Totaal aantal pageviews

zondag 23 december 2012


AIR

3-7-2012

gezien: Startsup, presentatie jonge architectenbureau's door AIR

Al weer langer dan anderhalf jaar verzorgt AIR de presentatie van jonge architectenbureau’s. “Onze” Astrid Aarsen is de moderator en de omgeving telkens een andere, dit keer de Dependance in het Schieblock, zelf ook verzamelplaats van vele jonge kunstorganisaties. Dit keer het bureau Lilith Ronner van Hooijdonk waarachter drie jonge dames schuil gaan (die allemaal een deel van de mystiek, quasie chique naam leveren) en het bureau MAKS van Marieke Kums (MAKS is gevormd uit een aantal letters uit haar naam, zo simpel is soms het leven).
Wie denkt hier met wat schuchter opererende, verlegen architecten en ontwerpers te doen te hebben, vergist zich deerlijk; hier waren zelfbewuste, zeer consistent denkende, op verwezenlijking van eigen ideeën gerichte types aan het woord. Het bureau met de lange naam probeert via deelname aan prijsvragen snel een portfolio bij elkaar te slepen; MAKS doet dat ook. De onafhankelijkheid komt tot uitdrukking in projecten waarvan de uitkomst soms meer op sculptures lijkt dan aan architectuur doet denken; wat te denken bijvoorbeeld van een leestafel met de lengte van 25 meter met de ogenschijnlijke vorm van een door een grote ruimte slingerende serpentine op verschillende hoogtes. Soms kun je op die tafel liggen, op ander gedeelten moet je er als een tent onder bivakkeren. MAKS deed ervaring op in Japan (“we spraken de taal niet en denk niet dat je als westerling in Japan ooit opdrachten verwerft”) en heeft nu een bureau met mensen met 5 verschillende nationaliteiten; de metropole wereld in een notendop. Het bureau met de lange naam ontwierp gebouwen uit stenen die ze eerste zelf moesten maken uit klei en water en metselen werd geleerd van bouwvakkers die ze toevallig kenden. Enige onbevangenheid is startende ontwerpers/architecten niet vreemd bleek wel.
Het bureau met de lange naam wordt gesteund door Studio voor Unsolicited Architecture van het NAi; het initiatief van Ole Bouman voor nog niet geformuleerde problemen. Wie denkt dat er geen werk schuilt in het bedenken van oplossingen voor vragen die nog niet zijn gesteld heeft het mis. What crisis? No crisis!

Tjeu

AIR/De Unie

12-5-2011

gezien: architectuurcase over leegstand door AIR in de Unie

Dat in Rotterdam heel veel gebouwen leeg staan liet architect en inleider Tjerk van de Wetering heel duidelijk zien aan de hand van foto’s die hij maakt van de weg die hij dagelijks vanuit Rotterdam Zuid naar zijn werk in Rotterdam Noord fietst. Rotterdam wijkt overigens niet af van andere steden in Nederland. Als je bijvoorbeeld alle uitgegeven grond die nog geen bestemming heeft aan mekaar plakt krijg je een gebied zo groot als de Flevopolder. Of alle lege panden bij elkaar een stad zo groot als Middelburg. Op een pakkende manier wist Van de Wetering het probleem te schetsen. Maar hoe daar wat aan te doen. “Door in ieder geval voor een levendige plint te zorgen”, was Tjerks antwoord. Want leegstand op de etages daarboven is uiteindelijk vervelend voor de huiseigenaar maar voor de beleving van de stad minder van belang. Met behulp van kaartopsteken bleek de zaal het daar met hem mee eens. Aan de hand van allerlei voorbeelden in de Rotterdamse praktijk liet Tjerk zien hoe leegstand zich manifesteert en hoe je daar oplossingen voor kunst bedenken. Hergebruik van bestaande panden, niet de bouw van alsmaar nieuwe was een van zijn meer fundamentele benaderingen. Een beetje navrant was wel dat het huidige icoon van hergebruik, het Schieblock, nou juist een plint heeft die voor het overgrote deel nog steeds leeg staat. Maar daar was beheerder Marcus Fernhout van Codum als de kippen bij: dat is nou juist weer het gevolg van regelgeving. “Als we een horeca exploitant één dag langer dan twee jaar ruimte verhuren is er sprake van een langlopend contract dat tien jaar mag duren. De eigenaar krijgt zo’n exploitant als hij nieuwe plannen heeft met zijn pand er niet meer uit”. Vandaar het pleidooi van Tjerk van de Wetering om een onderscheid te gaan maken tussen “tijdelijke”  tijdelijkheid en “permanente” tijdelijkheid. Die laatste vorm zou wel eens hét middel kunnen worden om in Rotterdam nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Helaas was voor het doordenken van dat laatste onvoldoende tijd meer. Toch een boeiende avond voor een mudvolle en wederom zeer warme zaal; wanneer wordt die gigantische luchtbehandelingsapparatuur nu eens adequaat bediend?

Tjeu 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten