Totaal aantal pageviews

maandag 17 september 2018

Athos door de ogen van een ongelovige

1.
 Vandaag dus naar de Griekse versie van Monnikendam; het onafhankelijke mannenstaatje op de
berg Athos. Er mag geen vrouw naar binnen, ook  vrouwelijke dieren niet. Alleen kippen zijn toegestaan vanwege de eieren die nodig zijn bij het maken van verf voor de iconen. De weg naar Athos blijkt bezaaid met hindernissen, formaliteiten en misverstanden. Bij de boot in Ierissos sta ik niet genoteerd, dus krijg ik daar vanuit de auto die aan de haven staat geparkeerd, geen permit uitgereikt. Dus maar door naar het een kwartier verder gelegen Ouranoupolis. Daar wemelt het van de pelgrims, dus ik lijk goed te zitten . Op het permitbureau sta ik wel ingeschreven maar pas voor volgende week zondag. Het loket klap dicht. Goede raad is duur; ik probeer het nog eens na telefonisch overleg met H.. De ambtenaar, die duidelijk geen woord Engels spreekt verwijst me door naar de collega naast hem. Na enig aandringen begrijpt deze de situatie en geeft de andere ambtenaar het teken dat het alsnog akkoord is. Zijn collega sloft  naar het kopieerapparaat  en presenteert alsnog het fel begeerde document.  Als ik beleefd vraag of er nog een boot gaat (die boot die ik moest hebben is al lang vertrokken) wordt er geërgerd  " JAHAA" geschreeuwd .Ik ren naar een boot die klaar ligt, maar daar blijkt dat ik een kaartje moet kopen op het bureau waar ik net vandaan kom. Dus weer terug.. Met veel armgezwaai maakt men daar duidelijk dat ik verderop moet zijn voor en ticket. Maar de man daar haalt zijn schouders op en zegt dat ik toch echt op de boot moet zijn.  Zuchtend en vloekend ren ik weer naar de boot.,die precies voor mijn neus wegvaart. Ik ben nu in alle staten en bereid alle kloosters in  Griekenland plat te branden!  Terug naar het  bureau  waar ik met mezelf afspreek heel rustig en beleefd te blijven. Dat blijkt te werken. De enige Engels sprekende beambte legt me nu pas ui9t dat je op de ene boot het kaartje moet kopen bij een ticket office en op de andere boot op de boot zelf. Wie het nog snapt mag het zeggen. Enfin, uiteindelijk verkrijg ik toch een permit en een kaartje en kan ik anderhalf uur later dan gepland alsnog naar het Griekse Monnikendam.

Op de boot valt mij op dat een monnik als maar selfies staat te maken.
Wat zou God er van vinden dat een van zijn discipelen zijn eigen beeltenis misschien wel even belangrijk vindt als die van Hem. Maar er daalt geen bliksemschicht uit de staalblauwe hemel en het schip wordt niet door een huizehoge golf verzwolgen. Laten we dus aannemen dat de barmhartige God het allemaal wel best vindt.

Ik ga met een minibusje vanaf een haventje naar het verdeelcentrum midden op het eiland waar busjes de pelgrims naar de verschillende kloosters rijden. Ik zie veel jonge paters en menigeen heeft een mobiel. Men gaat hier toch enigszins met zijn tijd mee. Alle busjes zijn van het merk Mercedes; ook niet slecht! Sommige paters verplaatsen zich in een Range Rover of een Jeep; kan minder. De wegen zijn echter erbarmelijk; we moeten, met zijn twaalven opgepropt in een busje, soms stapvoets rijden om een beetje om de kuilen en keien heen te zeilen. Na een uur sta ik voor het oudste en grootste klooster op het eiland, Mengiris Lavras. Ik loop door een middeleeuwse poort waarna ik aanbeland  lijk in een boerendorp uit de 18e eeuw. We worden ontvangen met een klont turks fruit en - inderdaad - een glaasje brandewijn. Dat vind ik nou echt aardig. Na wat toespraakjes in het Grieks wordt ik met de enige andere buitenlander, een Rus, op een aparte laapzaal gelegd waar op een bed na, alle overige leeg zijn. Weinig buitenlanders vandaag dus.
Voorlopig kan ik aan het fotograferen slaan en dit verhaaltje schrijven., voortdurend lastig gevallen door heel veel vliegen.





2.
Voor de avondmaaltijd ga ik al meteen in de fout. Ik heb uit de Griekse inleiding die bij aankomst van de groep is afgestoken, niet begrepen dat er a) een avondmaaltijd was en b) dat die vooraf wordt gegaan door een dienst. Ik hoor vanuit de kerk gezang en weet dus dat ik te laat ben Ik zet mij voor de kerk neder naast de duizendjarige cipres
en krijg gezelschap van een oude monnik. Hij vraagt waar ik vandaan kom. Holland? Ah, Rotterdam en Terneuzen, zegt 'ie. Het moet niet veel gekker worden. Dat zijn precies de plaatsen waar zich mijn beide boeken afspelen! Hij blijkt een zeeman te zijn geweest die in genoemde plaatsen heeft vertoefd. Ik vergeet van pure verbazing te vragen of hij ooit in Porgy en Bess is geweest. Maar goed ook, want hij zegt na zijn pensioneirng de zondige wereld de rug te hebben toegkeerd en monnik zijn gewordenl De mens kan kiezen voor God of Satan, maar het lijkt er op dat men steeds weer voor het laatste kiest, aldus mijn buurman. Hier proberen wij proberen wat daaraan te doen door dichter tot God te komen. Plotseling tikt hij op mijn knie. Of ik mijn beide voeten op de grond wil zetten. Blijkbaar zijn over elkaar geslagen benen niet passend als op een afstandje de voorganger uit de kerk voorbij komt.
Dan de eetzaal in.
Een langwerpige zaal, van onder tot boven vol met freso's. Gedurende de maaltijd staat een oude monnik voortdurend uit een dik boek voor te lezen. Met elkaar praten aan tafel lijkt niet de bedoeling. De monniken zijn allen getooid met een fez met een zwarte sluier en wisselen geen woord met elkaar. Eens gezellig met elkaar het nieuws doornemen is het hier niet bij.  De maaltijd zelf is sober maar best lekker, rijst met een zweem van tomatensaus, feta en een ijzeren beker zure, rode wijn erbij. De perzik vergeet ik mee te nemen omdat we ineens allemaal moeten gaan staan als de voorlezer met zijn gevolg de eetzaal verlaat.
Dan na het eten onmiddellijk weer de kerk in
Hoewel die officieel "katholikon" heet staan katholieken klaarblijkelijk niet goed aangeschreven. Als ik besluit om toch maar aan te schuivesn in de rij die de uitgestalde relekwien gaat kussen, wordt ik door een monnik ruw uit de groep weggestuurd. Orthodox? Fluistert hij in mijn oor. Nee, katholiek, lieg ik. Eruit! De monnik  achter de tafel met relekwieen is echter een meer eoecumenische gedachte toegedaan en gebaart dat ik toch mag aanschuiven. Ik kus alle relekwieen. Zogenaamd, want ik zorg dat ik met mijn lippen al door duizenden bezoekers besmette voorwerpen niet aanrak. ik zou eens orthodoxitis kunnen krijgen! Misschien hoor ik als heiden eigenlijk wel in de hel. Die staat treffend overal afgebeeld. Een fanatiekeling heeft de vrijheid genomen om in de eeuwenoude fresco's overal de ogen van heidenen in de hel weg te krassen 
Of ik als katholiek daarbij hoor weet ik niet zeker, maar denk van wel. Benieuwd of Satan mij vannacht op mijn brits met rust laat.

3
Niet dus! 's nachts  blijken er nog meer Russen op de slaapzaal bij te zijn gekomen, die allemaal vrij rumoerig zijn; een van hen heeft een spuitbus bij waarbij hij zijn matras en dat van zijn companen uitvoerig gaat ontsmetten
. Ook de onderkant van de matrassen wordt ter hand genomen. Met een zaklamp wordt de vloer minitueus onderzocht. Blijkbaar wemelt het van het ongdierte aan het geroezemoes te horen. Opeens lig ik helemaal niet meer zo lekker op mijn matrasje. Wordt deze via slechts een deurtje te bereiken zaal ooit wel eens gelucht en worden de lakens regelmatig verschoond? Op een eiland zonder poetsvrouwen heb ik daar zo mijn twijfels bij. De paters hier in hun lange zwarte stoffige soepjurken lijken me niet heel erg frisse jongens. Op een gegeven moment wordt al het gedoe om me heen te gortig en roep ik de Russen via mijn buurman George, met wie ik eerder die dag heb kennis gemaakt, tot de orde. Daarna wordt het stil en kan ik een paar uur slapen voordat ik om 3  uur in de nacht een monnik op een ijzeren plaat hoor rammelen. Dat zal het teken zijn dat de mis gaat beginnen.Maar als ik over de binnenplaats loop is het overal stil. De kerkdeur is dicht. In de lauwe nachtlucht hoor ik slechts de roep van een uil. Onverrichterzake keer ik weer terug naar de slaapzaal. Als ik weer wakker word is het inmiddels half zes en is de dienst al een uur aan de gang. Ik kleed me snel aan en ga eerbiedig op de drempel van de kerkdeur staan. Binnen valt een flauw kaarslicht waar te nemen en dreunen twee stemmen een eindeloos lange litanie af. Al snel vind ik het helemaal niet erg dat ik een uur van deze sessie gemist heb. Het gemurmel gaat eindeloos voort. Af en toe fladdert een zwarte schim voorbij Blijkbaar mag men tijdens de verspers (of metten of wat dan ook) gewoon heen en weer lopen. Ik blijf echter keurig op de drempel. In de verte prevelt een monnik bij kaarslicht vanuit een boek zijn eigen gebed. Dan komen er een aantal schimmen uit het eerste deel van de kerk en gaan tegen de klapstoeltjes in het tweede gedeelte staan. Ik voeg me maar bij hen. Het gebed gaat eindeloos door, waarbij het me opvalt dat zo nu en dan een zinnetje wordt overgenomen door een stem uit een ander gedeelte van de kerk. Een prima manier om te kijken of iedereen wel bij de les blijft. Aan het eind begint buiten weer iemand op een houten bord te slaan. Hoewel de dienst nog niet afgelopen lijkt, dwingt de vroege vertrektijd van ons busje ons gezelschap leken de kerk uit. Tegen het ochtendkrieken stappen we in de bus om aan de hobbelige terugreis te beginnen. Op de radio gaan de gebeden vgewoon door. Ik hoor  kyrie eleison
 wel twintig keer achter elkaar.
Al met al vind ik het bizar dat al meer dan duizend jaar een groep monikken, jong en oud, ver van de bewoonde wereld, meent op deze manier de zondige aarde een stukje dichter richting God te duwen. En dat alles zonder enig overtuigend bewijs dat al hun inspanningen ergens toe hebben geleid; sterker nog, Satan regeert nog steeds of misschien zelfs steeds meer, aldus de enige monnik die ik gesproken heb..

3 opmerkingen:

  1. Tjeu, of moet ik je deze keer Thomas noemen, wat een verhaal! Je zal wel bevestigd zijn in je atheïsme. Wat doen in godsnaam al die Russen daar?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Prachtig verhaal, "ouwe heiden". Vanwege het " onkuise" gastenverblijf niet direct iets voor een " imitatio Tjeutje". Wat mij betreft dan...Voor de orthodoxe Russen kennelijk "een must". En tevens wel geprepareerd met hun "operationele spuitbussen "...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Probeer mijn reisroman (Davidsfonds 2001) Grieks Vuur eens (https://www.bol.com/be/nl/p/grieks-vuur/1001004001309324/) met daarin uitgebreide Athosnovelle over mijn trektochten door Athos schiereiland in de jaren negentig. August Thiry. kan je eventueel nog wel een exemplaar bezorgen. Laat maar wat weten. thiry.a@skynet.be

    BeantwoordenVerwijderen