Totaal aantal pageviews

woensdag 5 november 2014

pretentieuze dwingelandij moet mij overtuigen van de grootsheid van de schepping

De kunstenaar Herman de Vries, die op dit moment (die van 20 september 2014 tot 18 januari 2015) in het mooie Stedelijk Museum Schiedam staat, roept bij mij zeer tegenstijdige gevoelens op. Zijn sjamaanachtige uiterlijk maakt in ieder geval nieuwsgierig. Door de verlaten winkelstraten van het doodse Schiedam (zelden zo'n verlopen, vol leegstaande panden ontsierd winkelcentrum gezien) ga ik naar het mooie gebouw van het Schiedamse 'Stedelijk'. De eerste kennismaking met het werk van de van oorsprong plantenkundige De Vries is hoopvol. Hij legt het zelf uit op een tv schermpje , Hij doet indrukken op in een bos op de Hoge Veluwe, waar aan de zuidwestkant door de permanente wind uit die hoek de boomstructuur veel lager en opener is dan elders. Daardoor geïnspireerd maakt hij een enorm gestyleerd vlak met daarop op elkaar geplaatste balkjes, Een helemaal in wit uitgevoerde 3d impressie van een bos met de daarin gevallen en op elkaar gestapelde boomstammen. Ook werk met rechte lijnen, waarop stippen die qua grootte zijn gebaseerd op toeval, geven een bijzonder beeld. Mijn interesse blijft gevangen bij een vlak waarop blokjes, ook weer toeval bepaald, in de lengte of de breedte zijn geplaatst. Al dit vroege, geheel witte werk van hem uit de jaren '60,  doet sterk denken aan Jan Schoonhoven. Daarna neemt De Vries afscheid van zijn gestyleerde witte werk en gaat hij datgene dat hij in de natuur aantreft steeds meer als vertrekpunt voor zijn werk nemen. Het zijn 'objects trouvées', gevonden voorwerpen, die, ingelijst en ingekaderd, tot kunst worden. heel extreem is dat met een door hem uitgegraven plag 'onkruid' van 50 bij 50 cm. die door hem helemaal ontleed wordt. Alle zich op die plag bevindende plantjes worden in een plastic hoesje gestoken en op een wand geplakt. Dan krijg je dus dit:
Op de voorgrond ligt een collage van willekeurige stenen die gevonden zijn op een stukje weg. Hier dooft mijn interesse. Dit vind ik te makkelijk worden. In een volgende ruimte liggen op een oppervlakte van 10 bij 5 meter allemaal rozenknoppen. Tegen een wand gespijkerde stammetjes van een rozenstruik. Elders ingelijste planten. De vellen met uitgestreken aarde uit allerlei windstreken die een bont palet aan aardkleuren opleveren vind ik dan wel weer aardig, maar de oeverloosheid van dit werk staat me tegen. Die uitgestreken grondkleurige vlakken en vlakjes tref ik overal op de expositie aan.
Onvermijdelijk krijg je een wand vol met lijstjes met allerlei gevonden zaken, vliegjes, slakkenhuisjes, zaadjes, pluisjes, blaadjes, blaadjes en nog eens blaadjes. Grote ramen, nog grotere ramen met plantjes, planten en hele grote planten. Met blaadjes, zoals ze op een gegeven moment van een boom vielen en ook nog een vloer vol sikkels, de instrumenten die nodig waren om al die gevonden planten en plantjes bij elkaar te krijgen. Er zijn volgens mij minder ingewikkelde manieren te vinden om de grootsheid van de schepping te duiden of te ervaren; een mooie wandeling in een herfstig park met het zonlicht door de bladeren attendeert mij minder cerebraal maar daardoor des te indringender van de grootsheid van de schepping. Dus zonder die gewilde boeddhisische transcedente saus er overheen die De Vries ertoe heeft aangezet om een paar duizend maal het woord ALL op een enorm vel papier te schrijven (of was het nou andersom en kreeg hij de geest door duizend maal ALL op te schrijven, ik denk het laatste).
Nee, geef mij dan toch dit maar dit: (eigen werk!, twee dagen eerder op zondagmiddag in het Park in Rotterdam); zonder museummuren er omheen, zonder suppoosten, zonder begeleidende boekwerken, zonder hocus pocus taal op de wand en zonder lijstje er om heen.

1 opmerking:

  1. Roerend mee eens, lief, al vind ik die grafische vormen op wand en vloer wel mooi, zo van een afstand. Zal wel mijn behoefte aan ordening zijn, in mijn vaak chaotische hoofd. Juist die stenen op de vloer, die jij al te makkelijk vindt. Op zich wáár natuurlijk, lijkt geen 'kunst' aan, maar door de grote ruimte en de grillige vormen van de stenen binnen dat strakke kader spreekt het (mij) in ieder geval tot de verbeelding. Het geheel is meer dan de delen. Er spreekt kracht uit.
    Doet me denken aan ons bezoek aan het voormalige stationsgebouw in Oost Berlijn, waar toen Anselm Kiefer exposeerde.....aan die vloer waarop een cirkel lag van platte stenen in allerlei vormen. Ik raakte niet uitgekeken. Heb er talloze foto's van gemaakt. Eenzelfde gevoel. Strak ronde afgebakende vorm, met daarin grilligheid.
    Prachtig! Weer een mooi verhaal pensionado! Kus

    BeantwoordenVerwijderen