Totaal aantal pageviews

maandag 27 april 2015

Over de reizigers die niet gingen



Gisternacht schrok in na het eerste slaapje klaarwakker. Een heel vervelend gevoel kwam over me. Ik pakte mijn portemonnee erbij en vond het afschrift van mijn betaling inzake de woestijntocht. Waar ik bang voor was bleek waar. Ik had geen 53 euro betaald voor de trip naar de woestijn maar 530. Alles leek erop te wijzen dat de boeven maar een nulletje aan de prijs hadden toegevoegd, zonder dat ik daar met mijn stomme kop acht op had geslagen, ingepakt als we waren door de vriendelijke woorden van de neef van de man langs de weg met pech. Ik heb Pierre uit zijn bed getrommeld en hem van deze nieuwe nare wending op de hoogte gebracht. Vervolgens heb ik de hele nacht liggen piekeren over een plan de campagne. Ik was er op een gegeven moment uit: ik zou naar de politie gaan en proberen de identiteit van de man van het reisbureau vast te laten stellen door een agent. Daarna zou ik hem dreigen met een rechtszaak vanuit Nederland. Zo bedacht, zo gedaan. Om zeven uur zijn we opgestaan en na het ontbijt heeft de vriendelijke, goed Engels sprekende eigenaar van ons hotelletje ons naar een politiebureau gebracht. Aldaar komen we terecht in de greep van de Marokkaanse bureaucratie. Agenten in donkerblauwe pakken lopen af en aan, geven elkaar veel handen maar doen voor ons niks. Inmiddels gaat het tijdstip van 9 uur, waarop wij zouden vertrekken naar de woestijn, voorbij. Op het politiebureau, waar men de tijd voornamelijk doorbrengt met bij elkaar in en uit te lopen zonder dat iets waarneembaars gebeurt, komt op een gegeven moment iemand tot de ontdekking dat we niet op dit bureau moeten zijn maar op dat van het derde arrondisement van Ouarzazate. Een taxi rijdt ons voor naar het bewust bureau. Daar staat een man in de inmiddels toenemende hitte uit te kijken naar iemand die zich met onze zaak zal gaan bemoeien maar niet komt. Op een gegeven moment worden we naar boven gedirigeerd in een kale wachtruimte ( de Marokkaanse politieburelen maken een zeer versleten, afgebladderde indruk).
Omdat er helemaal niets meer gebeurd steek ik op een gegeven moment mijn hoofd om de deur en vraag hoe het zit met onze zaak. Een man achter een bureau begint uitgebreid te mopperen over zoveel brutaliteit. Uit zijn moeilijk verstaanbaar Frans maak ik op dat  we beter naar weer en ander bureau kunnen gaan. De moed begint ons nu echt in de schoenen te zakken als we andermaal achter een taxi aan naar het derde bureau rijden, nu de nationale gendarmerie. Bij binnenkomst aldaar doe ik voor de derde keer mijn verhaal aan een willekeurige agent die op wacht staat bij, ik kan mijn ogen niet geloven, een enorme vogelkooi waarin een stuk op drie gevangenen zitten of liggen.  met, echt waar, een kommetje water en een homp brood er naast. Eentje wordt juist op zeer hardhandige wijze bij zijn nekvel gepakt en naar een andere ruimte gebracht. Als er nog echte, eerlijke, politiebureaus op de wereld bestaan dan is dat in Marokko. De agent in kwestie wijst ons naar de eerste verdieping. Daar treffen we een agent met iets meer strepen op zijn schouders die ons verhaal met echte belangstelling aanhoort en bezweert dat de onderste steen boven zal komen. Er gloort ineens enig licht in de zaak. Na weer een half uurtje waarin ik vele papieren moet invullen en een aanklacht in het frans moet formuleren, staat ineens de man waarom het allemaal begonnen is voor onze neus. Hij is buiten ons medeweten thuis opgepikt door de politie en naar dit bureau gebracht. Van het bravour van gisteren is bij de man niets meer te merken, hij trilt als een espenblad. Ik som tamelijk hardvochtig al mijn aanklachten tegen hem op: de truc met de wagen met pech, het gebruiken van een organisatie die in feit niet bestaat (onze hoteleigenaar heeft gisteren de telefoonnummers op onze ticket voor de reis gebeld en bot gevangen) en het goochelen met cijfers. Ik stel hem voor de keus, of mij alles terugbetalen of ik dien een aanklacht in. De man, met wie ik nu echt een beetje medelijden begin te krijgen, biedt onmiddellijk aan om mij alles terug te betalen. Hij krijgt een uurtje de tijd van een officier met een ster op zijn schouder om het geld bij elkaar te sprokkelen. Een uur later loopt diezelfde officier nog ongeveer een uur met het inmiddels bezorgde bundeltje geld het kantoor in en uit, waarbij duidelijk wordt dat het uitbetalen van de buit een gebeurtenis is, die met de nodige plechtigheid dient te worden uitgevoerd. Daarvoor moet nog heel lang worden gewacht, vele papieren worden ingevuld en onze paspoorten aan nauwgezet onderzoek worden onderworpen. De officier met het geld verdwijnt weer. Pierre staat op het punt stiekem wat foto's van rondslingerende politiepetten te maken en ik heb zelfs even de aandrang er even een op te zetten. We doen het toch maar niet. Het zou jammer zijn als in het zicht van de haven onze grappen en grollen alles weer in het honderd zouden laten lopen. Er lijkt even geen vordering meer in de zaak te komen. De boef, die alsmaar in dezelfde ruimte zit als wij, gaat steeds angstiger kijken en maakt duidelijk dat hij over een uur wel eens geboeid achter de tralies kan zitten. Maar dan komt een onderknuppel ons dan toch eindelijk de briefjes stuk voor stuk natellen. De dikke stapel van 5300 dirham kan ik met moeite in het bovenzakje van mijn hemd gepropt krijgen. De boef kijkt me smekend aan en ik versnipper met enig gevoel voor drama voor de ogen van de officier mijn aanklacht. De boef slaakt een zucht van verlichting en wij mogen na 5 uur op diverse burelen te hebben doorgebracht eindelijk vertrekken. Een triomfantelijk gevoel verbergen gaat me moeilijk af. We drinken er daarom maar eens een extra bakje thee op in de schaduw van prachtige kubistische gebouwen die in Ouarzazate staan, we zijn hier echt aan de noordkant van de Sahara terecht gekomen. De bouwstijl van steden als Timboektoe kun je hier al terug zien. We rijden door een landschap dat al als decor heeft gediend in talloze Hollywoodproducties zoals The Gladiators, Ben Hur, Cleopatra en zelfs een James Bond film. De route die we rijden gaat door een vallei die de Vallei der Dadels heet vanwege de duizenden palmen die prachtige oases vormen. In een daarvan gaat we in het broeierige klimaat rondwandelen, je waant je aan de oevers van de Nijl.
We zien een werkelijk prachtig gerestaureerd gebouw liggen, een tot hotel omgebouwd oud paleisje. Aldaar worden we, met het uitzicht op “de Nijl” met op de achtergrond de besneeuwde toppen van de Atlas voor het eerst deze vakantie op een biertje getrakteerd. En laat ik nou eens vinden dat we dat ook echt verdiend hebben!

2 opmerkingen:

  1. Dus je kan (zie het verhaal van de dag ervoor) in de toekomst kijken ook nog...? Of berustte de onzekerheid over de zogenaamde buitenkans op eerder opgedane ervaringen in verband met buitenland en huurauto's? Hoe dan ook heb je je er vreselijk goed uit gered!!! Petje af! Op naar Timboektoe!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Tjee Tjeu, dat jou dit moet overkomen, goed van vertrouwen als jij bent.
    Wat moet je wederom teleurgesteld zijn in de onbetrouwbaarheid van je medemens.
    Heb overigens wel gesmuld van jouw verhaal hoor, en Ab met mij, haha, maar dat even terzijde. Een aardige bijkomstigheid is, dat je nu met de Politie hebt kennisgemaakt en met hun 'snelle' werkwijze. Dat zou anders toch niet zo snel gebeurd zijn, dus weer een ervaring rijker toch?
    Ook mijn complimenten hoor voor je vasthoudendheid. Weer wat geleerd!!
    Maak er nog een mooi slot van samen en kom veilig weer thuis.
    Liefs van Lot.
    Die prent van Pierre is weer hilarisch. Hij kan het als geen ander!! Ik geniet!!

    BeantwoordenVerwijderen