Totaal aantal pageviews

zondag 23 december 2012


NAi

wo 12-9-2012 14:34

gezien: studio for unsolicited architecture bij NAi

Toen Ole Bouman bij de aanvang van zijn “ambtstermijn” als directeur van het NAi zich expliciet voorstander betoonde van architectectuur met een maatschappelijke missie werd er veel schouderophalend gereageerd. Nu, alweer 4 jaar later, liggen de kaarten anders. De architectuurwereld snakt naar opdrachten en Bouman is zeer volhardend geweest in de ombouw van het NAi van een luxueus paradijs voor architectuurliefhebbers naar een laboratorium voor maatschappelijke innovatie. Gisteravond was daar weer een staaltje van te zien. Alweer voor de tweede keer werden architectorale oplossingen gepresenteerd voor problemen zoals daar zijn: toename van wateroverlast, leegstand kantorencomplexen, energietekort en afname van de biodiversiteit.
Zo was daar een bureau het met het project “Waterbergen” met voorstellen ingrepen in de Zuidas in Amsterdam. Omdat de komende decennia wateroverlast als gevolg van tropische regenbuien zal toenemen is afwatering met name in stedelijk gebied en toenemend probleem. Er is daarom een oplossing bedacht in de vorm van “de stad als spons”: in dit geval op de Zuid-as met behulp van onderwateropslag en vijvers op precies die plekken waar de overlast het grootst zal zijn (“aquapunctuur”). Zo los je én de afwateringsproblematiek op én bevorder je de aantrekkelijkheid van een kantorengebied. Alleen al door de aanleg van waterpartijen stijgt de vierkante meter prijs van onroerend goed waaruit die extra voorzieningen bekostigd kunnen worden; een oplossing met gesloten beurzen derhalve die tegemoet komt aan milieu en omgevingsbeleving.
Het tweede voorstel: Nieuw Utiliteit geheten probeert leegstand van kantoren te bestrijden door in en rond die kantoren allerlei energievriendelijke activiteiten op te starten; van monofunctionele gebieden naar duurzame gebieden dus. Er werden zoveel functies genoemd dat het plan in zijn veelheid aan kansen dreigt te verzuipen.
Het derde plan voor Ecologische Energie Netwerk sprak me het meeste aan. Maak gebruik van de honderden kilometers vrij land onder hoogspanningskabels om daar een nieuw natuurlandschap te creëeren dat de biodiversiteit in Nederland zal bevorderen. Behalve het damhert en de das kan bijna elke diersoort met zo’n corridor door heel Nederland gebaat zijn, los van de recreatieve functie voor de bezoekers en omwonenden van zo’n gebied. Ter plekke werd met de eigenaar van al die leidingstraten in Nederland, Tennet, een intentieverklaring getekend om te gaan samenwerken. Niet alleen mooie woorden maar tegelijk de aanzet tot mooie daden.
Een heel leuke avond voor een volle zaal.

Tjeu

NAi

vr 19-2-2010 16:01

gezien: toespraak Ole Bouman

Zo heel af en toe heb je het idee getuige te zijn van een historisch moment. Dat idee had gisteren bij de toespraak van Ole Bouman over de noodzaak van architectuur bij het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken. De lezing vond plaats bij gelegenheid van de opening van een tentoonstelling die al in Sao Paolo en Moskou is geweest en na Rotterdam op allerlei andere plaatsen in de wereld te zien is.

Ole had dik een uur nodig om zijn visie aan een bomvolle zaal mee te delen zonder het eigenlijk over architectuur te hebben. Het ging helemaal over de 7 plagen die de hedendaagse samenleving teisteren: de voedsel- , milieu- energie-, ruimte-, tijd- , sociale cohesie- en waardencreatiecrisis.
Ole stelde dat er in de wereld van de architectuur sprake is van een stevige malaise (niet beperkt tot Nederland, maar dit geval heeft Ole het wel over ons eigen land):
- verrommeling
- bedrijfsterreinen met een erbarmelijk uiterlijk
- toenemende juridisering
- keldering bouwproductie
- het beroep van architect marginaliseert

Men kan, om het tij te keren, kiezen voor symptoombestrijding (extra verkeerswegen aanleggen, mosquito's aanbrengen, etc.) of de noden serieus te lijf gaan.  Ole bepleit ziet verschillende mogelijkheden mitigatie (wijst Ole af), adaptatie (wijst Ole af), confrontatie (prijst Ole aan).

Die confrontatie noemt Ole: " het nieuwe ontwerpen".

Hij onderscheidt:
- hergebruik,zowel van materialen als gebouwen
- verdichting (afstappen van de functiescheiding)
- synchroniseren en recombineren
- socialiseren

Dit alles moet niet overgelaten worden aan de markt, de overheid moet sturen.De punten aan de horizon waarop we ons in 2030 willen richten moeten NU benoemd worden; heel belangrijk is dat daarbij aangegeven wordt welke infrastructuur bij welk toekomstperspectief past.

Na deze uiteenzetting barst de zaal los. Enkele kreten; Ole overspeelt zijn hand (stond in de NRC), de architect kan al deze noden niet ledigen, dat moeten de beslissers doen. Ole: in de architectuur lag het accent te lage op louter het visuele aspect. Rotterdam bouwt veel te veel incidentele projecten en moet projecten meer in het grotere geheel plaatsen. Zeker niet alleen hier en daar mooie gebouwen plaatsen. Sommige aanwezige architecten geven aan te schrikken van de enorme taken waarmee ze opgezadeld worden. Kunnen ze dat alleen wel aan? Ole spreekt over de noodzaak van coalities. Anderen geven aan dat bezinning op dit soort problemen een luxe is die grote bureaus of op afstudeerniveau mogelijk is maar niet in de dagelijkse struggle for life.

Conclusie: een boeiend debat waarin Bouman de wereld van de architectuur een duurzaamheidsbewustzijn opdringt dat nog lang zal heugen. Weg met de vrijblijvende esthetica, maar hoe de architect, nu al vaak marginaal aanwezig in het hele proces van projectontwikkeling die voorname positie verwerft blijft vooralsnog in nevelen gehuld. Maar het is boeiend dat de directeur van een voornaam instituut in de architectuur zijn nek zo duidelijk uitsteekt. Architectuur als motor van maatschappelijk engagement, een fraaier voorbeeld van de Rotterdammethode is nauwelijks voorstelbaar! 

Tjeu

NAi

ma 22-3-2010 9:57

gezien: architectuur als noodzaak in NAi

Al eerder noemde ik lezing van Ole Bouman, directeur NAi  bij de tentoonstelling `architectuur als noodzaak` een goed voorbeeld van de Rotterdammethode, immers architectuur is volgens Bouman niet langer een primair op esthetiek gericht proces maar heeft een taak bij het bestrijden van de belangrijke problemen van deze tijd. Vol verwachting ging ik dus naar de tentoonstelling `architectuur als noodzaak`. Welnu, als deze wil meedingen naar de titel “ de saaiste tentoonstelling aller tijden” maakt zij een goede kans. Van naar schatting een dertigtal Nederlandse achitectenbureaus worden projecten getoond die appelleren aan enkele van de door Bouman gesignaleerde maatschappelijke problemen op het gebied van cohesie, geld, voedsel, tijd, energie etc. Dat gebeurt per project op een volstrekt identieke wijze: een korte weergave in een tekst, een presentatie van de missie van betrokken instelling (in wollige taal gegoten credo’s) en meestal op een tv schermpje een ‘talking head’, die in het engels enkele toverformules uitspreekt. Jiskefet of Koot en Bie zouden er wel raad mee geweten hebben. Ik kan me voorstellen dat een tentoonstellingsmaker hecht aan een uniforme stijl maar zo smakeloos als hier projecten werden gepresenteerd (alles bij elkaar gezet op lullige behangtafeltjes in een lange gang) heb ik het nog zelden gezien. En dan te bedenken dat dit geheel ook al te zien is geweest in Sao Paolo en Berlijn. Wat zullen die Brazilianen geenthousiasmeerd zijn geraakt. Maar niet heus denk ik.
Nee, als Bouman hier echt de instelling van de architectuurwereld mee wil omturnen zal hij toch echt uit een heel ander vaatje moeten tappen. Geen wonder dat de Volkskrantredacteur er in de kunstbijlage van vorige week weinig waarderende woorden (“ pretentieus” ) voor over had. Meer maquettes, een betere uitleg (niet alleen verbaal) en een waardering van elke initiatief in termen van geboden oplossingen zou de zaak aanzienlijk hebben verlevendigd.

Daarentegen is de tentoonstelling in de grote zaal beneden: “ Strijd om de stad”  wel leuk. Gepke signaleerde het ook al. Een leuke manier om oude maquettes nog eens boven water te halen. En een leuke manier ook om de mening van het publiek te peilen. Per project wordt bijgehouden of men van mening is dat het betrokken project wel of niet moet worden bijgeschreven in de canon van belangwekkende bouwprojecten. In de telling gaat af en toe wel wat fout. Het erbarmelijke project voor het gelukkig nooit gerealiseerde stadhuis in Amsterdam van Willem Holzbauer, getoond met een imposant model, behaalde maar liefst de hoogste score!. Hoe kan dat nou? Blijkt het minteken weggevallen. Dat was ook het geval bij nog zo’n verschrikkelijk project, het Heuvelplein in Tilburg. Toen ik op de rode knop drukte (negatief) liep de score met 1 op! Op de groene knop (positief) met 1 terug. Hier ging duidelijk iets fout. Benieuwd of die scores aan het eind nog ergens een rol gaan spelen!

Tjeu

NAi

vr 16-4-2010 10:43

gezien: lezing NAi over traditionalisme

Gisteren de tweede lezing over het oprukkende traditionalisme in de hedendaagse architectuur. Karel Bosma streek meteen de zaal tegen de haren in door het onlangs verschenen boek over het traditionalisme in de architectuur: “De Nieuwe Traditie” van o.s. Vincent van Rossum als een eenzijdig en tegen het traditionalisme bevooroordeeld boek te betitelen. Het kwam daarna niet echt goed meer. Ook niet na de lezing van de onderdirecteur van het architectuurinstituut te Frankfurt, Wolfgang Voigt over de traditionalist Smitthenner. Smitthenner nam met zijn oerdegelijk oerduitse huizen met pannendaken en stevige voordeuren stelling tegen de modernistische Bauhausmensen als Gropius en Mies van der Rohe. “Als die platte daken na twee jaar al leiden tot lekken kun je niet van architectuur spreken”, aldus Smitthenner. Voigt wist ook te vertellen dat het juist de tradtionalist Smitthenner was die het door hem geïntroduceerde fafasysteem (fabricated fachwerk) er als eerste in slaagde de bouwkosten van sociale woningbouw met 25 % te verlagen. Gropius kreeg dat niet voor elkaar en kon als directeur van Bauhaus vertrekken. Aan de hand van tekeningen wist Voigt te vertellen hoe nauwgezet Smitthenner omging met bouwmaterialen. Hij vond bouwmaterialen eigenlijk belangrijker dan het ‘vormenfetisjisme’ van de nieuwlichters.
Aardig was hoe Voigt aan de hand van allerlei documenten kon aantonen dat Smitthenner voor en tijdens de tweede wereldoorlog niet fout was geweest en niet toegegeven had aan de megalomane bouwplannen van Speer en de zijnen. Na de oorlog werd Smitthenner, nadat hij aanvankelijk geïnterneerd was geweest, alsnog gerehabiliteerd. Opvallend vond ik hoe Smitthenners laatste ontwerpen leken op datgene wat onder wederopbouwarchitectuur ook in Nederland vlak na de oorlog in veel steden in Nederland (Middelburg voorop!) populair was.
Het Duitse modernisme was veel meer dan alleen vormentaal, betoogden verschillende lieden uit de zaal. Voigt antwoordde met een lange verhandeling over het materiaalgebruik en vormentaal in 19e eeuwse (traditionele) duitse huizenbouw. Nee, het klikte niet echt tussen zaal en inleiders.

Tjeu

NAi
27-7-2011
gezien: NAi: Dwarsdesign en Testify
Het NAi gaat door op de voor de verbouwing ingeslagen weg en presenteert architectuur en vormgeving (dat laatste nadrukkelijker dan voorheen, NAi is nu ook een vormgevingsinstituut geworden)die iets willen betekenen bij het oplossen van problemen in de samenleving die niet noodzakelijkerwijs met behuizing te maken hebben. Heel manifest is dat bij de tentoonstelling “Testify” waarbij architecten en vormgevers een rol hebben bij het opknappen, herstructureren of verbeteren van wijken waar architecten zich doorgaans niet vertonen. Soweto, Medellin, Afghanistan, Gazastrook; in beeld zijn streken die roepen om oplossingen en barsten van de opgaven zonder dat daar omvangrijke budgetten voor zijn. Mooi is dat je er niet per se iets voor hoeft te gaan zitten lezen om toch een behoorlijk beeld van de projecten te krijgen. Per project zijn er ook nog leuke affiches zodat een bezoeker met een tas vol weer naar huis kan.
Op de begane grond is ten behoeve van de tentoonstelling “dwarsdesign”een stellage in twee verdiepingen gebouwd, helemaal in de “handen uit de mouwen” stijl die het nieuwe NAi kenmerkt.  Geen gelikte presentaties en maquettes meer maar opstellingen met een hoog educatief en aanraakbaar gehalte. Getoond wordt het werk van vier Nederlanders en vier Chinezen. De samenhang is wat moeizaam en moet misschien ook maar niet gezocht worden. Wat Wei Wei als bekendste beeldend kunstenaar uit China naast vormgevers doet is niet helemaal duidelijk. Rem Koolhaas (zowel journalist als architect) kan ieder geval de verbindende schakel zijn tussen Rotterdam en China. Getoond wordt een maquette voor een schouwburg in Taipeh (geen China maar Taiwan, maar dat terzijde) die zalen heeft die zonder al te veel moeite aaneengeschakeld kunnen worden tot een zaal van meer dan honderd meter lengte. Moedig van het NAi om in toenemende mate van China afhankelijke stad Rotterdam van Wei Wei een collectie brieven te tonen de geslotenheid van de  Chinese overheden aan de kaak stelt. Getoond worden honderden brieven die Wei Wei kreeg op zijn verzoek de namen van de overledenen te geven die omkwamen bij een recente grote aardbeving. De overheid ontkende de aardbeving eenvoudigweg. Verder onder meer een kleurenstudie van Hella Jongerius en opvallend vormgegegeven en veel in de prijzen vallende boeken van grafisch ontwerper Irma Boom.
De nieuwe permanente tentoonstelling; “Stad van Nederland” neemt de bezoeker mee aan de hand van commentaar van ‘gewone’ Nederlanders. Door geënsceneerde discussies tusssen voor- en tegenstanders van getoonde gebouwen krijgt de bezoeker snel een mengeling van meningen te horen.Leuk gedaan. Alleen de pseudo futuristische presentatie aan het eind is rommelig en volkomen overbodig.
Het nieuwe NAi ziet er goed uit: een veel ruimere entree en beter gesitueerde horeca en ticketing. Het terras oogt groot en robuust met de grote tuinmeubelen. Met het er tegenovergelegen nieuw vormgegeven park heeft Rotterdam weer een waardige cultuurplek terug die kan wedijveren met het museumplein in Amsterdam bijvoorbeeld.

Tjeu

NAi

9-11-2011

gezien: Joan Busquets

Een beroemdheid, dat is Joan Busquets, hoofd stadsplanning van Barcelona in de jaren ‘80 toen de stad zich voorbereidde op de Olympische Spelen; betrokken bij veel stedenbouwkundige projecten in Nederland, zoals het treintraject in Delft en de Grotiusplaats in Den Haag. Bekroond voor zijn  oeuvre met de Erasmusprijs 2011.  Uitvoerig refereerde hij aan de plannen van Cerda, die ten grondslag liggen aan het rastervormige, amerikaans aandoende stratenpatroon van Barcelona; ontworpen in het midden van de 19e eeuw, maar tot op de dag van vandaag in alle Busopzichte voldoend. Eigenlijk ontworpen voor de spanjaard die met zijn ezel en paard en wagen tot dicht bij zijn huis zou moeten kunnen komen met binnenpleinen die op allerlei manieren functioneel kunnen worden gemaakt biedt het een grondpatroon dat talloze variaties biedt. Niet de Sagrada Familia,  maar deze stadsuitleg, de Eixample (uitbreiding), is het architectonische hoogtepunt van Barcelona. Alvorens je een stad wil aanpakken moet je een stad leren begrijpen, aldus Busquets. Aan de hand van de plattegrond van Barca liet Busquets zien hoe hij te werk gaat. Ik werd er eigenlijk weinig wijzer van; hij bleef te veel in algemeenheden steken.

Tjeu

Geen opmerkingen:

Een reactie posten