Dag 17: Braga
Braga is een erg katholieke stad! Deze mededeling van de
Nederlandse reisleider die we gisteravond tegen kwamen klonk als een
waarschuwing. En hij had gelijk. Braga oogt als een klein Vaticaan, nergens ter
wereld staan op enkele vierkante kilometers zo veel grote katholieke kerken bij
elkaar. Om elke straathoek duikt weer een kloeke barokke toren met klokken erin
op. De stijl is altijd barok, alleen de kathedraal stamt uit de 12e
eeuw. Van binnen oogt deze kerk verrassend kaal, als de gigantisch barokke
orgelpartij, bestaande uit niet één maar twee enorme pijpenverzamelingen met
talloze gouden tierlantijnen er omheen, niet wordt meegerekend. Dictator
Salazar had niet zoveel met dat barokke verleden en beval dat, op het orgel en
enkele altaren in de zijnissen na, alles van de barokke overdaad gestript zou
worden. Aldus geschiedde, over blijft een lege, wat tijdloze kerk met alleen
aan de uiteinden die overdaad.
Als we buitenkomen begint het klokkenspel op een
oorverdovende manier kenbaar te maken dat de kerk dan wel gestript mag zijn
maar de klepels het nog heel goed doen. My god, wat een herrie. Zelfs het
snerpende geluid van een anerexoïde vioolspeelster op een nabij gelegen
pleintje wordt er volledig door overstemt. En toch weet Braga al snel onze
harten te veroveren, al was het maar vanwege de bibliotheek alwaar we even gaan
internetten om onze terugvlucht af te handelen. We komen terecht in een
leeszaaltje dat zo weggewandeld lijkt uit de 18e eeuw. Alleen de
elektrieke leeslampjes stammen ergens uit de jaren vijftig. Een tearoom bij een
centraal plein lijkt zo uit de jaren dertig te zijn geplukt en de panden langs
de centrale winkelstraat zijn prachtige voorbeelden van art deco.
En ach, onder al die kerken zijn er best een aantal die het
aanzien meer dan waard ziin, van buiten dan, want behalve de reeds genoemde
kathedraal zijn alle kerken op slot.
’s Middags na een verkwikkend middagdutje (ons eerste deze
vakantie!) gaan we naar nog een katholiek fenomeen, de Bom Jesus Igreria, de
Goede Jezus kerk, die volgens goed Portugees gebruik alleen benaderd kan worden
als men een traptree of 500 wenst te nemen. Krakkemikkige H. neemt het liftje
voor de bejaarden, ik struin weer met de benenwagen naar de tempel. De weg naar
omhoog is prachtig, brede trappen leiden naar telkens een kapel waar alle denkbare martelingen waaraan
heiligen werden onderworpen treffend worden uitgebeeld, radbraken, roosteren
boven zacht brandend vuur, geseling, optakelen aan het kruis. Als de puffende
katholiek mocht denken dat hij het zwaar had wordt hij van die misvatting gauw
afgeholpen bij elke 100 treden. Ook de humor wordt niet uit het oog verloren.
De bovenste trappen leiden langs fonteintjes, waar water vloeit uit alle
menselijke lichaamsopeningen, behalve die waaruit normaal gesproken water komt,
dus wel uit ogen, oren, neus en mond, maar een manneke pis ontbreekt. Wel weer
een kruisbeeld waar water komt uit de uiteinden van het kruis. Eenmaal boven is
er een renaissance kerk met een enorm fel realistisch drie dimensionale
opstelling van de calvarieberg, waarbij Jezus aan het kruis flink bloedt en de twee andere gehangenen met duidelijk
zichtbaar gebroken armen hun ellendige lot ondergaan. De katholieke kerk zou
zichzelf niet zijn als ze de gelovigen daarna niet zou onthalen op een
genoeglijke middag voor het gehele gezin met eetgelegenheden, terrassen, tuinen, kunstig
nepdruipsteengrotten, een roeivijver, een draaimolen en enkele hunnebedden. Het
geheel oogt eigenlijk als een Efteling uit de jaren 20 waar je, afgezien van
enkele gruwelijke feiten, voor het plezier met hele gezin naar toe ging.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten