Totaal aantal pageviews

zaterdag 18 april 2015

Pas in El Jadida wordt duidelijk dat ik getild ben

Marokko kent naast de bekende grote steden als Fez en Marrakesh, ook minder bekende plaatsen die op de werelderfgoedlijst staan, zoals El Jadida, zo’n 80 kilometer ten zuiden van Casablanca. Daar tuffen we dan vandaag op een meer dan voortreffelijke tolweg langs de kust naar toe. El Jadida kent een door een dikke ommuring omgeven medina, die anders dan alle andere nogal Europees aandoet met naast allerlei onduidelijk bouwsels  een aantal Portugees en Frans aandoende gevels, drie katholieke kerkjes, een klooster en een synagoge die bovenop de muur gebouwd is. De medina blijkt eeuwenlang te zijn bewoond door vooral Portugezen. De Portugese Joden hadden blijkbaar geen angst voor kanonskogels uit de van zeepiraten vergeven Atlantische Oceaan. We genieten van een heerlijk bakje thee met gevulde pannenkoeken op een terrasje in een prachtig gerestaureerd pandje, met een scheefgezakte slapende man met een gebreide muts in de kleuren van de Marokkaanse vlag ervoor. Die hoort waarschijnlijk ook bij het beschermde erfgoed. In een stadje zelf komen we op ons dwaaltocht door smalle straatjes en kleine pleintjes echter verder geen bleekscheet tegen. De bewoners zijn wel gewend aan fotograferende vreemdelingen en leggen ons geen strobreed in de weg. We sjokken over de dikke muren en kloppen, terug in de stad, aan bij een plek waar volgens mijn rough guide een bezienswaardigheid verscholen zou moeten liggen. Iemand doet de deur open. We blijken bij een gesloten kunstgalerie te hebben aangeklopt. De behulpzame man nodigt ons gelijk uit voor een rondleiding door het gebouw en de verdieping erboven. Dat laatste blijkt een grote vlakte op één hoog waar ooit een Frans of Spaans of Portugees, daar wil ik even van af wezen, garnizoen heeft gezeten. Een groot gat ergens in het midden blijkt uit te zien op en grote ruimte daaronder waarin zich weer een waterput bevindt. Dat blijkt bij nadere inspectie een beroemde ruimte, waarin Orson Welles ooit in 1952 een film heeft opgenomen. Verklaarbaar als je daar eenmaal binnen bent, een filmischer ruimte kun je je niet voorstellen, oordeel zelf.

De open ruimte in het plafond weerkaatst op alle mogelijke manieren in de kelder daaronder, waar de vloer altijd bedekt is met een laagje water. Voldaan van dit bezoek gaan we nog een wandeling maken door de rommelige markt van El Jadid. Mijn vrolijke bui slaat onmiddellijk om als ik een gigantische uitstalplek van aardwerk, waaronder honderden tajines, tegenkom.
Een blik op de prijskaartjes leert me dat ik voor mijn toch met 35 % afgedongen tajine in de medina van Casablanca maar liefst 6 keer te veel heb betaald, daar waande ik me de trotse eigenaar van een tajine voor 24 euro, hier liggen ze voor 4!!! Voorlopig blijf ik de argeloze toerist die overal uitgekleed wordt, ik begrijp ook ineens de zuurzoet lachende marktkoopman die me een snoer vijgen verkocht voor 60 dirham (6 euro), dat hadden er ook niet meer dan 20 of 30 moeten zijn waarschijnlijk. Voorlopig maar niks meer kopen op markten en in winkels. Maar ja, wat dan…..? Een westerling wordt hier gewoon overal een pootje uitgedraaid. Ook een vorm van ontwikkelingssamenwerking zullen we maar zeggen.
Op de terugweg rij ik te hard langs een wagen volgeladen met kippen die in de open lucht worden vervoerd. Pierre krijgt niet de kans dit dierenleed voor het westerse oog vast te leggen. We hebben ons eerste conflict(je) maar leggen dat later bij het zoveelste kopje thee (met vijgen) weer bij. Mijn darmen beginnen vanavond flink op te spelen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten