Totaal aantal pageviews

zaterdag 13 februari 2016

Tevergeefs op zoek naar het pad van de koning

Er bevindt zich zo’n 50 kilometer richting Antequiera een gorge waar vlak bij in de jaren twintig van de vorige eeuw een stuw is geplaatst, juist buiten de gorge is een enorm grillig meer ontstaan (eigenlijk drie). We gaan er eens een kijkje nemen, de kloof zelf wordt als een van de “ wonderen van Spanje”  omschreven in de Rough Guide. In de kloof loopt een smal pad dat bij de opening van de stuw is bewandeld door Koning Alphonso de Vierde.; sindsdien heet het “ El Camino del Rey”. Heden ten dage schijnt dat steile pad in de kloof onderhevig aan verval en kun je er niet normaal meer langs. Je mag alleen aan een touw en vergezeld van een gids over. Hoewel we zelf geen enkele aandrang voelen om in een diepe kloof te gaan ‘ abseilen’  besluiten we toch maar eens naar de Camino te rijden. Na anderhalf uur staan we op het pad dat naar de kloof voert. Het pad voert langs het water van het stuwmeer dat door de aanwezigheid van een bepaald soort steengruis knalgroen lijkt. Doet ons denken aan een soortgelijk meer in Canada, dat ook zo oogde. Als we eenmaal het pad naar beneden hebben afgedaald tot de ingang van de kloof zegt een jongeman ons dat we te laat zijn; de camino gaat om 14.00 uur dicht. Maar uit het feit dat er entree wordt geheven mag worden opgemaakt dat het bewuste pad inmiddels is verbeterd, je gaat toch geen geld vragen voor een zelfmoordpaadje, zeg nou zelf. Maar ja, van de bewuste wandeling van koning Alphonso komt zo geen zak terecht. Dan maar een alternatieve route genomen langs het blauwgroene meer weer omhoog, ook best mooi en heel stil. Aan het eind moeten we steil omhoog om op het punt van vertrek terug te kunnen komen. H. heeft het zichtbaar moeilijk om met haar kleine voetjes grip te houden op het steile pad terug naar boven. Mijn immer behulpzame hand wordt evenwel ruw geweigerd. De ooit in Spanje gerepareerde knie houdt het ook onder deze bizarre omstandigheden goed en heelhuids komen we weer boven. Toch een leuk tochtje geweest en H. heeft haar 8.000 stappen weer op haar stappenteller staan. Rondom de stuw, een van de eerste van Europa, maak ik in mijn eentje nog een wandeling over de koninklijke trappen en neem even plaats op de zetel die in 1924 voor de vermoeide koning is gemetseld. H. spreekt achteraf haar verbazing uit over die voorkeur van mij voor koninklijk beroerde attributen als trappen en zetels. Ik probeer een betoog over het instituut van het koningschap, over macht en oorlogen, over de noodzaak van het koningschap bij de vorming van staten. Maar het is zaad op de rotsen; H. vindt het allemaal flauwekul; het volk aan de macht. Ja, ja, dat hoor ik vaker tegenwoordig, en niet alleen in ultra linkse hoek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten