Wat zijn we toch dombo’s. Jaren achtereen bivakkeren we nu
al aan de Spaanse kust. Daarbij moet je je niet laten misleiden door het
fantastische weer aan de zuidrand van de Sierra. Bij ons huisje was het vanmorgen
17 graden, strak blauwe hemel. In korte broek, H. korte mouwtjes, togen we naar
het 125 kilometer verder, aan de andere kant van de Sierra Nevada gelegen, door
de Lonely Planet aanbevolen plaatsje Guadix met naast een fraai stadscentrum
ook merkwaardige grotwoningen. Al richting de Sierra zien we de donkere wolken
hangen. Een half uur later rijden we in de regen onder een asgrauwe lucht langs
Granada. Net zoals vorige keren is het weer aan de zuidkust geen enkele
graadmeter voor het weer achter de Sierra. Daar is het gewoon Nederlands weer,
nat en koud. Daar sta ik dan een uur later in mijn korte broek te bibberen voor
de kathedraal van Guadix. Die blijkt potdicht op zo’n kille maandag in
februari. Gelukkig heeft H. per ongeluk
haar jas in de auto en is er een alleraardigst café waar de houtkachel brandt
en Dire Straits op de speakers staat. We
slenteren vervolgens door het compleet verlaten centrum waar alles gesloten is.
Ook dat waren we weer even vergeten, dat in Spanje ook in de winter alles
tussen 13.00 uur en 16.00 uur gesloten is. Maar…. naar mate we door het
druilerige stadje slenteren wordt het stadje steeds interessanter. We lopen
door een oude wijk, die bijna op instorten staat. Uit affiches die overal
hangen maken we op dat de plaatselijke bevolking boos is op Politicos Nuestros
(onze politici), die veel beloven maar weinig doen. Dat heeft beslist met de
staat van verval te maken van deze Barrio Latino (Latijnse wijk) van Guadix.
Door de bouwvallen heen zien we dat dit eigenlijk een prachtige wijk is, als er
maar eens begonnen werd met restaureren. Dan komt de Barrio Cuevas, de
grottenwijk, in zicht. Een merkwaardige
hobbitachtigewijk ontvouwt zich. Tegen een soort duinen, maar dan van rots,
hebben zich in vroeger eeuwen bewoners grotten gehakt. In de vorige eeuw zijn
die grotten voorzien van alleraardigste geveltjes en schoorsteentjes bovenop de
rotsen, waardoor een merkwaardig soort woningen zijn ontstaan. Eigenlijk is
alleen de voorkant huis, de rest is grot. Een van die woningen kunnen we
bezichtigen. We blijken de eerste en voorlopig ook de enige bezoekers. Met alle
geduld van de wereld legt de gids ons uit dat deze grotten in de 16e
eeuw uitgroeiden tot dorpen van moslims die uit Granada waren verdreven door de
katholieke koningen. Als ze zich koest hielden mochten ze zich in deze nederige
woningen schuil houden. Maar, aldus de gids, deze woningen zijn ook het toppunt
van duurzaamheid. Er hoeft nooit gestookt te worden, in de hete zomers is het
binnen koel, in de koude winters binnen behaaglijk. Er worden geen
bouwmaterialen verspild, kortom zeer duurzaam. De eerste kamer, onmiddellijk na
de voordeur, is meteen de huiskamer, want de enige kamer met daglicht. Achterin
hielden de meeste bewoners varkens. Dat zal
heerlijk geroken hebben, opper ik. Ja, maar het zorgde ook voor vlees
het hele jaar door na de slacht, aldus de gids. Ja, zo heeft elk nadeel zijn
voordeel. Bovenop het hobbitdorp schiet ik deze merkwaardige plaatjes, waarbij
een blik rondom Guadix leert dat overal een steile rotswand ligt; het zou mij
niet verbazen als Guadix in de reuzenkrater van een heel oude vulkaan ligt. Hoe
is anders die kraterwand rondom verklaarbaar. Ik vind er nergens iets over.
Het weer is inmiddels iets verbeterd en we hebben inmiddels zo’n goede zin gekregen dat we, Venlose
carnavalsliedjes zingend, in marstempo de afstand naar beneden naar de stad teruglopen, het
is per slot van rekening carnavalsmaandag. Verbaasd kijken de Spanjaarden ons
na.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten