Totaal aantal pageviews

zondag 23 december 2012


Chabot Museum

29-7-2011

gezien: Jeanne van Heeswijk in Chabotmuseum

Wat doet Jeanne in het Chabotmuseum?  Nou, op de eerste plaats won Jeanne van Heeswijk de Chabotprijs in 2002. En op de tweede plaats waren ook in het werk van Hendrik Chabot maatschappelijke situaties vertrekpunt. In deze tentoonstelling hangen daarvan enkele voorbeelden. Maar verder gaat de overeenkomst volgens mij toch niet. Al was het maar omdat je van beeldend kunstenaar Jeanne van Heeswijk veel kan zeggen, behalve dat zij ‘beeldend’ werk maakt. Eerder is zijn documentalist, verslaggever van de tijdsgeest, bezieler van publieke ruimten etc. etc. Maar ‘beeldend’ , nee, dat kan ik met geen mogelijkheid zeggen. Juist deze tentoonstelling, waarin allerlei projecten van de laatste 10 jaar worden getoond oogt als een wijkcentrum waarin verslag wordt gedaan van actie, gebeurtenissen in de wijk en ingrepen in de stad. Alles bij elkaar ziet het er eigenlijk buitengewoon onaantrekkelijk uit. Maar dat is tegenwoordig bij het NAi ook zo; alles moet er zo rommelig en onopgemaakt mogelijk uit zien. Een nieuwe trend? Geeft mij dan toch maar het schilderij “Vrede” van Chabot waarin hij met een kleurige weergave van een boerenlandschap het eind van de oorlog viert.
De communityprojecten van Van Heeswijk zijn allemaal heel belangrijk en passend bij Rotterdam (zie b.v. hoe de kraakbeweging uit de jaren negentig leidde tot de voor de Rotterdamse kunstscene zo kenmerkende kunstenaarsinititatieven die tot op de dag van vandaag zeer actief zijn). Maar of de ‘kunst’ van Jeanne in de tijd daadwerkelijk zal beklijven? Ik vraag het me ten zeerste af. Wel in sociologische, academische verhandelingen over de zegeningen van activistische artistieke ingrepen, wel in volgeschreven bibliotheken, maar niet in het museum of in het collectieve geheugen. Wie naar deze tentoonstelling gaat moet bereid zijn voor elke project minimaal een kwartier uit te trekken om werkelijk te begrijpen wat er getoond wordt, wat er aan de hand is. Voor het gezin met kinderen dat na mij binnen kwam en in een kwartier alles gezien had was dat duidelijk een stap te ver. Kunnen we aan geëxposeerde kunst toch niet de eis stellen dat ook de oppervlakkige toeschouwer (die toch ook de moeite heeft genomen een kaartje te kopen) op zijn minst enigermate geboeid moet kunnen toekijken; ook zonder een omgevallen boekenkast met voorkennis.

Tjeu

Geen opmerkingen:

Een reactie posten