Totaal aantal pageviews

zondag 10 juli 2022

Op Eros terug naar Edinburgh

Dag13 Pitlochry - Edinburgh 85 km


Ik dacht aan de laatste fietsdag een makkie te hebben. Mis! Het zuidelijke deel van de highlands heeft nog wat verrassingen in petto, ik moet enkele heuvelruggen over die letterlijk haaks op de route staan. Geen flauwekul met een paar haarspeldbochten of zo, maar gewoon tegen de heuvel recht omhoog met stijgingspercentages die volgens mij tegen de 20 % aanschommelen. Mijn E-Ros (zoals iemand met e-bike onlangs betitelde) heeft er weinig moeite mee, de baas er bovenop iets meer,. Als ik naar verhouding tussen aantal verreden kilometers en percentage verbruikte energie in mijn batterij kijk, blijkt dit de zwaarste etappe, ik zit bijna op een verhouding van 1 : 1, 1% energie is 1 kilometer gereden. Dat was bij geen enkele etappe eerder het geval geweest. Alleen dan die etappe langs de noordkust met de wind op kop naar Banf, die ging nog zwaarder, daar moest ik halverwege echt bijtanken.

Het landschap is dus zwaar maar mooi. Die bergen die je hier op de foto ziet, moest ik dus even later echt over! 


Dan komt Edinburgh toch weer dichtbij. Het is even zoeken om de weg naar de tweede verkeersbrug over de Forth (de zeemonding bij Edinburgh) te vinden, de eerste brug is alleen bestemd voor snelverkeer. Verwarrend is dat de brug Seeferrie heet en dat de weg ernaartoe aangegeven wordt met borden waarop een schip met auto's erop staat weergegeven. De naam Seeferrie is echter gegeven aan de nieuwste brug, nikste ferrie"en dus, gewoon doorrijden over de enorme hangbrug, volgens beschrijvingen de langste hangbrug van Europa.

Ik breng de nacht door een in een enorm splinternieuw hostel waar in de onderste verdieping een gigantische pub zit. Als ik met een biertje eindelijk gezeten ben spreekt een man me aan, blijkt een Canadees, die net als ik in zijn eentje op stap is. Samen besluiten we opnieuw naar The Royal Oak te gaan, die toevalligerwijs bijna om de hoek ligt. Daar is er wederom geweldige live muziek te besluisteren, terwijl we stevig Schotse bieren innemen (McEwan 60, pikzwart bier). Het werd nog laat en gezellig. 

vrijdag 8 juli 2022

Het einde nadert

 Dag 13: Pitlochry - Perth 65 km


Aan het eind van mijn fietsvakantie begint de luiheid toe te slaan. Ik start een uurtje later, ben in het hostel de allerlaatste die nog een ontbijtje neemt, na mij komt er nl. niemand meer om een boterham met pindakaas en chocopasta te besmeren, meer smaken hebben ze niet. Ja, je kuntwel een bordje melk met cornflakes nemen, maar dat doet mij zo aan mij jeugd denken, dat hoef ik niet meer. Ik klim weer op mijn fiets en vergeet prompt om een doosje paracetamol te kopen, waardoor mijn schouderpijn wat verlicht zou kunnen worden, althans dat zegt H. tegen mij door de telefoon. Maar ik denk er telkens niet aan om even langs de pharmacie te gaan. De tocht gaat duidelijk de highlands uit, het is alsmaar afdalen met af en toe een nijdig klimmetje ertussen. De bergen/heuvels aan de beide zijden verdwijnen. Over blijft een variant op het Limburgse land, veel door bomen overschaduwde wegen met vlak bij Perth een fraai fietspad langs de Tay, de rivier de mij tot in het stadscentrum brengt. Dat stelt trouwens niks voor. Grote, wat groezelige straten met een Amerikaanse stadpatroon (haaks op elkaar staande straten) met nergens een echt centrum. Geen enkel fraai gebouw, met uitzondering van een statig gebouw daat de grootste kroeg van de stad bevat, daar ga ik vanavond eten en een biertje drinken. Mijn hotel ligt in een buitenwijk en is net zo fantasieloos als de stad. In het hotel probeer ik on line mijn treintocht vanuit Edinburg naar Newcastle voor mijn fiets te regelen. Wat ik ook google en doe, het lukt me niet. Als ik dan maar besluit eerst een treinkaartje te kopen geeft de betrokken treinmaatschappij naderhand aan dat fietsen wegens plaatsgebrek niet mee kunnen. Dat wordt een dagje doorbrengen op het station in Edinburgh om een en ander weer recht te breien. Daar trek ik de zondag voor uit. Morgen de laatste rit naar Edinburgh

donderdag 7 juli 2022

Dan ben je eens een galante ridder, wordt het nog normaal gevonden ook!

 Dag 12 Kingussie - Pitlochry 85 km


Een staalblauwe hemel vanmorgen, als ik vanuit mijn pension naar buiten kijk. Onschotse felle kleuren, gras groener dan groen, heide paarser dan paars, de brem geler dan geel, de margrieten langs de weg witter dan wit. De wereld lacht me  toe.


Vlak voor mij zijn vertrokken 2 zusjes die ook in Avondale House hadden gelogeerd, Tracy en Cesy (spreek uit Keesie). Na een drie kwartier kom ik Tracy alleen tegen, haar zus is doorgereden. Ze wandelt naast haar fiets. Ik zeg dat ik haar zus zal waarschuwen en rij door. Dan begint het te knagen, had ik haar niet  ridderlijk te hulp moeten schieten, ze heeft duidelijk probemen met de alsmaar opgaande lijn vanmorgen, we gaan immers weer de highland hoogvlakte op. Haar zus kom ik maar niet tegen, dus ik besluit om te draaien. Ik kom haar vrij snel weer tegen, ze is toch weer opgestapt. Met zijn tweetjes rijden we door het gigantische panorama, ik geniet met volle teugen van de prachtige kleuren en geef Tracy regelmatig een duwtje als de weg wat stijler wordt. Dan is zo'n e bike toch een uitkomst.

Na een half uur komen we zus Cesy tegen bij een pompstationnetje dat me, gezien de wijdse omgeving, sterk aan Canada doet denken. Ze oogt helemaal niet verbaasd en vindt het blijkbaar normaal dat iemand haar duidelijk slomere zusje wel ergens oppikt. We kouten gezellig wat over de Boris Johnson die er hedenmorgen de brui aan heeft gegeven. Ze blijkt fanatiek pro brexit tezijn, ja daar moet je bij mij mee aankomen. Stevig nemen we even de pro's en contra's van de Britse politiek door  Haar standpunt is, we zijn dan wel vrienden van elkaar , het continent en wij, maar Britten doen alles nou eenmaal liever op zichzelf. We zijn geen deel van het Europese continent en houen het graag zo. Daarna gaan we elk weer ons weegs, waarbij ik me nog vaak afvraag hoe Tracy in godsnaam met de wind op kop over die hoogvlakte met soms nijdige klimmetjes komt. 

Daarna begint een eindeloze afdaling die pas eindigt bij Blair Castle, een van de toeristische trekpleisters van Schotland.


Maar tot mijn verbazing is het bij het ultra moderne tuincentrum enkele kilometers daarvoor veel drukker dan bij het slot zelf. Blair Castle is al 8 generaties lang het huis van de Dukes van Murray, waarvan de eerste op het kasteel huisarrest kreeg omdat hij niet al te fanatiek het Engelse koningshuis tegen de Jakobieten (katholieken) steunde. Hij kreeg in het riante slot huisarrest, had niet veel te doen en maakte bij 2 echtgenoten 20 kinderen. De Murray dynastie was geboren en gaat tot op de dag van vandaag door.


It's lonely a the top

 dag 11 rustdag Kingussie


Vandaag wordt veel regen voorspeld en eigenlijk ben ik wel toe aan een rustdag. Goed voor kont en schouder, waarin de laatste dagen stekende zenuwpijntjes waarneembaar zijn. Ik heb al menige tube met spierbalsem weggesmeerd, maar dat helpt niet, dus moet het de zenuwen zijn die opspelen. Ik moet wel een andere, duurder kamer nemen, maar dat wordt dan ook wel de vreemdste kamer die ik ooit gehad heb, met hemeldbed en klassieke badkuip.


Na een ochtend zalig niets doen besluit ik via de lokale VVV aan een bergwandeling te beginnen. De lokale VVVmevrouw geeft toe in de omgeving zelf nog nooit iets te hebben ondernomen en oogt, gebogen over een kaartje met wandelroutes in de buurt, hooglijk verbaasd dat het er nog zo veel zijn. Ik ga welgemoed de berg op, van de voorspelde regen blijkt niets al is het wel continu grijs. Naarmate ik hoger en kom en de berg kaler wordt gaat het harder waaien.

Wat me opvalt is de knalpaarse hei om me heen. Die zien we in NL vanwege de stikstofuitstoot nauwelijks meer. Hier volop, logisch want een koe is een Schotland zelden waargenomen fenomeen. Van het aanvankelijke fraaie uitzicht blijft steeds minder over. Vanaf de bergtoppen komen dreigende nevelflarden mijn kant uit. In de harde wind raak ik even de stenen zuil op de top aan om snel weer af te dalen.

stel dat ik hier een voet verzwik of been breek, wie komt mij dan hier ophalen is een gedachte die alsmaar in mijn hoofd speelt. Ik ben onderweg niemand tegen gekomen. Bergbeklimmen moet je eigenlijk altijd met zijn twee"en doen. Weer veilig beneden besluit ik eens naar de kapper te gaan, ik zie er met mijn groezelige vakantiebaard en wapperende manen wel steeds meer uit als een zwerver, hoewel, een zwerver op een e bike zie je niet vaak. Even later loop ik er weer als een keurige grijsaard bij. Nu even nog een setje Guinness scoren want een sfeervolle pub is in dit gat niet te vinden.

De voorzienigheid schiet te hulp

dag 10: Nairn - Kingussie 103 km


Mooi weer, bijna geen wind, een niet al te lange afstand. Ik geniet van de prachtige verten van de Cairngorm mountains, die me sterk aan zulke ongerepte verten in de States doen denken. Als ik op mijn fietsje door die eindeloze vlakte pedaleer besef ik dat ik hiervoor gekomen ben. Hoe wijdser en eenzamer, hoe mooier dat ik het vind.


Al is de wetenschap dat aan het eind ergens een hotelkamer met alle comfort klaar staat ook wel prettig, zo gemakzuchtig ben ik inmiddels ook wel geworden.

Omdat mijn GPS blijkbaar geen voorgeprogrammeerder route heeft voor dit gebied (ik heb thuis toch alle mogelijke trajecten in Schotland ingeladen) moet ik het doen met de borden en bordjes langs de weg. Fietsroute 7 geeft ongeveer de route aan die ik wil volgen. Ergens zie ik: Kingussie nog 14 mijl en begin ik enthousiast aan de laatste 30 km. Rond 90 wordt het vandaag, meer niet. Maar op een gegeven moment kom ik een kruising met allerlei plaatsnamen tegen, waarop die van Kingussie ontbreekt. Ik pak Google Maps op mijn telefoon er weer eens bij en blijk al 10 km de andere kant uit te rijden. Op zo'n moment is het goed dat ik alleen reis. Als ik terug fiets in de goede richting valt het op dat ik een lichte wind tegen heb, terwijl ik vanmorgen de wind toch echt in de rug had. Ik weet het niet meer. Tot overmaat van ramp blijkt mijn telefoon door al dat Google Mapsgedoe vrijwel leeg. En dan gebeurt er een wondertje. Voor het eerst in 800 km passeert mij een fietser met fietstassen. Laat die nou een keurige kaart van SChotland bij zich hebben. We kunnen nu even precies uitzoeken hoe ik moet fietsen. De fietser, een onverstaanbaar Engels brouwende Brit, rijdt - zonder motor - een eindje met me op. Hij gaat duidelijk sneller dan ik. IK kan het niet laten naar zijn leeftijd te informeren. 62, hmmm toen reed ik ook nog ongemotoriseerd rond denk ik. Dat was precies de begintijd van mijn blog,  Toen reed ik, zo lees ik terug, met mijn dochter in een maand naar Marseille. Ok, 10 jaar maken dan toch een groot verschil op deze leeftijd, realiseer ik me nu. 

maandag 4 juli 2022

En toen veranderde ik van windrichting

dag 9, Banff - Nairn: 131 km


Het zat er natuurlijk aan te komen, ooit zou die eeuwige wind in de rug zich tegen me keren. Dat was dus vandaag, toen ik bij Banff, de meest noordelijke stad op miin route, naar het westen ging rijden. Die wind stond keihard tegen en in de ochtend kwam daar ook nog een plens water bij. Toen ik in bij enkele afdalingen vanwege mijn natte bril bijna niks meer zag was het genoeg en dook ik de eerste de beste pub in, die ik onderweg tegenkwam (duurde toch nog bijna anderhalf uur). Aldaar goot ik de eerste wisky van deze reis naar binnen, op aanraden van een oud mannetje aan de bar een ' Monky Shoulder' . Niet slecht en warm makend.Daarna een uitgebreide lunch waarbij ik de batterij, die razensnel aan het leeglopen was, weer vol liet lopen met verse stroom. Na anderhalf uur was ie weer bijna vol en was het buiten zo goed als droog. Tot zeven uur 's avonds bleef het beuken tegen de windi in, zelf na de herlading had ik bij aankomst in Nairn nog maar 5 % peut, de tocht had echt niet langer moeten duren. 

Aangekomen bij een uiterst louche hotel bleek er helemaal geen receptie maar moest ik een  telefoonnummer draaien. Daar gaf een barse stem mij een code die bij een kastje met het nummer 3 op de muur hoorde. Na het intikken van die code zou het kastje openspringen en zou ik een sleutel bemachtigen. Maar de doos van Pandora opende zich niet, hoezeer ik de nummers telkens weer opnieuw intikte. De man aan de andere kant klonk bozig. Dan kan ik u niet verder helpen, dit heb ik nog nooit meegemaakt. Nou ik dus ook niet, dus dan stort u mij mijn geld maar terug. Zal ik doen zei de barse man. En dus kon ik via het perfide booking.com opnieuw een hotel zoeken. Snel gevonden, dat wel, maar 2 x zo duur Maar moe en na 130 km kijk je niet meer zo nauw.

Geen plaatjes vandaag want ik zag onderweg niks wat de moeite van het fotograferen waard was. Nee, geen echte topdag vandaag, to put it mildly! 

zondag 3 juli 2022

I'm a legal alien in Turriff

 Dag 8: Dyce - Banff 98 km.


Over een glooiend landschap met af en toe een pittige klim (op een e bike is een klim altijd te doen) kom ik, zonder regen, al om 17.00 uur in de meest noordelijke plaats van deze Schotlandreis. Heel, heel ver over zee zie ik de bergen van noord Schotland, helaas is deze reis te kort om dat er nog bij te doen, een volgende keer misschien. De laatste 20 km gaan langs de rivier de Deveron in een landschap dat me heel sterk aan het Geuldal doet denken, met dat verschil dat je hier gedurende 20 km geen sterveling tegen komt. Aan het begin van de stuk langs de Deveron ga ik in Turriff een drukke pub binnnen. Het is zondag,en druk, dus dat kan kloppen. Idereen, mannen vrouwen  staan of zitten glazen laarzen vol bier weg te hijsen. Een nogal beschonken man ziet mij in wielertenu naast zich aan de bar verschijnen en kijkt me met lodderige ogen aan of hij een alien ziet. Waar kom jij vandaan vraagt hij met dubbele tong. Uit Holland, zeg ik. Wat doe je hier dan? Fietsen, een rondje, zeg ik. De man komt niet meer bij van verbazing. De juffrouw achter de bar is al even verbouwereerd als ik om koffie vraag. Die ga ik even zetten dan, zegt ze. Vervolgens krijg ik hem gratis. Voor iemand die in een pub op zondagmiddag in een wielerpakje koffie komt bestellen maak je een uitzondering natuurlijk.

Banff is het eind van de wereld, aan de kade tref ik een man in kilt die mij desgevraagd alle ins en outs van Schotse klederdracht vertelt. Ik ben heel erg ge"interesseerd in dat zakje dat een man voor zijn onderbuik heeft hangen. Wat zit daar nou in. Mijn portemonnee en een zakdoek zegt de man. En een dolk in een van zijn kniekousen, voor als iemand aan dat tasje zou willen zitten. Die Schotten zijn niet voor de poes!

Wie de goden verzoekt....0

Dag 7, van Arbroath naar Dyce 128 km


Al 470 km wind in de rug, al 470 km geen regenbui (op enkele regendruppels na). Dat berichtte ik vandaag halverwege aan H. Dat is natuurlijk de goden verzoeken en ik had op de fiets geen blank, ongelakt hout om op af te kloppen. Resultaat: toen de teller op 505 km stond begon het ongelooflijk te hozen. Ik snelde een boerenschuur in


, alwaar ik anderhalf uur tegen een oude verroeste maaimachine, merk Ferguson stond. De boer kwam in een grote tractor eens informeren wat ik toch aan het doen was. Fietsen vond ie niks, hij was meer van het tennissen; op tv kijken naar Wimbeldon dan.

Tot dan toe ging het eigenlijk vrij gemakkelijk. Op tijd vertrokken uit Lunan Bay, waar het ook zachtjes regende. Naar de baai ben ik dus niet meer gaan kijken, hoezeer de taxichauffeur mij daartoe gisteren had gemaand. Ik kom langs enkele piepkleine haventjes en rij op een onmogelijk hobbelig fietspad onder de heuvels van het Schotse boerenland langs. Ik heb er lol in vandaag, het kan me niet moeilijk genoeg worden, als ik besluit dan toch maar de schuur uit te kofmen en de regen in te duiken krijg ik er stevig van langs. Maar ik heb de meegenomen plastic fietsbroek aan en 2 fietstruien onder een regenjack. Niemand maakt we wat. Dat onaantastbare gevoel is een van de genoegens van het rijden in slecht weer. Al ben ik ook wel weer blij als het bij aankomst in Aberdeen eindelijk droog is. Ik eet de lekkerste Turkse kofte in een tentje waar ze zowaar zacht jazzmuziek draaien en ik prijs de kofte de hemel in. Deze keer niet 10 maar 15 % fooi.

De laatste kilometers naar het vliegveld van Aberdeen (ik had daar een goedkoop hotel gevonden) zijn toch nog moeilijker te vinden dan ik dacht, maar om 21.00 ben ik er. De receptionist kijkt zijn ogen uit. Iemand op de fiets! dat heeft hij op het vliegveld nog niet eerder meegemaakt. 

zaterdag 2 juli 2022

Alle vervoer is toegestaan in geval van nood

 dag 6 Edinburgh - Dundee 140 km!, met de trein: Dundee - Arbroath, met de taxi Arbroath naar Lunan Bay


Ik dacht het dit jaar eens luxueus aan te pakken. Geen tent en slaapzak mee, maar lekker vooraf hotelletjes boeken. Zo gezegd zo gedaan. Helaas kun je op een landkaart maar globaal uitrekenen hoeveel kilometers plaatsen uit elkaar liggen. Bovendien volgt de Noordzeeroute, de Eurovelo 12, zo zijn eigenwijze route die nogal gepaard gaat met uitstapjes over de meest prachtige paden en wegen.



Resultaat is dat het aantal gereden kilometers telkens fors afwijkt van de afstanden tussen de vooraf bestelde hotels. Vandaag had ik er in Dundee al 140 km op zitten, en dat moest ik nog eens 45 km door naar Arbroath. Bovendien kwam ik er in de loop van de dag achter dat het door mij besproken hotel, gelegen aan een prachtige baai, nog eens 11 kilometer van Arbroath af lag.Ik besloot dus de trein te nemen. Helaas vielen er achter elkaar om onduidelijke redenen enkele treinen uit, waardoor ik een vertraging van 2 uur op liep (iemand zei dat het te maken had met een tekort aan machinisten, niet alleen een Nederlands probleem dus. Iemand anders zei dat het allemaal te maken had met vakbondsacties ).Hoe dan ook ik zou bijna in het donker aankomen en dan nog eens 11 kilometer naar een hotel moeten gaan zoeken. Dus een taxi besteld, althans dat deed voor mij een behulpzame passagier die ook maar 2 uur stond te niksen. Ondertussen had een behulpzame treinbeambte voor mij geregeld dat ik zonder de vereiste reservering toch met mijn fiets in de trein mee mocht. Soms zit het tegen, soms zit het mee. Dat mijn fiets in de taxi pastte was een godswonder. De taxi moest er eerst volledig voor verbouwd worden, waarna met veel wringen en duwen mijn loodzware ros er in geperst werd. Bij het hotel bleek aanvankelijk niemand meer aanwezig hoewel ik tot  3 keer verwarrend  telefonisch contact had gehad. Na veel geklop op deuren en ramen belde ik nog maar eens (het duurde nogal lang voordat ik er achter kwam dat ik voor een telefoonnummer telkens 0044 moest draaien) en waarempel in een bijgebouw kwam er een vrouwspersoon te voorschijn die me eindelijk (het was inmiddels 23.00 uur) aan een kamer hielp. U komt toch uit Middelburg, vroeg de dame daar heb ik 2 jaar geleden in het stadshuis nog een trouwpartij meegemaakt. De wereld is klein al leek ie vandaag verbazend groot. Morgen vrees ik, weer een monstertocht naar Dyce. Voortaan toch maar kamperen?