Totaal aantal pageviews

zondag 26 april 2015

Hebben we morgen een geweldige dag of zijn we er grandioos ingetuind?

De rit voert ons vandaag naar de plaats met de onmogelijke naam: Ouarzazate. Denk maar aan Zelzate, dan lukt het wel. De rit gaat vanuit Marrakech dwars over de Atlas. Vandaag zien we voor het eerst vanaf het centrale plein van Marrakech een enorm lang lint met wit besuikerde bergen liggen. Daarheen gaat de rit dus. De weg is aanvankelijk prima maar wordt richting de bergpas, de Tizipas, steeds slechter. Pierre toont zich een onvervaarde chauffeur en slingert onze Peugeot 208 (of 206?) langs de steile wanden. De besneeuwde toppen komen steeds dichterbij. Boven staat een behoorlijk frisse wind. Maar de tocht naar beneden blijkt pas echt mooi. We komen in een bijbels landschap van wat van verre lijkt op zandverstuivingen, maar hier zijn het nog steeds heuse rotsen. De Sahara ligt pas 200 kilometer verderop. Tegen de hellingen liggen vuurrode dorpjes opgebouwd uit rechthoeken van aangestampte leem. Deze dorpjes zagen er 500 jaar geleden precies zo uit, afgezien van een enkele tv schotel op de platte daken. We genieten van het grandioze landschap dat enigszins doet denken aan Utah en Nevada op weg naar Los Angeles op de route 66, zij het dat de dorpjes nog primitieve zijn dan die in de States. Plotseling staat er een man met opgeheven arm bij een wagen met open motorkap te zwaaien. We stoppen. Het blijkt een Toeareg (woestijnbewoner) te zijn met autopech. Of we hem een tijdje mee willen nemen naar een garage. Bereidwillig als wij zijn voor onze medemens schuiven we onze koffers wat op. Als hij uitstapt vraagt hij waar we naar toe gaan en of we een boodschap willen afgeven aan zijn huis in Ouarzazate omdat hij morgen pas thuis kan komen. Hij weet zijn huis heel precies  aan te geven op ongeveer 5 km van ons hotelletje. Dat hotelletje geeft hij ook meteen aan, dat is maar goed ook, alleen hadden we het nooit gevonden, de  tom tom geeft op de straatnaam weer eens geen thuis. Na deze info stapt hij uit hoewel we in de verte geen garage zien. Maar een Toeareg zal de buurt ongetwijfeld beter kennen dan wij. In de stad vinden we zowel het hotel als de opgegeven plaats vrij gemakkelijk. Als ik ergens aanklop blijk ik inderdaad het juiste adres te hebben gevonden. De betrokken toeareg blijkt de neef te zijn van de man die open doet. We worden meteen uitgenodigd voor een kopje thee, een geste die ik natuurlijk niet afsla. Binnen worden we ontvangen als koningen (zie hier de entourage van het huis waar we zijn binnengetreden).
Omdat de neef ook een woestijnbewoners is doet hij ons meteen een voorstel. Voor een billijke prijs, we hebben immers zijn neef geholpen kunnen we de komende twee dagen met een four wheel drive de woestijn in, de zon zien onder gaan, in een tent slapen en op een kameel rijden. Ik denk er geen seconde over na en Pierre protesteert niet. Voor 50 pietermannen zijn we de bezitter van een officiĆ«el papier waarin het aanbod met de hand door de neef opgeschreven is. Of we meteen maar willen betalen met mijn credit card. Pas als we buiten staan begint het toch een beetje te kriebelen, ging dit niet allemaal heel erg snel en geolied. Is dit allemaal niet heel erg  toevallig. Wie zegt of die Toeareg niet elke dag langs die weg met veel toeristen staat met een zogenaamde kapotte auto. Morgen om 9.00 uur, als we een afspraak hebben met de chauffeur met de four wheel drive weten we of we goede zaken gedaan hebben of onze behulpzaamheid terecht beloond wordt of dat we een oliedomme Peppi en Kokki zijn.
Ons hotel kunnen we in een klein dorpje langs de met palmen ingepakte rivier bereiken langs een steenweggetje waar je nog een ezel overheen zou sturen. Maar binnen worden we in een gezellige ruimte met veel kussens en lampen onthaald op een heerlijke maaltijd. Wie maakt ons wat?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten