Vandaag hobbelen we over de Route Napoleon, de weg waarover
de kleine keizer na zijn gevangenschap in Elba vanuit Marseille in een maand
tijd weer Parijs wist te bereiken. Onderweg steeds meer overlopende troepen
verzamelend; zonder slag of stoot bereikte hij met een enorm leger Parijs en
greep opnieuw de macht. Helaas dacht hij dat niets hem meer kon stoppen en ging
hij vrolijk door naar het noorden om in Waterloo zijn Waterloo te vinden. Op
die route dus bevonden wij ons vandaag. Markante bergen duiken aan weerszijden
van deze route op. Gelet op de vele malen waarop wij hellingen van 12 % nemen
moet het begin negentiende eeuw een heidense klus geweest zijn om met louter paardenkracht
kanonnen, proviand en de hele mieterse mikmak over deze weg gesleept te
krijgen. Hoe makkelijk gaat het ons dan nu af met Mark Knopfler en J.J. Cale op
de speakers. Bij “Saling to Philadelphia”, dat ongelooflijk schone nummer met
Mark Knopfler en James Taylor in koor, denken we terug aan onze reis over de
Icefield Park Way in Canada. De bergformaties en de wild stromende rivier langs
de weg doen ons er sterk aan herinneren. Zo’n mooie reis maken we misschien
nooit meer maar verder ziet alles er vandaag weer even geweldig uit. Via Gap
rollen we bij Savines de brug over die het imposante Lac de Serre Poncon
doorsnijdt. We zoeken eerst linksaf een camping op, die we herkennen als de plek
waar we tien jaar geleden, hevig verliefd, een mooie plek langs het water
vonden. Nu treffen we, ter geruststelling nog steeds even verliefd J, slechts bloedhete, kale plekken, waar we geen
zin in hebben. We rijden terug en vinden aan de andere kant van de brug een
camping die me eveneens bekend voorkomt. Voor H. ist’ie nieuw. Dus moet het een camping zijn waar ik ooit met Wilma
en de kindertjes heb vertoefd; het Lac Serre Poncon stond vaker op mijn
programma. We vinden een heerlijke, beschaduwde plek waar ze ons nog met geen
tien trekpaarden meer van af kunnen krijgen, met aan de ene kant zicht op het staalblauwe
meer en aan de andere kant op een enorme rots die in de avondzon geelwit
oplicht. Ik stort me in de avonduren bij een heerlijke temperatuur op Ana
Karenina van Tolstoj. Niet zozeer omdat ik het zo’n prachtig werk vind maar
omdat ik meen toch eindelijk eens iets van hem gelezen te moeten hebben. Ana
Karenina, Goede Tijden, Slechte Tijden op z’n negentiende eeuws, in een
vooroorlogs Nederlands. En het gekke is dat ik het eigenlijk heel leuk vind om
te lezen: jonge adel die op bals nieuwe liefdes ontmoet of elkaars geliefden
wegkaapt. De hoofdpersoon, Ana Karenina,
kiest snel de trein terug naar haar
echtgenoot in Sint Petersburg omdat op zo’n bal in Moskou een jonge officier
verliefd op haar is geworden. Ana zelf is ook niet geheel afkerig van de nieuwe
vlam maar kiest voor toch maar voor de veilige aftocht huiswaarts naar Sint
Petersburg. Op een tussenstation, als Ana even luchtje schept in de sneeuwstorm
in del uwte van een wagon, laat Tolstoj haar ineens oog in oog staan met de
jonge officier die eveneens met de trein is meegereist. Hevig laait de verboden
hartstocht op in de sneeuwvlakte. Hoe zal dat aflopen: ik heb volgens mijn electronische
leesplankje nog 81 % = 16 uur te gaan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten