Totaal aantal pageviews

donderdag 4 april 2013

Naar een tentoonstelling alwaar ik de spectaculairste stukken blijk te hebben gemist!

In de bittere kou vandaag naar Haarlem. Allereerst naar de Sint Bavokerk, een werkelijk prachtige kerk, waarvan hier enkele beelden.




Daarna koukleumend door naar het Frans Hals museum dat dit jaar een dertigtal "Frans Halsen" naast een aantal grootheden uit die tijd als Rubens, Jordaens, Titiaan en Rembrandt zet. Thema van de tentoonstelling is "het ruwe schilderen" dat door Titiaan en Tintoretto in het midden van de 16e eeuw werd geïntroduceerd, als een soort reactie op het 'fijn'schilderen dat tot die tijd de boventoon voerde. Met de genoemde namen werd de basis gelegd voor de schildertrant die pas in de tweede helft van de 19e eeuw een grote vlucht nam en uiteindelijk in de abstracte schilderkunst van de 20ste eeuw zou eindigen. Met een uitstekende toelichting op de koptelefoon kan men de 50 tentoongestelde werken makkelijk in een uur doen (pas later begreep ik waarom dat ik er zo snel door heen was). Men krijgt een goed beeld van de genialiteit van Hals die zijn portretten vaak zonder voorschetsen, a prima vista schildert, volgens de 'nat in nat' techniek. Als je dan een keer fout zit wordt het een kliederboel, dus je moet als schilder wel heel stevig in je schoenen staan om dat te kunnen. Opvallend vond ik dat de schilderijen die Frans Hals helemaal aan het eind van zijn leven maakt, als hij al in de tachtig is, in dat opzicht het verst gaan. Handen zijn daar bijna een paar penseelstreken geworden en ook de gelaatstrekken worden bij nadere bestudering door slechts enkele 'vegen' getypeerd. Haarpartijen zijn de specialiteit van Hals, wat hij met enkele kwasttoetsen weet te bereiken is ongekend; volgens kenners weet hij daarom juist op die manier met verf de werkelijkheid bijna levensecht te benaderen. Maar bij de vergelijking van een aantal luitspelers gaat de bewondering wel erg ver, als een lachend gezicht van Hals naast een krampachtig spelende doedelzakspeler van Jordaens als "toch veel natuurlijker" wordt gekenschetst. Ik vind juist die krampachtige uitdrukking van Jordaens nog veel knapper dan die grijns van Hals. Maar ja, dat is ook maar een mening. Uiteindelijk blijk ik om de een of andere onverklaarbare reden alle grote schutterstukken gemist te hebben; daar kwam ik pas achter toen ik alweer buiten stond en het boekje nog eens raadpleegde. Ik heb nu juist de meest spectaculaire stukken van Hals gemist. Moet ik toch nog een keer terug!
Daarna door naar het Teylers Museum, het oudste museum van Nederland, vol met natuurwetenschappelijke kennis uit de vorige eeuwen waar ik als alpha alleen maar met grote verbaasde ogen naar kan kijken. De zalen met fossielen van pre historische wezens die de mensen in de 18e en 19e eeuw definitief van het scheppingsverhaal afhielpen;  de instrumentenzaal die vol staat met apparaten uit vooral de 19e eeuw waarvan ik er werkelijk niet één kon thuisbrengen; in het midden een enorm apparaat waarmee voor het eerst (althans dat neem ik aan) electriciteit werd opgewekt, maar dan meteen wel schokken van 330.000 volt!! de fantastische ovalen zaal vol met mineralen en edelgesteenten (alleen de diamanten waren "im" = imitatie).Werkelijk heel  fraai vond ik de nieuwe tentoonstellingszaal gepresenteerde tentoonstelling met bloemen en plantentekeningen van Pierre-Joseph Redouté; een botanicus en tekenaar die het schopte tot hoftekenaar van keizerin Josephine, echtgenote van Napoleon. Vooral zijn rozen zijn superieur. Van de tekeningen van de hoftuin van Josephine werden prachtige boeken gemaakt die allemaal werden ingekocht door het Teylersmuseum; al die kolossale en kostbare boeken staan in een vitrine op een rij opengeslagen naast elkaar; imposant. Zulke boeken werden door Napoleon  als relatiegeschenk uitgedeeld. Een zending boeken kostte in 1810 600 gulden; ter vergelijking: het jaarsalaris van de directeur van Teylersmuseum was in dit tijd 1000 gulden!

1 opmerking:

  1. Ha die Tjeu,

    Dat je nog een keer terug moet naar Haarlem is zeker waar want je hebt ook een heel interessant museum gemist.
    Maar misschien heb je het al eens bezocht.
    De naam is : het Dolhuys, het nationaal museum van de psychiatrie. Ab en ik hebben het bezocht en vonden het zeer interessant. Misschien ook iets voor jouw zoon, die het wellicht ook wel kent.
    Leuk om je verhalen te lezen, ga zo door. Het houdt jou van de straat;-)en het houdt anderen bezig!!
    Dagdag, lieve groet van Lot

    BeantwoordenVerwijderen