Totaal aantal pageviews

woensdag 28 augustus 2013

Cruz de Ferro

Dag... Argosa - Ponferrada ..km

Ookal stond ik al om 08:00 buiten, ik moest me nog twee uur vermaken voordat de fietsenmaker open zou gaan. Ik heb me dus maar uitgebreid op zitten maken in het park, heb boodschappen gedaan en ontbeten en heb een brief geschreven om vanmiddag achter te laten bij het kruis van Ferro, boven op de berg. Om stipt tien uur reed ik mijn fiets als eerste bij de fietsenmaker naar binnen (er had zich inmiddels een hele rij gevormd) en de fietsenmaker ging gelijk aan de slag. Het leek wel of alles kapot was, want hij haalde letterlijk alles uit elkaar om vervolgens weer op te bouwen. Ondertussen deed een zestigjarige Spanjaard een wanhopige poging mij te versieren. Hij wilde zo'n beetje alles van me weten en ik kreeg zoals inmiddels bijna een gewoonte is, twee kleffe zoenen op mijn wangen.

Een uur later stond ik buiten en kon ik aan mijn dagetappe beginnen.
Of dat dacht ik althans... Een halfuur later stond ik namelijk in de middle of no where met een fiets die totaal niet meer kon schakelen. Uit een wanhoopspoging belde ik mijn trouwe hulplijn, mijn eigen ventje, maar die kon alleen maar de conclusie trekken dat het goed mis was en dat ik terug moest naar de fietsenmaker. Terugmoeten, dat nooit!!! Ik brak. Luid snikkend probeerde ik nog een oplossing uit Thijs te trekken,tevergeefs natuurlijk.

Maar toen opeens... gebeurde er een wonder. Er stopte een fietser een paar meter verder en het bleek een Nederlander te zijn! En dan te bedenken dat ik in heel Spanje nog geen één Nederlander tegen het lijf ben gelopen... Ik smeekte hem mij te helpen en gelukkig wilde hij dat wel proberen. Hij ging direct aan de slag, terwijl ik voor een kopje koffie zorgde, met een chocolademuffin. We raakten aan de praat en het werd een heel bijzonder gesprek. Hij droeg de Amelandse naam Gerwien en kwam uit Noord-Holland. Hij was in het afgelopen jaar zijn beide ouders verloren en dat had er behoorlijk ingehakt. Hij was sinds een paar maanden gepensioneerd, maar had zich alleen maar bezig gehouden met het ontruimen van het ouderlijk huis. Nu had hij behoefte aan wat tijd voor zichzelf om na te denken. Hij was vanuit Nederland onderweg naar Santiago, om daarna door te rijden naar Zuid-Spanje en Marokko, waar hij een bergwandeling zou maken door het Atlasgebergte.

We namen afscheid aangezien we een enorm zware klim voor de boeg hadden en we onmogelijk even snel zouden zijn. Nog geen 5 minuten later, was ik totaal de weg kwijt. Een lieve Spanjaard die me wilde helpen, maar zelf geen woord Engels kon, heeft me toen maar heel de weg door zijn dorp gewezen.

De berg was inderdaad net zo zwaar als ze voorspeld hadden. Halverwegen besloot ik een drankje te drinken in een albergue. Daar kwam ik allerlei oude bekenden tegen die ik eerder die reis al een keer was tegengekomen. Ik hoefde mijn drankje dus niet alleen te drinken maar deed dat samen met Gordon uit Duitsland, Pieter uit België en Nikolaus uit Zwitserland.

Daarna moest ik er toch echt aan geloven. Ik moest die verdomde berg op. Het was bloedheet en loodzwaar. Maar daar was ie dan eindelijk het Cruz de Ferro!

Bij dit kruis, zo zegt de legende, neemt de pelgrim afscheid van zijn oude leven en verwelkomt men het nieuwe. Dat hoor je onder andere te doen door een steen, die je vanaf dag 1 bij je hebt gedragen, achter te laten. Dat deed ik. En om het in mijn steil af te maken, zette ik er ook een chocolade muffin naast.

Maar what go's up... must come down again. En dat gebeurde... en hoe! Het mag een wonder heten dat ik nog leef. Het was zo steil dat het voortdurend leek alsof de weg opeens zou ophouden. Ik kneep vol in mijn remmen en alsnog reed ik 36 km/h. Toen ik eenmaal beneden was, had ik enorme kramp in al mijn vingers. Het is maar goed dat mijn mamaatje dit niet gezien heeft...

Daar ontmoette ik Chris een vrolijk, klein Schots mannetje die verlegen zat om een praatje en me koste wat kost zo lang mogelijk aan de praat wilde houden. Ik liet het maar gebeuren, maar kwam er wel steeds meer achter dat het en beetje een rare snuiter was. Ik vond het dan ook wel prima, dat ik hem na verloop van tijd van me af kon schudden.

Ik kwam uiteindelijk in een enorme albergue in Ponferrada terrecht. Echt een klassieke met enorme slaapzalen. Tsja, dat hoort er toch ook echt bij. En één voordeel... ik ben de laatste tijd zo moe dat ik direct als een blok in slaap val en nauwelijks meer wakker lig van al het gesnurk om me heen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten