Totaal aantal pageviews

vrijdag 10 februari 2017

Hoe ik onverwacht meehelp Rome te ondermijnen

“Daar gaat een dominee voorbij”  laat een van de bewoners niet na telkens op te merken als er tijdens de ochtendkofie een stilte valt. En vandaag was de dominee er dan echt. Ik kwam later binnen en heb me keurig aan hem voorgesteld. Wel met de opmerking: “Ik ben zeer ongelovig”.  “O, kan dat dan hier ook al?” riposteerde de dienaar Gods voor zijn doen opvallend ongelovig. Hij ging er klaarblijkelijk van uit dat iedereen die huurt van de “Maatschappij voor Welstand onder protestantse landlieden in zuidelijk Nederland” dan ook wel  lidmaat van zijn kerk is. Niet dus.
Hoe zit dat dan met die Maatschappij met die lange naam? Twee weken geleden was de penningmeester van onze verhuurder op bezoek en van hem hoorde ik het verhaal. In 1822 raakte de protestants kerk haar positie als staatskerk kwijt. Tot die tijd waren ambtenaren in de generaliteitslanden protestants christelijk. Dat hield toen ineens op. Veel protestanten in Brabant en Limburg kwamen zonder werk en woning te zitten. Een stichting werd opgericht om hen te ondersteunen door het aankopen van vooral landbouwgronden. Daardoor werden die mensen aan nieuwe inkomsten geholpen, al zal menige voormalige douanier met veel tegenzin de schop in de zandgrond hebben grestoken.

Tsja, daar zit ik nou als voormalig katholiek te huren van een instelling die met behulp van de rendementen van haar bezit (waartoe Hof Popkensburg) het paapse bastion in Brabant en Limburg van binnen uitholt .Nou ja,  vanuit de constatering dat de katholieke kerk zelf minstens even hard bezig geweest is om haar instituut uit te hollen, kan ik wel leven met deze aanwending van mijn huurpenningen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten