Met moeite nemen we afscheid van onze prachtige plek aan het
meer van Hawea.
Ten eerste vanwege de prachtige omgeving, ten tweede vanwege
het heerlijke zwemwater, we duiken er allebei dus eerst nog eens uitgebreid in
maar op de derde plaats ook omdat Hannah gisteravond haar kroon op het
strand heeft verloren; niet het onderdeel van een koningsgewaad, maar dat ding
dat men in zijn mond hoort te hebben en niet op het strand tussen de kiezels.
How comes: H. koopt deze vakantie regelmatig van die heerlijke toffees van
Mackintosh in de smaken mint, caramel en cocos. Van meet af aan heeft ze
daarbij haar grote kind er op geattendeerd op die toffees alleen te zuigen; ga
je d’r op kauwen, dan blijft gegarandeerd een van je kronen aan zo’n lekkernij
vastzitten met alle gevolgen van dien. Trouwhartig als ik ben in het opvolgen
van de aanwijzingen van H. zuig ik al vanaf de eerste dag ‘op de Macktintosjes; maar wier kroon blijft er aan
een toffee plakken? Die van de onderwijzeres zelf! Op het strandje haalt H. het
zaakje uit haar mond en – ploink – daar valt de kroon van de toffee af. Heel
slim markeert ze de plek met een stapeltje stenen, maar zelfs na een uur zoeken
blijft de kroon foetsie. De volgende dag, na het zwemmen, gaat ze weer met haar
neus op het strand zitten zoeken. Totdat ik toeter dat we nu echt weg gaan. Het
is inmiddels half twee. Met een tochtend gat in haar kiezen aanvaardt H. de
rest van de reis. Ik bied nog aan om langs een tandarts te rijden, per slot van
rekening ben ik in Auckland ook al naar de dokter geweest met mijn verstopte
oren, maar dat wil ze niet.
Die ochtend heeft H. vol moederlijke gevoelens naar de
eenzaam op het strandje poserende rastajongen zitten kijken; “wat zou er nou
toch door zo’n jongen, zo heel alleen, heengaan?”. Zo’n vraag kan alleen
gesteld worden door een moeder. “Zou íe honger hebben, ik heb hem nog niks zien
eten. Wacht, ik geef hem een appel en een energiereep”. Dit keer wordt het
aanbod door de rastaknaap dankbaar geaccepteerd. H. blij, hij blij, iedereen
blij.
De weg naar Queenstown voert langs ruige bergen maar ook
vele wijngaarden. Dát vind ik toch wel een van de onverwachte kanten van deze
reis: de natuur oogt veel zuidelijker dan ik had verwacht. Per slot van
rekening zijn we nu in het meest zuidelijke deel van het Zuider Eiland terecht
gekomen, maar nog steeds wijn, wijn en nog eens wijn. Wel vooral witte, en dat
kan natuurlijk wel, want dit gedeelte van Nieuw Zeeland zal zich ergens op
dezelfde breedtegraad als Zuid Duitsland bevinden schat ik zo in. Maar dat we
rondom Wanaka en Hawea nog volop palmpjes zagen vond ik verassend. Ergens in de
verte lonkt immers Antartica toch al. Hoe is anders te verklaren dat we onderweg
langs de kust soms gewaarschuwd werden voor overstekende pinguïns? Wat ik ook
zo vreemd vind is dat we in de fruitstalletjes in deze fruitschuur van Kiwiland
nergens kiwi’s aantreffen. Dat zou je toch verwachten? Maar nee, een kiwi is
hier zeldzamer dan in een gemiddeld fruitschap van Albert Heijn.
Onderweg passeren we de Kawarau-bridge, de plek waar het
bungy jumpen zo’n beetje uitgevonden is. We zien twee waaghalzen, een jongen en
een meisje, aarzelen op de rand van het platform alvorens ze met gespreide armen de diepte in
duiken.
(foto vergroten om het meisje te zien vallen)
Hoe komt het toch dat tegenwoordig zoveel jongeren dat durven terwijl
ik in mijn broek zou doen als ik moest springen. Maar ja, op de kermis durfde
ik ook al niet in de rondzwierder terwijl allerlei klasgenoten dat zonder
blikken of blozen deden. Hanneke kijkt met des te meer ontzag omdat Bram hier
op dezelfde plaats ook zo’n doodsduik heeft gemaakt.
Rond een uur of zeven komen we aan op een onverwachte
camping in Mossburn,”of all places”. Zelfs de Lonely Planet maakte er geen
melding van. “Of we gezellig komen kijken naar het voederen van de lammetjes,
dat gaat zo beginnen”. Hannah: “Nou nee, we hebben geen kinderen bij ons”.
Zelden heeft zij iemand na deze op zich juiste mededeling zo beledigd zien
kijken. Op de camping zijn we het enige tentje naast een stuk of vijf campers,
het seizoen loopt duidelijk ten einde.
Han toch wat sneu voor je, maar ja dat laat je gewoon in Nederland weer fixen toch?
BeantwoordenVerwijderenWat een prachtig plaatje trouwens van jou in het water met op de achtergrond de Remarkables, die bergen, schitterend!
Ook wij hebben met grote ogen gekeken naar die dappere springers. Nooit van zijn leven krijg je mij daartoe. Alle begrip hoor Tjeu, en inderdaad heel dapper dat Bram dit heeft gedaan.
Misschien zou Ab ook wel zo gekeken hebben na die opmerking van Han over de lammetjes haha!! Tja dierenliefhebbers haal je er zo tussenuit;-)
Lieve luitjes, jullie zijn al aardig bijgekleurd denk ik. Genoeg zon voor een heel jaar! En de zomer moet nog komen, bofkonten zijn jullie.
Dagdag have fun en tot snel weer.
Liefs Lot
Volgens mij zijn jullie zwart als jullie thuis zijn, in ieder geval papa! leuke foto's maar wel veel leesvoer hoor, hallelujah! Ik ben benieuwd naar de verhalen :)
BeantwoordenVerwijderenGroetjes Roos!