Totaal aantal pageviews

vrijdag 25 oktober 2013

vervolg Sjanghai


Even iets rechtzetten, misschien heb ik gisteren de indruk gewekt dat het er hier in Sjanghai overal zeer gelikt en uiterst westers uit ziet. Dat geldt zeker voor de winkelstraten maar niet voor de straatjes daartussen. Daar zie je vaak het oude China: uitgesproken rommelige pandjes met overal rotzooi. China heeft dus duidelijk twee kanten, de jonge, dynamische, internationale kant en de kant van de oudere, traditionele Chinezen. Daar zitten ook de eettentjes waar we tot nu toe geen stap over de drempel gezet hebben. Ze ogen vettig en vies en het stinkt er erbarmelijk. Die slaan we dus tot op heden over. Als het er van komt en we overleven het horen jullie er van.
Vanmorgen laat ik Jur lekker uitslapen en ga ik alsnog een bezoek brengen aan de residenties van Sun Yat Sen en Zhou En Lai, de laatste was de minister van buitenlandse zaken die de betrekkingen met het westen aanhaalde.  Beiden leefden in tamelijke sobere, maar toch mooi ingerichte villa’s.  De woning van Zhou En Lai werd door de geheime agenten van de Kwo Min Tang (de nationalisten van Tsjang Kai Tsjek die later naar Taiwan vluchtte maar in 1946 nog de macht had in Sjanghai) uit de tegenoverliggende woning voortdurend in de gaten gehouden.  Sun Yat Sen was voor 1900 nog ingenieur bij de spoorwegen, dus ik krijg ook een beeld van de ontwikkeling van de spoorwegen in het onmetelijke rijk. Het blijft me fascineren, mensen die vanwege hun uitzonderlijke kwaliteiten zich ontwikkelen tot leiders van miljoenen. Wat je ook tegen leiders kunt hebben; ze zijn er onvermijdelijk altijd. En deze leiders bevrijdden de bevolking van het feodale tijdperk van de keizerlijke dynastieën en stootten China op in de vaart der volkeren. Zie eens wat er van gekomen is in net iets meer dan 100 jaar! De grote sprong voorwaarts van voorzitter Mao is alsnog gerealiseerd (alleen precies niet op de manier die hij voor ogen had (en ook niet voor iedereen, zie hierboven)). Terwijl Mao een anti intellectuele boerenleider was, waren Sun en Zhou wel echte intellectuelen. In een vitrine wordt als een van de boeken die Sun las een verhandeling getoond over moderne filosofie van Bertrand Russell.
Eindelijk lukt het me dan toch om aan een ATM 1000 Yuan Remninbi te ontfutselen en kan ik een jus met een bananencakeje naar binnen werken, nog liever even geen dumplings o.i.d.
In de middag gaan we samen naar de Yu tuinen. Het is eerlijk gezegd Volendam op zijn Chinees. De tuinen zijn prachtig aangelegd, vol met bonzai bomen en prachtige houtgesneden oude pagodes, maar het aantal toeristen stuit met name Jur tegen de borst. Hij noemt mijn gedrag hét voorbeeld van de Modeltoerist: de Registrator. Ik kan niet ontkennen dat een reis voor mij niet geslaagd is als ik niet thuiskom met enkele honderden foto’s als ansichtkaarten. Ik registreer inderdaad nauwgezet waar ik geweest ben. En als ik weer thuis ben draai ik zo’n lichtbeeldenshow ook meerdere malen op mijn flatscreen af, het liefst met passende muziek er onder. Is allemaal waar. Vind ik heerlijk. Ik laat me door Jur dus ook niet tegenhouden en fotografeer er lustig op los. Helaas  kan ik er vanwege het ontbreken van mijn snoertje hier niets van tonen. De foto’s die op faceboek mijn aankondigingen versierden waren van Google Images geplukte foto’s. Dit voor degenen die me complimenteerden met de fraaie opnamen van de smog in Hongkong!!
Ik vergat nog te melden dat café’s en bars in het stadsbeeld van Sjanghai en Hongkong volledig ontbreken. Ik telde er in Sjanghai tot nu toe welgeteld 3. In één ervan hebben we dure biertjes gedronken.  Jur, de dokter, doceert dat het Chinezen minder ethanoldehydrogenaze in hun mik hebben dan westerlingen: een stofje dat in je bloed alcohol afbreekt. Daardoor worden ze heel snel dronken of ziek van alcohol. Wat ze dán innemen om een beetje tipsy te worden is onduidelijk; de opiumtijd is duidelijk achter de rug en andere drugs zijn streng verboden.  Wat trouwens ook opvalt is (afgezien van de rommelige steegjes en huisjes)dat de binnensteden brandschoon zijn. Nergens een sticker, een mopje kauwgum of graffiti. Volkomen afwezig. De Chinezen zijn vreselijk gedisciplineerd, misschien mede bevorderd door de grote hoeveelheid geüniformeerde toezichthouders op straat. Wie hier de regels overtreedt, zo denk ik, kan een fikse straf tegemoet zien in – wie weet – een onherbergzaam oord ergens ver weg in west of noord China. Anders kan ik niet verklaren waarom van een opstandige jeugd op geen enkele manier iets blijkt.
In de avonduren naar het hypermoderne Pudong aan de overkant van de Huangpu rivier. Jur maakt zijn oude vader wijs dat we met een pontje over moeten omdat de rivierbodem te slap was om er metrolijnen in aan  te leggen. Tot mijn verbazing zie ik, als we de metro uit zijn op weg naar de ferry, de enorme, kermisachtig oplichtende gebouwen steeds dichterbij  komen zonder dat we een ferry zien. Het lijkt verdorie wel of we al aan de andere kant zijn, zeg ik, zo dichtbij lijken die gebouwen te staan. Is ook zo, schatert Jur, natuurlijk ging er wel een metrolijn naar de overkant . Studentenhumor.
Als we eindelijk oog in oog staan met de gebouwen van de Bund, maar dan aan de overkant, draait iemand om precies 22.00 uur alle lampen uit. Sjanghainese zuinigheid waar we in Hongkong niks van gemerkt hebben, daar blikkerde en flikkerde alles door  tot in de kleine uurtjes.



2 opmerkingen:

  1. Ach trek je maar niks aan van Jur hoor Tjeu, ik kom graag een keer al die foto's (met of zonder bijpassende muziek) van jullie reis bekijken! Na het lezen over jullie avonturen ben ik zo langzamerhand wel nieuwsgierig geworden naar de bijbehorende plaatjes!

    BeantwoordenVerwijderen