Poetry International
do 11-10-2012 10:50
gezien: dichtersavond rond Antjie Krog
in Bibliotheek Den Haag
Dat
was dus echt de metropoolgedachte: het Rotterdamse Poetry dat tesamen met de
Haagse organisatie “Writers Unlimited” (aangestuurd door “onze eigen” Gerda
Roest) in Den Haag een uitgave van het Rotterdamse blad Tortuca ten doop houdt.
De Zuid Afrikaanse Antjie Krog is 60 geworden en het leek Poetry leuk om aan
Nederlandse dichters te vragen bij die gelegenheid een gratis gedicht af te
scheiden. Hetgeen lukte: 44 van de meest vooraanstaande Nederlandse dichters
bleken hiertoe bereid. Tortuca bundelde ze en zo kon Bas Kwakman aan de uit
Zuid Afrika overgevlogen verblufte Antjie (“zijn jullie hier in Nederland nog
niet antjie-moe onderhand?”) de bundel overhandigen. Zo’n bijeenkomst in de
bibliotheek van Den Haag is toch heel anders dan in Rotterdam; voor een gehoor
van vooral beschaafde dames van meer dan middelbare leeftijd interviewde
Adriaan van Dis in onvervalst zuid Afrikaans de dichteres. Het zijn vooral haar
voordrachten (waarvan een aantal gezongen) die haar in Nederland zo bekend
hebben gemaakt. Met haar ronkend zuid Afrikaans en diep emotionele voordracht
weet zij de harten voor zich te winnen. En bij dit bekendste Zuid Afrikaanse
gedicht ging de zaal plat; een verademing na alle hermetische zinnen die
daarvoor waren uitgegoten.
Die berggans het ’n veer laat val
van die hoogste krans by Woeperdal
my hart staan tuit al meer en meer
ek stuur vir jou die berggansveer
mits dese wil ek vir jou sê
hoe diep my liefde vir jou lê.
Tjeu
Poetry International
di
16-6-2009 15:40
gezien:
Rotterdamse dichtavond op Poetry
Na
het protest van vorig jaar van enkele schrijvers en dichters (Manuel Kneepkens
en Arie van der Ent) is de Rotterdamse dichtavond in ere hersteld met een
schitterende rol van Achmed Aboutaleb als vertolker van enkele Arabische
gedichten. Die man heeft daar echt kaas (couscous) van gegeten!. Verder was de
sfeer wel érg lollig, waarbij sommige dames in het publiek zelfs bij serieuze
gedichten nog zaten te schateren van het lachen. Wellicht is dat de
Rotterdammer variant: bij gedichten moet je – ingedachtig Jules - lol
kunnen hebben. Alle credits voor Arie van der Ent en zijn uitgeverij Douane die
een bundel uitbrengt met gedichten van Rotterdamse dichters. Kortom: de
dichtkunst in deze stad leeft als nooit te voren.
Maandagavond
een avond op Poetry met aandacht voor de mogelijkheden die het internet biedt
voor digitale dichtkunst. Een reeks voorbeelden werden getoond van
mogelijkheden die eerder al eens door de Volkskrant waren genoemd. Ik had ze in
ieder geval allemaal al een gezien. Maar onmiskenbaar biedt het web extra
expressiemogelijkheden voor eigentijdse dichters. De opkomst op deze
maandagavond was opvallend goed.
Tjeu
Poetry International
gezien:
diverse onderdelen Poetry
Poetry
leeft weer helemaal. Dat kunnen we een dag voor het eind wel concluderen. Het
was elke dag druk. De stemming was geanimeerd, het programma levendig, de
aankleding bijna knus te noemen en de kwaliteit hoog.
Dat
wil niet zeggen dat ik altijd even geboeid was. Menigmaal zakte ik weg bij
bijvoorbeeld de chinese dichters (ik heb er twee bijgewoond) vanwege de –
althans in mijn ogen – onbegrijpelijke vertalingen waarin veel bamboehout,
vogels, kronkelende rivieren en lotusbloemen om mijn aandacht vochten
zonder dat ik er enige logica in kon ontdekken. Niet vreemd dat ooit Frans
Vogel bij de Chinees Yang Lian riep: “harder!”.
Weer
wel zeer aansprekend vond ik op de avond over War Poezie alwaar de
Amerikaanse soldaat Brian Turner zeer indringend liet voelen hoe het is om als
soldaat aan het front te zijn. Een ware poëet in de frontlinie. Komt niet vaak
voor geloof ik. Hij raakt zo enthousiast dat hij de voor de intermezzo’s
bedoelde luitspeler Jozef van Wissem vroeg een gedicht te begeleiden hetgeen
deze spontaan deed. Zulke dingen maken een festival tot een gebeurtenis.
De
voorkeur van festivalgrondlegger en oud RKS medewerker Martin Mooij voor de
japanse Kazuko Shiraishi kon ik maar matig
waarderen, De medewerking van een piepende trompettist vond ik
eerder storend dan ondersteunend, maar als kijkspel was het op zijn minst
opvallend. Dat Hans Keller bij de keuze van Martin Mooij de zieke Remco Campert
verving vond ik eigenlijk wel passend, daar stond immers het RKS tandem uit de
begintijd van Poetry, althans Hans Keller is een jaartje of wat ook nog
directeur van de RKS geweest. Martin Mooij bleek een chaoot te zijn maar dat was
Hans Keller ook. Het zijn de tijden geweest waarin over het
voortbestaan van de RKS serieus werd aldus het boek van Karin Gaemer.
gedebatteerd, ondanks de parel die aan de RKS was ontsproten. Jammer dat Martin
Mooij zelf niet kwam vertellen waarom hij de opgevoerde dichters had
gekozen. Dat had ik van hem persoonlijk willen horen.
Rutger Kopland is een geheide publiekstrekker en een
verklaring voor de geheel volle zaal. Een dichter die ondanks zijn soms met
eenvoudige, wellicht zelfs voor de hand liggende thema’s als landschappen en
liefdes ontroerend schoon kan dichten. Zelden heb ik een zo volle zaal zo
muisstil horen zijn.
Tjeu
Poetry International
28-1-2011
Gezien:
gedichtendag 2011
27 januari was het weer gedichtendag, voorafgegaan op 26 januari door de
door de VSB gefinancierde en door het Rotterdamse Poetry International
georganiseerde VSB poëzieprijs in Utrecht, gewonnen door de 82-jarig Armando!
Volgens sommigen overigens niet zijn beste bundel, zo las en hoorde ik om me
heen de volgende dag.
Op donderdagmiddag een helemaal gevulde Paradijskerk met voordrachten van
de ik dit metier (voordragen van eigen werk) waarlijk onvolprezen Dichter des
Vaderlands Ramsey Nasr. Vooral zijn van de kansel voorgelezen psalm waarin hij
zich richt tot God vanuit de beperktheid van zijn sterfelijke lichaam maakte
hemzelf tot een God. Zijn “Mi have a dream”
waarin een Rotterdammer in platte straattaal Rotterdams in 2050 zijn
heimwee naar de rust en orde van vijftig jaar terug bezingt is inmiddels een
tophit die ik nu al wel vijf keer gehoord heb. Moustafa Stitou had de taak
wegens een schouderbladbreuk afwezige Remco Campert te vervangen en deed dat
vlekkeloos. Zelfs stem en intonatie waren die van de oude meester. Maar ook
zijn eigen gedichten daarna waren compact en kernachtig. Mede dankzij de
lyrische pianoflarden er tussendoor was het een prima middag.
’s Avonds in het bibliotheek theater mocht de van onze letterencommissie
bekende Esther Naomi Perquin voor twee jaar het stokje van de stadsdichter
overnemen van Jana Beranova. Dat deed ze met verve. Daar waar ik dacht dat de
soms wat hermetische poezie van Esther een hinderpaal zou zijn voor haar nieuwe
rol wist ze uit haar werk precies die gedichten te pikken die de luisteraar
onmiddellijk treffen: persoonlijke ontboezemingen van een jonge vrouw in het
volle leven. Ze deed het ook nog eens op een humoristische en weloverwogen
manier. Dat wordt wat, die Esther als commentator van Rotterdamse toestanden
gedurende de komende twee jaar. Een sjieke dame temidden van het ruwe geweld.
En weer was daar Aardvark voor de begeleiding. Met krek hetzelfde repertoire
als jaar geleden in de Unie bij Kees van Koten. Door die vier winden mag wel
eens een frisse wind.
Tjeu
Poetry International
13-6-2012
gezien: opening Poetry International
Druk bezocht deze opening
van de 43ste editie van het bekendste en oudste poëziefestival ter
wereld. De hele wereld was er weer van India tot Canada. Dit keer met perfect
aansluitende vertalingen op grote, overzichtelijke schermen, afgewisseld met
door leerlingen van WdK gemaakte intro’s en muziek van John Cage (alweer, er
waait een John Cage plaag door cultureel Nederland) door een fraai
strijkersensemble. Sjiek, welluidend maar hermetisch, zo was het. Die gedichten
gaan te snel, ik moet een gedicht proeven, herkauwen en kan het dan pas
waarderen; dit ging mij te vlug allemaall. Ik beschouwde het maar als een
douche, waarbij je ook niet elke druppel op zijn waarde kunt schatten. Maar dat
ene gedicht van die rap sprekend indiër, uitgesproken in een gevangenis in
Parijs, met de zin: die muur, waarop nimmer bloemen zullen zitten, waar altijd
schaduw is” gaven de essentie van het leven achter tralies weer. Ik probeerde
Peter Sonneveld van Bonheur, aanwezig met jonge acteurs die gedichten voorlazen
aan individuele bezoekers, te pakken te krijgen maar die was te druk in de
weer. Hij keek niet boos.
Tjeu
Poetry International
14-6-2012
gezien: Jana Beranova bij
Poetry
In een
“Zomergasten”-achtige setting interviewde Bas Kwakman de Rotterdamse voormalige
stadsdichter/vertaler Jana Beranova. Een boeiender gesprek dan ik aanvankelijk
had gedacht. Als jonge econome komt ze begin jaren 70 terecht op de Tsjechische
ambassade in Den Haag en komt van daaruit in contact met Poetry omdat ze vind
dat gedichten van een Tsjechische dichter slecht vertaald zijn. Alras krijgt ze
een plek binnen het vertalersteam van PI en komt daar niet meer vandaan. In de
jaren zeventig begint ze het werk van Milan Kundera (nadruk in de achternaam op
de eerste lettergreep, niet op de tweede, aldus Jana) te vertalen en verwerft
zo landelijke bekendheid. In die tijd begint ze allerlei dichters te vertalen,
waaronder de Joegoslaaf Vasko Popa waarvoor ze “eventjes” het Servisch onder de
knie gaat krijgen. Zo ook het Macedonisch voor weer een andere dichter. Kortom,
de ook Russisch sprekende Jana blijkt een talenwonder. In het interview een
aangrijpend, nooit eerder gehoorde opname met de Jan Palach, de Praagse student
die zich in 1969, na de inval van Rusland in Tsjecho Slowakije zichzelf uit
protest in brand had gestoken. Hij bleek nog enkele uren te hebben geleefd
waarbij het regime aan de hand van dit gesprek met een psycholoog probeerde
vast te stellen dat hij gek was. Hetgeen niet was gelukt, zo bleek uit de
geluidsopname die Jana, aangedaan, vertaalde. Aangrijpend! Verder las ze wat
vertaald en eigen werk voor totdat ik weg MOEST naar een voetbalwedstrijd. Het
merendeel van de luisteraars had andere prioriteiten en bleef rustig zitten.
Zij hadden – achteraf – het grootste gelijk.
Tjeu
Poetry International
15-6-2012
gezien: C Buddingh' prijs
bij Poetry International
Voorafgegaan door een
‘special’ waarin een gedicht van Samuel Beckett; “Comme dire” (“hoe zeg je
dat”), geschreven in een tijd waarin hij aan afasie leed en woorden niet meer
kon benoemen, minutieus werd ontleed (het werd af en toe zo academisch dat ik
me zo nu en dan een echte dombo voelde), werd de C. Buddingh’ prijs voor
debuterende dichters uitgereikt aan Ellen Deckwitz, uitgegeven door Nijgh &
Ditmar (hoeveel info kun je stoppen in één zin?).
Van die Ellen Deckwitz
gaat we nog heel veel horen denk ik. Zelden iemand zo vanzelfsprekend alle
gedichten uit haar hoofd zien opvoeren. “Opvoeren”” is het juiste woord,
want ze maakt er echt een hele show van. Glasheldere, soms komische, soms
vertederende gedichten. En toen ze een lang gedicht voorlas van een andere
debutant die inmiddels overleden is (Jeroen Mettes) deed ze dat zonder enig
zichtbaar probleem ook zonder papier. Iemand die ondanks haar zogenaamde jeugdige
lef haar zaakjes goed voorbereidt! Haar overwinning is te meer gedenkwaardig
omdat hiermee de poetry slam (zij was in 2009 winnaar Poetry Slam) officiëel
salonfähig in de nederlandse dichtwereld is geworden. “Urban meets academic” is
in de letteren dus een feit, en dat op Poetry dat na één uitstapje enkele jaren
geleden, geen zin meer had om “Slam” nog als afzonderlijk onderdeel op te
voeren.
Elke dichter werd
voorafgegaan door een filmpje, waarin we de latere winnares met haar lange
nagels gaten in de Utrechtse bodem zagen graven omdat ze als hobby heeft het
uitgraven van boomwortels en het dresseren van pieren.
Tjeu
Geen opmerkingen:
Een reactie posten