Doelen
di
24-11-2009 13:06
gezien:
Repons van Boulez door Asko Ensemble
Heel
bijzonder gister in een voor een maandagavond goed bezette Doelen alwaar het
Asko ensemble onder leiding van Reinbert de Leeuw het complexe stuk “Repons”
van een de hogepriesters van de hedendaagse muziek, Boulez vertolkte. Een zeer
complex stuk met verspreid over de zaal twee piano’s, twee xylofoons, een harp
en een voor mij onduidelijk instrument. Daarnaast nog talloze boxen aangesloten
op een Apple computer. Indertijd, bij de eerste opvoering in de jaren ’50 kwam
daar een computer ter grote van een klaslokaal aan te pas.
Moderne
electronica, dat was de tovernaam waarmee componisten als Varese, Xenakis en
Stockhausen experimenteerden in vaak enorme bezettingen. Alles werd uit de kast
gehaald om de luisteraars een ‘totaalbeleving’ te bezorgen lang voordat het
begrip uitgevonden was. Niet alleen het instrumentarium en de
geluidsinstallatie, zelfs de behuizing werd er speciaal voor opgetrokken.
Beroemd is het Philipspaviljoen op de wereldtentoonstelling in 1958 in Brussel
waarvoor plannen bestaan het opnieuw in Eindhoven op te bouwen.
Zo’n
stuk was het dus gisteravond. Het was niets te veel gezegd. De
geluidsmogelijkheden van de vernieuwde grote zaal werd op al zijn mogelijkheden
en kleuren uitgetest in dit wijdse klankenlandschap van Boulez. Ik had
midden in de zaal positie gekozen zodat ik de superstereofonische kwaliteiten
helemaal tot me kon laten doordringen. Het werd al met al een intense ervaring.
Niet voor niets zei de inleider bij aanvang dat de toeschouwers toch maar mooi
konden gaan rondvertellen “dat ze erbij geweest waren toen Respons van Boulez
werd opgevoerd”.
De
vertolking door pianist Ralph van Raat van andermaal twee stukken van
Boulez en een stuk van Beethoven (waarvan de samenhang met het atonale werk van
Boulez ondanks de uitvoerige toelichting in het programmaboekje door Van Raat
zelf me volledig ontging) maakte het geheel tot een zeer bijzondere avond. En
dat op maandagavond, zowat onder mijn woning! (dit is de laatste keer dat ik
daar melding van maak!).
Tjeu.
Doelen
ma
22-3-2010 11:08
gezien:
Laurie Anderson met Basel Sinfonietta en Doelen Kwartet
En
zo stond op zondagavond ineens de beroemde Laurie Anderson (áh-áh-áh-áh-áh) op
de planken van de Doelen, tesamen met het Doelen Kwartet en de Basel
Sinfoniette, een symphonieorkest van wel 80 man die zich specialiseert in
Amerikaanse hedendaagse muziek. Het werd, voor een gelukkig goed gevulde zaal,
een fantastisch concert. En zeer afwisselend. Begonnen werd met een stuk van
John Zorn, vorig jaar nog artist in residence op het North Sea Jazz Festival.
Van deze alleskunner werd een mini-symphonie ten gehore gebracht waarin in
razend tempo alle denkbare muziekvormen over elkaar buitelden. Flarden
Strawinksy, jazz, filmmuziek, samba, alles hotste en dwarrelde op
deconstructivistische manier over en onder elkaar heen zonder één seconde te
vervelen of in chaos te ontaarden. Zorn liet zich bij dit stuk inspireren door
cartoons en de composities van Carl Stalling, een van de componisten onder de
vroege Micky Mouse films.
Daarna
een uiterst traag, in het begin heel lang op één toon balancerende compositie
van Julia Wolfe naar aanleiding van nine eleven. Het Doelenkwartet in gevecht
met het om hen heen gedrapeerde orkest uit Basel. Heel intens en heel dreigend.
Dan
het heel bekend en dramatische Fratres van Pärt. Waarom dat moest worden
opgevoerd als ondergrond van een lang gedicht van Laurie Anderson (die haar
stem met een vervormer tot een octaaf lagere mannenstem vervormde) was
onduidelijk. Het stuk is van zichzelf al zo prachtig, daar hoeft nix meer bij.
Daarentegen was haar verhaal over de eerste vrouwelijke vliegenier die
met haar toestel verongelukt op weg naar een miniscuul eilandje in de Pacific
weer wonderschoon. Als ondergrond een heel filmische compositie van Russell
Davies. Tot slot het dramatische, naar een geweldige stampende climax
toewerkende compositie van ene Michael Gordon die hier en daar wel een beetje
had gestolen van Tubular Bells van Mike Oldfield. Maar goed, daarmee was het
niet minder kippevel. Geen wonder dat de zaal in een ovatie uitbarste..
Een
prachtige avond met hedendaagse Amerikaanse muziek die toch veel toegankelijk
klinkt dan de Europese equivalenten, al had Andriessen ertussen op zo’n avond
niet misstaan. (Pärt overigens is een Est, dus een vleug Europees zat er al
in).
Tjeu
Doelen
14-2-2011
gezien: Class Ensemble in Flipse zaal
De
Volkskrant beloofde een ensemble dat op een unieke wijze klassieke muziek weet
te combineren met jazz. Daar zijn niet zoveel voorbeelden van, dus ik ben in
plaats van naar het RO, waar ik aanvankelijk plannen toe had, naar de
Flipsezaal in de Doelen gegaan. Daar heb ik geen spijt van gehad, al speelde de
band onder leiding van de Rotterdamse Codartsdocent Dick de Graaf, bestaande
uit 10 blazers en een begeleidingscombo deze avond alleen maar jazz. Maar een
deel van de blazers moest de volgende dag, aldus de Graaf, alweer met het RPh
de vijfde van Mahler spelen, dus het betreft deels wel degelijk klassiek
geschoolde musici. Daar was niets van te merken (nou ja, toch wel, de
"klassieken" speelden niet of nauwelijks solo's. Maar met de
uitgeschreven muziek van de fins amerikaanse composite Carlberg konden ze
uitstekend overweg.
Carlbergs
muziek deed soms erg denken aan de muziek die Nina Rota schreef voor de films
van Fellini. Veel circus- en marsachtige deuntjes die plotseling wegfladderen
en een uitgesproken jazzy karkater krijgen. Allemaal glashelder gearrangeerd
met prachtige solo's. Daar waar zo'n bigbandachtige opzet altijd het risico
loopt dichtgemetseld te raken lukt dat met een cast die gewend is met heel
velen te spelen uitstekend. En het combo kon er in zijn eentje ook wat van en
op zulke momenten liepen de tien blazers gewoon even van het podium weg. Dat
maak je met die schreeuwlelijkerds van een blazers niet vaak mee. Ik (en
slechts 50 anderen) hadden een prachtige avond.
Tjeu
Doelen
1-3-2011
gezien: RedEar Fesitval - De Doelen, 26
en 27 febuari 2011
Ook
ik bezocht drie concerten, een dubbelconcert op vrijdagavond in
Lantaren/Venster, een concertje in de Noorse Kerk (was ik nog nooit geweest,
een werkelijk prachtig gebouwtje, zo uit van Noorse fjorden naar Rotterdam
gewandeld) en een concert in de Jurriaanse zaal. Over dat laatste concert zeg
ik niet veel, behalve dat ik het heel spannend vond en prachtig uitgevoerd.
Veel leeswerk, soms schril, weinig harmonieën, maar als ze er waren, waren ze
functioneel Alles wat ten gehore werd gebracht speelde zich, aldus de toelichting,
in het hoofd van de Belgische componist Brewaeys af, een hoofd waarin soms een
flard van een melodie voorbij kwam maar verder ook heel veel chaos. Een man die
regelmatig naar de psycholoog moet volgens mij of moet gaan mediteren om zijn
hersenpan tot rust te laten komen.
Vrijdagavond
een dubbelconcert waarin de New Yorkse en Chicago avant garde om de Nederlandse
saxofonist Jorrit Dijkstra verzameld nogal freakerige jazz ten gehore bracht,
telkens gewijd aan een jazzgrootheid (en Kate Bush, die geëerd werd met
langdradige snerpende klanken uit de cello, dat sloeg werkelijk nergens op). De
Volkskrant sprak er hedenmorgen lyrisch over. Het leek wel of ik bij een totaal
ander concert geweest was. De na de pauze optreden groep rondom de basgitarist
Lux Ex voldeed volledig aan de eis van dit festival: de muziek moest voor de
oren helemaal nieuw zijn. Nimmer zo’n vreemde combinatie van instrumenten
(klassieke akoestische basgitaar, tenorsaxofoon, elektrische viool, piano,
cello en afrikaans slagwerk) zulke prachtige gedreven muziek horen maken waarop
je als vanzelf werd meegedragen de zaal uit. Na elk nummer opende ik de ogen en
moest ik tot mijn grote spijt weer tot de alledaagse werkelijkheid terugkomen.
Ik heb werkelijk drie kwartier zitten trippen zonder tablet of snuif. Als dat
geen Red Ear Music is!
Het
concert in de Noorse kerk was eigenlijk van hetzelfde laken een pak. Puur
meditatieve muziek van twee krassende violen en twee vogelgeluiden wegkwakende
trombones. Ik zal met mijn ogen aan een groot Noors fjord en zag voortdurend
zwermen vogels dalen en weer opvliegen. Bij een ander nummer zat ik tussen
mummeldende boedhistische monniken. En dat allemaal op een regenachtige
Rotterdamse zaterdagmiddag aan de rand van het het Park in een helemaal vol zittend
kerkje. Doe mij nóg zo’n festival!
De belangstelling bij al deze concerten viel
mij niet tegen. Op zaterdagavond zaten er bij de slagwerkgroep Den Haag (met
eten van Herman Blijker vooraf) al zo’n dikke honderd man. Dat bleef zich bij
elk concert herhalen. Telkens tussen de honderd en honderdvijftig mensen, dat
is toch voorwaar niet slecht voor deze muziek. Wellicht was een groot
sluitconcert op de zondagavond iets te veel van het goede. De programmeurs doen
er wijs aan zich enige zelfbeperking op te leggen. Ik kon de rit van de Noorse
Kerk naar de Jurriaanse zaal alleen op topsnelheid op mijn fiets halen (en dat
is hard mensen!). Geen wonder dat er van het publiek van het kerkje verder
niemand te zien was. Voor de activiteiten in de schouwburg en het luisteren
naar de installatie voor de Doelen had ik eenvoudigweg nog geen minuut tijd!.
Dan is er toch iets mis met de programmering zou ik zeggen.
Tjeu
Doelen
16-9-2011
gezien: Vijfde symfonie
van Mahler door Israel Philharmonic Orchestra
Als ik afga op de
stormachtige ovatie die het IPO olv Zubin Mehta ten deel viel, heb ik iets
bijzonders meegemaakt. Van Marc hoor ik dat de programmeur van De Doelen, Neil
Wallace nimmer zo’n goede uitvoering heeft gehoord. Welnu, wie ben ik dan om
daar kanttekeningen bij te plaatsen. Hooguit dat ik die muzikale mausolea die
Mahler neerzet niet kan doorgronden. Te ver van mijn – alledaagse –
belevingswereld. Te pompeus, te groots, al geldt dat niet voor het vierde deel,
het Adagietto, dat in ongeveer 9 minuten het gigantische orkest ongelooflijk
verstilde muziek laat maken. Dit keer geen gekuch of gehoest in de zaal, de
naar ik schat 1000 toeschouwers waren muisstil. De vijfde symfonie is een stuk
waarin van alles gebeurt, alleen al diegenen die komen om naar een symfonie
orkest te kijken, komen ogen te kort. Elke paar seconden nemen andere groepen
in het orkest het van voorgangers over. Met de trompet en hoorn als altijd
overblijvende solisten. Die kregen dan ook terecht een open doekje aan het
eind. Nogmaals, ik bewoog niet emotioneel mee op de golven van geluid die het
IPO voortbracht, maar ik neem op gezag van de zaal aan dat dít een van de
hoogtepunten van het Gergievfestival was.
Doelen
11-10-2011
Zesde van Beethoven door
Orkest van de 18e eeuw
Ik ben al jaren fan van
het Orkest van de 18e eeuw van Frans Brüggen, de boomlange,
breekbare bijna 80-er. Ik zag hem houterige stapjes maken naar het podium, maar
eenmaal gezeten knalde het orkest met de zachte, zijde ‘sound’ los alsof er een
dertigjarige zat (niet stond, dat wel) te dirigeren. Het orkest met allemaal
authentieke instrumenten en violen met varkensdarmen bracht een zoetgevooisde
(wat mij betreft iets te zoete) versie van de “Pastorale”, de zesde van
Beethoven. Na de pauze , de vijfde (tatata taaa); de absolute moeder aller
symfonieën, waarin elke klap op zijn plaats is. En die zitten er wat in.
Ongelooflijk, dat zo’n stuk geschreven werd door een bijna dove componist. Maar
ja, doven voelen wel de bassen en de trommels. Dat waren ook de partijen die aan
het eind afzonderlijk een open doekje van de zaal kregen. Trouwens, behoorlijk
vol met grijsaards, die Doelen op een maandagavond. Maar ja, voor het merendeel
van dit publiek is het altijd zondag.
Tjeu
Doelen
30-5-2012
gezien:
congres Audiences Insight Out in de Doelen
Zeer druk bezocht congres
gedurende twee dagen, alwaar ik veel bekende tegenkwam. Voor zover directeur
van een instelling stelde ik ze allemaal dezelfde vraag: in hoeverre maak je
bij het opzoeken van voor jouw instelling gebruik van doelgroepenonderzoek.
Daarop kreeg ik steeds hetzelfde antwoord: dat doen we zelf, we verzamelen zelf
data en maken géén gebruik van landelijke onderzoek of methodiek. Dat gold ook
voor de directeur van het Rotterdams Philharmonisch Orkest die stelde dat hij
met zijn product innovatie werkt volgens de methode van “informed intuition”,
oftewel fingerspitzengefühl om het in goed Nederlands te zeggen. Niks geen
methodiek of wetenschappelijke data. En dat voor iemand met als achtergrond
socioloog en statisticus! Gewoon je gevoel volgen en daarmee aan de slag gaan.
Zo onstonden de formule Philyou (had ik nog niet van gehoord trouwens) en de
cyclus “In de Ban van de Ring”. Op de vraag vanuit de zaal wat nu verder met
het publiek gebeurt dat op deze manier voor het eerst de concertzaal bezoekt
stond de welbespraakte Vlaming ineens met zijn mond vol tanden. Er was geen
vervolgstap. Hooguit dat men op deze manier de zaal en het orkest als “iets van
onze stad” ging beleven en dat zou ongetwijfeld wel gevolgen hebben”.
Ik kreeg het gevoel dat
de RRKC raak heeft geschoten met de afwijzing van het subsidieverzoek van
Rotterdam Festivals om opnieuw te investeren in de MOSAIC methodiek. Die, en
die van Motivaction werden overigens voor de zoveelste keer met verve ten tonele
gevoerd. Maak van je publiek een persoon, waar je je in kunt verplaatsen: Henk
en Ingrid bijvoorbeeld. Het Scheepvaartmuseum dat haar publiek na de verbouwing
heeft zien verdrievoudigen (nu naar 300.000 bezoekers per jaar), maakt het wel
heel bont. Eén deel van het museum is ingericht voor de traditionele bezoeker,
de object georiënteerde “maritiem geïnteresseerde kapitein Iglo”, één deel voor
de belevenissen zoekende Jan, Jans en de kinderen en één deel voor de meer in
algemene VOC geschiedenis geïnteresseerde Geert Mak adepten. En voor de
professoren onder ons is er een aantrekkelijk vormgegeven bibliotheek. Dan zit
je altijd goed, zoals de cijfers onvertuigend aantonen. Ik heb het
Scheepvaatmuseum al op een mijn lijstje gezet.
Tjeu
Geen opmerkingen:
Een reactie posten