Totaal aantal pageviews

woensdag 4 mei 2016

Eindelijk kon de Noor weer eens Nederlands spreken.

Van Stavanger gaan we, zo op de kaart redelijk dicht langs de Atlantische Oceaan, naar Bergen. We hoppen daarbij van eiland naar eiland want de kust van Noorwegen is eigenlijk een archipel van rotsen. De lucht is vanmorgen helemaal blauw, dus de kleuren doen hun best, het water donkerblauw, de rotsen muisgrijs en de bomen en mossen groen. De weg slingert zich prachtig door alles heen terwijl we een aantal keren met een dalingsgraad van 8 procent diep onder de zeespiegel duiken in tunnels die de eilanden met elkaar verbinden. Als de afstand te groot is, ligt er een veerpont te wachten die je met een sneltreinvaart op een volgend eiland afzet. Een weergaloze verbinding die tot begin van de vorige eeuw nog helemaal onmogelijk was. We hebben een bijzondere ontmoeting in een uitgestorven restaurantje, onmiddellijk na de tweede veerboot. Achter de koffieautomaat staat een jongeman die ons in vlekkeloos Nederlands vraagt wat we willen. Op onze verbaasde reactie schuift hij onmiddellijk bij ons aan tafel aan en vertelt in enkele minuten zijn levensverhaal. Hij had een Nederlandse vriendin in Helmond met wie het vier jaar geleden uit ging. In ‘e’en jaar tijd had hij Nederlands geleerd omdat dat de enige manier was om zich in Helmond te handhaven. Nu had hij al een jaar geen Nederlands meer gesproken en was blij dat eindelijk weer eens te kunnen doen. Het gesprek wordt telkens onderbroken door zijn vader die hem op streng op de schouder tikt omdat op de verdieping beneden een koffietafel na een begrafenis aan de gang is. Als hij terugkomt zegt hij dat hij zich snel uit de voeten heeft gemaakt omdat een aantal mensen hevig aan het huilen is. Hij wil eigenlijk zo snel mogelijk weer een opleiding gaan volgen want een baantje in dit familiebedrijf vindt 'ie eigenlijk niks. Weer tikt zijn vader hem op zijn schouder. Al dat geklets in een taal die hij niet kan volgen vindt hij duidelijk maar niks. We kijken om ons heen. Het restaurant blijft leeg. Het loopt helemaal niet goed zegt de jongen als hij weer terug is. Mensen hier komen alleen op zondag eten en door de weeks legt niemand aan. Iedereen eet en drinkt wat op de boot. En wifi heeft hij ook al niet. En eigenlijk ook niets te eten, eigenlijk alleen puddingbroodjes. We voelen met de jongen mee en hopen dat hij zich snel uit de knellende band met zijn vader en het slecht lopende restaurant weet te bevrijden Wordt tolk wens ik hem het afscheid nog bemoedigend. En we laten hem met een geovel van meelij van onze kant achter, misschien duurt het wel weer een jaar of twee voordat hij weer eens Nederlands kan spreken.
Bergen doet zijn naam helemaal eer aan en ligt inderdaad ingeklemd tussen hoog oprijzende bergen, die helemaal gestoffeerd zijn  met fraaie houten huizen. Bergen ligt daardoor in een kom van huisjes; knusseer kan het niet. Langs de haven staan, net zoals in Stavanger, houten huizen. In Bergen blijkt de wijk Bryggen zelfs helemaal uit Middeleeuwse houten huizen te zijn opgetrokken. Ze staan zo dicht op elkaar dat ineens duidelijk wordt waarom vroeger bij een brand de hele stad in de hens stond. Dat is hier ook meerdere malen gebeurend aldus ons stadsgidsje. In de avondlucht bekijken we ook de rest, een mooie stad vol monumentale maar ook heel sfeervolle gebouwen. Uit alles blijkt dat als het buiten koud is de Noren het binnenshuis gezellig knus maken. Het woord gezellig is helemaal geen Nederlands woord, het is een Noors woord volgens mij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten