Totaal aantal pageviews

zondag 7 augustus 2016

De koorknaap heeft boete gedaan

Zaterdag 6 augustus, Hallingdal – Staafkerk Hedalen, 92 km

Zoals al vele malen gememoreerd vond ik het eigenlijk niet helemaal door de beugel, dat ik mij per treintje naar een hoogte van 1200 meter had laten tillen, om vervolgens weer makkelijk af te dalen richting Oslo. De oude koorknaap, die ik ooit was, wist dat dit bedrog, deze zonde, ooit tot penitentie, tot boetdoening voor de niet katholieken, zou moeten leiden. Welnu, die boetedoening heb ik vandaag gedaan. De kelk is tot de bodem toe leeg gedronken. Klinkt dit allemaal al niet kerkelijk genoeg, dat is het slot van dit verhaal dat ik de nacht doorbreng in een bijgebouwtje van een eeuwenoude staafkerk, een typisch Noors fenomeen.

Ik besloot, nadat ik weer een kilometer of 30 aan het dalen was op een doorgaande, nogal drukke rijksweg, het roer maar eens om te gooien, en ik sloeg de volgens mijn gps Nationale Fietsroute nummer 4 in. Al meteen begon de weg enorm te klimmen en ik moest dat vervolgens een halve dag volhouden. Daarna zat ik op 900 meter hoogte in een uiterst onherbergzaam Noors dennenlandschap



. Voor zover ik nog te weinig van de pure, rauwe, onbezoedelde Noorse natuur had meegekregen, kreeg ik het nu vierkant op mijn bordje geserveerd; het geheel overgoten met een zondvloed die onafgebroken duurde van half tien in de ochtend tot het moment waarop ik afstapte om half zes ’s middags. Om half vier ’s middags had ik in de gietende regen nog niks gegeten. Bij een eenzaam huis met een afdak met een tuinsetje eronder informeerde ik of ik daar mocht zitten om wat te eten. Dat mocht, sterker nog; een kwartier later kwam de eigenaar aanzetten met koffie en vers gebakken pannenkoeken. Kijk, dan ken ik de Noren weer.  Om half zes was ik inmiddels zo verkleumd (ik schat de temperatuur op maximaal 10 graden) dat ik nauwelijks meer kon remmen; afgezien van het feit dat mijn remblokjes bijna niet meer werken, ze moeten weer hoognodig vervangen worden. Met verkleumde handen kon ik dat wel vergeten. Toen ik stopte bij een staafkerk (een eeuwenoude houten kerk, opgebouwd volgens een bepaalde bouwconstructie waarvan palen (staven) op de hoeken de essentie vormen) wist ik één ding zeker; vandaag rijd ik geen meter meer. Ik ontdekte in een nabijgelegen gebouwtje namelijk een overkapte ruimte met een houten vloer die droog was; dat zou mijn nachtelijke verblijfplaats worden. Er kwam net een ploegje bezoekers uit de staafkerk; de gids informeerde naar mijn plannen en keek erg bedenkelijk. “ Dit is toch een kerk, een opvangplek voor daklozen” bracht ik als ijzersterk argument in. “ Doet u maar net of u mij niet gezien hebt, ik zal morgenvroeg op tijd weg zijn. Enigszins overtuigd verliet de gids het terrein en schrijf ik nu dit stukje met uitzicht op het 10 meter verderop gelegen kerkhof. Als de doden vannacht maar in hun graf blijven liggen! Tenzij ze warmte af geven; dan mogen ze lekker naast me komen liggen.

2 opmerkingen:

  1. Altijd gedacht dat masochisme meer een reformatorisch-protestantse dan een roomsch-katholieke zonde was....maar zo langzamerhand heb je me wat dit betreft helemaal bekeerd!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Echt weer iets voor jou, om zo te eindigen..

    BeantwoordenVerwijderen