Totaal aantal pageviews

dinsdag 16 februari 2016

Hoe Granada veel leuker is dan we ons herinnerden

Alweer heel wat jaartjes geleden waren we ook in Granada. Behalve het bezoek aan het onvermijdelijke Alhambra was daar ons weinig meer van bij gebleven. Daarom deden we vandaag die koningenstad nog een keer. Terwijl we het vorige keer een beetje een duffe stad vonden zagen we nu een sprankelende stad vol jongeren. Nou is Granada een echte studentenstad met een enorme universiteit dus dat er zoveel jong volk rondloopt mag niet verbazen. Eerst maar eens naar de kathedraal die we nooit eerder bezocht hebben. Een enorme renaissancekasteel geheel in roomwit uitgevoerd. De kerk die bijna vierkant is steunt op een aantal machtige pilaren en doet sterk denken aan het bouwwerk dat diezelfde Carlos V (onze Karel de Vijfde) liet bouwen in de moskee van Cordoba. Daar ervaarden we het als een enorme stijlbreuk met de oorspronkelijk Islamitische gebedsplaats, hier in Granada staat dat enorme bouwwerk geheel op zichzelf en is bepaald indrukwekkend. Maar met name de sfeer in de oude stadswijk Albeicin bevalt ons zeer; allereerst werkt het prachtige weer mee, overal leuke opgaande straatjes en pleintjes en terrasjes. Op een van die pleintjes, die sterk doen denken aan het Quartier Latin in Parijs, strijken we neer en  genieten van de heerlijke zonnestralen op deze overigens koude dag. Ook in Granada is het echt winter, de Spanjaarden lopen allemaal in dikke jassen en sjaals. We herinneren ons ineens dat we ook de bergwand achter Albeicin hadden beklommen en dat we daar hadden gezien hoe daar gezinnen in grotten leefden onder ontzettend armoedige omstandigheden. We beklimmen die heuvel nog een keer maar lopen niet meer de omweg langs die grotten. Zo veel zin om die armoe weer te zien hebben we nou ook weer niet. Over armoede gesproken, het valt ons op hoeveel er gebedeld wordt in Granada, vooral het aantal jonge Afrikanen dat bedelt valt op (maar mag ons eigenlijk niet verbazen, ongetwijfeld zijn een aantal bootvluchtelingen hier blijven hangen). We lopen verder door Albeicin en komen, via een poort die zo weggeplukt lijkt uit een Marokkaanse stad (daar was ik immers een jaar geleden nog met Pierre),bergafwaarts in een drukke steeg, die alsmaar gezelliger en drukker wordt, opvallend veel jongeren weer. De steeg mondt uit in een onvervalste souk, met dat verschil met Marokko dat de verkopers je hier niet voortdurend lastig vallen maar rustig laten rondkijken We kijken maar kopen niks, we zijn per slot van rekening Hollanders.
H. die tot nu teleurgesteld is omdat ze zo weinig besneeuwde toppen heeft gezien wordt helemaal op haar wenken bediend. Op onze terugweg naar de kust scheren we langs de hoogste toppen van de Sierra die in het late avondlicht fel wit oplichten. De bovenkant van de Sierra bestaat niet uit bergtoppen maar is een langgerekte bergkam waarop de sneeuw als enorme dikke pannenkoek alles afdekt. Op een gegeven moment lijkt het alsof we er recht op af rijden. H’s dag kan niet meer kapot en legt het tafereel wel 20 keer vast.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten