Hierna voltrok zich een ramp waarin ruim 250 mijnwerkers, merendeel Italianen en Vlamingen, maar ook 7 andere nationaliteiten het leven lieten. Vandaag bezochten we de plek van deze ramp die ik me vanuit mijn jeugdjaren (het manneke was 6) nog kan herinneren. De kranten stonden er vol van. Vandaag treffen we een in de zon blakende Unesco werelderfgoed dat er prachtig bij ligt. Zo kan een voormalige mijn er dus ook uit zien.
In de mijn is een plek waar de foto's van alle gestorven mijnwerkers is terug te vinden. De Italianen waren vaak gehuisvest in schuren van golfplaat; duidelijk andere tijden dan nu. De Italiaanse regering trok het emigratiecontract in toen de situatie niet verbeterde. Blijkbaar een periode waarin arbeidskrachten zo hard nodig waren dat emigranten leverende landen nog wat hadden in te brengen. Na de Italianen kwamen er Spanjaarden, Turken en anderen, ergens in begin jaren 60 werd de mijn van Marcinelle gesloten.
We bestijgen een van de terrils, de steenbergen die inmiddels met dikke bossen begroeid zijn. Maar als je er loopt zie je kooltjes vermengd met aarde nog duidelijk onder je voeten. Langzaam beginnen de bergen te eroderen. Over een paar honderd jaar is alles weer vlak, net zoals een anderhalve eeuw geleden, toen de mijnindustrie nog een aanvang moest nemen. Bovenop hebben we een laatste beeld van Charleroi en zijn beboste omgeving.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten