Totaal aantal pageviews

woensdag 13 maart 2013

Tent plaatst de maatschappij wel erg centraal; Witte de With doet dat subtieler

Als er nog onduidelijkheid mocht bestaan over de dominante stroming in de hedendaagse beeldende kunst, dan is die twijfel na een bezoek aan de overzichtstentoonstelling "Asymmetrie" van het kunstenaarsduo Libia Castro en Olafur Olafsson definitief weg. Die kunst is maatschappelijk betrokken, sterker nog, die kunst kiest zeer nadrukkelijk partij en draagt daarbij concrete voorstellen aan. Maar of dat laatste hetgeen is waarop de wereld zit te wachten mag worden betwijfeld. Het duo draagt een voorstel voor een nieuwe grondwet van IJsland aan. Nu is daar momenteel heel wat discussie over de manier waarop burgers rechtstreekser invloed kunnen uitoefenen in het parlement anders dan via politieke partijen, dus helemaal ongepast is deze bijdrage in dat lanA niet. De partiële declaratie over de onrechten van de mensen (als tegenhanger van de universele verklaring van de rechten van de mens) is eerder te beschouwen  als een cynisch voorbeeld van maatschappelijke a-symmetrie. We kunnen wel net doen of we met zijn allen streven naar gelijkheid (=symmetrie) maar de werkelijkheid van alledag is anders. Daar worden dan vervolgens, meestal op film, allerlei voorbeelden van getoond (armoede in een stad in Italië, de bijdrage van Oekraïense vrouwen aan de maatschappelijke zorg in Italië, het lot van ontheemden, de lobbycircuits in Brussel). Het is allemaal erg voor de hand liggend en brengt mij niet op nieuwe ideeën of opvattingen.
Het gegoochel met de ondertitel van deze tentoonstelling: "The right to right", als groot neonplastiek opgehangen op allerlei plaatsen in de wereld en dus ook in deze zaal, vind ik wat ongelukkig. Natuurlijk gaat het over het recht op recht; maar een wat slordige lezer kan er ook een pleidooi voor een rechtse politiek in zien; en dat is toch wel het laatste wat Castro en Olafsson willen.
Al met al vind ik dat in deze tentoonstelling de politieke boodschap de kunstzinnige aanpak is gaan overheersen; ook al wordt de nieuwe grondwet van IJsland regel voor regel door een oratoriumkoor gezongen; wat ook al gebeurt bij het verhaal van de Oekraïense vrouwen. En het betoog over de lobbyisten wordt opgedreund op een reggae ritme.
Op de verdiepingen daarboven presenteert Witte de With de fotoverzameling van de Italiaanse kunstenaar Paoli Pivi met honderden afbeeldingen van door geboorte bepaalde heilige Tibetaanse mannen, de Tulkus. Er zijn er momenteel meer dan 2000, zo wordt medegedeeld. Daaronder treft men meerdere afbeeldingen van de 13e en 14e  dalai lama en van vele, vele andere gereïncarneerde heilige mannen. Naast de mogelijkheid van plotseling opkomende spiritualiteit te midden van zo veel heilige blikken die allemaal op de toeschouwer gericht zijn, kan deze presentatie ook uitgelegd worden als een manifestatie van de vitaliteit van het boedhisme en de Tibetaanse maatschappij, hoezeer China ook probeert die te doven. Dát is een politieke stellingname die ik indirecter, maar daarom ook indringender vind.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten