Totaal aantal pageviews

woensdag 5 augustus 2020

Etappe 9: Whats in a name?

Vandaag gaan we proberen Friesland te bereiken, Stavoren om precies te zijn, alwaar het vrouwtje van Stavoren met haar zwaailamp menig zeeman van het rechte pad af wist te krijgen (of zoiets, ik ben het ware verhaal vergeten, zie Wikipedia). Overijssel lijkt een provincie waar maar geen eind aan komt. Ik scheer langs de bijbelbelt, met namen als Zwartewater en Genemuiden. Maar zo mistroostig als het verderop gelegen Staphorst is het hier niet, het vriendelijke weer zal er aan mee werken. Ik kom langs de Weerribben, de vorige keer vond ik het een enorm mooi gebied, nu vind het eigenlijk nauwelijs opvallen, wat meer bossen, wat meer meertjes, maar aangezien ik die toch niet zie, is er weinig aan. Regelmatig vraag ik de weg, een voor mij geheel nieuwe manier van voortbewegen. Ik slaag er maar niet in de getalletjes van de kaarten op knooppunten in mijn hersens op te slaan. Vreemd, 3 of 4 eenvoudige  getallen opslaan is al te veel moeite. Ik kom in de randen van de Noord Oost polder, alwaar men het in de jaren dertig teoen de polder ontworpen werd niet nodig vond wat water tussen het oude vasteland en de polder over te laten, waardoor eer een bloedeloze, saaie overgang van polder naar de voormalige oever is ontstaan. Eeuwig zonde, alleen in het uiterste zuidwesten van de polder heeft men wat waterpartijen over gelaten, dat zijn dus de Weerribben geworden. De streek kent wel opvallende plaatsnamen. Zo passeer ik Moeskop en Muggenbeet. Een eind terug zag ik op een naambordje het plaatsje Nederland, nooit eerder van gehoord. Je zult daar toch wonen en nooit je post bezorgd krijgen omdat men bij Post NL denkt dat men vergeten is de plaatsnaam te noteren. Ineens denk ik aan die andere plaatsnamen die ik onderweg tegenkwam. Hoe moet de jeugd zijn geweest van een kind dat in Roggel woont, eeuwig gepest in de klas natuurlijk. Of je zult wonen in De Nul, je bent een Nul krijgen kinderen uit dat gat hun hele jeugd te horen. Ik kwam verder nog langs Zeeland en America, beiden in de Peel. Nederland zit vol grappenmakrs.
 Ik ben zo in Blokzijl en daarna in Lemmer. Daar is het retedruk. Ik ben blij dat ik met mijn fiets weer snel uit die opeeenhoping van toeristen kan vertrekken. Zuid Friesland gaat in een vloek en een zucht. In anderhalf uur ben ik op een camping in Stavoren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten