Zo af en toe komt er een vliegtuig aansuizen en moet de baan even worden afgezet! Even verder staat een bezinepomp waar de benzine maar 1 euro per liter kost, ook daar wil menige Spaanse auto naar toe om daarna het landje van 7 vierkante kilometer weer spoorslags te verlaten. Dat is maar goed ook, want met 30.000 inwoners en evenzoveel auto's zitten de wegjes van Gibraltar al voldoende verstopt. 'Onze regering zou meer auto's eigenlijk moeten verbieden' zegt onze Gibraltezer gids die ons naar de rotspunt begeleidt en opbiecht dat zijn eigen gezin ook drie auto's en 2 motoren telt. Maar voordat we vandaag de rots opgaan hebben we de avond ervoor ook al door Gibraltar gedwaald, Op twee of drie kroegen na is er eigenlijk weinig te beleven, hoewel het toch zaterdagavond is. In een echte Engelse pub leer ik H. en de Bielokken voor het eerst Guinnes drinken. Het bevalt uitstekend, zo'n pint met vette schuimrand. Restaurants zien we nergens. We vinden slechts een veredelde hamburgertent pal naast een bowlingbaan alwaar we ons tussen het gekegel door nauwelijks verstaanbaar kunnen maken, maar - wonder boven wonder - het eten smaakt voortreffelijk. Als we uiteindelijk terugkomen op de plaats waar we uit de bus zijn gestapt blijken daar op een hoop allerlei leuke restaurantjes bij elkaar te liggen
We slapen in het Spaanse Linea de Concepcion, op steenworp afstand van de grens, aan de Spaanse kant. Hotels zijn daar veel goedkoper. We hebben het geweten. De matrassen voelen aan als een zandbak en in de nachtelijke uren lijkt het of een heel regiment infanteristen ligt te rampetampen. Alles trilt, bonst en rammelt om ons heen. Ineens is me de betekenis van Linea de Concepcion duidelijk: we slapen boven op de neuk-lijn!
Maar goed, vandaag dan de rots op met een alleraardigste gids die honderduit vertelt over het verschil tussen de edele Engelsen en de boze Spanjaarden; hij oogt Spaans maar beweert volbloed Brit te zijn. We geloven hem. Hij is goede maatjes met de apen, waarvan er een het leuk vind op mijn hoofd te springen en flink aan mijn haren te trekken. "Hij wil een nootje" zegt de gids sussend, en werpt de brutale rekel een pinda toe.
We kijken bovenop de rots ondertussen onze ogen uit, al weet de altijd weer nuchtere Ron op te merken dat de zee er wat hem betreft ook overal hetzelfde uitziet; hoe die man toch ooit ergens enthousiast voor te krijgen is, blijft ons alle drie een raadsel. Nou ja, een leuke winkel van sinkel, daar is meneer wel voor te porren, maar verder kunnen wat hem betreft alle kerken, musea, zeeën en steenklompen het dak op.
Op de terugweg geef ik op de eerste dag van mijn 65ste levensjaar wederom een terugblik op mijn leven ten beste, nu vooral gewijd aan de verschillende amoureuze wegen die ik in Middelburg insloeg en mijn dolle belevenissen in de lokale politiek van dezelfde gemeente; de Bielokjes hebben het immers zelf allemaal van zeer nabij meegemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten