Boijmans van Beuningen
do
13-9-2012 14:57
gezien:
minimal myth in Boijmans van Beuningen en de collectie Duitse schilders
Nog
niet op de valreep gezien voordat Van Eyck komt binnen varen: “Minimal Myth”
met minimalistische kunst van de jaren 60 en 70 en heden met daaromheen de
tentoonstelling van hedendaagse Duitse schilders. Een grotere tegenstelling is
bijna niet denkbaar. Naast de formele, rationeel klinische kunst van de
minimalisten de zware, van historisch schuldbewustzijn en maatschappelijk
betrokkenheid doordrenkte figuratieve kunst van de Duitsers.
Bij
de een is de samenleving de grote afwezige, bij de ander de altijd aanwezige.
De een is meester in de beperking, de ander meester in de grootsheid. Een mooie
exercitie voor een bezoek met een groep leerlingen maar voor iemand die iets
nieuws wil ervaren is het minder interessant. Je hebt het allemaal al eens
gezien. Hoewel;het werk van bijvoorbeeld Peter Struycken en Jan van Schoonhoven
blijft als zodanig boeien. Dat is misschien het verschil met Baselitz of Penck.
Dat heb je op een gegeven moment wel gezien. Het minimalisme van SolLewitt en
Donald Judd blijft spannend. Dat is bij de Duitsers minder.
Tjeu
Boijmans
van Beuningen
ma 22-3-2010 10:32
gezien: Carsten Höller in Boijmans
Boijmans
toont dit voorjaar Carsten Höller. Blijkens zijn record (Tate Modern, Kassel,
Milaan, etc. etc.) hebben we hier van doen met een internationaal vooraanstaande
kunstenaar. Ik was er bepaald niet van onder de indruk. Höller baseert zich op
het eenvoudige principe van een eenheid die door de helft gedeeld wordt,
daarvan weer de helft en daarvan weer de helft. Divided divided. Een krachtig,
eenduidig uitgangspunt kan tot heel fraaie kunst leiden, maar hier levert dat
niks op. Zie de muren van een van de zalen die volgens dit procede zijn
geschilderd, inhoudsloze fletse vlakverdeling. En als dat dan ook nog eens
wordt gebruikt in een aantal installaties slaat de meligheid werkelijk toe. Ik
vond er werkelijk geen ene moer aan, met als dieptepunt de mobiel met zingende
vogeltjes, dat hebben Calder en Miro al honderd maal beter gedaan. Het contrast
met de twee filmzalen aan weerszijden met opflitsende middenamerikaanse en
afrikaanse klanken kwam ook al totaal niet over. Die paddestoelen leverden ook
niks op. Höller is van huis uit plantenkundige en heeft hier ongetwijfeld zijn
kennis in gestoken, maar hoe en wat werd mij in het geheel niet duidelijk. Dat
de paddestoelen tot een perspectiefvertekening zouden leiden en dat ik mij een
kaboutertje zou voelen, kom nou zeg!. Kortom, zelden zo’n teleurstellende
tentoonstelling gezien waarvoor zoveel ruimte (en zoveel geld) is vrijgemaakt.
Ik bevind met in goed gezelschap want ook Hugo had het in zijn recensie al over
“grote flauwekul”.
De
prenten daarentegen in de tentoonstelling met nieuwe aanwinsten zijn wel de
moeite waard. Met name de volledig dichtgetekende prenten van Oscar de las
Flores vond ik opzienbarend. Opvallend is de eenheid in thema’s bij de
tekenaars, veel vleesch, geweld en sadisme, kortom veel verdrongen,
bedenkelijke driften. Het werk van Charles Avery (beneden bij de vierkante
trap) valt niet zo op maar blijft, zeker indachtig de eerdere tentoonstelling
die ik van hem zag met zijn ongebreidelde fantasiewereld, heel bijzonder.
Overigens, onder aan die trap zou toch voortdurend werk van Rotterdamse
kunstenaars hangen?
Jac.
Jongert, de ontwerper die veantwoordelijk was voor het uiterlijk van de
produkten van Van Nelle is een Rotterdamse icoon en mag door niemand gemist
worden, zijn werk voor overige opdrachtgevers is ook een toonbeeld van
esthetiek zoals dat aan het begin van de vorige eeuw opgeld deed. Prachtig; en
schitterend gepresenteerd.
Tjeu
Boijmans van Beuningen
ma
31-5-2010 10:29
De
installatie van Olufar Eliasson in Boijmans is van een bovenaardse schoonheid
en past in de reeks kunstwerken die hij maakt met natuurlijke processen als
uitgangspunt. Heel mooi hoe licht en en water met elkaar louter grafische
voorstellingen kunnen opleveren. Het geheel is nu eens niet meer dan som der
delen maar leidt tot terug tot zijn essentie: witte lijnen die al naar gelang
de toeschouwer op de planken vloer beweegt in beweging komen. Het was
zaterdagmiddag eigenlijk te druk om dat interactieve element goed te ervaren.
Ik ga daarom nog een keer terug op een dag dat het heel rustig is. De foto's
van Thomas Demand zetten de toeschouwer op het verkeerde been, men ziet niet
wat men denkt te zien (maar men weet dat niet). Navraag bij sommigen leerde mij
dat vrijwel niemand dat in de gaten heeft. Het ware juist geweest (zoals het
geval was in Londen waar ik deze tentoonstelling gedeeltelijk ook al gezien
had) als het publiek zou zijn geïnformeerd (desnoods helemaal aan het eind van
de reeks) over de manier waarop Demand werkt. Hij bouwt nl. alle getoonde
voorstellingen in karton en papier zo natuurgetrouw mogelijk na. Het betreft
allemaal plekken waar heel bijzondere (of afgrijselijke) dingen zijn gebeurd.
Zonder die info loop je wat doelloos naar foto's van onduidelijke plekken te
staren. Je zou de begeleidende teksten bij de tentoonstelling als een hint in
die richting kunnen opvatten maar of dat de bedoeling was ontging mij eerlijk
gezegd.
Bij
het kijken naar de zaal met vervalsingen van Van Meegeren kon ik de lol wel
inzien van de foto waarbij de in de oorlog volkomen foute directeur Hannema
verzaligd naar zijn nieuwe aanwinst zit te kwijlen; de Emmausgangers van - naar
hij met stelligheid wist - van Vermeer. Heel leuk om te weten dat zowel hij als
Hermann Göring door Van Meegeren bij de neus zijn genomen.
Op
de “receptie” moest iedereen betalen voor zijn drankje. Heel goed; de eerste
gevolgen van de aanstaande bezuinigingen op cultuur tekenen zich af.
Ik
had geen tijd meer (vanwege het Jeugdttheater Hofplein) om mee te gaan naar Van
Lieshout op Heijplaat. Daar vertelt Hugo wel over neem ik aan, die was er ook.
Tjeu
Boijmans van Beuningen
ma 10-1-2011 14:59
gezien: Hans Thorn Prikker en Jella
Jongerius in Boijmans
Een
leuk besluit, om bijna in dezelfde ruimte twee toegepaste kunstenaars, Prikker
en Jongerius, tegenover elkaar te zetten.
Er
zijn grote verschillen, Prikker was tamelijk traditioneel en zeer door religie
en spiritualiteit aangeraakt.
Jongerius
verwerpt het gestileerde en is aangeraakt door de duurzaamheid.
Bij
de tentoonstelling van Jongerius, mooi overzichtelijk in één zaal
ondergebracht, krijg ik echt de indruk met geheel eigen visie en stempel
geconfronteerd te worden, langzamerhand wel bekend maar zo bij elkaar
overdonderend duidelijk. In de industriële fabricage moet de individuele toets
van de ambachtelijkheid weer terug te vinden zijn. Dat is vrijwel bij al het
werk het geval. Niets is perfect en daarom eigenlijk alles ook weer wel. De prachtige
cirkel met vazen in alle kleurschakeringen (over het belang van de
herontdekking van de door massafabricage teloor gegane echte kleuren houdt
Hella een indringend betoog op band) is weer helemaal hersteld nadat iemand
erin gevallen was en wonderschoon.
John
Thorn Prikker aan de andere kant in de fraai opgebouwde zaal (eindelijk eens
glazen vitrines waarop je door een aangehechte rand schaamteloos op kunt
leunen) geeft een goed beeld van het handwerk van deze vroeg 20ste
eeuwse Jongerius. Helaas wordt mij weinig verteld over het conflict dat tussen
Prikker en anderen (waaronder Berlage) ontstond over de weinig Hollandsche
stijl van Prikker. Daarom begrijp ik ook niet helemaal waarom hij een tijd lang
naar Duitsland verdween waar hij wel op waarde werd geschat. Hij was zeker geen
vooruitstrevend schilder. De aandacht voor de “moeilijkste” delen van het
menselijk lichaam, de handen, de voeten en het gezicht zijn opmerkelijk. Zijn
gebrandschilderde ramen horen helemaal bij de jaren 20/30. Het was misschien
mooi geweest om het werk van hem te spiegelen aan dat van enkele anderen.
Prikker had een eigen signatuur en het is daarom jammer dat men voor de
raadzaal in Rotterdam uiteindelijk koost voor de veel traditionelere Richter in
plaats van Prikker, die ook een ontwerp had ingediend. Al is hij weer wel te
zien in de Burgerzaal, maar daar is het misschien iets te veel van het goede.
Tjeu
Boijmans van Beuningen
wo 11-8-2010 13:16
gezien: infernopolis van Atelier van
Lieshout
In
de onderzeebootloods op RDM terrein bij Heijplaat de inmiddels veelbesproken en
alom aangeprezen tentoonstelling van Joep van Lieshout of zo u wil Atelier van
Lieshout bezocht. Waarschijnlijk ben ik al te vertrouwd met zijn werk want ik
keek er niet meer van op. Zijn cradle tot cradle installatie vond ik eigenlijk
meer van hetzelfde, al wordt nog nadrukkelijker dan voorheen de mens nu ook op
de slachtbank gelegd. Gaat daar nu echt een inspirerende en stimulerende
werking van uit? Raken mensen zich daardoor nu ineens bewust van de eindigheid
van de planeet en de slonzige manier waarop men met leven en natuur om gaat? Ik
weet het niet hoor. Maar Rotterdam heeft er onmiskenbaar een toeristische
trekpleister mee in huis. Volgens mij doen zeer veel van hen dat tochtje over
de rivier. Een al met al zeer Rotterdamse manier van kunst bedrijven en kunst
presenteren. Toch wel goed dus.
Tjeu
Boijmans van Beuningen
20-7-2011
gezien:The one and the many van Elmgreen & Dragset
Zijn kunstenaars en
museumdirecteuren nu werkelijk zo naïef dat ze denken dat wij de verschillende
lagen achter de alledaagse rauwe werkelijkheid niet onmiddellijk ervaren als
wij door een desolaat stadsdeel of lelijke straat rijden? Elke keer als ik op
mijn fietsje door Rotterdam Zuid dwaal kom ik met een koffer vol ervaringen
thuis. Soms worden vooroordelen bevestigd, dan weer niet. De werkelijkheid, die
is boeiend, niet die nep werkelijkheid die door E & D, begeleid met veel
tromgeroffel door Boijmans, aan de orde stellen. Volkomen overbodig, die
super-realiteit van een lelijk flatgebouw, straatlantaarns, een broeierig
pishok en een gesloopte limousine. Die realiteit ervaren we hier in Rotterdam
dagelijks om ons heen, daarvoor hebben we deze geïmporteerde kunstmatige
hyperrealiteit toch écht niet nodig. Kijk, een Prada winkel in een woestijn,
ok. Maar een stukje Rotterdam in Rotterdam? Waar heb dat voor nodig?
Bovendien, datgene dat
werd beloofd: een totaalervaring met medewerking van acteurs van het Ro, kreeg
ik nauwelijks. Het was en bleef de imposante hal van de voormalige
onderzeebotenfabriek met één meisje dat naast haar kinderwagentje een quasi
telefoongesprek voerde. Dan kan ik toch beter naar de Afrikaandermarkt met
honderden acteurs, pardon, echte mensen. En moet een blik in een alledaags
interieurtje of een blik in een kamer van met slapende puber naast zijn gitaar
bij mij jeugdherinneringen oproepen? Ammehoela. Ik vond het overbodig, quasi
interessant. En die twee leuke kunstjongens hadden in hun filmpje waarlijk
niets anders dan gemeenplaatsen te debiteren. ‘Boeh!’ voor Sjarel Ex die
volgens een filmpje zo onder de indruk was van deze hyperrealiteit. Zou hij
naast het aanleggen van door de tijd achterhaalde pindakaasvloeren en ontelbare
vlieguren over de globe wel eens in Rotterdam Zuid rondwandelen?
Tjeu
Boijmans van Beuningen
23-11-2011
gezien: Marijke van
Warmerdam en 'nieuwe energie' in Boijmans
Heel mooi gedaan, al die
loopfilms in de grote zaal van Boijmans. Je moet er wel echt voor gaan zitten
op een van de aanwezige autobanden om alles op je in te laten werken. Verstilde
aandacht voor het detail. Schoonheid uit het (bijna) niets. Een jongetje in een
natte zwembroek die eindeloos lang over een plas uitkijkt; een kijkje door een
beslagen raam naar een tuin, vier vliegtuigen die strepen trekken in de lucht.
Of hoe je soms gelukkig kunt zijn met bijna niets. Het meisje dat een handstand
doet en haar onderbroekje laat zien is er meer een in de categorie voor de
stille genieter.
De ontwerptentoonstelling
Nieuwe Energie met objecten die gebaseerd zijn op duurzame krachtbronnen
vereist per object heel veel aandacht om de quintessence van het ontwerp te
vatten. Ik moest mezelf echt dwingen die informatie bij elk object weer op te
diepen. Maar als je die energie(!) kunt opbrengen dan zie je ook soms wel heel
verrassende ideeën. Hoe toon je bijvoorbeeld de energie die nog schuilt in oud
hout aan: Welnu, bevestig drie potloden met klemmen aan een plakje oud hout en
zet dat geheel op een tekenpapier. Na verloop van dagen (weken?) zie je rondom
de potloodpunten streepjes of vlekken ontstaan: de neerslag van de werking van
oud hout. Geniaal! Maar geen tentoonstelling die een esthetische belevenis te
weeg brengt; is dat niet een randvoorwaarde voor een tentoonstelling in een
museum voor beeldende kunst? Ik voelde met nu af toe een soort professor
Zonnebloem op inspectie in zijn laboratorium; daarvoor zou ik geen entree
moeten betalen maar een honorarium moeten ontvangen vind ik eigenlijk.
Tjeu
Boijmans van Beuningen
11-6-2012
gezien: "Ballads"
van Sarkis in onderzeebootloods
Met zijn enorme carillon
van boomstammen en rood een geel gekleurde ramen weet de Turkse en alom
tentoongestelde kunstenaar Sarkis de onderzeebootloods om te toveren tot een
kerk van kathedrale proporties. Niet voor niets hangt in een kooi die op zich
een mooi uitzicht biedt op deze installatie en video met een still van een
schilderij van de bekende Hollandse meester Saenredam, bekend van zijn grote
kerkinterieurs. Eigenlijk had dat helemaal niet gehoeven, zonder is het ook wel
duidelijk.
Op het carillon wordt
constant werk van Cage gespeeld, al maakt ik ook mee dat een japans meisje van
de organist kinderliedjes ten gehore mocht brengen. Als je dan vervolgens
op een fiets helemaal volgeplakt met veertjes rond rijdt verblijf je ergens tussen
hemel een aarde. Hiertoe had het beperkt moeten blijven. De andere objecten
(een boot met een torentje van casettebandjes; materiaal waarmee Sarkis
blijkens documentatie ter plekke vaker werkt) en een ufo uit de collectie van
Boijmans doen slechts afbreuk aan de sereniteit die van het eerste werk uit
gaat. Helemaal slordig is het dat de video-installatie in de ufo die naar de
brochure meldt korte filmpje van Sarkis laat zien, helemaal niet werkt! Net zo
min als de koptelefoon die volgens de Volkskrant ballads van Miles Davis ten
gehore brengt. Geen geluid te horen. Dat de deurtjes van het keukentje van de
ufo helemaal scheef hangen hoort bij deze slordige presentatie, BvB onwaardig.
Maar die
carillon-installatie is puik. En dat werken met gekleurd glas grijpt terug op
eerder prachtig werk van Sarkis met glas in loodramen die hij eerder maakte
(zie daarvoor de boeken op de leestafel).
De cirkel waarop iedereen
iets van zichzelf mag neerleggen beschouw ik ook maar als een opvuller van de
gigantische ruimte. Nee, de curator van BvB had Sarkis moeten verplichten zich
tot die ene installatie te beperken (en die fietsen natuurlijk).
Tjeu
Geen opmerkingen:
Een reactie posten