Ineens, terwijl ik met Hannah over de Erasmusbrug loop, en
overal om me heen de lichtjes zie, en het zachte geklots van de zwarte Maas
hoor, slaat de nostalgie toe. Na 16 jaar keer ik deze stad de rug
toe. De stad waar ik toch van ben gaan houden, al kwam het langzaam. Aan de
liefde voor Rotterdam moet je werken. En juist deze laatste dagen ontdek ik tal
van nieuwe plekken, goeie restaurantjes, verrassende doorkijkjes. Het voelt een
beetje als verraad; de stad op haar beurt laat me vallen als een baksteen. Wie
Rotterdam niet omarmt kan inrukken en wegwezen. Geen traan, geen woord van
afscheid, Oprottu!
Dan moet ik het zelf maar doen, Tabé Rotterdam. Hier nog een
huisgemaakt sonnetje.
De stad uit? Heppie een gaatje in je kop?
Rotterdam, geen stad voor watje of snob
Altijd een nachtburgemeester gehad
typeerde als geen ander die stad
“Alleen als het hier gezellig wordt dan rot ik op”
Een raak gekozen titel!
BeantwoordenVerwijderenDe modale wereldburger (niet-Rotterdammer) kent immers van het "Ketelbinkie" lied slechts die ene (bij)zin...