AIR
3-7-2012
gezien: Startsup,
presentatie jonge architectenbureau's door AIR
Al weer langer dan
anderhalf jaar verzorgt AIR de presentatie van jonge architectenbureau’s.
“Onze” Astrid Aarsen is de moderator en de omgeving telkens een andere, dit
keer de Dependance in het Schieblock, zelf ook verzamelplaats van vele jonge
kunstorganisaties. Dit keer het bureau Lilith Ronner van Hooijdonk waarachter
drie jonge dames schuil gaan (die allemaal een deel van de mystiek, quasie
chique naam leveren) en het bureau MAKS van Marieke Kums (MAKS is gevormd uit
een aantal letters uit haar naam, zo simpel is soms het leven).
Wie denkt hier met wat
schuchter opererende, verlegen architecten en ontwerpers te doen te hebben,
vergist zich deerlijk; hier waren zelfbewuste, zeer consistent denkende, op
verwezenlijking van eigen ideeën gerichte types aan het woord. Het bureau met
de lange naam probeert via deelname aan prijsvragen snel een portfolio bij
elkaar te slepen; MAKS doet dat ook. De onafhankelijkheid komt tot uitdrukking
in projecten waarvan de uitkomst soms meer op sculptures lijkt dan aan
architectuur doet denken; wat te denken bijvoorbeeld van een leestafel met de
lengte van 25 meter met de ogenschijnlijke vorm van een door een grote ruimte
slingerende serpentine op verschillende hoogtes. Soms kun je op die tafel
liggen, op ander gedeelten moet je er als een tent onder bivakkeren. MAKS deed
ervaring op in Japan (“we spraken de taal niet en denk niet dat je als
westerling in Japan ooit opdrachten verwerft”) en heeft nu een bureau met
mensen met 5 verschillende nationaliteiten; de metropole wereld in een
notendop. Het bureau met de lange naam ontwierp gebouwen uit stenen die ze
eerste zelf moesten maken uit klei en water en metselen werd geleerd van
bouwvakkers die ze toevallig kenden. Enige onbevangenheid is startende
ontwerpers/architecten niet vreemd bleek wel.
Het bureau met de lange
naam wordt gesteund door Studio voor Unsolicited Architecture van het NAi; het
initiatief van Ole Bouman voor nog niet geformuleerde problemen. Wie denkt dat
er geen werk schuilt in het bedenken van oplossingen voor vragen die nog niet
zijn gesteld heeft het mis. What crisis? No crisis!
Tjeu
AIR/De Unie
12-5-2011
gezien: architectuurcase
over leegstand door AIR in de Unie
Dat in Rotterdam heel
veel gebouwen leeg staan liet architect en inleider Tjerk van de Wetering heel
duidelijk zien aan de hand van foto’s die hij maakt van de weg die hij
dagelijks vanuit Rotterdam Zuid naar zijn werk in Rotterdam Noord fietst.
Rotterdam wijkt overigens niet af van andere steden in Nederland. Als je
bijvoorbeeld alle uitgegeven grond die nog geen bestemming heeft aan mekaar
plakt krijg je een gebied zo groot als de Flevopolder. Of alle lege panden bij
elkaar een stad zo groot als Middelburg. Op een pakkende manier wist Van de
Wetering het probleem te schetsen. Maar hoe daar wat aan te doen. “Door in
ieder geval voor een levendige plint te zorgen”, was Tjerks antwoord. Want
leegstand op de etages daarboven is uiteindelijk vervelend voor de huiseigenaar
maar voor de beleving van de stad minder van belang. Met behulp van
kaartopsteken bleek de zaal het daar met hem mee eens. Aan de hand van allerlei
voorbeelden in de Rotterdamse praktijk liet Tjerk zien hoe leegstand zich
manifesteert en hoe je daar oplossingen voor kunst bedenken. Hergebruik van
bestaande panden, niet de bouw van alsmaar nieuwe was een van zijn meer
fundamentele benaderingen. Een beetje navrant was wel dat het huidige icoon van
hergebruik, het Schieblock, nou juist een plint heeft die voor het overgrote
deel nog steeds leeg staat. Maar daar was beheerder Marcus Fernhout van Codum
als de kippen bij: dat is nou juist weer het gevolg van regelgeving. “Als we
een horeca exploitant één dag langer dan twee jaar ruimte verhuren is er sprake
van een langlopend contract dat tien jaar mag duren. De eigenaar krijgt zo’n
exploitant als hij nieuwe plannen heeft met zijn pand er niet meer uit”.
Vandaar het pleidooi van Tjerk van de Wetering om een onderscheid te gaan maken
tussen “tijdelijke” tijdelijkheid en “permanente” tijdelijkheid. Die
laatste vorm zou wel eens hét middel kunnen worden om in Rotterdam nieuwe
ontwikkelingen mogelijk te maken. Helaas was voor het doordenken van dat
laatste onvoldoende tijd meer. Toch een boeiende avond voor een mudvolle en
wederom zeer warme zaal; wanneer wordt die gigantische
luchtbehandelingsapparatuur nu eens adequaat bediend?
Tjeu
Geen opmerkingen:
Een reactie posten