Deze aflevering wordt geschreven onder de sterrenhemel van
Marrakech bij een temperatuur om 12 uur ’s nachts van ik schat 22 graden.
Overal om me heen staan tropische planten terwijl op de achtergrond allerlei
muurschilderingen verhalen van mensen die hier eerder geweest zijn. Ik zit op
het boventerras van een hotelletje dat gerund wordt door een Fransman die na 10
jaar omzwervingen op de wereld Marrakech als definitieve standplaats koos en in
twee jaar tijd alles hier op bouwde: een gebouw van drie verdiepingen, rijke
voorzien van vooral Afrikaanse kunst, met prachtige hotelkamers, ook alles met
eigen handen gemaakt. Dit is de poëtische kant van het verhaal. De prozaïsche
is hoe ik aan dit adres gekomen ben. We kwamen na een vrij saaie autorit van
meer dan 500 kilometer tegen het vallen
van de avond hier in Marrakech aan. Het door ons via booking.com bestelde
hotelletje bevindt zich ergens in de mierenhoop van de medina en konden we in
de inmiddels gevallen avond op geen enkele manier vinden. Aan de ingang van de
medina stond ik een papier te bekijken met het adres. Niet doen natuurlijk,
onmiddellijk sprongen er allerlei types op me af waaruit ik er op goed geluk
een uitkoos. Die was vanaf dat moment de man die voor mijn niet alleen dit
hotel uitkoos maar ook zorgde voor een parkeerplek, helpers charterde voor het
vervoer van onze koffers, zodat we de binnen de kortste keren omringd door maar
liefst vier begeleiders door de medina struinden. De afloop laat zich raden.
Voor de dikke deur van het etablissement ontspon zich een heftige discussie
over wat ik voor de geleverde diensten moest betalen. Ik vond een biljet van
100 dirham (= 10 euro) meer dan rijkelijk betaald, maar daar waren de vier ‘helpers’
het helemaal niet mee eens. Omdat ik geen biljet van 100 had maar alleen een
van 200 werd het dus dat. Een van de vier zag dat ik ook nog een briefje van 20
euro in mijn portemonnee had zitten en begon op hoge toon ook daarom te vragen.
Ik was het nu echt spuugzat en heb op niet mis te verstane toon duidelijk
gemaakt dat aan het onderhandelen een eind was
gekomen en dat ze allemaal moesten ophoepelen. Gelukkig ging op dat moment
de deur van het hotel open en maakte het geboefte zich met het reeds veroverde
geld uit de voeten. “Dit soort verhalen hoor ik nu elke dag van elke toerist”
verontschuldigde de hoteleigenaar zich. “Het is een ramp voor het toerisme als
dit zo blijft doorgaan, ze schroeven de prijzen alsmaar op”. Even later zaten
we in een door de eigenaar aanbevolen restaurantje in de souk, waarbij de ober ‘vergat’, nadat ik al een flinke fooi had
gegeten mij een biljet van 100 dirham te retourneren. Ik moest de vrouw achter
de toog die natuurlijk geen woord Frans sprak erbij halen om de ober van de
bovenverdieping terug naar beneden te halen. Verongenlijkt gaf hij me een verfrommeld
biljetje van 100 dirham terug. Welnu, de toon is hier in Marrekech gezet. Om
elke straathoek kun je worden belaagd door iemand die zich van een deel van
jouw portemonnee meester wil maken. Laten we maar zeggen: een gewaarschuwd man geldt voor twee......
Maar het kan ook heel anders. ’s Middags werden we aangehouden door een politiepost omdat we ergens in plaats van 60 kilometer 72 hadden gereden. Ik moest voor dit ernstige vergrijp200 dirham boete betalen. Ik stond op het punt stevig te gaan bakkeleien todat ik me realiseerde dat dit misschien toch niet de juiste houding zou kunnen zijn. In onze reisgids had Pierre ergens gelezen dat je naar agenten altijd beleefd moet zijn en dat dit soms in je voordeel kan uitpakken. Na enig onduidelijk getreuzel waarbij de agent mijn rijbewijs bij zich bleef houden, begon hij op fluisterende toon iets tegen me te zeggen wat ik niet begreep. Toen zijn collega zich wat verder verwijderde stak hij mijn boete stiekem terug in mijn portemonnee. “Vous etes un bonne homme” fluisterde ik hem op mijn beurt toe en maakte me uit de voeten
Maar het kan ook heel anders. ’s Middags werden we aangehouden door een politiepost omdat we ergens in plaats van 60 kilometer 72 hadden gereden. Ik moest voor dit ernstige vergrijp200 dirham boete betalen. Ik stond op het punt stevig te gaan bakkeleien todat ik me realiseerde dat dit misschien toch niet de juiste houding zou kunnen zijn. In onze reisgids had Pierre ergens gelezen dat je naar agenten altijd beleefd moet zijn en dat dit soms in je voordeel kan uitpakken. Na enig onduidelijk getreuzel waarbij de agent mijn rijbewijs bij zich bleef houden, begon hij op fluisterende toon iets tegen me te zeggen wat ik niet begreep. Toen zijn collega zich wat verder verwijderde stak hij mijn boete stiekem terug in mijn portemonnee. “Vous etes un bonne homme” fluisterde ik hem op mijn beurt toe en maakte me uit de voeten
Maar ja, aan het eind van de dag was de Marokkaanse economie
er dus toch 200 dirham extra op vooruitgegaan. Wat de ene hand geeft…..
Nog even moet ik vermelden hoe wij aan het tafeltje in dat restaurantje tussen een
aantal werelden verzeild raakten. We werden aanvankelijk bediend door een
zwarte jongen uit Guinee dit, zo zei hij, van plan was om naar Europa te gaan
omdat hij het leven in Afrika zat was. ‘Toch niet met de boot hopelijk” zei ik.
“Jawel het is voor mij de enige kans op een behoorlijk leven” zei de Afrikaan
eraan toevoegend dat hij op de hoogte was van de gevaren, al twee bekenden van
hem waren in de Middellandse Zee verdronken. Ondertussen begon de reeds
genoemde ober tegen ons een klaagverhaal over de Nederlandse regering die van
plan was om de ‘kinderbijslag’ (dat woord sprak de Marokkaanse ober vlekkeloos
uit) terug te schroeven. De een had niks en wilde van alles, de ander had van
alles maar wilde meer…..
Tja, 'verworven rechten' he?....het is een beetje zoals de bonusaffaire.
BeantwoordenVerwijderenAls je die afpakt van de hoge heren staan ze ook op hun achterste benen, zo ook deze Marokkanen. Die kinderbijslag is inmiddels natuurlijk torenhoog vanwege het aanzienlijke aantal kinders en pak DAT maar eens af, dan zeggen ze: OK, dan komen we het wel halen....op naar het rijke westen! Hebben ze ongelijk?