Overal staan popperige witte huisjes, ik verwacht zo om een hoekje de springerige rode vlechten van Pipi Langkous of Hans Christian Andersen met een dik sprookjesboek onder zijn arm (of zijn dat allebei Zweden, daar wil ik even van af zijn). Terwijl overal in Noorwegen de huizen rood of geel zijn, zijn ze Stavanger dus wit. Als er hier in de winter sneeuw ligt zie je alleen nog maar ramen. Vandaar waarschijnlijk dat de voordeur nogal eens blauw geschilderd is. Anders vind je hem nooit meer terug. Op de heenweg is de weg van Kristiansand naar Stavanger werkelijk indrukwekkend. Tunnels en enorme rotsformaties en af en toe een inkijkje in reusachtige fjorden. Wanneer we de weg verplaatsen dichter naar de kust rijden we een tijdje door een landschap van duizenden hunebedden, met af en toe vrij uitzicht op zee. Het blijkt dezelfde weg te zijn die ik ergens in juli hoop te gaan fietsen. Dat blijkt uit mijn gps, die ik alvast heb meegenomen en die ik al op de toekomstige fietstocht heb ingesteld. Een tijdje later gaat de weg over in een kaarsrechte streep door een landschap dat ineens heel vlak is. Als ik hier wind tegen heb kan ik mijn lol op. Dan toch maar liever geaccidenteerd terrein.
Ik eet een vis, omdat ik dat bij Stavanger vindt horen, maar de platte visfilet lijkt zo uit de vrieskist van meneer IGLO te komen. En de halve liter bier kost 99 kronen oftewel 12 euro! Nee, voor een uitbundige maaltijd hoef je niet per se naar Noorwegen geloof ik. Hanneke deed verstandiger en bestelde een halve haan, daar kun je zelfs in Stavanger geen buil aan vallen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten