek in de teksten wil verwerken. Te veel van het goede dus. En daar waar de toeschouwer actuele conflicten wil zien  tussen de protagonisten blijf ik te veel steken in het verwijzingen naar conflicten die in het verleden hebben plaats gevonden. Te veel verhalend, te weinig actie op de bühne. Terwijl de moed in mijn schoenen begint te zakken veert Paul op. "Maar ik vind het geweldig verhaal dat bol staat van spanningen en conflicten. Wie in Rotterdam kent het verhaal van de titanenstrijd tussen Nederlands Monumentman nr. 1: Jan Gerrit van Gelder en Nederlands Museumdirecteur nr 1: Hannema? Niemand,  En wie weet van de strijd die de grootste havenbaronnen, Daniel George van Beuningen van de Steenkolen Handelsvereeniging en Willem van der Vorm van de Scheepvaart- en Steenkolenmaatschapij en Holland Amerika Lijn met elkaar voerden? Vrijwel niemand. Als het tot een vertolking komt wil ik er zelf in meespelen!", zegt Paul. Wow. Mooier kan niet. Paul gaat een ervaren dramaturg zoeken die het stuk naar een werkzame vorm moet gaan omwerken. En dan maar eens kijken of er een productie omheen opgezet kan worden. Kortom, wordt vervolgd!