RO Theater
ma
17-9-2012 9:52
Trommelen
in de Nacht
Vorm
en inhoud, daar gaat het altijd om. Maar soms is de vorm zo dominant dat de
inhoud er wat achteraan hobbelt. Dat was het geval bij Trommelen in de Nacht
door het RO theater. Het was de eerste grote productie van Jetse Batelaan die
daarbij voluit kon gaan. Dat was te zien aan de zeer geslaagde mis en scène.
Meesterlijk heen en weer geschuif met requisiten die regelrecht uit een
kindertekening leken te komen. De Volkskrant van vanmorgen spreekt van een
kijkdoos. Acteurs zagen er uit als en bewogen als poppen of stripfiguren; ik
had de indruk in een strip van Suske en Wiske terecht te zijn gekomen, niet in
de laatste plaats omdat hoofdrolspeelster Hannah van Lunteren er ook echt als
Suske uit zag. De maffe trommelaars die de op de achtergrond woedende
Spartacus-opstand in beeld brachtten bevestigde dat kolderieke nog eens. Maar
dan die tekst van Brecht. Vanmorgen maakt Arnon Grunberg op de voorpagina van de
Volkskrant terecht gehakt van de gekunstelde relatie die Alice van Zandwijk
legt tussen oude teksten en de actualiteit. De actualiteit van de relatie
tussen de relatie van Hannah en Murk “ de kleinburgerlijke profiteur” die
rijk is geworden door de fabricage van wapens ontging mij volledig. Maar ook
hier was de vorm weer superieur. De manier waarop Jacqueline Blom dat rare,
enge mannetje neerzette was verbluffend (ik heb de hele voorstelling niet door
gehad dat het hier een vrouw in een raar mannenpak betrof).
In
de tweede helft redde de vorm het niet meer en liep het stuk met zijn
achterhaalde tekst volledig de mist in. Maar alles werd met een onvervalst
happy end (de geliefde sluit uiteindelijk toch haar dood gewaande soldaat in de
armen) toch weer goed gemaakt. Jetse Batelaan moet maar op deze ingeslagen weg
doorgaan, maar dan de volgende keer met een betere tekst, of misschien beter
nog; helemaal geen.
Tjeu
RO Theater
do
9-2-2012 17:55
gezien:
de kust van RO Theater
Een
tweede stuk van de schrijver van het succesvolle “Branden” van Majdi Mouawad.
Dat is te merken want andermaal wordt de kijker overgoten met gruwelijke
verhalen uit het de Arabische cultuur. Mouawad is afkomstig uit de
oorlogszuchtige Libanon en heeft daar in zijn jeugdjaren dingen meegemaakt waar
we in ons rustige Nederland geen weet van hebben. Maar wil ik er daarom voor
een tweede keer weer zo nadrukkelijk mee geconfronteerd worden? Nou nee,
eigenlijk; hou je ellende voor jezelf heb ik neiging te zeggen. (zoals ik dat
ook denk bij Griekse drama’s waar kinderen door hun ouders worden afgeslacht of
andersom). Maar goed, als ik me over die hobbel heen zet zie ik een
voorstelling met een een mooie rol voor Nasrdin Dchar (zie van het “fokking”
Gouden Kalf). Vooral de vaderfiguur wordt aan het eind heel mooi gespeeld door
(ja door wie eigenlijk, kan ik uit de veelheid van uitheemse namen niet
opmaken). Hij redt het stuk dat aan een overdosis van verhalenvertellerij
ten onder gaat. Pas aan het eind ontstaat lucht en ruimte, voordat het lijk van
vader in de zee wordt gedumpt. Voordat het zover is spreekt het lijk van de
vader een slotwoord, prachtig. Mooi is ook het gezeul van “zoon”: Dchar met
zijn het lijk van zijn vader alsof het lijkt dat de twee voortdurend een traag
ballet opvoeren. Humor en horror op een vreemde, niet altijd overkomende manier
geklutst. Opvallend vind ik het uitermate zwakke spel van enkelen uit de
professionele cast. Iemand met een zwaar allochtoon accent laten meespelen
omwille van de politieke correctheid vind ik ook niet je dat.
Tjeu
RO Theater
di
11-10-2011 11:07
gezien:
Dood van een handelsreiziger van RO
Een
klassieker van Arthur Miller, de gruwelijke werkelijkheid achter “the american
dream”. Onverminderd actueel. Over ambities die gekoesterd maar niet waargemaakt
worden. Over de verwoestende werking van ambities op eigenwaarde en de relatie
met kinderen. Want wie het niet heeft gemaakt heeft twee problemen: hoe zeg ik
het tegen mijn kinderen en tegen mezelf. In dit stuk is de remedie: botte
ontkenning. Maar de kruik gaat net zo lang te water tot die barst. In dit stuk
komt het enkele malen tot enorme uitbarstingen. Het stuk heeft daarmee de vorm
van telkens terugkerende vulkaanerupties waarna de betrekkelijke rust eventjes
weerkeert. Die enorme dynamiek van het stuk meent Alice van Zandwijk nog eens
te moeten ondersteunen met muziek, waardoor op een gegeven moment alles en
iedereen tegen elkaar aan staat te loeien, te gillen en te musiceren. Dat is
volstrekt onnodig. De tekst heeft die kracht van zichzelf al meer dan
voldoende. Het was dus allemaal een beetje dubbelop. In het begin kwam het
geheel niet echt van de grond. Totdat het stuk plotseling moest worden
stilgelegd omdat iemand op de eerste rij onwel werd. Daarna leek de stop eruit
getrokken was en kwam alles tot grote bloei.
Tjeu
RO
Theater
vr 8-1-2010 16:33
gezien: magazijn van het geluk - Ro theater
Het
“Magazijn van geluk” van het Ro theater als periodieke bijeenkomst rondom het
thema van door het RO te brengen voorstellingen kende ik niet. Daarom gisteren
maar eens derwaarts (met dank voor het re-introduceren van dit woord door
Gepke) ben gegaan. De entreeprijs bepaalt men achteraf zelf. Als men dan weet
dat ik aan het eind 5 (vijf) kloeke euros in de glazen kist deponeerde, dan
weet men dat het gebodene de moeite waard moet zijn geweest. En zo was het ook.
De voorstelling “Branden” dat vanaf 27 januari in premiere gaat, speelt zich
vooral af in Beirut, de hoofdstad van Libanon en behandelt het thema oorlog en
vrede in al zijn facetten. De toespraak die een van de Ro-actrices afstak
(Fania Sorel, een Vlaamse actrice) (een voormalig gevangene spreekt
in de rechtszaal haar beul toe die haar ongewenst zwanger maakte) was zo bitter
en zo emotioneel dat mijn nekharen overeind gingen staan. Dat belooft heel veel
voor de voorstelling die komen gaat. Dat geldt ook voor de muziek die in het
stuk is vervlochten. Gisteren hoorden we een libanese fado-achtige zangeres en
een man uit Moldavië die heel weemoedig accordeon kon spelen. Voeg daaraan toe
het boeiende relaas van Abelkader Benali die per ongeluk het uitbreken van de
laatste israel-libanon oorlog meemaakte en wekenlang tussen de bombardementen
zat, en het is duidelijk dat ik een meer dan boeiende avond meemaakte.
Rotterdam op zijn best, goeie musici, zinderende acteurs en vlotte sprekers.
Alles omlijst met films en landen en plaatsen van herkomst van de
sprekers/uitvoerende die ter plekke bij elkaar gegoogeld werden. Uitstekend
opgezet en uitgevoerd door Ro met deze keer de gezellige dikzak Jack Wouterse
als presentator. Daar ga ik in de toekomst vaker naar toe.
Tjeu
RO
Theater
ma 1-2-2010 18:09
gezien: Branden van Ro theater
“Een
niet te missen voorstelling”, aldus de Volkskrant van maandag. En dat is ook
zo, al was het alleen maar vanwege de omvang (2,5 uur, het aantal acteurs (een
stuk op 10) en de tekst van Wajdi Mouawad, die, aldus de Volkskrant van
zaterdag in Duitsland in 2009 werd uitgeroepen tot stuk van het jaar. Dat alles
bij elkaar beloofde wat, ook al door de mooie “voorbehandeling” in de serie
“het Magazijn van Geluk” dat het Ro rondom al haar stukken organiseert.
“Branden”
is een allegorie op het geweld dat de mens zichzelf voortdurend aandoet, niet
traceerbaar ooit is begonnen en nooit meer lijkt te eindigen. Het ene
bloedvergieten roept eerwraak en daarmee het volgende bloedbad op. Het leven is
een jammerklacht vol ongeluk, bloed en schande. Een moderne Griekse tragedie,
waarin de sporen van Oeidipus heel nadrukkelijk terug te vinden zijn. Mouawad
heeft Libanese wortels en dat verklaart veel. De Libanese geschiedenis is
immers een lange litanie van moordpartijen en gewelddadigheden. Tegelijkertijd
vind ik zo’n tragedie daarmee toch mijlenver afstaan van de bedaarde omgeving
waarin wij dagelijks vertoeven, hoeveel onderhuidse spanningen en kuiperijen
ook daarin dagelijks voorhanden zijn. Ik kijk er met een zekere distantie
naar en wordt er absoluut niet door meegesleurd. Mijn betrokkenheid bij het
stuk blijft dus beperkt. Dat wordt versterkt door de slechte verstaanbaarheid
van enkele acteurs die met een anderstalige achtergrond enigszins moeizaam en
slecht verstaanbaar Nederlandse teksten spreken. Zeker in het begin van het
zeer complexe stuk raak ik regelmatig de weg kwijt en moet het dan hebben van
de opvallende vormgeving en snelle wisselingen die het stuk om die reden toch
boeiend maken. Maar misschien is dat ook wel de bedoeling wat gaandeweg onstaat
steeds meer helderheid en aan het eind vallen alle puzzelstukken in elkaar. Een
tweeling gaat, met een merkwaardig testament van hun overleden moeder op zak,
op zoek naar het ware verhaal achter haar jarenlange stilzwijgen en schijnbare
verwaarlozing van haar kinderen. Daar waar met name de zoon een uitgesproken
negatief beeld van zijn moeder heeft ontwikkelt zich bij de toeschouwer steeds
meer inzicht in en begrip voor de houding van de moeder. Ik ga het verhaal niet
verklappen, daarvoor moet je toch echt de moeite nemen de tweeling ruim twee
uur te volgen.
Hoogtepunt
is de toespraak die de moeder halverwege houdt tot haar verkrachter; de emotie
spat van de toneelvloer af, een schitterende passage uit de mond van de Vlaamse
Fania Sorel.
Een
heel bijzondere rol is er weggelegd voor de gitzwarte Bright Omanse Richards,
niet eens zozeer vanwege zijn rol alswel vanwege de setting waarin hij zich
beweegt. Gaat dat zien. Minder te spreken ben ik over de bijrollen, slecht te
verstaan, ondermaats geacteerd. Kan een cast niet eens helemaal op niveau
worden gebracht?
Tjeu
RO
Theater
vr 19-3-2010 15:04
gezien: Poeskafee van Ro theater
Dat
de generatie babyboomers niet leeft volgens de idealen die zij eind jaren
zestig, begin jaren zeventig uitdroeg is algemeen bekend. Het zou ook niet
kunnen, anti-autoritair, niet burgerlijk, one man one vote, sex, drugs en rock
en roll. Te mooi om waar te zijn. Een theaterstuk daarover loopt daarmee het
risico van platgetreden paden en voorspelbare scenes. Daar ontkomt zelfs Gerard
Jan Reijnders het door hem geregisseerde stuk van Wanda Reisel niet helemaal
aan. Maar er blijft genoeg te genieten over, cynische dialogen tussen op elkaar
uitgekeken echtlieden, schampere opmerkingen van kinderen op hun voormalige
hippe ouders, onvervalste humor in de persoon van Lukas Smolders in zijn
travestierol als spiritueel ingestelde psychotherapeute (pas na het stuk kwam ik
tot de ontdekking dat deze rol door een man gespeeld werd, kejje nagaan) en een
verrassend eind als diegene die het verjaardagsfeestje organiseert, ene Jack,
slechts op film verschijnt. Hij heeft ten langen leste de benen genomen naar
verre oorden. Als blijkt dat Jack niet komt breekt de pleuris uit en komt de
ware aard van de progressievelingen naar boven. Opvallend is wel dat het vooral
de mannen zijn die als drankzuchtige, hun lul achterna lopende zielepoten
worden neergezet. De vrouwelijke babyboomers zijn ook wel tragisch maar houden
zich desondanks redelijk staande. De al gememoreerde psychotherapeute leeft nog
steeds in het verleden en komt daar in het stuk heel redelijk mee weg. De
stukken tekst die Wanda Reisel de jongeren in de mond legt zijn heel fraai, met
name Rogier Philipoom kan heel mooi uitpakken naar die zogenaamd vrijgevochten
generatie.
Aan
het stuk is weinig mis; scherpe dialogen, veel humor, cynisme en dan hebben we
nog de heerlijke lellebel Hannah van Lunteren die op haar stilletto’s de zaak
permanent ontregelt met haar geile praatjes. Voor deze babyboomer een geslaagde
avond, helaas weer niet meer dan honderd mensen in de zaal. Dat ook de jongeren
het stuk goed bleven volgen is de verdienste van het hele collectief.
Tjeu
RO Theater
wo 21-4-2010 10:29
gezien: Baal van Ro theater
Gisteravond
voor een behoorlijk volle Schouwburg de opening van de Ro theaterweek met de
klassieker Baal. Vooraf een leuke samenzang van het Hillegerbergs mannenkoor
aangevuld met heel veel vrouwen onder leiding van Keimpe de Jong met een
potpourri van bekende Eislersongs met Mackie Messer als onverbiddelijk
slotakkoord. Daarna een voorstelling met in de hoofdrol de sterspeler van het
huidige Ro: Fiona Sorel, die ook al de hoofdrol heeft in “Branden”. Misschien
vraagt dat te veel, meerdere van die rollen dagen achter elkaar. Hoe dan ook,
ik vond, ondanks alle extra’s die deze voorstelling tot een klapper moesten
maken, Fiona de zwakste schakel in het bonte geheel. Het is ook nogal wat
gevraagd om als vrouw de rol van vagebond Baal te moeten spelen. Niet alleen
wat betreft de omvangrijke, bloemrijke tekst. Maar ik ken sowieso weinig
voorbeelden van vrouwen die geloofwaardig een mannenrol weten neer te zetten;
merkwaardigerwijs gaat dat omgekeerd altijd veel gemakkelijker. Ik denk
bijvoorbeeld aan de recent door mij bezocht voorstelling “Mathilde” door Louis
van Beek. Ik zag nu een actrice die de hele avond optornt tegen een rol die met
veel bravour en met rauwe stem gebracht moet worden. Een Ro acteur als Jack Wouterse
was daar veel geschikter voor geweest denk ik dan. Zo’n openingsscène, waarin
Baal tegen de broek van een sjieke galleriebezoeker staat aan te pissen, dat
moet toch niet door een vrouw gedaan worden die uit een gulp moeizaam een
flestje staat leeg te gieten!?. Voeg daarbij de wat binnensmonds met vlaamse
tongval uitgesproken teksten van Brecht, waarbij voor de zoveelste keer de
verstaanbaarheid spelbreker was (ik heb het nagevraagd deze keer, ik was niet
de enige die er last van had) en dan weet je dat ik het geen geweldige avond
vond, ondanks de meer dan schitterende rol van Beppe Costa als
“Bollebol”, de man die op een droogkomische manier alle liederen zong en
instrumentaal ondersteunde; Gijs Naber die een werkelijk schitterende gooi- en
smijtact opvoerde met een van de actrices en het gewilde rommelige decor
waarbij elke scene voorzien werd van een andere felgekleurd zeildoek als
achtergrond. Het was het allemaal net niet, ook al deed het ovationele
slotapplaus anders vermoeden, maar ja. die krijg je er bij premières of
openingen van weken altijd bij cadeau.
Tjeu
RO Theater
gezien:
"Reuzen" van Ro-theater
Voor mij in de zaal zit
Loes Luca. Die zit vanaf het opengaan van het doek voortdurend te schateren om
de enigszins lullige taferelen die zich voor ons afspelen.
Op een kaal toneel zoekt
een mannetje met een lamp zijn weg over een overigens helverlichte decorloos
toneel. Lachen. In een zichtbare hoek van het toneel horen we het ruwe gegrom
en gesmak van….. nou ja, dat zullen dan wel reuzen zijn of zo. Loes heeft er
lol in zo te horen.
Dan verschijnt een vrouw
die met langzame reuzestappen haar weg zoekt. Een reuzin.
Doek zakt. Tafereel 1, 2
en 3 blijken dan geweest te zijn. Leuk! Tafereel 4,5 en 6. In een grot
blijkt een deur te zitten met het bordje “uit” erboven. Daarachter een hoop
herrie. Een meisje met een rugzak loopt van rechts naar links over het toneel
en zegt halverwege “hoi” tegen het publiek. Loes lacht hard. Ik ook.
Deurtje gaat open en we
zien een man alleen met zijn benen. Hij moet helemaal bukken om het deurtje uit
te kunnen. Dan richt hij zich op en, jawel hoor, een echte reus met een naar
verhouding heel klein hoofdje. Loes komt niet meer bij. Ik vind het ook nog
steeds heel leuk. Gumbah, Kamagurka, daar doet nog het meest aan denken. Dan
komt de reuzin en komt het stuk eindelijk goed op gang. Denk je. Maar nee. Het
blijft allemaal steken in dit soort kolderieke vondsten. De angst om je
kind te verliezen wordt geen moment manifest gemaakt, ook al is dit volgens
schrijver Jetse Batelaan het centrale thema. Het is leuk om een man in een
reuzekostuum met zijn enorme, papier machéhanden pogingen te zien proberen om
een paraplu te openen, maar daar blijft het dan ook bij. Het meisje duwt een
reus in een rolstoel voort. Hoe onhandig groot en lomp volwassenen voor
kinderen kunnen overkomen is misschien wel treffend in beeld gebracht. Maar
daar ging het toch niet om? Naarmate de voorstelling slaat bij mij de verveling
toe. Loes begint ook minder te lachten. Als het doek ook nog een keer per
ongeluk zakt in plaats van wordt opgetrokken weet ik het wel. Een lauw
applausje. ik en ben niet bereid meer dan 5 euro in de collectebus te stoppen
die me aan het eind wordt voorgehouden. Door mij gesubsidieerde ongein.
Tjeu
RO Theater
11-10-2011
gezien: Dood van een
handelsreiziger van RO
Een klassieker van Arthur
Miller, de gruwelijke werkelijkheid achter “the american dream”. Onverminderd
actueel. Over ambities die gekoesterd maar niet waargemaakt worden. Over de
verwoestende werking van ambities op eigenwaarde en de relatie met kinderen.
Want wie het niet heeft gemaakt heeft twee problemen: hoe zeg ik het tegen mijn
kinderen en tegen mezelf. In dit stuk is de remedie: botte ontkenning. Maar de
kruik gaat net zo lang te water tot die barst. In dit stuk komt het enkele
malen tot enorme uitbarstingen. Het stuk heeft daarmee de vorm van telkens
terugkerende vulkaanerupties waarna de betrekkelijke rust eventjes weerkeert.
Die enorme dynamiek van het stuk meent Alice van Zandwijk nog eens te moeten ondersteunen
met muziek, waardoor op een gegeven moment alles en iedereen tegen elkaar aan
staat te loeien, te gillen en te musiceren. Dat is volstrekt onnodig. De tekst
heeft die kracht van zichzelf al meer dan voldoende. Het was dus allemaal een
beetje dubbelop. In het begin kwam het geheel niet echt van de grond. Totdat
het stuk plotseling moest worden stilgelegd omdat iemand op de eerste rij onwel
werd. Daarna leek de stop eruit getrokken was en kwam alles tot grote bloei.
Tjeu
RO Theater
9-2-2012
gezien: de kust van RO
Theater
Een tweede stuk van de
schrijver van het succesvolle “Branden” van Majdi Mouawad. Dat is te merken
want andermaal wordt de kijker overgoten met verhalen, waarvan sommige
gruwelijk zijn. Mouawad is afkomstig uit de oorlogszuchtige Libanon en heeft
daar in zijn jeugdjaren dingen meegemaakt waar we in ons rustige Nederland geen
weet van hebben. Maar wil ik er daarom voor een tweede keer weer zo
nadrukkelijk mee geconfronteerd worden? Nou nee, eigenlijk; hou je ellende voor
jezelf heb ik neiging te zeggen. (zoals ik dat ook denk bij Griekse drama’s
waar kinderen door hun ouders worden afgeslacht of andersom). Maar goed,
als ik me over die hobbel heen zet zie ik een voorstelling met een een mooie
rol voor Nasrdin Dchar (zie van het “fokking” Gouden Kalf). Vooral de
vaderfiguur wordt aan het eind heel mooi gespeeld door (ja door wie eigenlijk,
kan ik uit de veelheid van uitheemse namen niet opmaken). Hij redt het stuk dat
aan een overdosis van verhalenvertellerij ten onder gaat. Pas aan het
eind ontstaat lucht en ruimte, voordat het lijk van vader in de zee wordt
gedumpt. Voordat het zover is spreekt het lijk van de vader een slotwoord,
prachtig. Mooi is ook het gezeul van “zoon”: Dchar met zijn het lijk van zijn
vader alsof het lijkt dat de twee voortdurend een traag ballet opvoeren. Humor
en horror op een vreemde, niet altijd overkomende manier geklutst. Opvallend
vind ik het uitermate zwakke spel van enkelen uit de professionele cast. Iemand
met een zwaar allochtoon accent laten meespelen omwille van de politieke
correctheid vind ik ook niet je dat.
Tjeu
Geen opmerkingen:
Een reactie posten